Door het indienen van een gebiedsaanvraag Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) vragen de agrarische collectieven subsidie aan bij een provincie. Dit kan ook om een uitbreiding van een bestaande gebiedsaanvraag gaan. Collectieven maken afspraken met individuele boeren over de activiteiten die zij gaan uitvoeren. De provincies beoordelen de aanvragen en vragen RVO om advies. Indien nodig wordt ook het betreffende waterschap om een oordeel gevraagd. Daarnaast leveren de collectieven, waar nodig, aanvullende informatie aan. Uiteindelijk versturen de provincies een beschikking op de gebiedsaanvragen.

Belangrijke data

Datum/periodeActiviteit
Maart-juniCollectief inventariseert bereidheid bij deelnemers om gewenst beheer uit te voeren
Najaar: de exacte periode staat genoemd in openstellingsbesluit van provincieCollectief dient definitieve gebiedsaanvraag in
Binnen 14 dagen na ontvangst van verzoek om aanvullende informatieCollectief levert aanvullende informatie aan de provincie wanneer de gebiedsaanvraag onvolledig is
Binnen 13 weken na afloop van de aanvraagperiodeProvincie verstuurt definitieve beschikking

Algemeen

Artikel 1.4 en 1.5 van de Subsidie Verordening Natuur- en Landschapsbeheer 2016 (SVNL) beschrijft de subsidieaanvraag en de beslistermijn en artikel 3.4 en 3.5 beschrijft details over de subsidieaanvraag.

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) is het door de Europese Commissie erkende betaalorgaan voor het ANLb. Afspraken over het ontvangen, beoordelen, registreren en verwerken van gebiedsaanvragen hebben de provincies en RVO vastgelegd in een zogenaamde Administratieve organisatie ANLb.

Voorintekening

Het collectief heeft op basis van informele contacten met de provincie en het ter inzage gelegde provinciaal Natuurbeheerplan een beeld van de provinciale natuurdoelen. Het collectief onderzoekt bij agrarische grondgebruikers de bereidheid om het gewenste beheer uit te voeren. Dit kan door een open inschrijving of door rechtstreekse benadering van agrariërs. Het collectief zet bij de voorintekening in SCAN-ICT om welke beheerpakketten en percelen het gaat. Het is een intentieverklaring, die niet juridisch bindend is. Vaak gebeurt dit in de periode van maart tot juni, voorafgaand aan de openstellingsperiode.

Concept gebiedsaanvraag

Na de gesprekken met de deelnemers stelt het collectief een concept gebiedsaanvraag op. Het kan gaan om een nieuwe gebiedsaanvraag (voor de gehele periode van 6 jaar) of om een uitbreiding van een bestaande gebiedsaanvraag voor de resterende jaren. In de gebiedsaanvraag werkt het collectief haar plannen uit voor het uitvoeren van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer overeenkomstig de voorschriften van de subsidieverordening en het provinciale Natuurbeheerplan. Het collectief geeft ook aan welke financiële middelen hiervoor nodig zijn. Na het opstellen van de concept-gebiedsaanvraag dient het collectief deze in bij de betreffende provincie.

De provincie stuurt de conceptaanvraag zo nodig door naar het betreffende waterschap en optioneel naar RVO. Een toets door RVO kan aangevraagd worden door een provincie en/of het collectief. RVO beoordeelt de gebiedsaanvraag aan de hand van hoofdstuk 4.5 van het natuurbeheerplan en de subsidiabiliteitscriteria van de EU (zie ook paragraaf Beschikking).

De beoordeling van het concept door de provincie bestaat uit een ecologische toets aan de hand van het natuurbeheerplan en de regelingsvoorwaarden en eventueel de beheerstrategie van het collectief. De provincie stuurt zo snel mogelijk een reactie op de concept gebiedsaanvraag naar het collectief zodat het collectief voldoende tijd heeft om de reactie met eventuele verbeterpunten te kunnen verwerken vóór het eind van de openstelling van de aanvraagperiode.

Definitieve gebiedsaanvraag

Het collectief verwerkt de reactie van de provincie op de conceptaanvraag en dient de definitieve gebiedsaanvraag in. De periode om de definitieve gebiedsaanvraag in te dienen en de manier waarop (digitaal of per post), staat vermeld in het openstellingsbesluit van de provincie en kan per provincie verschillen.

De provincie bepaalt zo snel mogelijk of deze ontvankelijk is en in behandeling wordt genomen. Daarbij wordt een ontvankelijkheidstoets uitgevoerd. De ontvankelijkheidstoets beoordeelt de tijdigheid van processtappen, de ondertekening, of indiening is gedaan door een belanghebbende (c.q. geen uitgesloten aanvrager) en overige zaken die in de regeling als ontvankelijkheidsvereiste zijn betiteld zoals het gebruik van een voorgeschreven formulier. De provincie bepaalt zo snel mogelijk of de gebiedsaanvraag ontvankelijk is en in behandeling wordt genomen en stelt het collectief hiervan op de hoogte d.m.v. een ontvangstbevestiging.

De provincie toetst ontvankelijke aanvragen op volledigheid waarbij wordt gekeken of alle Provincie of alle verplichte onderdelen van een gebiedsaanvraag zijn opgenomen. Als het collectief een onvolledige gebiedsaanvraag heeft gedaan, dan stuurt de Provincie tegelijk met de ontvangstbevestiging een verzoek om aanvullende informatie.

Als er sprake is van cofinanciering door het waterschap, dan stuurt de provincie de aanvraag door naar het waterschap. Het waterschap doet een inhoudelijke beoordeling van het onderdeel dat zij cofinanciert (categorie water/klimaat) en stuurt het oordeel aan de provincie. In een latere stap stuurt de provincie de aanvraag tegelijk met de concept-beschikking naar RVO.

Een tendering proces is nodig als de provincie meer dan één gebiedsaanvraag voor een bepaalde regio heeft ontvangen. Aan de hand van eerder bekendgemaakte tendercriteria en een puntenverdeling checkt de provincie welke aanvraag kwalitatief het beste is. De tendering van de definitieve gebiedsaanvraag doet de provincie binnen 10 weken na ontvangst van de definitieve gebiedsaanvraag.

Als de provincie de definitieve gebiedsaanvraag afwijst dan ontvangt het collectief hierover bericht binnen 13 weken na afloop van de aanvraagperiode.

Beschikking

Na het beoordelen van de gebiedsaanvragen en eventuele tenderingprocedures stelt de provincie een concept-beschikking op (link volgt nog). De provincie verwerkt de resultaten van de beoordeling in de beschikking. Dit doet zij op hoofdlijnen: leefgebied, een minimum/maximum van het aantal hectares en bedrag.

De provincie stuurt de concept-beschikking, eventuele tenderdocumentatie, en de definitieve gebiedsaanvraag inclusief alle verplichte bijlagen naar RVO. RVO toetst of de subsidieverlening rechtmatig is. Dit doet RVO aan de hand van hoofdstuk 4.5 van het Natuurbeheerplan, de subsidiabiliteitscriteria van de EU en op het juridische- en financiële kader. Daarnaast bekijkt RVO het beoordelingsproces, formats, functies en de administratieve organisatie van de provincie. Indien nodig, dan past de provincie de concept-beschikking aan.

Als laatst stelt de provincie de definitieve beschikking op en legt deze voor besluitvorming voor aan Gedeputeerde Staten. De beschikking moet uiterlijk 13 weken na afloop van de aanvraagperiode vastgesteld en verstuurd zijn. Na ondertekening verstuurt de provincie de definitieve beschikking naar het collectief, en een kopie naar RVO en (zo nodig) naar het waterschap. RVO verwerkt de beschikking in een intern uitvoeringssysteem.

Het beschreven proces in beeld

Het beschreven deelproces van een gebiedsaanvraag

Meer informatie

Gerelateerde kennis