PAS Toezicht en industrie
Ook industriële bedrijven stoten vaak stikstof uit. Als ze dat doen bij een Natura 2000-gebied kan daarvoor en vergunning in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) nodig zijn. De PAS-Campus organiseerde een bijeenkomst voor vergunningverleners en toezichthouders over wat daarbij komt kijken.
De PAS-Campus organiseerde op 11 september 2017 de bijeenkomst PAS Toezicht en industrie voor vergunningverleners en toezichthouders die betrokken zijn bij PAS-vergunningen. Omdat er bij het verlenen van vergunningen aan industriële bedrijven andere aspecten een rol spelen dan bijvoorbeeld bij agrarische bedrijven was deze middag specifiek gericht op de industrie. De bijeenkomst ging van start met een algemene presentatie over deze sector, de belangrijkste bronnen van stikstof en het opstellen van rapportages die ten grondslag liggen aan de vergunningaanvraag. Vervolgens gingen de deelnemers aan de slag met een aantal praktijkvoorbeelden.
Handleiding AERIUS
Aan het eind van de middag kwam iedereen weer bij elkaar en werden de belangrijkste conclusies opgetekend. Volgens de deelnemers is het vooral van belang om de duidelijke Handleiding invoer gegevens AERIUS, het rekeninstrument van het PAS, onder de aandacht te brengen van de aanvragers. Die wordt nu nog vaak over het hoofd gezien. Daarnaast blijkt het goed te werken als vergunningverleners en handhavers vanaf het begin van het proces in nauw contact met elkaar staan. Zo kan al bij het opstellen van de vergunning rekening worden gehouden met aspecten die het handhaven vereenvoudigen. Daarnaast kan vooroverleg met bedrijven helpen om het vergunningsproces te versnellen.
Afstemming vergunningverlening en toezicht
Wim Hage, vergunningverlener bij provincie Zeeland. “Eyeopener is dat er echt nog wel winst is te behalen in de afstemming tussen vergunningverlening en toezicht. Overleg over de aspecten die van belang zijn, welke voorschriften erbij horen en welke formulering daarbij het beste past zodat de handhaver daarmee goed uit de voeten kan. Dat geldt ook binnen onze provincie. Met de komst van de omgevingsdiensten zitten we niet meer in één organisatie. Je moet elkaar dus echt zien te vinden en deze bijeenkomst draagt daar zeker aan bij. Ook het feit dat je hier in contact komt met collega’s van andere provincies en hoort over hun aanpak maakt dat dit een hele nuttige dag voor mij was.”
Inrichting handhaving
Mascha Kloet, die net als beleidsmedewerker Handhaving is begonnen bij de Regionale Uitvoerings Dienst Zeeland (RUD-Zeeland), deelt deze ervaring. “Er zijn provincies en omgevingsdiensten die aan het begin staan van de inrichting van het PAS-handhavingstraject maar ook die al een heel eind op weg zijn. Wij horen bij die eerste groep en het is dan ook handig om van anderen te horen hoe zij het doen. Ik merk in ieder geval dat het inderdaad goed is om elkaar op te zoeken.”
Vervoer en scheepsvaart
Ook het ministerie van Economische Zaken verleent vergunningen in kader van de Wet natuurbescherming waar het PAS onder valt. Renske Rosenboom, beleidsmedewerker Economische Zaken: “Dat doen we bijvoorbeeld voor Rijkswaterstaat. Voor hun activiteiten met effecten op natuur op het gebied van scheepsvaart die in of in de omgeving van Natura 2000-gebieden plaatsvinden, moeten vergunningen worden aangevraagd. Die komen bij ons terecht. Tijdens deze bijeenkomst kwamen ook de vervoersbewegingen uitgebreid aan bod. Bijvoorbeeld wat de effecten op het gebied van stikstof kunnen zijn van extra scheepsvaart . Het is interessant om te zien wat daarbij komt kijken en waar we als vergunningverlener vooral op moeten letten.”