Beheer- en beleidsmonitoring ANLb verder afstemmen en ontwikkelen
De beheer- en beleidsmonitoring van het Agrarisch- Natuur en Landschapsbeheer vraagt een verdere uitwerking. Vooral optimalisatie van de beheermonitoring is nodig om de monitoringsgegevens van beheer en beleid aan elkaar te kunnen koppelen. Provincies en BoerenNatuur.nl willen de collectieven daarin faciliteren. Een nieuwe ict-toepassing is volgens provincies echter niet nodig. Het onderdeel beheer- en beleidsmonitoring wordt daarom losgemaakt van het project Informatievoorziening ANLb, en als onderdeel van het project ‘ANLb 2.0 – stroomlijnen uitvoering’ opgepakt. Focus ligt daarbij op wat provincies en collectieven nodig hebben aan beheergegevens en data om het voortgangsgesprek optimaal te kunnen voeren.
Na overleg met de Stuurgroepen ANLb-ict en ANLb 2.0, heeft de voorzitter van beide Stuurgroepen de ‘transfer’ op 1 mei formeel goedgekeurd.
Beheer- en beleidsmonitoring
Voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer zijn twee monitoringssystemen opgezet. Eén voor beleidsmonitoring en één voor beheermonitoring. Collectieven zijn verantwoordelijk voor de beheermonitoring. Het gaat onder meer om veldwaarnemingen om te bepalen of het gevoerde beheer tot de gewenste resultaten leidt. De beleidsmonitoring is een verantwoordelijkheid van de provincies. Op landelijk niveau wordt met de beleidsmonitoring de ecologische effectiviteit van het agrarisch natuurbeheer gemeten.
Optimaliseren beheermonitoring
In eerste instantie lag er binnen het project ‘Informatievoorziening ANLb’ de opgave om een ict-toepassing te ontwikkelen voor provincies, agrarische collectieven en soortenorganisaties om beheer- en beleidsmonitoringsgegevens uit te wisselen. Die koppeling geeft meer sturing op effectieve maatregelen voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Maar voordat de gegevens digitaal ontsloten kunnen worden, moeten die gegevens eerst uitwisselbaar worden, zo luidde de conclusie tijdens een provinciale versnellingsbijeenkomst over Informatievoorziening ANLb op 14 februari 2017.
Ieder collectief voert de beheermonitoring nu op zijn eigen manier uit. Gegevens zijn daardoor moeilijk onderling te vergelijken. Collectieven moeten begeleid worden om de beheermonitoring eenduidiger en uitwisselbaar te krijgen, concludeerde men tijdens de versnellingsbijeenkomst. De centrale vraag daarbij is: ‘Wat hebben provincies en collectieven aan beheergegevens en data nodig om het voortgangsgesprek optimaal te kunnen voeren?’
Uit de versnellingsbijeenkomst bleek dat er vooral extra kennis ontwikkeld moet worden op de monitoringsmethodiek voor droge en natte dooradering en water.
Beleidsmonitoring
In tegenstelling tot de beheermonitoring is de beleidsmonitoring, hoewel deze lean-and-mean is ingericht, kwalitatief op orde. De beleidsmonitoring voldoet aan de EU-eisen. Wel zijn er aanvullende wensen van provincies om de beleidsmonitoring verder uit te werken voor droge en natte dooradering en water.
Kortom, er is besloten om voorlopig geen ict-omgeving te ontwikkelen voor de gegevensuitwisseling met de andere ketenpartners, maar om de beheer- en beleidsmo