Dagelijkse praktijk en de PAS
Wie met de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) werkt, kan bij de PAS-Campus terecht voor trainingen die aansluiten op de dagelijkse werkpraktijk. Op 14 juli vond een bijeenkomst voor adviseurs en juristen plaats. Hoe kijken zij tegen deze training en de PAS aan?
“Als ik er als jurist naar kijk, dan geeft het systeem van de PAS mij vertrouwen”
Kennis
De PAS is op 1 juli in werking getreden. Vergunningverleners, initiatiefnemers, juristen, toezichthouders en handhavers, natuurbeheerders en plan- en beleidsontwikkelaars kunnen met behulp van de PAS-Campus de benodigde kennis verdiepen. De PAS-Campus biedt specifieke trainingen die voor elke doelgroep op maat zijn gemaakt. Op 14 juli staat er een training voor adviseurs van initiatiefnemers en een training voor juristen op de agenda. Tijdens de lunchpauze vertellen drie aanwezigen wat zij ervan vinden.
Stikstofdeposities
Paul Kerckhoffs werkt als milieuspecialist bij het adviesbureau voor ruimtelijke ordening SAB. Waarom volgt hij deze training van de PAS-Campus? “SAB maakt onder meer bestemmingsplannen waarbij ik mij vooral bezig houd met de milieuonderzoeken. SAB wil meer kennis over stikstofdeposities in huis hebben zodat we onze opdrachtgevers ook op dit gebied kunnen adviseren. Daarom ben ik hier.”
Achtergronden
Het aanbod van de informatie sluit goed aan op waar hij behoefte aan heeft. Kerckhoffs: “Ik weet wel iets van de wetgeving rond stikstof maar het is interessant om wat meer te weten over de achtergronden. De training is tot nu voor mij erg leerzaam. Ik ben mij nog niet zo lang aan het verdiepen in de PAS en weet dus nog niet alle ins en outs. Wat ik om mij heen hoor is de vraag of het wel echt gaat werken. Er wordt ruimte gecreëerd die er nog niet is, maar waarbij er wel vanuit wordt gegaan dat die er komt. Inmiddels zijn de plannen goedgekeurd door de politiek dus we gaan er nu ook echt mee werken.”
“Het is interessant om wat meer te weten over de achtergrond van de PAS”
Vraagtekens
Bert Klijs werkt als jurist bij de Omgevingsdienst Brabant Noord. Hoe kijkt hij tegen de PAS aan? “Het programma is net in werking getreden, dus ik heb er nog geen echte ervaring mee. Maar op basis van de casus die we vandaag behandeld hebben, zet deze groep wel vraagtekens bij de beoogde lastenverlichting bij het doen van meldingen. Bovendien willen veel ondernemers graag rechtszekerheid in de vorm van een vergunning. Het lijkt er al met al voor ondernemers en bevoegde gezagen niet makkelijker op te worden. De trainers gaven aan dat dit soort onderwerpen verder uitgewerkt worden tijdens de duo-bijeenkomsten waar de provincies de PAS bespreken.”
Nuttig
De training van vandaag vindt hij nuttig. Klijs: “Nuttiger dan ik dacht. Als je zo met elkaar zit te praten, blijken casussen die aanvankelijk vrij vanzelfsprekend leken toch gecompliceerder in elkaar te zitten. Ook Herbert Hams is te spreken over de training. “De verhouding tussen het behandelen van de stof en de tijd die er voor discussies wordt uitgetrokken is prima.”
“Deze groep zet vraagtekens bij de beoogde lastenverlichting.”
Houvast
Hams is juridisch adviseur bij de provincie Overijssel. Wat vindt hij van de PAS-regeling? Hams: “Er zijn de afgelopen jaren heel wat uitspraken geweest over de Natuurbeschermingswet en met name de vergunningverlening. De jurisprudentie veranderde nogal eens van richting en daardoor moesten aanvragen opnieuw en anders beoordeeld worden. Met de PAS is er een programma geïntroduceerd dat juridisch, ecologisch en technisch beoordeeld is. Natuurlijk moet een PAS-vergunning nu eerst nog de toets van de Raad der State doorstaan. Maar als ik er als jurist naar kijk, dan geeft het systeem van de PAS mij vertrouwen.”