Van Dam informeert Tweede Kamer over effecten emissies buitenland
Staatssecretaris Van Dam van het ministerie van Economische Zaken beantwoordt in zijn brief van 18 december een vraag over de effecten van emissiebronnen in het buitenland op de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Daarnaast informeert de staatssecretaris de Tweede Kamer over de opzet van de evaluatie van het eerste jaar van de PAS.
De staatssecretaris schrijft in zijn brief onder meer het volgende:
Effecten buitenland
“Het lid Lodders heeft gevraagd of de depositieruimte c.q. ontwikkelingsruimte voor Nederlandse economische activiteiten “opgeslokt” wordt door buitenlandse bronnen.
De PAS geldt alleen voor Nederland. Dit betekent dat buitenlandse sectoren geen beroep doen op Nederlandse depositieruimte c.q. ontwikkelingsruimte. Het effect van buitenlandse bronnen wordt via monitoring bijgehouden. Alleen wanneer als gevolg van een forse toename van de bijdrage van buitenlandse bronnen aan de totale depositie in Nederland, de verwachte afname van de depositie in Nederland kleiner is dan verwacht, kan besloten worden de hoeveelheid ontwikkelingsruimte te verkleinen.
Nederland is netto-exporteur van stikstof. Het grootste deel van de in Nederland veroorzaakte stikstofemissie komt in de zee terecht of in het buitenland. De bijdrage van bronnen in het buitenland aan de depositie op de Nederlandse Natura 2000-gebieden is echter ook substantieel: zij bedraagt gemiddeld over alle Natura 2000-gebieden circa 35% van de totale depositie. Om een beeld te geven vermeld ik de gebieden waar het aandeel van de buitenlandse deposities groter is dan 60%: Aamsveen, Wooldse Veen, Westerschelde & Saeftinghe, Zwin & Kievittepolder, Sint Pietersberg & Jekerdal en Noorbeemden & Hoogbos.
De emissies van buitenlandse bronnen zullen naar verwachting verder dalen de komende jaren. In de landen die Nederland omringen zullen beperkende maatregelen worden genomen ter voldoening aan Europese regelgeving.
Opzet evaluatie eerste jaar PAS
De evaluatie van het eerste jaar van de PAS zal vooral het karakter hebben van een voortgangsrapportage of een vroege tussentijdse evaluatie. Het gaat om rapporteren van de voortgang op inhoud en functioneren van programma en instrumentarium, mede afgezet tegen de verwachtingen. De hoofdvragen zijn de eerste bevindingen omtrent de hoofddoelen van de PAS: economische ontwikkeling, natuurherstel en de vereenvoudiging van de vergunningverlening en vermindering van administratieve lasten, voor zover daar gegevens over beschikbaar zijn. Ook zal een overzicht gegeven worden van met name beleidsmatige ontwikkelingen in het eerste jaar voor wat betreft de PAS.”
In de brief is ook een stand van zaken opgenomen over de toezeggingen die op 1 april 2015 zijn gedaan. Lees hier de gehele brief.