Van Dam: Regeling lokmiddelen wordt gewijzigd, ontheffing voor gebruik mogelijk
De passage in de Regeling Natuurbescherming waarin het gebruik van lokgeluiden en lokvogels bij de bejaging van soorten op landelijke vrijstelling niet langer is toegestaan wordt op de kortst mogelijke termijn gewijzigd. Voor het gebruik van deze methoden en middelen kan nu al ontheffing worden aangevraagd bij gedeputeerde staten van de provincies. Dat schrijft staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken (EZ) in antwoord op vragen vanuit de Tweede Kamer.
In artikel 3.1 van de Regeling natuurbescherming is vrijstelling verleend aan grondgebruikers voor schadebestrijding op hun gronden. In artikel 3.3 van de Regeling natuurbescherming zijn de middelen aangewezen die ter uitvoering van deze vrijstelling mogen worden gebruikt. Voor de vogels ten aanzien waarvan de vrijstelling geldt – te weten Canadese ganzen, houtduiven, kauwen en zwarte kraaien – zijn ook de methoden aangewezen die mogen worden gebruikt ter uitvoering van de vrijstelling.
Bij de aanwijzing van laatstgenoemde methoden zijn de methoden vangen en doden met gebruikmaking van niet-levende lokvogels en middelen waarmee lokgeluiden kunnen gemaakt en lokvoer niet aangewezen. Dat betekent dat thans deze methoden niet kunnen worden gebruikt ter uitvoering van deze vrijstelling ten aanzien van voornoemde vogelsoorten.
In het licht van het feit dat deze methoden onder de Flora- en faunawet wel konden worden gebruikt bij de uitvoering van deze vrijstelling, ligt het in de rede Regeling natuurbescherming op dit punt te wijzigen. Deze wijziging zal op de kortst mogelijke termijn worden gerealiseerd, aldus Van Dam. Hij wist erop dat er bij gedeputeerde staten van de provincies ontheffing voor het gebruik van deze middelen kan worden aangevraagd. Daardoor verwacht hij dat de gevolgen beperkt zijn.
bron: Ministerie van EZ, 31/08/17