Van Dam schetst wijze waarop natuurmonitoring gestalte krijgt
Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken heeft een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met de afspraken die hij met de provincies heeft gemaakt over de monitoring van natuurinformatie ten behoeve van nationale, Europese en internationale rapportages. De provincies nemen het voortouw bij de monitoring, maar daarnaast zijn ook een reeks organisaties met vrijwilligers betrokken. De verzamelde natuurinformatie wordt opgeslagen in een landelijke databank die door BIJ12 wordt beheerd.
Met het Natuurpact en recent de Wet natuurbescherming zijn grote delen van het nationale natuurbeleid gedecentraliseerd naar provincies. Provincies hebben daarmee de verantwoordelijkheid gekregen om binnen die kaders en met de daarvoor beschikbaar gestelde middelen het natuurbeleid vorm te geven. Mede met dit gedecentraliseerde natuurbeleid geeft Nederland invulling aan Europese en internationale afspraken over natuur en biodiversiteit. Ten behoeve van die afspraken rapporteert de Rijksoverheid als systeemverantwoordelijke aan de Tweede Kamer, de Europese Commissie en internationale verdragsorganisaties over de staat en omvang van de Nederlandse natuur.
Provincies nemen het voortouw
Vanuit de gedecentraliseerde verantwoordelijkheid voor de uitvoering en invulling van het natuurbeleid ligt het voor de hand dat provincies het voortouw nemen in de monitoring van informatie over staat en omvang van natuur. De provincies geven hun maatschappelijke partners en BIJ12, de gezamenlijke uitvoeringsorganisatie van de provincies, daarin een belangrijke rol. In een notitie van de provincies is weergegeven hoe zij hieraan invulling geven. Vanuit de systeemverantwoordelijkheid van het Rijk inzake de Europese en internationale afspraken zijn met de provincies afspraken gemaakt over de rapportages waarvoor natuurinformatie moet worden verzameld.
Veel organisaties betrokken bij monitoring
Er is monitoring nodig voor zowel de internationale natuurrapportages als voor de in voortgangsrapportages over de in het Natuurpact gemaakte afspraken over de realisatie en kwaliteit van het Natuurnetwerk Nederland, Natura 2000 en Programmatische Aanpak Stikstof, het soortenbeleid, de natuur buiten het natuurnetwerk en het agrarisch natuurbeheer. Dit gebeurt samen met betrokken partijen en het PBL en CBS. Deze organisaties krijgen zitting in beoogde stuurgroepen en deskundigenteams. Voor de informatiewinning zijn vrijwilligers cruciaal. De informatie moet ook gebruikt kunnen worden voor de Balans voor de Leefomgeving van het PBL en de Natuurstatistieken van het CBS. Met de Algemene Rekenkamer is afgesproken dat zij op de hoogte zal worden gehouden van de ontwikkelingen en dat de nodige informatie-uitwisseling zal plaatsvinden. Op deze manier is enerzijds een onafhankelijke kwaliteitstoetsing geborgd én zijn alle organisaties die de natuurinformatie verzamelen en gebruiken nauw betrokken bij de organisatie.
Landelijke databank
De verzamelde natuurinformatie wordt opgeslagen in een landelijke databank die door BIJ12 wordt beheerd en die momenteel door 5 partijen wordt ondersteund: het Interprovinciaal Overlegorgaan, de ministeries van Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat en de terreinbeherende organisaties Natuurmonumenten, de 12 Landschappen en Staatsbosbeheer. Deze informatie kan ook beschikbaar worden gesteld voor het beoogde Digitale Stelsel Omgevingswet. De provincies zijn de kwartiermakers voor dit Informatiehuis Natuur en hebben deze taak vooralsnog belegd bij hun uitvoeringsorganisatie BIJ12. In december 2015 is een nadere analyse opgeleverd over het mogelijke Informatiehuis Natuur. Deze analyse wordt verder meegenomen in het kader van het Digitale Stelsel Omgevingswet.
Meer informatie is te vinden in de publicatie Naar een landelijke samenhangende natuurmonitoringsystematiek van IPO en BIJ12.
bron: Ministerie van Economische Zaken, 22/03/16