Dijken verstevigen met het PAS
Nederland kent een heel systeem van waterkeringen, zoals dijken, sluizen en gemalen die ons land tegen hoog water beschermen. Een deel van de keringen wordt de komende jaren versterkt en deze werkzaamheden kunnen leiden tot stikstofdepositie op natuurgebieden. Het is gewenst om deze projecten als prioritair project van nationaal belang op te nemen in het Programma Aanpak Stikstof (PAS) en zo voldoende ontwikkelingsruimte te reserveren. Nieuw is dat de provincies en waterschappen dit samen gaan regelen. Hoe werkt dit?
De PAS-Campus organiseerde op 13 april 2017 een bijeenkomst om medewerkers van provincies en waterschappen te informeren over wat er komt kijken bij de nieuwe samenwerking. Daarbij kwam onder meer de inhoud van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en het PAS aan de orde.
HWBP en het PAS
Het Rijk en de waterschappen werken in het Hoogwaterbeschermingsprogramma samen om te zorgen dat alle primaire waterkeringen in 2050 voldoen aan de wettelijke normen. In het HWBP zijn de maatregelen opgenomen voor ruim 700 kilometer dijken en meer dan 200 sluizen en gemalen. In het Programma Aanpak Stikstof (PAS) werken overheden, natuurorganisaties en ondernemers samen aan ruimte voor economische ontwikkelingen, sterkere natuur en minder stikstof.
Reserveren ontwikkelingsruimte
De uitvoering van de maatregelen in het HWBP leidt tot uitstoot van stikstofoxiden en ammoniak. Bijvoorbeeld door de inzet van graafmachines en door de aan- en afvoer van zand met dumpers. Die emissies kunnen leiden tot stikstofdeposities op Natura 2000-gebieden. Dat kan een belemmering vormen voor de vergunningverlening in het kader van de Wet natuurbescherming. Door een HWBP-project op te nemen als prioritair project in het PAS en ontwikkelingsruimte voor dit project te reserveren, wordt deze belemmering weggenomen.
Nieuwe taakverdeling
Tot voor kort zorgde het ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) in samenwerking met de waterschappen voor de reservering van ontwikkelingsruimte voor de HWBP-projecten. Nu de provincies deze taak op zich nemen, wordt dit een samenwerking tussen provincies en waterschappen. Hierover zijn afspraken gemaakt tussen het Interprovinciaal Overleg (IPO), de provincies, I&M en Rijkswaterstaat.
Hoe werkt het?
Tijdens de bijeenkomst werden de afspraken verduidelijkt aan de hand van een aantal presentaties. Diederik Metz, Rijkswaterstaat, gaf een toelichting op de nieuwe taakverdeling en de samenwerking tussen provincies en waterschappen. Aansluitend vertelde Ruben Jonkman, programmabegeleider HWBP, meer over de voorgeschiedenis, opgave en werkwijze van het HWBP. Daarna legde Mark Blomsma, PAS-bureau, uit hoe het PAS werkt en wat dit betekent voor HWBP-projecten.
Prioritaire projecten
Zowel bij aanwezige medewerkers van de provincies als van de waterschappen waren er veel vragen. Bijvoorbeeld over het belang van het aanmelden van HWBP-projecten als prioritair project. Deze projecten worden door het Rijk en de provincies aangemerkt als projecten van nationaal belang. In het PAS is geregeld dat een deel van de ruimte die beschikbaar is voor economische ontwikkelingen voor deze projecten gebruikt kan worden.
Planningen afstemmen
Uit de gesprekken die op de presentaties volgden, kwam al snel naar voren dat het de hoogste tijd is om elkaar op te zoeken. Na afloop vertelt een aantal deelnemers wat hen het meest is opgevallen. Mark in ’t Veld, provincie Overijssel: “Voor mij kwam vooral naar voren dat het nog best lastig wordt om de planningen van het HWBP en het PAS goed op elkaar te laten aansluiten.” Zijn collega bij het waterschap Drents Overijselse Delta Jessica Stoker: “Ik heb veel verhelderende informatie gehoord. De uitdaging zit ‘m nu inderdaad in de planningen van het HWBP en het PAS op de juiste manier op elkaar af te stemmen. Wij hebben regelmatig contact om dit zo goed mogelijk te laten verlopen.”
Overleg over aanpak
Ook Suzanne Timmers, Waterschap Limburg, en Leon Janssen, provincie Limburg, hebben al een vervolgafspraak genoteerd. Timmers: “Het ziet ernaar uit dat wij voor een aantal HWBP-projecten vergunningen moeten gaan aanvragen. Deze bijeenkomst maakt in ieder geval duidelijk dat het goed is om in overleg te treden om na te gaan hoe we dit moeten aanpakken.” Janssen: “Deze ochtend is een een goed startmoment om ermee aan de slag te gaan. Op zich ben ik al langer bij het PAS betrokken, de inhoud is dus niet nieuw voor mij. Maar het is zeker nuttig om vanuit dit vertrekpunt samen te bekijken hoe we de HWBP-projecten vorm kunnen gaan geven.”
Bevoegde gezagen en waterschappen kunnen meer informatie over deze bijeenkomst vinden op het Samenwerkingsplatform van de provincies.