Economie en ecologie in harmonie
Midden in Nationaal Park de Weerribben ligt de biologische boerderij Weerribben-Zuivel. Het bedrijf heeft ervoor gekozen zich aan te passen aan de omgeving. Volgens Hester Maij, gedeputeerde van Overijssel is hier goed te zien dat economie en ecologie prima samen kunnen gaan. Dit voorbeeld sluit naadloos aan op de doelen van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) waar zij voor de 12 provincies portefeuillehouder van is.
Hester Maij, gedeputeerde provincie Overijssel
Gras, riet, water, bomen wisselen elkaar af in het prachtige Nationaal Park de Weerribben in de Kop van Overijssel. In dit Natura 2000-gebied grazen dagelijks de 260 koeien van boerderij Weerribben-Zuivel. Het bedrijf is niet alleen een veehouderij maar maakt ook zuivelproducten zoals biologische melk, yoghurt, vla en pap.
Biologische landbouw
De boerderij is al generaties lang in handen van de familie de Lange. De huidige eigenaar Klaas de Lange besloot samen met zijn vader in 1984 over te schakelen naar de biologische landbouw. Die keuze was volgens hem eigenlijk vanzelfsprekend. “Wij zijn geboren en getogen op deze plek. Het bedrijf hebben we aangepast aan de omgeving omdat het gebied heel kwetsbaar is. Bij het boeren volgen we zoveel mogelijk de kringloop. Bij ons staat voorop dat we zoeken naar manieren om steeds beter te produceren in plaats van steeds meer produceren.”
Natura 2000
Uitkijkend over het Overijsselse landschap waarin de biologische boerderij ligt, vertelt Hester Maij waarom zij bewondering heeft voor de bedrijfsvoering van dit agrarische bedrijf. “Weerribben Zuivel ligt midden in een Natura 2000-gebied en produceert mooie biologische producten waar ook andere bedrijven op aansluiten. Het is een heel goed voorbeeld van hoe je economie en ecologie met elkaar kunt verbinden. Het hoeft niet los van elkaar te staan, het kan elkaar juist versterken.”
Programma Aanpak Stikstof
Deze insteek sluit nauw aan op het PAS waar Maij als gedeputeerde Landbouw en Natuur in de provincie Overijssel verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma in deze provincie. Zij is bovendien portefeuillehouder van het PAS voor de 12 provincies. In het PAS werken overheden, natuurorganisaties en ondernemers aan economische ontwikkelingen, sterkere natuur en minder stikstof. “Met het PAS kunnen zowel de economie als de ecologie weer vooruit in de toekomst. De afgelopen jaren konden er bijna geen vergunningen voor economische ontwikkeling worden gegeven, dat kan nu weer. Tegelijkertijd hebben we afspraken gemaakt om de stikstof te laten dalen.”
Vergunningen
Maij is trots op wat er tot nu toe met het programma bereikt is. Na de inwerkingtreding in juli 2015 zijn er landelijk ruim 5000 vergunningen toegekend en zijn er ruim 3000 meldingen gedaan (mei 2017). “Dat betekent dat er weer heel goed ondernomen kan worden en daar deden we het vooral voor. Tegelijkertijd werken we aan herstel van natuur en vermindering van het stikstofprobleem. Daarnaast zijn de landelijke afspraken over reductie ook al inwerking getreden. Het doet bovendien goed om te zien hoe de PAS-partners met elkaar samenwerken om zowel de economie als de ecologie te versterken. Dat alles maakt het PAS nu al na twee jaar tot een succes.”
Bedrijfsontwikkeling
Omdat de biologische boerderij Weerribben Zuivel in een Natura 2000-gebied ligt heeft het bedrijf automatisch te maken met het PAS. Bedrijven die stikstofemissie veroorzaken waarbij effecten optreden voor Natura 2000-gebieden zijn namelijk verplicht na te gaan of ze een vergunning moeten aanvragen of een melding moeten doen. Ook dit bedrijf had jarenlang te kampen met de vergunningverlening die zo goed als gestopt was. De Lange: “Dat betekent dat de bedrijfsontwikkeling stil komt te staan en dat je op het bedrijf niet de best beschikbare techniek kunt inzetten.”
Aanpassingen nodig
De Lange ziet het PAS dan ook als een belangrijke ontwikkeling voor de agrarische sector. “Nadat het tien jaar moeilijk was om een vergunning te krijgen, konden nu weer een vergunning aanvragen. Een biologische boerderij heeft sowieso al een lagere stikstofproductie. Om het nog verder omlaag te brengen, passen we innovaties op het bedrijf toe. Zo kun je in de stallen gebruik maken technieken die de stikstofemissie verlagen. Het PAS heeft zeker voordelen maar tegelijkertijd vergt het ook veel van onze agrarische sector. Zo is er in deze regio veel landbouwgrond omgezet naar natuurgrond. Daar gaat eigenlijk altijd een claim op agrarische gronden aan vooraf. Dat heeft enorme impact op boeren en op hun gezinnen. Het levert veel emoties op.”
Verknocht aan deze plek
Als bestuurder van Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) Noord heeft De Lange meerdere keren in zo’n situatie met de betrokken boeren rond de keukentafel gezeten. “We gaan dan kijken: wat wil je? Wil je op termijn stoppen? Is verplaatsen een optie? Er blijven gelukkig veel mensen in dit gebied die verknocht zijn aan deze plek en die hier willen blijven wonen. Daar zijn soms wel veranderingen in de bedrijfsvoering voor nodig. Waar de natuur kwetsbaar is, liggen er nog altijd goede kansen voor andere vormen van landbouw, boerderijwinkels, recreatie of zorg. Er gaat vaak een heel proces aan vooral en niet iedereen wil het. Als je vol gas wilt boeren dan is het best moeilijk op zo’n plek. Maar als je openstaat voor aanpassingen en je vindt het mooi om iets meer met de samenleving te gaan doen dan zijn er wel mogelijkheden op daar op deze manier invulling aan te geven.”
PAS in uitvoering
Het PAS is na de inwerkingtreding inmiddels behoorlijk op stoom gekomen. Wat gaat de focus de komende periode naar uit? Maij: Het PAS is een heel nieuw systeem en dat brengt met zich mee dat het juridisch gezien flink onder loep wordt gelegd. De komende jaren zullen we dus kijken of het juridisch houdbaar is, of dat er bepaalde punten gewijzigd moeten worden. De tijd zal het leren. Tegelijkertijd is er de afgelopen twee jaar goed nagedacht over de maatregelen die genomen moeten worden. De plannen zijn er, nu staan we voor de uitvoering. Ik wens het PAS daarbij een succesvolle toekomst toe, zowel voor de economie als voor de ecologie. Want daar hebben we allemaal baat bij.”