Evaluatie Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer gestart
In landelijke gebieden leven veel kwetsbare planten- en diersoorten. Denk aan insecten, vlinders, amfibieën, maar ook weidevogels. Om gericht te werken aan de instandhouding van 68 doelsoorten is in 2016 het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) ingevoerd. Binnen het ANLb ontvangen agrarische collectieven subsidie om maatregelen te nemen om deze soorten te behouden. Op dit moment wordt het ANLb geëvalueerd.
Het ANLb gaat uit van een leefgebiedenbenadering: het creëren en in stand houden van een leefgebied voor een soort of groep van soorten die vergelijkbaar beheer vraagt. Het ANLb kent vier agrarische leefgebieden: open grasland, open akkerland, natte dooradering en droge dooradering. Daarnaast is er de categorie water voor agrarisch waterbeheer. De provincie geeft in het natuurbeheerplan aan waar deze leefgebieden liggen. De agrarische collectieven geven hier vervolgens invulling aan.
1 september klaar
Of het ANLb goed georganiseerd en effectief is, wordt nu onderzocht door Wageningen Environmental Research (WEnR). Dit gebeurt in opdracht van het ministerie van LNV en de provincies. De evaluatie moet 1 september klaar zijn en input geven voor mogelijke verbetering van het huidige ANLb en het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De evaluatie gaat in beperkte mate in op de ecologische effectiviteit. De beleidsmonitoringsreeks van 4 jaar is nog te kort om een oordeel te geven.