Het PAS-gebied ingaan is leuk en leerzaam
Serie Monitoring PAS en herstelmaatregelen
“Veldbezoeken zijn dé manier om eens samen met de natuurbeheerder naar buiten te gaan. Om te zien wat er aan de hand is en de vinger aan de pols te houden. We zouden dit vaker moeten doen!”, aldus Jaap Graveland van Rijkswaterstaat (RWS). Met zijn positieve ervaringen met veldbezoeken bij RWS stond hij aan de wieg van dit onderdeel van monitoring van het Programma Aanpak Stikstof (PAS).
Als adviseur informatievoorziening waterkwaliteit is Graveland namens Rijkswaterstaat betrokken geweest bij het opzetten van het monitoringsprogramma van de PAS. Daarbij hoorde ook het uitwerken van het veldbezoek.
Zo nodig bijsturen
Graveland legt uit wat de gedachte achter het jaarlijkse bezoek aan de PAS-gebieden is. “Het behoud en herstel van de natuurkwaliteit bepaalt in belangrijk mate het succes van het programma. Daarom moet je goed in de gaten houden of het wel goed gaat. De hoofdmeting van de monitoring is een keer in de zes jaar. Dat is te weinig om te kunnen bijsturen als dat nodig is. Elk jaar meten is te duur. We zijn daarom op zoek gegaan naar een alternatief. Bij RWS hadden we goede ervaringen met het doen van visuele waarnemingen in het veld. Dat zijn we voor de PAS verder gaan uitwerken.”
Van repliek dienen
Doorslaggevend om het veldbezoek op te nemen in het Monitoringsplan van de PAS was het juridische belang. Het veldbezoek is de vinger aan de pols waarmee je kunt bijsturen maar ook een middel waarmee je in gesprek kunt met een partij die beweert dat het slechter gaat met de natuur dan in de PAS wordt aangegeven en daarover misschien naar de rechter wil stappen.
Goede voorbereiding is halve werk
Een werkgroep met vertegenwoordigers van de provincies en RWS is vervolgens aan de slag gegaan op de opzet van het veldbezoek verder uit te werken. “Waarbij het adagium was: het moet vooral hanteerbaar blijven. Sommige provincies hebben namelijk nogal wat natuurgebieden, denk aan Overijssel met 20 PAS-gebieden. Daarom is het de bedoeling dat er één dag wordt uitgetrokken voor de voorbereiding en één dag voor het veldbezoek. Als je serieus werk maakt van die voorbereiding, kun je echt heel veel zien.”
Kijken en rapporteren
Bij het veldbezoek gaat het anders dan bij de hoofdmeting van de PAS-monitoring nadrukkelijk niet om meten maar om kijken en daarover rapporteren. Graveland: “Het is echt een visuele waarneming van de natuurkwaliteit. Uitgangspunt zijn de gebiedsanalyses. Tijdens de voorbereiding beschrijf je op basis daarvan de verwachtingen: wat denk je in het veld aan te treffen? Daarbij heeft de beheerder een belangrijke rol want die kent het gebied het beste. Je bepaalt vervolgens op welke plek in het PAS-gebied je daar het meeste van kunt zien. Bij het veldbezoek zelf ga je aan de hand van een standaardvragenlijst na wat er van die verwachtingen klopt of wat er juist afwijkt. Aan het eind van het bezoek maken de beheerder en het bevoegd gezag samen het verslag. Doe dit meteen ter plekke want dan kun je er samen nog over praten.”
Vaker doen
Graveland benadrukt dat het veldbezoek niet de insteek heeft om na te gaan of herstelmaatregelen effect hebben. “Daar zijn aparte metingen voor, dat bekijken we niet tijdens de bezoeken. Doe je dat wel dan doe je dubbel werk en haal je metingen en visuele inspectie door elkaar. Dat levert alleen maar verwarring op. Het veldbezoek is puur bedoeld om tijdig een mogelijk besluit om bij te sturen te kunnen voorbereiden, als je ziet dat dit nodig is. Maar ik kan me voorstellen dat deze insteek nog niet bij iedereen op het netvlies staat. We zijn net begonnen, dus we moeten eerst ervaren hoe het veldbezoek in de praktijk werkt. Eerst maar eens doen en dan kijken we weer verder. Sommigen ervaren het vooral als een last maar ik heb de ervaring dat de meeste mensen het een verademing vinden om ook eens samen met de beheerder een kijkje in het veld te nemen. Het is heel leerzaam, en gewoon ontzettend leuk. We zouden dit vaker moeten doen!”
Lees in deze serie ook:
Zo houden we de PAS in de gaten, interview met Gwenn van der Schee, procesmanager PAS Monitoring
Op weg naar doorontwikkeling Monitor als tool voor gebiedsrapportages, nieuwsbericht website AERIUS
Unieke aanpak van monitoring, interview met Nina Smits, herstelecoloog Alterrra en Peter van der Molen, adviseur Natuurmonitoring BIJ12
Gaat de kwaliteit van de natuur al vooruit?, interview met Marcelle Lock, adviseur Natuurmonitoring BIJ12
Provincie en natuurbeheerder met de PAS op stap, interview met Mira Heesakkers, beleidsmedewerker provincie Noord-Holland
Van wit naar grijs duin, interview met Mariëlle de Rooij, beleidsmedewerker provincie Zuid-Holland
Kievitsbloemen teken aan de wand, interview met Fenneke van der Vegte en Gert-Jan Hoeve, medewerkers provinice Overijssel