Het veld in voor de akkervogels
Een veldexcursie op 23 augustus 2017 over het beheer voor akkervogels start in Lelystad, op Vogelweg nr. 14. Een toepasselijkere naam had niemand kunnen verzinnen. Kijk ook mee in dit filmpje. Voedselakkers voor akkervogels beheren is een spanningsveld tussen voldoende voedsel bieden voor de vogels en de onkruiden de baas blijven zo blijkt. Samen zoeken de deelnemers naar beheer met een hogere effectiviteit.
Wim Stegeman, initiatiefnemer van de excursie en coördinator van het Flevolands Agrarisch Collectief (FAC), nodigt de deelnemers uit hun ervaringen en tips en trucs te delen. Tijdens de excursie maken we een rondgang langs een aantal beheerpercelen: twee wintervoedselvelden, twee vogelakkers en twee kruidenrijke akkerranden.
Een grote groep geïnteresseerden (26 mensen) banjert allereerst naar een wintervoedselakker. Onder de geïnteresseerden: akkerbouwers uit het Flevolands Agrarisch Collectief (FAC) en coördinatoren van andere collectieven, Landschapsbeheer Flevoland, Natuurmonumenten, Flevolandschap, Aeres Hogeschool Dronten, Brabants Landschap, Vogelbescherming Nederland, de Werkgroep Grauwe Kiekendief, schouwers en vele anderen.
Akkerdistels in het zomergraan
Tussen het zomergraan van boer Van der Hem steken grijsgroene pluimen uit. Het zijn de gevreesde, ongewenste distels: prima voor de akkervogels, want ze trekken insecten aan; onkruid voor de boer.
Wim Stegeman legt uit: “De onkruiden zijn op dit moment wel het spanningsveld tussen de inpasbaarheid van het beheer voor akkervogels en de inpasbaarheid voor het bedrijf. Op den duur moet de voedselakker weer mee in het bouwplan van de boer. Een akker met veel distels is ongewenst. Bovendien verspreiden de distels zich naar naastgelegen percelen en beïnvloeden daar ook de gewasopbrengst nadelig.”
Ook elke andere agrariër blijkt er last van te hebben. In het eerste beheerjaar is de schade te overzien, maar hoe gaan de onkruiden zich ontwikkelen? Boeren van het FAC verwijderen ze met de hand, maar dat is een tijdrovende klus. Onlangs is op en andere wintervoedselakker ook drie dagen door jongeren melkdistel getrokken.
Een van de deelnemers oppert om witte klaver te zaaien onder het graan, dat onderdrukt de (on)kruiden. Deze oplossing kent nog lang niet iedereen en deze wordt gretig meegenomen naar het eigen bedrijf.
Maar ook blijkt: waar de één distels ziet als een plaag, heeft de ander een hele andere kijk op de zaak: “Het verbaast me eigenlijk dat jullie niet meer kruiden hebben staan tussen het zomergraan”, merkt Collectief Midden Groningen op. Volgens de beheereisen van het Groningse collectief mogen wintervoedselakkers naast tarwe 20% kruiden en bloemen bevatten, waaronder vlas en zonnebloemen. Die kruiden worden ook als wintervoedsel gerekend.
Strokenbeheer
De volgende stop is een kruidenrijke akkerrand. Hier blijken rode klaver en luzerne de andere soorten te verdrukken. “door grondbewerking, bijvoorbeeld met een rotoreg en acrobaat of een cultivator, ontstaat ‘zwarte grond’ (ruimte) zodat éénjarige kruiden weer kunnen kiemen”, is een ervaring van een van de deelnemers. Met deze ingreep krijgt vervlakking van de akkerrand minder kans. De 12 meter brede rand is op drie verschillende momenten gemaaid met als doel dat er altijd iets bloeiends is. Er wordt opgemerkt dat het jammer is dat alle graan weg is. Het is waardevol een deel helemaal niet te maaien, want dat levert wintervoedsel.
Op de meerjarige vogelakker wordt ook strokenbeheer toegepast. De basis is luzerne met daarin stroken met natuurbraak. De ingezaaide kruiden en granen zijn op verschillende tijdstippen gemaaid, waardoor er verschil in ontwikkeling en hoogte is. Het oogt als een klein keukentrappetje in het veld. De natuurbraakstroken dienen als voedselbank voor vogels, in de zomer doordat er veel insecten de bloemen bezoeken en in de winter door middel van zaden van met name granen. Ook muizen eten de zaden en dienen als belangrijke voedselbron voor de grauwe kiekendief en andere roofvogels. De luzerne, maar ook de natuurbraakstroken zorgen voor broedgelegenheid voor de grauwe kiekendief en andere akkervogels. De veldleeuwerik prefereert juist een broedplaats midden in een perceel.
Watervrees van de akkerdistel
Bij boer Heijboer staat de groep voor een prachtige meerjarige kruidenrijke akkerrand. Zonnebloemen, cosmea, phacelia en andere bloeiende kruiden schitteren je tegemoet. De planten leveren zaden of zijn een waardplant voor insecten. Maar ook hier duiken de gewone akkerdistel en de melkdistel tussen de kruiden op. De gewone akkerdistel kan slecht tegen water in zijn holle stengel, weet iemand in de groep. Maaien of de stengel afsnijden voor een flinke regenbui is een beheeroptie: dan regent de open stengel vol en legt de distel het loodje.
Lees ook de praktijkvragen en tips van de veldexcursie akkervogels