Kievitsbloemen teken aan de wand
Serie Monitoring PAS en herstelmaatregelen
Herstelmaatregelen kunnen mooie plaatjes opleveren. Bijvoorbeeld bloeiende kievitsbloemen of uitgestrekte blauwgraslanden. Als je die ziet, is dat een goed teken. De provincie Overijssel maakt tijdens de eerste veldbezoeken de balans op: wat is er al zichtbaar van het Programma Aanpak Stikstof (PAS)?
De provincie Overijssel heeft maar liefst 24 Natura 2000-gebieden, waarvan 20 ook PAS-gebieden zijn. Gert-Jan Hoeve en Fenneke van der Vegte zijn bij de provincie Overijssel betrokken bij de herstelmaatregelen die in het kader van de PAS in deze gebieden worden uitgevoerd en de monitoring daarvan. “Bij herstelmaatregelen kun je denken aan het verwijderen van de ontwatering, door bijvoorbeeld het dempen van sloten. Daardoor blijft het water meer in het gebied. Maar ook aan het strooien van kalk om verzuring van de bodem tegen te gaan,” vertelt Hoeve. “We zijn nu druk bezig met het verzamelen van de gegevens over de voortgang van de herstelmaatregelen tijdens dit eerste jaar van de PAS. Dat verloopt grotendeels volgens planning.”
Gebiedsprocessen
Van der Vegte: “De aanpak van de monitoring in het kader van de PAS van de provincie Overijssel is redelijk uniek. Voor elk gebied geldt een zogenaamd gebiedsproces. In dit proces wordt in kaart gebracht hoe de situatie in een natuurgebied is, wat de ambities zijn en welke herstelmaatregelen daarvoor moeten plaatsvinden. Hierbij staan we in nauw contact met grondeigenaren en andere particulieren in en rond de N2000-gebieden. We zetten daarvoor inhoudelijke specialisten en vertrouwenspersonen in. De herstelmaatregelen worden daarnaast uitgevoerd samen met verschillende partners zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Landschap Overijssel, gemeenten, waterschappen en LTO. Elk gebiedsproces heeft een trekker, wie dat is verschilt per gebied.”
Voorbereidingen
Dat de provincie al behoorlijk op stoom is met de herstelmaatregelen en het verzamelen van de gegevens daarover, komt volgens Hoeve vooral door de voorbereiding. Hoeve: “Er wordt van tevoren goed bedacht wat er allemaal voor nodig is om tot uitvoering te komen. Denk aan vergunningen, subsidies, bestemmingsplannen en obstakelvrije grond. Als je dat al in beeld hebt, kun je door terug te rekenen goed bepalen wat wanneer nodig is om op tijd klaar te zijn.”
Veldbezoek
Een van de onderdelen van de PAS-monitoring is het jaarlijkse veldbezoek in elk PAS-gebied. Vorig jaar heeft Van der Vegte gewerkt aan de methodieken die daarvoor nodig zijn. “Het was allemaal nieuw dus daarom hebben we een pilot opgezet. We wilden vooral nagaan welke maatregelen nodig waren, welke natuurbeheerders hierbij betrokken waren, en wat het kon opleveren. De pilot vond plaats in Olde Maten en Veerslootslanden. In dit Natura 2000-gebied zijn de PAS-herstelmaatregelen al grotendeels uitgevoerd.”
Blauwgrasland
Wat verwacht werd, bleek hier aardig te kloppen. Van der Vegte: “Dat was dus heel positief. Je ziet nu al dat planten en mossen die goed gedijen in zure omstandigheden op een paar plekken minder voorkomen. Wel kwamen we een stuw tegen die niet goed functioneerde. Dat kan problemen opleveren. Om het gebied heen is een ringsloot aangelegd. De stuw zorgt ervoor dat het waterpeil hoger is dan in de omringende omgeving. Zo houd je het nat genoeg voor de stikstofgevoelige habitattypen zoals blauwgrasland, die je daar wilt hebben.”
In gesprek
Van der Vegte is te spreken over de opbrengst van het veldbezoek. “Met de veldbezoeken houden we een vinger aan de pols of voorgestelde maatregelen ook de verwachtingen waarmaken. Zowel op bestuurlijk niveau als voor de experts is dit een belangrijk meetmoment. Voor bestuurders om te kijken hoe de ingezette koers uitpakt. Voor de experts om kennis verder te verrijken die ingezet kan worden voor het vervolg en andere gebieden. Bovendien heeft het meerwaarde om met zo’n groep mensen het gesprek aan te gaan. Het veldbezoek is een prima gelegenheid om daar eens over van gedachten te wisselen. Maar ook om te bespreken waar je in de dagelijkse praktijk tegenaan loopt zodat je meer inzicht in en begrip over elkaars werk krijgt.”
Afwegingen
Inmiddels zijn de eerste veldbezoeken in onder meer de Uiterwaarden Zwarte Water al achter de rug. De kievitsbloemen staan daar nu in bloei. Dat is binnen de PAS een goed teken want deze zeldzame bloemen zijn gevoelig voor stikstof. De voorbereidingen voor de drie veldbezoeken die Van der Vegte organiseert, zijn nog in volle gang. “In maart hebben we een dag voor alle betrokken beheerders georganiseerd. We hebben de gebieden besproken en afspraken gemaakt wie wat zou voorbereiden. Naast de beheerders zullen ook andere partijen, zoals de gebiedstrekkers, aansluiten op de dag. Onze gedeputeerde gaat ook naar twee veldbezoeken. De PAS heeft twee kanten: aan de ene kant levert het programma ruimte op voor economische ontwikkelingen, aan de andere kant sterkere natuur. Maar maatregelen die in het kader van de biodiversiteit gunstig zijn – zoals het verhogen van het waterpeil – kunnen tegelijkertijd minder goed uitpakken voor bijvoorbeeld agrarische bedrijven. Met die tegenstrijdige belangen moet je zorgvuldig omgaan.”
Zo mooi en bijzonder is de kievitsbloem. Kijk naar dit filmpje op de website van de provincie Overijssel.
Lees ook in deze serie:
Zo houden we de PAS in de gaten, interview met Gwenn van der Schee, procesmanager PAS Monitoring
Op weg naar doorontwikkeling Monitor als tool voor gebiedsrapportages, nieuwsbericht website AERIUS
Unieke aanpak van monitoring, interview met Nina Smits, herstelecoloog Alterrra en Peter van der Molen, adviseur Natuurmonitoring BIJ12
Gaat de kwaliteit van de natuur al vooruit?, interview met Marcelle Lock, adviseur Natuurmonitoring BIJ12
Provincie en natuurbeheerder met de PAS op stap, interview met Mira Heesakkers, beleidsmedewerker provincie Noord-Holland
Van wit naar grijs duin, interview met Mariëlle de Rooij, beleidsmedewerker provincie Zuid-Holland
Het PAS-gebied ingaan is leuk en leerzaam, interview met Jaap Graveland, Rijkswaterstaat