Minder vlinders geteld in telling
Tijdens de Landelijke Tuinvlindertelling in het weekend van 4 tot 6 augustus zijn minder vlinders geteld dan in de voorgaande acht edities. Zowel het aantal vlinders per telling als het aantal soorten dat per tuin werd gezien was lager. Atalanta was nummer één, gevolgd door kleine vos en dagpauwoog. Het bont zandoogje deed het goed dit jaar.
Inmiddels zijn er van ruim 4.200 tellingen gegevens binnen en dat is wat minder dan de afgelopen jaren. Voor een belangrijk deel is dit te verklaren door het bewolkte weer op zaterdag. Toen zijn er maar iets meer dan 500 tellingen uitgevoerd. In het zuidoosten was de bewolking het meest hardnekkig en ook dat is terug te zien in het aantal tellingen. In het westen van het land was de zon het meest te zien. Op zondag werden veel meer tuinen geteld, toen het in een groot deel van het land zonniger was.
De atalanta is het meest geteld, net als de afgelopen 2 jaar. De kleine vos was nummer twee en op drie stond de dagpauwoog. Die derde plek had deze echte tuinvlinder vooral te danken aan het noorden van het land, want daar was hij nog volop aanwezig, terwijl hij in de zuidelijke helft veel minder werd geteld. Door het warme weer eerder dit jaar vlogen de meeste soorten weken eerder dan in andere jaren. Een aantal typische tuinsoorten, zoals de kleine vos en de dagpauwoog hadden hun landelijke piek een week of twee geleden en werden daarom in deze tuinvlindertelling minder gezien dan andere jaren. Ook de koolwitjes waren duidelijk minder aanwezig.
Zie voor meer informatie de site van Nature Today.
bron: Groene Ruimte