Nederlandse PAS voor het voetlicht
Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) internationaal onder de aandacht brengen, daar is de Dutch Nitrogen Tour, die in november plaatsvond, goed in geslaagd. Veel deelnemers deden mee met deze studiereis om meer te leren van de geïntegreerde aanpak. Ze waren vooral verbaasd over de hoge waardes van stikstof in ons land en over de manier waarop Nederland hiermee omgaat.
Overdag met de kaplaarzen op de boerderij en in het veen, en ’s avonds in gesprek met elkaar tijdens een van de presentaties. De deelnemers die zich hadden aangemeld voor de studiereis kregen van 23 tot en met 25 november een veelzijdig programma gepresenteerd. De Nederlandse aanpak van stikstof stond hierin centraal. Want dat was het doel: laten zien wat Nederland op dit gebied doet.
Biogeografische regio’s in Europa
De organisatie was in handen van het European Centre for Nature Conservation (ECNC). Projectmanager Mark Snethlage: “Het ECNC ondersteunt de Europese Commissie bij het uitvoeren van het Natura 2000 biogeografische proces dat in 2011 gestart is. In dit omvangrijke programma is Europa in negen biogeografische regio’s ingedeeld. In een biogeografische regio komen de klimaat- en vegetatiekenmerken min of meer met elkaar overeen. Nederland ligt in de Atlantische regio die langs de Noordzee en de Atlantische oceaan loopt. Daaronder vallen ook het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken en delen van België, Duitsland, Frankrijk, Portugal en Spanje. Omdat de klimaat- en vegetatiekenmerken binnen een regio overeenkomen, zijn de uitdagingen op het gebied van natuur beter met elkaar te vergelijken.”
Gemeenschappelijke problemen Natura 2000-gebieden
In 2012 organiseerde het ECNC een conferentie voor de experts van elke lidstaat binnen de Atlantische regio. Snethlage vertelt hoe de Dutch Nitrogen Tour daaruit is ontstaan: “De vertegenwoordigers van de lidstaten hebben een inventarisatie gemaakt van de gemeenschappelijke problemen die zich voordoen bij het beheer van Natura 2000-gebieden. Die zijn gegroepeerd per habitatgroep, dus bijvoorbeeld voor graslanden of voor hoogveengebieden. Daarbij is ook gekeken welke gemeenschappelijke problemen en oplossingen baat konden hebben bij internationale samenwerking. Als een van de grootste uitdagingen kwam de stikstofdepositie in veengebieden naar voren. Dit speelt vooral in Denemarken, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Duitsland, België en Nederland. Volgende stap was het organiseren van een workshop in Engeland.”
Stikstofbenadering in Atlantische regio
Tijdens deze workshop die in 2013 georganiseerd werd door Joint Nature Conservation Committee (JNCC) is gesproken over de benadering van het stikstofprobleem, het beleid, de herstelmaatregelen en de rol van de landbouw in de verschillende landen. Er was veel belangstelling voor de geïntegreerde aanpak in Nederland. “Samen met Bas Clabbers van het ministerie van Economische Zaken (EZ) en Jan Willem van der Vegte van het PAS-bureau zijn daarna gesprekken gevoerd over een voortzetting in Nederland. Na de inwerkingtreding van de PAS in 2015 kwam dit in een stroomversnelling en is de Dutch Nitrogen Tour in rap tempo georganiseerd. De belangstelling voor de eerste ervaringen met de PAS was meteen groot, we kregen ruim veertig aanmeldingen binnen.”
Natura 2000 in Nederland
Snethlage schetst de situatie van Natura 2000-gebieden in de verschillende landen (lees wat er per land speelt in de interviews met deelnemers op de website PAS in uitvoering). “In elk land spelen andere factoren. De deelnemers wilden vooral nagaan of elementen van de Nederlandse PAS ook toepasbaar zijn voor de stikstofbenadering in hun eigen land. Kenmerkend voor de situatie in Nederland is de intensieve grootschalige veehouderij en de vrij kleine gefragmenteerde Natura 2000-gebieden. Dit maakt dat de waarden van stikstofdepostie ook in de kern van deze natuurgebieden zo hoog is. Deze problemen spelen minder in landen zoals Frankrijk waar juist sprake is van kleinere bedrijven en grotere natuurgebieden. Een interessant item om verder uit de diepen is de invloed van grensoverschrijdende invloed van stikstofdepositie. Zoals over en weer gebeurt met Duitsland.”
Wat viel op
Na afloop van de studiereis vroeg Snethlage aan de deelnemers wat het meest was opgevallen. De meerderheid gaf daarop aan dat ze verbaasd waren over de hoge waardes van stikstof in Nederland. Daarnaast waren ze onder de indruk van de manier waarop hier herstelmaatregelen genomen worden. Snethlage: “Centrale gedachte achter het Kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN) is: breng wetenschappers, beleidsmakers en beheerders bij elkaar zodat je een goede onderzoeksagenda kunt opstellen waarbij de herstelmaatregelen op gefundeerd onderzoek zijn gebaseerd. Je zorgt er daarmee ook voor dat de maatregelen goed toepasbaar zijn in de praktijk en dat beheerders ze daadwerkelijk uitvoeren.”
Monitoring PAS
Een ander punt van positieve verwondering was de inrichting van de monitoring. “Door de wetenschappelijke benadering is scherp wat de uitgangssituatie is. Daardoor kun je goed de vinger aan de pols houden. Als de effecten anders zijn dan verwacht, kun je door die wetenschappelijke aanpak het beheer daarop aanpassen. Indrukwekkend vonden de deelnemers ook de mate waarin de Nederlandse overheid in het programma investeert. Tot slot waren er complimenten voor AERIUS, het rekeninstrument van de PAS waarmee iedereen dezelfde gegevens gebruikt. Met als gevolg een transparante vergunningverlening.”
Stikstofbeleid
Ook de PAS-partners die aanwezig waren, zijn te spreken over het verloop van de Dutch Nitrogen Tour. Bas Clabbers vertegenwoordigde tijdens de studietour het ministerie van EZ dat verantwoordelijk is voor het natuurbeleid en de wet- en regelgeving rond Natura 2000-gebieden en daarom het voortouw in de PAS heeft. Daarnaast is het ministerie van EZ ook verantwoordelijk voor het beleid voor de sector landbouw die een groot aandeel heeft in de Nederlandse stikstofuitstoot. Clabbers: “Het was leuk en leerzaam om aspecten van de PAS in de praktijk te zien en een overzicht te hebben van de manier waarop de programmatische aanpak in elkaar steekt.”
Geïntegreerde stikstofaanpak
Dat Nederland nu vooroploopt in de aanpak van stikstof is deels uit noodzaak geboren. Clabbers: “In Nederland hebben hoge waardes van stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden ertoe geleid dat de Raad van State Natuurbeschermingswetvergunningen heeft ingetrokken. In andere landen speelt dit juridische kader niet. Het dwong het Nederlandse beleid ertoe naar oplossingen te zoeken. Daar is deze programmatische aanpak met zowel ecologische als economische doelen uit voortgekomen.”
Voldoen aan Europese verplichtingen
Clabbers ziet de studiereis als een goede bijdrage aan de verdere ontwikkeling van de PAS. “Doel van deze studiereis de aanpak van Nederland voor het voetlicht te brengen, om uit te leggen waarom we het doen en om begrip te krijgen. We verwachten met de PAS te voldoen aan onze Europese verplichtingen. Maar het blijft voorlopig de vraag of deze aanpak juridisch standhoudt en breder onderschreven kan worden. Als andere landen aangeven dat zij het nut van onze aanpak zien, kan dat gunstig zijn voor het uiteindelijke oordeel van de Europese Commissie.”
De Dutch Nitrogen Tour is georganiseerd in nauwe samenwerking met het ministerie van Economische Zaken, Rijkswaterstaat, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), BIJ 12, de provincie Drenthe, LTO Noord, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en het Kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN).