PAS op militair oefenterrein
Op de militaire oefenterreinen weten de herten precies hoe laat het is. Als de werkdag van Defensie eindigt, komen zij weer uit het bos tevoorschijn. Ze gedijen goed bij de rust die er dan heerst. Dat geldt ook voor veel andere bijzondere dieren en planten die hier leven. Maar er is ook een stil gevaar voor de natuur: de te hoge stikstofdepositie. Om de negatieve effecten hiervan te beperken, werkt Defensie aan herstelmaatregelen in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS).
Topnatuur
Maar liefst tweederde van de 30.000 hectare grond van het ministerie van Defensie is beschermd natuurgebied. ‘Topnatuur’, zo typeert Joost van Munster, expert Natuur bij het Rijksvastgoedbedrijf, deze natuurgebieden. Het Rijksvastgoedbedrijf beheert de terreinen van Defensie en monitort de natuurkwaliteit. Door het bijzondere gebruik van de terreinen zijn ze vaak niet toegankelijk voor het publiek en dat biedt extra kansen voor de natuur. ‘Goede voorbeelden daarvan zijn het infanterieschietkamp bij Harskamp en artillerieschietkamp bij Oldenbroek op de Veluwe. Hier komen planten en dieren voor die je uitsluitend of voornamelijk op terreinen van Defensie aantreft. Denk aan het zeldzame valkruid of de kleine wrattenbijter, een sprinkhaan. Maar ook op militaire terreinen die wel open zijn voor publiek zoals de Edesche heide is veel bijzondere natuur te vinden.’
Woeste gronden
De terreinen van Defensie liggen vooral in gebieden waar historische gezien weinig ander nut voor was, de zogenaamde woeste gronden. De bodem was hier zo voedselarm dat landbouw er niet mogelijk was. Deze gebieden die onder meer dankzij Defensie behouden zijn gebleven, hebben veel last van de vermestende en verzurende effecten van stikstofdepositie. Om deze negatieve effecten tegen te gaan, worden naast het reguliere beheer PAS-herstelmaatregelen ingezet om de natuurwaarden te behouden en waar mogelijk te herstellen. ‘In het Natura 2000-gebied Witterveld in Drenthe vindt eerst een grootschalig hydrologisch onderzoek plaats’, vertelt Van Munster. ‘Samen met de provincie zijn we bezig om de stroming van het grondwater in het gebied in kaart te brengen. Als dat is afgerond, kunnen we bepalen welke herstelmaatregelen genomen kunnen worden om de verdroging tegen te gaan.’
Verhogen kwaliteit bossen
Voor het Natura 2000-gebied de Veluwe in Gelderland is met de provincie al een pakket van herstelmaatregelen vastgesteld. Van Munster: ‘Door de hoge stikstofdepositie is de kwaliteit van de bossen aan het afnemen en groeien de heideterreinen sneller dicht met gras en struiken. Om de kwaliteit van de bossen te verhogen, gaan we een deel van de naaldbossen omvormen naar loofbossen met inheemse boomsoorten. Daarnaast wordt het bestaande beheer van de heide en stuifzandgebieden met behulp van het PAS lokaal geïntensiveerd. Zo wordt voorkomen dat de open terreinen volledig dichtgroeien. Niet in alle Natura 2000-gebieden van Defensie is aanvullend beheer vanuit het PAS noodzakelijk. Op veel terreinen is het regulier beheer toereikend.’
Samen optrekken
Anders dan andere terreinbeheerders kan Defensie normaal gesproken geen beroep doen op de subsidiemogelijkheden die de provincies bieden voor de uitvoering van PAS-herstelmaatregelen. Van Munster legt uit hoe de kosten toch gedekt worden. ‘Als de maatregelen beperkt zijn, financieren we ze vanuit onze eigen budgetten voor beheer. De provincie Gelderland – waar Defensie een zeer grote grondeigenaar is – heeft voor het PAS de subsidiemogelijkheden aangepast zodat Defensie hier wel gebruik van kan maken. Met de provincies Drenthe hebben we speciale samenwerkingsovereenkomsten zodat we als PAS-partners samen kunnen optrekken. In Drenthe betekend dit bijvoorbeeld dat de provincie het hydrologisch onderzoek in opdracht geeft in nauw overleg met de ecologen en terreinbeheerders van het Rijksvastgoedbedrijf. Omdat ingrepen in de hydrologie van een gebied verstrekkende gevolgen kan hebben, worden ook andere partijen in het gebied betrokken. Dat zijn vooral agrarische bedrijven maar ook bijvoorbeeld het naastgelegen TT-circuit Assen.’
PAS-partner
Het PAS komt niet alleen bij het beheer van de Defensieterreinen om de hoek kijken. Defensie is naast eigenaar van grote schiet- en oefenterreinen met veel natuur ook eigenaar en gebruiker van ander vastgoed zoals kazernes en militaire vliegvelden. Van Munster: ‘Het ministerie van Defensie is een van de PAS-partners, net zoals de ministeries van Economische Zaken, Infrastructuur en Waterstaat en de provincies. In dat kader zijn we ook betrokken bij het beleid ten aanzien van het PAS. Zoals voor iedereen in Nederland geldt de Wet natuurbescherming ook voor Defensie. Voor sloop-, nieuwbouw- en onderhoudsprojecten op Defensieterreinen moeten dan ook regelmatig PAS-vergunningen aangevraagd worden. Het PAS staat dus op verschillende plekken binnen Defensie en het Rijksvastgoedbedrijf op de agenda.’
foto: ministerie van Defensie