Proeftuin Natura 2000 in volgende fase
Vanaf dit jaar ligt de focus van Proeftuin Natura 2000 op het toegankelijk maken van informatie over ammoniakreducerende maatregelen voor de melkveehouderij. Hoewel er geen formele relatie met het landelijke landbouwbeleid is, levert de Proeftuin wel een inhoudelijke bijdrage. Zo hebben de ervaringen van proeftuinpilotboeren geleid tot het aanbrengen van de grenswaarde van 1 mol in het Programma Aanpak Stikstof (PAS).
Proeftuin Natura 2000 begon in 2011 in Overijssel met als insteek de Natura 2000-doelen behalen en de ontwikkelingsruimte voor de veehouderij behouden. Daarmee sluit de Proeftuin aan op de doelstellingen van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Projectleider Cathy van Dijk: “De Proeftuin staat los van het PAS, er zijn geen wederzijdse verplichtingen. Er is een goede inhoudelijke afstemming en resultaten kunnen overgenomen worden.”
Grenswaarde PAS
Als voorbeeld daarvan noemt Van Dijk de drempel van 1 mol die in het PAS is ingebouwd. Boven een stikstofemissie van 1 mol stikstof per hectare per jaar moet er een Natuurbeschermingswet(NB)vergunning worden aangevraagd. “Het opnemen van deze grenswaarde in het PAS is voortgekomen uit gesprekken die het ontwikkelteam van AERIUS met onze pilotboeren voerde. Daaruit kwam naar voren dat sommigen een vergunning moesten aanvragen – met alle administratieve rompslomp van dien – terwijl het om maar heel weinig neerslag van stikstof ging. Op basis van deze resultaten is de drempel van 1 mol vastgesteld.”
Voer- en managementmaatregelen
Het voornaamste doel van de Proeftuin was het ontwikkelen van ammoniakverminderende maatregelen voor de veehouderij. Van Dijk: “Er waren al maatregelen voor stallen. Maar nieuwbouw en aanpassingen aan stalsystemen zijn vooral van toepassing voor bedrijven die willen uitbreiden waarvoor de RAV-lijst beschikbaar is. Voor bedrijven die dat niet doen, heeft de Proeftuin de focus gelegd op het ontwikkelen van voer- en diermanagementmaatregelen om ammoniakemissie te verminderen.”
Gereedschapskist
Nu, vijf jaar later, is de Proeftuin de volgende fase ingegaan. Er is veel kennis verzameld met het ontwikkelen van de maatregelen. Op basis daarvan is een goedgevulde ‘gereedschapskist’ voor de veehouderij ontwikkeld. Vanaf 2016 werkt de Proeftuin in drie deelprojecten verder, waaronder het toepasbaar maken van de informatie voor de veehouderij en zo handvatten aan te reiken om ammoniak te verminderen.
Proef op de som
“Proef op de Som is het grootste deelproject” vertelt Van Dijk. “Hierin willen we zorgen dat de informatie zo laagdrempelig en zo goed mogelijk aansluit op de informatiebehoefte van melkveehouders. Daarnaast zijn we doorgegaan met het verzilveren van maatregelen zodat boeren in Overijssel ze kunnen gebruiken bij het aanvragen van een NB-vergunning. Momenteel verkent Provincie Drenthe of zij deze maatregelen eveneens willen gebruiken”
Borgen van de BEA
Het tweede deelproject Borgen van de BEA (Bedrijfsspecifieke Excretie Ammoniak) hangt samen met Proef op de Som en is gericht op geborgd krijgen van de BEA (onderdeel van de KringloopWijzer) zodat voer- en managementmaatregelen ook gebruikt kunnen worden bij de aanvraag van een NB-vergunning. Van Dijk legt uit waarom : “De vereiste criteria voor het opnemen van een maatregel op de PAS-lijst leiden ertoe dat veel voer- en managementmaatregelen hier niet voor in aanmerking komen. Daarom blijven we dit in samenwerking met de afdelingen Vergunningverlening van de provincies Overijssel en Drenthe doen. Met het gebruik van de BEA kunnen voermaatregelen gecombineerd worden, waardoor een behoorlijk effect bereikt kan worden. De Proeftuin brengt hierbij de systematiek van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) met die van de (National Emission Model) NEMA bij elkaar en houdt daarbij in de gaten wat het beste werkt in de praktijk. In dit geval voor zowel melkveehouder als handhaver.”
Mest aanwenden
Het derde proeftuinproject richt zich op het toepassen van mest. Van Dijk: “Inzet is het behoud van de sleepvoetbemester voor het toedienen van mest op veen- en kleigrond. Vanaf 2017 mag dit instrument formeel niet meer gebruikt worden. De Proeftuin onderzoekt of het verdunnen van de mest met water kan leiden tot voldoende afname van de stikstofemissie. We doen dit in goede afstemming met het ministerie van Economische Zaken zodat de resultaten daadwerkelijk beleidsmatig ingebed kunnen worden. Ook op dit vlak is er dus zeker een relatie met Proeftuin Natura 2000.”
Lees ook het artikel over proeftuin Veenweiden waar Proeftuin Natura 2000 model voor stond: Proeftuin Veenweiden gaat strijd aan met stikstof en het artikel over landbouwmaatregelen: Emissiearm boeren in kader van PAS.