Proeftuin Veenweiden gaat strijd aan met stikstof
Het agrarische gebied Veenweiden heeft te kampen met een flinke hoeveelheid stikstof die als ammoniak kan vrijkomen. Tien agrariërs gaan hiermee de strijd aan. In de Proeftuin Veenweiden nemen zij maatregelen die moeten leiden tot een betere benutting van stikstof en daarmee minder ammoniak, minder bodemdaling en een verbetering van de waterkwaliteit. Eind juni 2016 was de aftrap, in september volgen meer boeren die mee gaan doen.
Het melkveehoudbedrijf van Arno Plomp ligt er in het volle ochtendgloren bij als een typisch Hollands plaatje. Ruime buitenstallen, vredig kauwende koeien in de wei, een pasgeboren kalfje naast zijn moeder in het stro en de boer op de trekker. Hij legt uit waarom hij meedoet met de proeftuin. “Bij dit soort projecten vraag ik mij altijd af: gaat het hier om ‘boertje pesten’ of kan het voordeel voor de maatschappij en mijn bedrijfsvoering opleveren? Ik hou ervan om dat zelf te beoordelen en ben dan ook betrokken bij verschillende initiatieven waarin milieuvriendelijke maatregelen in de landbouw centraal staan. Is er sprake van het eerste, dan ben ik snel vertrokken. Speelt het laatste, dan doe ik er mijn voordeel mee.”
Werkt het in de praktijk?
Het programma Proeftuin Veenweiden bestaat uit drie sporen. In het eerste spoor wordt onderzoek gedaan en worden maatregelen ontwikkeld. Het tweede spoor bestaat uit testen in de praktijk. Het derde spoor is gericht op erkenning en beloning door overheden en ketenpartijen. Teus Verhoeff van PPP-Agro Advies begeleidt de melkveehouders bij het testen van de maatregelen. “Uit de melkveehouders die zich hebben aangemeld, zijn tien bedrijven gekozen die meedoen met de pilot. Zij gaan met verschillende maatregelen aan de slag. Vanaf september komen er 90 melkveehouders bij die de pilotboeren volgen en kijken of zij dit ook op hun bedrijf kunnen toepassen.”
Waterslang onder de weg
De maatregelen verschillen per pilotbedrijf. Ze kunnen bestaan uit minder jongvee houden en vee langer laten leven zodat er per saldo minder stikstofverlies optreedt. Maar ze kunnen ook gericht zijn op het voeren van eiwitarmer voer, op een andere manier bemesten en het vee in de wei laten grazen.. Op het gebied van mestverwerking heeft Plomp onlangs geïnvesteerd in een oplossing die z’n geld inmiddels al opbrengt. “Met water verdunde mest uitsproeien op het land zorgt voor minder uitstoot van ammoniak. Maar het vervoeren van water in tanks heeft nogal wat impact en is hier ongunstig voor de dalende veenbodem. Om de met water verdunde mest naar de overkant van de provinciale weg te brengen, hebben we een lange pijp onder het wegdek aangebracht. Ideaal, je draait de kraan open en klaar. Doordat we nu minder kunstmest gebruiken, is het bovendien goedkoper.”
Koeien in de wei
Ook met voer is veel stikstofwinst te behalen. Door minder eiwitten te geven, komt er minder stikstof uit de koe via mest en urine. “We zoeken naar de meest efficiënte samenstelling van het voer, waarbij de koe het binnengekregen eiwit zo veel mogelijk benut”, zegt Verhoeff. “En door de koeien in de wei te laten staan, komen urine en mest niet bij elkaar zoals in de stal. Dat scheelt enorm in de vorming van ammoniak. Bovendien hoef je zo geen dure milieuvriendelijke stalinstallaties aan te schaffen. Nog een voordeel is dat de koeienhoeven zorgen voor een gezondere grasmat. Sommige boeren zijn huiverig voor het wisselvallige weer in Nederland. Bij een te drassige bodem moeten de dieren immers toch weer op stal. Maar alles bij elkaar opgeteld, is beweiden niet alleen gunstig voor het imago van de Nederlandse melkveehouderij, maar ook goed voor het milieu.”
Mineralenkringloop
Bij emissiearm boeren is het de kunst steeds de juiste balans te zoeken zodat er zo min mogelijk stikstof in het milieu terechtkomt. Verhoeff tekent de elementen van de mineralenkringloop: voer, vee, mest, bodem. “Het instrument de Kringloopwijzer helpt boeren tot een optimale situatie te komen. Je kunt hiermee bijhouden wat erin en eruit gaat, en hoe je kunt bijsturen. Inmiddels is dit instrument voor alle melkveehouderijbedrijven verplicht.”
Laten zien wat het oplevert
Hoewel de resultaten van de maatregelen aantonen dat ze prima kunnen werken voor het milieu én voor het bedrijfsresultaat, staan sommige boeren er toch argwanend tegenover. “Daarom is deze proeftuin bijzonder, zegt Verhoeff. Hier kun je zelf samen met je collega’s nagaan wat het oplevert en of het iets voor jouw bedrijf kan zijn.” “Bovendien maken we met de proeftuin zichtbaar dat de agrarische sector ook wil meewerken aan het versterken van de natuur”, vult Plomp aan. “In dit drukke gebied waarin we samen met de luchthaven Schiphol, het havenbedrijf Amsterdam en het wegennet behoorlijk wat stikstof veroorzaken, is het goed om te laten zien dat je daarin je verantwoordelijkheid neemt.”
Bekijk voor meer informatie over de proeftuin , de deelnemende melkveehouders en betrokken partijen via de website van Proeftuin Veenweiden.
Lees ook het interview op de website PAS in uitvoering met Stefan Breukel van het ministerie van Economische Zaken over maatregelen in de landbouw die stikstof verminderen: Emissiearm boeren in kader van PAS.