Provincies zetten vanaf 2018 in op landelijke handhaving PAS
Alle provincies zetten vanaf 2018 in op toezicht en handhaving op de realisatietermijn van vergunningen waarbij ontwikkelingsruimte in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) is toegedeeld. Dit zijn vergunningen voor ondernemers die hun bedrijf willen uitbreiden, of een nieuw bedrijf willen starten. Met een vergunning hebben ondernemers twee jaar de tijd na het onherroepelijk worden van de vergunning, een nieuw bedrijf of uitbreiding te realiseren.
Binnen 2 jaar uitvoeren
Om economische ontwikkelingen mogelijk te maken en op termijn instandhoudingsdoelstellingen te realiseren van de voor stikstof gevoelige habitattypen en (leefgebieden van) soorten voor de Natura 2000-gebieden die zijn opgenomen in dit programma, is in juli 2015 het PAS in werking getreden. Ondernemers kunnen, afhankelijk van de beschikbare ontwikkelingsruimte, waar nodig een vergunning tot uitbreiding aanvragen. Nadat de vergunning onherroepelijk is, hebben ondernemers twee jaar de tijd om het bedrijf te starten of de bedrijfsuitbreiding te realiseren. Want langdurig ontwikkelingsruimte claimen en deze niet gebruiken, benadeelt andere ontwikkelingen waarvoor geen ontwikkelingsruimte meer over is.
Landelijke aanpak
Om ervoor te zorgen dat de aanpak landelijk op dezelfde manier verloopt en wordt uitgevoerd, zijn er door de provinciale bestuurders afspraken gemaakt. Deze zijn vastgelegd in handreikingen met definities en randvoorwaarden. De focus is begin 2018 gericht op vergunningen die in de eerste negen maanden van het PAS verleend zijn. De verwachting is dat door de combinatie van toezicht houden en het actief intrekken of wijzigen van vergunningen, het mogelijk is om op sommige locaties de schaarse ontwikkelingsruimte weer beschikbaar te maken.
Resultaat
Door het actief intrekken van niet-tijdig benutte ontwikkelingsruimte willen de provincies ook het signaal afgegeven dat het geen zin heeft om op voorhand ‘voor de zekerheid’ ontwikkelingsruimte te claimen. Provincies willen alle bedrijven de kans bieden om uit te breiden. Daarvoor is het nodig om handhavend op te treden richting bedrijven die ontwikkelingsruimte hebben aangevraagd en toebedeeld gekregen, maar die ruimte niet benutten.