Unieke aanpak van monitoring
Serie Monitoring PAS en herstelmaatregelen
Binnen het Programma Aanpak Stikstof (PAS) zijn vier typen procesindicatoren aangewezen waarmee de effecten van de herstelmaatregelen op korte termijn worden gemeten. Monitoringdeskundigen Nina Smits, herstelecoloog Alterra, en Peter van der Molen, adviseur Natuurmonitoring BIJ12, leggen uit hoe de effecten met deze unieke aanpak in kaart worden gebracht.
Smits is als projectleider samen met haar team tussen 2010 en 2014 betrokken geweest bij het opzetten van de herstelstrategieën van het PAS. In de herstelstrategieën staan alle maatregelen om de verschillende habitattypen in de Natura 2000-gebieden te behouden en zo mogelijk te herstellen of uit te breiden. “Het PAS bestrijkt steeds een termijn van zes jaar. Om op kortere termijn duidelijk te krijgen of de genomen herstelmaatregelen kunnen leiden tot ecologisch herstel hebben we een systematiek van procesindicatoren ontwikkeld.” Van der Molen, vult daarop aan: “Met deze systematiek kan worden vastgesteld of de (omgevings)factoren zich zodanig ontwikkelen dat behoud, en op termijn herstel van habitattypen en indirect ook soorten, mogelijk wordt.”
Vier procesindicatoren
De ontwikkelde systematiek kent vier verschillende procesindicatoren:
- Remote sensing, dit zijn waarnemingen vanuit de lucht bijvoorbeeld via satellieten of vliegtuigen.
- Abiotische metingen, dit zijn gegevens over niet-levende factoren zoals water, bodem of lucht.
- Vegetatie ofwel de begroeiing in een gebied.
- Indicatorsoorten, dit zijn soorten die specifiek reageren op aanpassingen in het beheer. Zo zie je bijvoorbeeld bepaalde soorten terugkomen als er intensiever gemaaid en materiaal weggehaald wordt.
Pakket-op-maat
Elk gebied roept andere vragen en opgaven op. De procesindicatoren kunnen worden toegesneden op die verschillen per habitattype, per maatregel en gebied. Zoveel mogelijk maatregelen worden afgedekt door een zo slim mogelijke selectie van procesindicatoren. Smits: “De systematiek leidt tot een pakket-op-maat voor een specifiek terrein. Niet elke procesindicator hoeft jaarlijks gemeten te worden. Dat ligt eraan welke procesindicator wordt ingezet maar ook aan het type gebied, de maatregel en de termijn waarop je effecten verwacht. Zo kun je al vrij snel abiotische effecten waarnemen als de waterkwaliteit verbetert omdat er minder vervuild voedselrijk water het gebied inkomt. Maar ook in dat geval is drie jaar een behoorlijk korte termijn om ecologische effecten aan te geven, laat staan binnen één jaar.”
Zichtbaar
“We zien wel dat de randvoorwaarden verbeteren door de genomen herstelmaatregelen, terwijl het eigenlijke herstel nog even op zich laat wachten”, zegt Van der Molen. “Op korte termijn wordt dus zichtbaar hoe de systematiek werkt. Dit hangt nauw samen met de mate waarin herstelmaatregelen worden uitgevoerd.” Smits: “Op dit moment helpen we de provincies en terreinbeheerders met het bepalen hoe die pakketten-op-maat er per gebied uit moeten zien. Samen zijn zij vervolgens aan zet om de gegevens te verzamelen, als er herstelmaatregelen zijn uitgevoerd. Er spelen allerlei processen die het complex maken om de benodigde maatregelen op zo’n korte termijn uit te kunnen voeren.”
Omgeving mee krijgen
Als voorbeeld noemt Smits onder meer de capaciteit die voor de uitvoering van de maatregelen beschikbaar moet zijn. “Maar denk ook aan het aanvragen van vergunningen als er bijvoorbeeld bomen moeten worden weggehaald. En er zit een kostenplaatje aan vast. Bovendien reiken de effecten van veel maatregelen verder dan alleen het gebied waar ze plaatsvinden. Als je op de heide het waterpeil in de vennen verhoogt, is dat ook verderop te merken. Bij herstelmaatregelen moet je dus vaak ook in de omgeving buiten het gebied de handen op elkaar zien te krijgen.” Van der Molen: “Dat is bij uitstek de rol van provincies en terreinbeheerders.”
Uniek
Van der Molen benadrukt dat deze systematiek van procesindicatoren bijzonder is. “Nergens anders is decennia van beschikbare wetenschappelijke kennis samengevat in herstelstrategieën en nu – in vervolg daarop – in de procesindicatoren. Zo is jaren van inspanning efficiënt en effectief beschikbaar voor behoud en herstel van onze natuur, en daar kunnen we trots op zijn!”
Lees ook in deze serie:
Zo houden we de PAS in de gaten, interview met Gwenn van der Schee, procesmanager PAS Monitoring
Op weg naar doorontwikkeling Monitor als tool voor gebiedsrapportages, nieuwsbericht website AERIUS
Gaat de kwaliteit van de natuur al vooruit?, interview met Marcelle Lock, adviseur Natuurmonitoring BIJ12
Provincie en natuurbeheerder met de PAS op stap, interview met Mira Heesakkers, beleidsmedewerker provincie Noord-Holland
Van wit naar grijs duin, interview met Mariëlle de Rooij, beleidsmedewerker provincie Zuid-Holland
Meer informatie over herstelstrategieën zijn te vinden op de website van het Ministerie van Economische Zaken