Van wit naar grijs duin
Serie Monitoring PAS en herstelmaatregelen
Foto: Knoop Baggerwerken
In de duinen in de provincie Zuid-Holland is in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) heel wat zand afgegraven. Daardoor bloeien er in de duinvalleien nu steeds meer stikstofgevoelige plantjes zoals orchideeën. De provincie zet dit resultaat graag in de etalage. Mariëlle de Rooij, beleidsmedewerker PAS (provincie Zuid-Holland): “Het PAS biedt kansen en dat moet je ook laten zien.”
In verschillende natuurgebieden van de provincie Zuid-Holland vonden er al voor de aanvang start van het PAS herstelmaatregelen plaats. Meteen bij de start van het programma begon De Rooij met het op touw zetten van de monitoring: “We zagen wel aankomen dat dit een behoorlijk klus zou zijn. Daarom zijn we er snel mee aan de slag gegaan. Alle maatregelen zijn in kaart gebracht en er is een planning gemaakt. Het overzicht lag dus al klaar toen het PAS-bureau ons verzocht om de gegevens over de voortgang van de herstelmaatregelen aan te leveren. Ik hoefde alleen de gegevens nog verder aan te vullen met de gegevens van de beheerorganisaties. Het plaatje was toen al snel compleet.”
Orchideeën in bloei
In Zuid-Holland bestaan de herstelmaatregelen voor een groot deel uit het herstellen van dynamiek in het duingebied. De Rooij legt uit waarom dit kansen biedt voor stikstofgevoelige natuur. “In het PAS-gebied Meijendel is onder meer 11 hectare duindoorns, vlier en meidoorn verwijderd. Het zand kan er flink verstuiven en daardoor kunnen hier weer allerlei plantjes die typerend zijn voor natte duinvalleien gaan groeien. Door het afgraven ontstaat tijdelijk het habitattype ‘wit duin’ dat langzaam voor een deel verandert in ‘grijs duin’, ofwel duinzand waar veel plantjes en mossen op de bodem groeien.” Dit nieuwe habitattype heeft vaak vele jaren nodig om zich te ontwikkelen. Omdat Zuid-Holland al eerder is gestart met maatregelen, is er nu al iets zichtbaar. De Rooij: “Ja, bijvoorbeeld in het Voornes Duin. Daar kun je in de zomer orchideeën zien bloeien.”
Petgaten
Het uitgraven van petgaten is ook een van de herstelmaatregelen die de provincie samen met de natuurbeheerders uitvoert. Petgaten zijn stroken waar veen is weggehaald. De Rooij: “Bij Nieuwkoop is vooruitlopend op het PAS al eerder begonnen met het uitgraven van petgaten. Als je in dit soort gebieden niets doet, ontwikkelt de begroeiing zich heel langzaam via verlanding naar een moerasbos. Dit proces kun je terugdraaien door de verlandingsvegetatie eens in de 60 tot 70 jaar te verwijderen. Dit beheer komt de soortenrijkdom ten goede. De plantengroei houdt namelijk stikstof vast. Door het te verwijderen, neemt de stikstof in het gebied af en kan de stikstofgevoelige begroeiing terugkeren. In veenmosrietland bereiken we een hogere kwaliteit van dit habitattype door af te plaggen.”
Explosieven
En, heeft dit geleid tot knelpunten? De Rooij lacht : “Ja, hele aparte. In de duingebieden kwamen we heel wat explosieven tegen. We hadden de vergunningen daarvoor al geregeld maar het bleken er meer te zijn dan we hadden verwacht. Daarnaast waren er ook archeologische vondsten. Op dit moment zijn we aan het bekijken wat we ermee gaan doen. Ook de werkzaamheden zelf leverden verrassingen op. Zo bleek dat er op een bepaalde plek veel minder afgegraven hoefde te worden dan we hadden ingeschat. Op een andere plek bleek juist de maatregel uitmijnen door graanteelt zonder te bemesten om zo de bodem te verschralen, onvoldoende effect te hebben. Daar zijn we uiteindelijk gaan plaggen.”
Veldbezoeken
In Zuid-Holland starten binnenkort de veldbezoeken waarbij de ontwikkeling van stikstofgevoelige natuur samen met de beheerders ter plekke wordt bekeken. Hoe heeft deze provincie dit georganiseerd? De Rooij: “Aan de hand van de vragenlijst van het PAS-bureau hebben we een startbrief voor de beheerders opgesteld. Die is verstuurd en we zijn nu de afspraken aan het inplannen. In principe kunnen alle beheerders mee. De bezoeken vinden plaats vanaf eind mei, dan is in de negen PAS-gebieden in onze provincie het beste moment om aan de hand van de vegetatie de ontwikkeling te beoordelen.
Ecologie bewaken
Monitoring hoort volgens De Rooij als vanzelfsprekend bij het nemen van herstelmaatregelen. “We hebben het programma neergezet en er behoorlijk wat geld ingestoken. Dan moet je ook laten zien dat naast meer ruimte voor economische ontwikkelingen, de natuur er écht van profiteert. Daarbij is het wel van belang steeds de ecologie in het oog te houden. Want het is de vraag of je er wel goed aan doet om maatregelen te blijven nemen als de vermindering stikstof op sommige plekken tegenvalt. Uiteindelijk moet het geheel ten goede komen aan het gebied. We moeten er geen rekenexercitie van maken.”
Lees ook in deze serie:
Zo houden we de PAS in de gaten, interview met Gwenn van der Schee, procesmanager PAS Monitoring
Op weg naar doorontwikkeling Monitor als tool voor gebiedsrapportages, nieuwsbericht website AERIUS
Unieke aanpak van monitoring, interview met Nina Smits, herstelecoloog Alterrra en Peter van der Molen, adviseur Natuurmonitoring BIJ12
Gaat de kwaliteit van de natuur al vooruit?, interview met Marcelle Lock, adviseur Natuurmonitoring BIJ12
Provincie en natuurbeheerder met de PAS op stap, interview met Mira Heesakkers, beleidsmedewerker provincie Noord-Holland
Het PAS-gebied ingaan is leuk en leerzaam, interview met Jaap Graveland, Rijkswaterstaat