Adequaat gebruik van de ontheffing
Om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen, dient u aan te tonen dat u zo veel mogelijk heeft gedaan om de faunaschade te voorkomen en beperken. Wij toetsen of een verleende ontheffing om de schade te bestrijden adequaat is ingezet. Dit houdt in dat de ontheffing minimaal op twee verschillende dagen per week is gebruikt om schade te bestrijden door middel van afschot van enkele van de schadeveroorzakende diersoorten. Bejaagacties moeten op datum van uitvoering worden geregistreerd zo mogelijk in het Faunaregistratiesysteem (FRS) en moeten zijn verricht op, of in een buffer van 200 meter rond het schadeperceel. Bij schade door hoefdieren geldt een buffer van 500 meter rond het schadeperceel. Alleen dan tellen deze acties mee in de beoordeling van het adequaat gebruik van de ontheffing. Ook afschotpogingen waarbij geen dieren zijn gedood, tellen mee voor het adequaat gebruik en moeten worden geregistreerd. Indien de jager aanwezig is geweest, maar geen schadeveroorzakende dieren heeft aangetroffen, kan dit apart worden vermeld. Van belang is dat concreet de geleverde inspanning én het resultaat per datum van uitvoering wordt vermeld. Een mededeling dat “twee keer per week gebruik is gemaakt van de ontheffing” is onvoldoende en wordt niet geaccepteerd bij de beoordeling.
Verjaagacties, bijvoorbeeld met een vogelafweerpistool, tellen niet mee voor het adequaat gebruik van de ontheffing.
In het kader van de procedure waarbij een tegemoetkoming wordt aangevraagd, vragen wij de gegevens op bij u. Als de jager de gegevens heeft geregistreerd in FRS, worden deze gegevens automatisch door ons gebruikt. Indien er onvoldoende inzage is gegeven in de mate waarin gebruik is gemaakt van de ontheffing of indien er te weinig gebruik is gemaakt van de ontheffing, wordt de aanvraag om een tegemoetkoming afgewezen.
Uitzonderingen
In een aantal gevallen wordt niet getoetst op adequaat gebruik van de ontheffing om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen:
- als een ontheffing op inhoudelijke gronden niet wordt afgegeven;
- bij eventuele ganzenschade in percelen gelegen in ganzenrust- en foerageergebieden, waarbij schade van enige omvang is geconstateerd in de aangewezen rustperiode;
- bij eventuele ganzenschade in percelen gelegen in Natura2000-gebieden, waarbij schade van enige omvang is geconstateerd in de periode 1 november t/m 1 april;
- als van een ontheffing geen gebruik gemaakt kan worden door een jachtverbod.
Registratie in Faunaregistratiesysteem (FRS)
Wij hebben toegang tot een aantal gegevens uit FRS, namelijk: alle in FRS geregistreerde bejaagacties binnen een bepaalde straal om het schadeperceel. Wij hebben geen inzicht in wie de bejaagacties heeft uitgevoerd. Het maakt niet uit wie de bejaagactie heeft uitgevoerd, als het maar binnen een buffer van 200 meter (of bij hoefdieren in een buffer van 500 meter) van het schadeperceel heeft plaatsgevonden en in FRS is geregistreerd. Daarbij is het belangrijk dat bejaagacties niet dubbel worden ingevoerd.
Voorbeeld: Voor vier aan elkaar grenzende percelen is een tegemoetkomingsaanvraag ingediend. Op elk perceel zit een andere grondgebruiker én een andere jager. Slechts op één perceel, maar wel binnen een buffer van 200 meter van de overige drie percelen, zijn bejaagacties uitgevoerd. Deze bejaagacties worden meegenomen in de toetsing op adequaat gebruik van alle vier de tegemoetkomingsaanvragen. Het is van belang dat jagers de “stippen” daar plaatsen waar de bejaagactie heeft plaatsgevonden. Hierdoor wordt voorkomen dat er een onjuist beeld ontstaat. FRS- gebruikers verklaren immers de gegevens naar waarheid in te vullen.
Heeft u vragen?
Bij12 ontvangt uw vragen graag per e-mail.
U kunt uw vragen sturen naar het e-mail: faunazaken@bij12.nl.