N04.03 Brak water

Bijgewerkt op: 19 december 2023

Brak water komt voor in het kustgebied en de laagveengebieden die ooit onder invloed van de zee gestaan hebben. Het gaat vaak om ondiepe en kleine watertjes; kolkgaten, poelen en dobben van kwelders of inlagen en kwelsloten achter de dijk, maar ook om oude (geïsoleerd liggende) kreken.

Algemene beschrijving

De bodem kan zowel zandig, venig als kleiig zijn. Het water kan brak zijn door zout spatwater van de zee, door incidentele overstromingen of door zout water dat onder de dijk door stroomt en in lage binnendijks gelegen gebieden opwelt. In de laagveengebieden gaat het vaak om fossiel grondwater of om zeewater dat bij sluizen toch weet binnen te dringen en zich vervolgens via sloten en kanalen kan verspreiden.

Het zoutgehalte van Brak water kan heel erg wisselen, in de zomer kan het water door verdamping zeer zout zijn en in de winter vrijwel zoet door het vele regenwater. Deze grote wisselingen worden alleen door een aantal gespecialiseerde planten en dieren verdragen. Brak water is vaak helder ondanks het van nature hoge fosfaatgehalte. Vermoedelijk is stikstof een beperkende factor. De bodem kan zwart, zuurstofloos zijn en daardoor sulfiden bevatten die stinken als rotte eieren.

Brak water is van belang voor enkele waterplanten en voor biezen; ruppiasoorten, groot nimfkruid, zilte waterranonkel, brede zannichellia, zeegras, ruwe bies en heen. Ook algen zijn van belang: verschillende soorten darmwier, zeesla, roodwieren, groene draadalgen en kiezelwieren.

Brak water kan ondiep zijn, warmt dan snel op en is daarom een goede paaiplaats voor brakwatergrondel, driedoornige stekelbaars, grote koornaarvis, zwarte grondel, dikkopje en andere vissen. Een verbinding met de zee is voor vissen van groot belang. In brak water leven vele kleine organismen als mosdiertjes, brakwaterpoliep, roeipootkreeftjes, brakwatervlokreeften, muggenlarven, zeeduizendpoot, kokerjuffers, aasgarnaal, brakwatergarnaal, vorksprietgarnaal, oprolpissebed, brakwaterpissebed, bootsmannetjes, waterkevers, schelpen en vele slakjes. Het rijke onderwaterleven is voedsel voor o.a. lepelaar, tureluur, kluut, en trekvogels. Noordse woelmuis komt vaak voor in de oeverzone en in de begeleidende ruigten.

Verzoeting en vermesting zijn de grootste bedreiging. Het afsluiten van de estuaria Zuiderzee, Haringvliet, Hollands diep, Krammer en Volkerak heeft geleid tot een enorme afname van het areaal. Veel van de verbindingen van oude kreken met de zee zijn verdwenen door dijkverbeteringen en het doorspoelen van waterlopen met zoet water. Ook rond het Waddengebied is veel areaal Brakwater verdwenen door dijkverzwaringen, het verminderen van het aantal spuipunten en het doorspoelen met zoet water.

Brak water is internationaal van bijzonder waarde door de macrofauna, de paaimogelijkheden voor grote koornaarvis, als doorgang voor trekvissen (paling, elft, fint) en als foerageergebied voor bijvoorbeeld lepelaar en kluut.

Voorbeeldgebieden

Inlagen rond de Ooster- en Westerschelde, Dijkwater, Prunjepolder, Den Inkel, Roggesloot, De Bol en Kimswerd, Westzaan, Oostzaan en Ilperveld.

Afbakening

  • Het beheertype brak water omvat waterlichamen breder dan 4 m. en dieper dan 20 cm., met zwakstromend of stilstaand brakwater (met een hoge saliniteit: Chloride > 300 mg Cl/l.) en organismen die typerend zijn voor brak water.
  • Brak water waarin kranswieren dominant voorkomen worden tot het beheertype Kranswierwater gerekend.
  • Kreken onder invloed van met getijdenwerking worden tot Schor of kwelder of tot Grootschalig zout getijdenwater gerekend.

Standaardkostprijs

De standaardkostprijsbladen gaan uit van de beheermaatregelen die gemiddeld over heel Nederland gezien nodig zijn om dit beheertype in stand te houden. Afhankelijk van regionale omstandigheden kan het noodzakelijk zijn om het beheer aan te passen voor de instandhouding van het beheertype.

Bekijk de meeste actuele standaardkostprijzen voor een overzicht van alle standaardkostprijzen per natuurtype.

Subsidie

Subsidieverplichtingen

De beheerder dient het beheertype in stand te houden. De wijze waarop hij deze instandhoudingsverplichting invult, is aan de beheerder zelf.

Subsidietarief

Bekijk de meest actuele subsidietarieven voor de jaarvergoeding voor het Natuurbeheertype N04.03 Brak water.

De vergoeding kan jaarlijks wijzigen en bedraagt 84% van de standaardkostprijs.

Monitoring

Over de aquatische typen is overleg gaande met de waterbeheerders. De uiteindelijke maatlat zal meer gestoeld zijn op de Kaderrichtlijn Water. Het onderstaande concept is niet bedoeld voor de huidige monitoring.

Structuur

Het beheertype brak water omvat allerlei kleine en grotere wateren die binnendijks liggen maar door salt-spray, kwelwater of incidentele overstroming onder invloed staan van zout water. De structuurelementen in deze wateren zijn vergelijkbaar met die van zoete plas. Het gaat vooral om een gevarieerde inrichting van de oeverzone. Daarnaast bepaalt de vegetatie voor een groot deel de onderwaterstructuur.

De volgende kwalificerende structuurelementen worden onderscheiden:

N04.03 Brak water – Structuur – Structuurelement

StructuurelementMin. %Max. %Eenheid
Ondiepe delen (<1.5m)50% oppervlakte of % breedte dwarsprofiel
Natuurlijke oever 175% van de oeverlengte
Natuurlijke begroeiing tot 100 m vanaf insteek75% van de oeverlengte
Gemiddelde breedte rietkraagLijnvormig: 20

Plas/meer: 3
40% dwarsprofiel

M
Kroos en vrij zwevende planten5% bedekking element of 100 m traject 2
Emerse vegetatie5% bedekking ondiepe deel element of 100 m traject
Ondergedoken waterplanten en planten met drijfbladeren5080% bedekking ondiepe deel element of 100 m traject

¹ Een natuurlijke oever is gevarieerd, heeft geen oeverbeschoeiing en heeft zowel flauwe als steile delen en plas-dras zones

² Bij een lijnvormig water wordt een representatief traject van 100 meter gekozen voor de monitoring. Bij grote niet-lijnvormige wateren wordt eveneens een traject van 100 meter langs de oever gekozen.

Kwaliteitsbepaling

  • “Hoog”: indien minimaal 7 kwalificerende structuurelementen aanwezig zijn
  • “Midden”: indien minimaal 5 kwalificerende structuurelementen aanwezig zijn
  • “Laag”: indien <5 kwalificerende structuurelementen aanwezig zijn

Flora en fauna

Biotische kwaliteit wordt uitgedrukt in het voorkomen van kwalificerende flora- en faunasoorten uit de volgende soortgroepen:

N04.03 Brak water – Flora en Fauna

SoortgroepSoorten
Plantenaarvederkruid, fijn hoornblad, gesteelde zannichellia, groot nimfkruid, groot zeegras, snavelruppia, spiraalruppia, weegbreefonteinkruid, zilte waterranonkel
Vissenbot, botervis, brakwatergrondel, dikkopje, driedoornige stekelbaars, glasgrondel, grote koornaarvis, grote zeenaald, harnasman, houting, kleine zeenaald, paling, puitaal, slakdolf, spiering, zandspiering, zeedonderpad, zwarte grondel

Tot de kwalificerende soorten kunnen van deze soortgroepen ook 2 extra soorten uit Bijlage 3 gerekend worden, indien deze voorkomen in het beheertype.

Kwaliteitsbepaling

  • “Hoog”: indien minimaal 5 kwalificerende soorten planten, 5 soorten vissen en 1 soort libel voorkomen
  • “Midden”: indien minimaal 3 kwalificerende soorten planten en 3 soorten vissen voorkomen
  • “Laag”: indien niet aan de klasse “Midden” of “Hoog” voldaan is

Milieu- en watercondities

N04.03 Brak water – Hydrologie

VariabeleHoogMiddenLaag
Kwel / wegzijgingGeen kunstmatige invloed op kwel en infiltratie in het beheergebiedMatige kunstmatige invloed op kwel en infiltratie in het beheergebied (bijv. polder)Grote kunstmatige invloed op kwel en infiltratie in het beheergebied (bijv. diepe polder of wegzijging naar nabij gelegen diep water)
AanvoerAanvoer wordt niet gereguleerd door stuwen, sluizen en/of gemalen, volgt natuurlijk te verwachtenvariatieBeperkt gereguleerd maar volgt hoofdzakelijk een natuurlijk te verwachten variatie (neerslag pieken)Volledig gereguleerd
AfvoerAfvoer wordt niet gereguleerd door stuwen, sluizen en/of gemalen, volgt natuurlijk te verwachten variatieBeperkt gereguleerd maar volgt hoofdzakelijk een natuurlijk te verwachten variatie (neerslag pieken)Volledig gereguleerd
WaterstandWaterstanden worden niet gereguleerd en volgen de natuurlijk te verwachten variatieWaterstand wordt gereguleerd maar is onder invloed van piekafvoeren of lage waterstanden. Gereguleerde dynamiek, bijv. flexibel peilbeheer in poldersysteemWaterstand is volledig gereguleerd, geautomatiseerde bemaling, gereguleerde inlaten, omgekeerd peilbeheer t.b.v. landbouw

Chemie en doorzicht

N04.03 Brak water – Chemie en doorzicht

VariabeleHoogMiddenLaag
pH6-9≤6/9-9.5≥9.5
Totaal P (mg P/l)≤0,110,11-0,22≥0,22
Totaal N (mg N/l)≤1,81,8-2,9≥2,9
Chloride (mg Cl/l)≤200/≥20000200-300/10000-20000300-10000
Doorzicht (m)≤0,60,6-0,9≥0,9

Kwaliteitsbepaling

Hydrologie

  • “Hoog”: indien minstens 3 variabelen als “Hoog” worden beoordeeld.
  • “Midden”: indien niet wordt voldaan aan de criteria voor de klassen “Hoog” of “Laag”.
  • “Laag”: indien minstens 3 variabelen als “Laag” worden beoordeeld.

Chemie en doorzicht

  • “Hoog”: indien minstens 4 variabelen als “Hoog” worden beoordeeld.
  • “Midden”: indien niet wordt voldaan aan de criteria voor de klassen “Hoog” of “Laag”.
  • “Laag”: indien minstens 3 variabelen als “Laag” worden beoordeeld.

Totaal score van de aspekten hydrologie en chemie:

  • “Hoog”: indien beide deelaspecten als “Hoog” worden beoordeeld.
  • “Midden”: alle overige opties.
  • “Laag”: indien beide deelaspecten als “Laag” worden beoordeeld, of 1 als “Laag” en 1 als “Midden”.

Ruimtelijke condities

N04.03 Brak water – Ruimtelijke condities

KenmerkHoogMiddenLaag
Aantal elementen binnen natuurgebiedComplex van waterenMeer verspreid liggende wateren van het type aanwezig<5 wateren van het type aanwezig
Gemiddelde afstand tussen elementen binnen natuurgebied<400m400-800m>800m
IsolatieZowel geïsoleerde als verbonden elementen aanwezigAlleen geïoleerde of alleen verbonden elementen aanwezig< 20%
Afstand tot dichtstbijzijnde natuurgebied met dit beheertype<20km20-50km>50km
Afstand tot zeeInvloed van salt spray en kwelwaterInvloed alleen via kwelwaterverzoeting
Inrichting gebied tussen waterenNatuur: Variatie van bos, struweel en graslandNatuur: Alleen bos, struweel of graslandGeen natuur grenzend aan de plas

Kwaliteitsbepaling

  • “Hoog”: indien minstens 4 variabelen als “Hoog” worden beoordeeld.
  • “Midden”: indien niet voldaan aan de criteria voor de klassen “Hoog” of “Laag”.
  • “Laag”: indien minstens 3 variabelen als “Laag” worden beoordeeld.

Monitoring

N04.03 Brak water – Monitoring

ParameterMethodeFrequentie
StructuurelementenBepaling bedekking6 jaar
PlantenInventarisatie kwalificerende soorten6 jaar
VissenInventarisatie kwalificerende soorten6 jaar
HydrologieGIS-analyse en veldwaarneming6 jaar
ChemieWatermonster analyse6 jaar
StikstofdepositieOpvragen stikstofdepositie6 jaar
Ruimtelijke conditiesGIS-analyse en veldwaarneming6 jaar
VegetatieVegetatiekartering12 jaar