N12.04 Zilt- en overstromingsgrasland

Bijgewerkt op: 19 december 2023

Zilt- en overstromingsgrasland bestaat uit vegetaties met grassen, russen en kruiden op vochtige zand- veen of kleigronden. Overstromingsgrasland kent in de winter en voorjaar vrijwel jaarlijks een periode dat het overstroomd is door water.

Algemene beschrijving

Zilte graslanden staan (incidenteel) onder invloed van brak of zout water, zonder dat er sprake is van getijde. Zilt grasland komt ook voor op de hoge kwelders langs de Fries-Groningse kust en plaatselijk in het Verdronken land van Saeftinghe waar zomerdijken, werkdammen etc. ervoor zorgen dat de hoog opgeslibde, vrij intensief begraasde schorren (vrijwel) nooit meer door het zeewater worden overspoeld. Ook verder van het kustgebied, in polders, kunnen zilte graslanden voorkomen. Vaak gaat het om oude kreken. Door onderbemaling stroomt zout grondwater naar deze laagten.  Zilt- en overstromingsgrasland komt veel voor in Zeeland. Vaak gaat het om laaggelegen stukken grond, inlagen, direct achter een dijk die onder invloed van zout water staan dat onder de dijk door stroomt. Korte grazige vegetaties met ronde rus of kweldergrassen worden afgewisseld met pioniervegetaties met zeekraal of laksteeltje of door ruigten met selderij, engels lepelblad of heemst Het kan ook gaan om terreinen die vergraven zijn; karrevelden of oude veengebieden met sporen van moernering. Moernering of selnering is een middeleeuwse methode om zout te winnen. Veen dat zout bevatte werd kleinschalig gewonnen, gedroogd en gebrand. De as was zout. Door de vele kleine verschillen in reliëf zijn dergelijke graslanden vaak een mozaïek van beide subtypen, op de iets drogere delen afgewisseld met kruidenrijke kamgrasweiden.

Veengronden met brak grondwater komen ook voor in de veengronden van het groene hart. De veengronden boven het IJ zijn ooit zout geworden onder invloed van de binnendringende Zuiderzee, maar liggen nu in een volledig verzoet gebied. In sloten komt nog wel brak water voor, dit kan gebruikt worden om graslanden te bevloeien. Sommige droogmakerijen zijn zo diep onderbemalen dat ze zout grondwater aantrekken. De overstromingsweiland ligt hier in geïsoleerde laagten en op afgetrapte slootranden. Overstromingsweiland komt ook voor in het rivierengebied, in kommen, oude verlande lopen van de rivier en laagten tussen oeverwallen en rivierduinen.

Het beheertype is op Europees niveau van belang voor noordse woelmuis en kruipen moerasscherm, Zilt- en overstromingsgrasland  is verder van nationaal belang als leefgebied voor haften en bedreigde broedvogels, zoals kluut, tureluur, grutto en visdief en verder voor moeraspaardebloem, Platte bies, Polei, Rode ogentroost, Stekende bies en Voszegge. De graslanden worden doorgaans niet bemest bemest tenzij sprake is van zodanige aantallen broedende weidevogels dat ook rangschikking onder vochtig weidevogelgrasland  gerechtvaardigd is.

Voorbeeldgebieden

Yerseke en Kapelse Moer, Prunje polder, inlagen langs Oosterschelde of Westerschelde, Polder Kimswerd, Klaarkampermeer, en de zomerpolders van Noard-Fryslân Bûtendyks.

Afbakening

  • Zilt grasland omvat korte grazige vegetaties op vochtige zand-, veen of kleigronden die incidenteel onder invloed staan van brak of zout water, zonder dat er sprake is van getijden.
  • Overstromingsweiland omvat korte grazige vegetaties en kan gezamenlijk met ziltgrasland voorkomen. Het komt ook voor in kleigebieden, het rivierengebied of in het laagveengebied en wordt in het voorjaar langdurig overstroomd door oppervlaktewater of door uittredend kwelwater.

Standaardkostprijs

De standaardkostprijsbladen gaan uit van de beheermaatregelen die gemiddeld over heel Nederland gezien nodig zijn om dit beheertype in stand te houden. Afhankelijk van regionale omstandigheden kan het noodzakelijk zijn om het beheer aan te passen voor de instandhouding van het beheertype.

Bekijk de meeste actuele standaardkostprijzen voor een overzicht van alle standaardkostprijzen per natuurtype.

Subsidie

Subsidieverplichtingen

De beheerder dient het beheertype in stand te houden. De wijze waarop hij deze instandhoudingsverplichting invult, is aan de beheerder zelf.

Subsidietarief

Bekijk de meest actuele subsidietarieven voor de jaarvergoeding voor het Natuurbeheertype N12.04 Zilt- en overstromingsgrasland.

De vergoeding kan jaarlijks wijzigen en bedraagt 84% van de standaardkostprijs.

Monitoring en natuurkwaliteit

Structuur

Variatie in structuur is vooral belangrijk voor de fauna. De aanwezigheid van hogere graslandvegetatie en ruigtes zijn voor dagvlinders en andere insecten, reptielen, vogels en kleine zoogdieren belangrijk. Behalve voor dekking en oriëntatie heeft structuurvariatie verschillen in microklimaat tot gevolg, die met name voor de koudbloedige fauna van belang is.

Naast de korte graslandvegetatie worden de volgende kwalificerende structuurelementen onderscheiden:

N12.04 Zilt- en overstromingsgrasland – Structuur

Structuurelement Min. % Max. %
Kale bodem en/of open pioniervegetaties 5 20
Hoge grassen, zeggen of natte strooiselruigte (>40 cm) 5 20
Ruigte 5 20

Kwaliteitsbepaling

  • “Hoog”: indien minimaal 2 kwalificerende structuurelementen aanwezig zijn.
  • “Midden”: indien 1 kwalificerend structuurelement aanwezig is.
  • “Laag”: indien geen kwalificerend structuurelement aanwezig is.

Flora en fauna

Biotische kwaliteit wordt uitgedrukt in het voorkomen van kwalificerende flora- en faunasoorten uit de volgende soortgroepen:

N12.04 Zilt- en overstromingsgrasland – Flora en fauna

Soortgroep Soorten
Planten: aardbeiklaver, behaarde boterbloem, blauwe waterereprijs, dunstaart, echt lepelblad, Engels gras, fijn goudscherm, fraai duizendguldenkruid, genadekruid, gerande schijnspurrie, getand vlotgras, heemst, karwijvarkenskervel, kattendoorn, knolvossenstaart, kruipend moerasscherm, kwelderzegge, laksteeltje, lidsteng, melkkruid, platte bies, polei, pijptorkruid, rode ogentroost, rode waterereprijs, schorrenzoutgras, selderij, stekende bies, voszegge, weidekerveltorkruid, witte munt, zeegerst, zeegroene rus, zeerus, zeeweegbree, zilt torkruid, zilte rus, zilte schijnspurrie, zilte waterranonkel, zilte zegge, zulte
Broedvogels: gele kwikstaart, graspieper, grutto, kemphaan, kleine plevier, kluut, kwartelkoning, patrijs, slobeend, tureluur, watersnip, zomertaling

Tot de kwalificerende soorten kunnen ook 2 extra (bedreigd, ernstig bedreigde of verdwenen uit Nederland) Rode lijst soorten gerekend worden. Enkel van de volgende soortgroepen: vissen, reptielen, amfibieën, mossen, kranswieren, vaatplanten, dagvlinders, libellen, sprinkhanen, krekels en vogels. Deze soorten tellen alleen mee voor het aantal soorten, maar niet voor het criterium van verspreiding en soortgroepen.

Kwaliteitsbepaling

  • “Hoog”: indien minimaal 8 kwalificerende soorten voorkomen, waarvan ten minste 5 op >15% van het beheertype voorkomen en beide soortgroepen vertegenwoordigd zijn.
  • “Midden”: indien 5-7 kwalificerende soorten voorkomen of indien meer soorten voorkomen, maar niet aan de eisen van klasse “Hoog” voldaan is.
  • “Laag”: indien niet aan de klasse “Midden” of “Hoog” voldaan is.

Milieu- en watercondities

Voor dit beheertype worden geen milieu- en watercondities gemonitord. Er wordt wel een vegetatiekartering gedaan. Dit beheertype bevat echter te veel verschillende vegetatietypen, waardoor het hanteren van één maatlat niet realistisch is. Op termijn wordt bekeken of opsplitsing van dit type in twee beheertypen wenselijk is.

Ruimtelijke condities

N12.04 Zilt- en overstromingsgrasland – Ruimtelijke condities

Oppervlakte beheertype/Ruimtelijke samenhang >30 ha 3 – 30 ha 1-3 ha < 1 ha
Verbonden (binnen 30 meter) met andere graslandbeheertypen, niet zijnde N13, Vogelgraslanden Hoog Hoog Hoog Midden
In nabijheid (binnen 1 km) van andere graslandbeheertypen, niet zijnde N13, Vogelgraslanden Hoog Hoog Midden Laag
Geïsoleerd Hoog Midden Laag Laag

Monitoring

N12.04 Zilt- en overstromingsgrasland – Monitoring

Parameter Methode Frequentie
Structuurelementen Bepaling bedekking 6 jaar
Planten Inventarisatie kwalificerende soorten 6 jaar
Broedvogels Inventarisatie kwalificerende soorten 6 jaar
Vegetatie Vegetatiekartering 12 jaar
Ruimtelijke condities GIS-analyse en veldwaarneming 6 jaar