Woningbouw stikstofregistratiesysteem
Vanaf 24 maart 2020 kan een natuurvergunning worden aangevraagd op basis van het stikstofregistratiesysteem. Dit geldt in eerste instantie voor de woningbouw en zeven MIRT projecten.
Wie het eerst komt …
Als uitgangspunt bij de vergunningverlening voor woningbouw geldt dat vergunningaanvragen op volgorde van binnenkomst in behandeling worden genomen. ‘Wie het eerst komt, het eerst maalt’ dus. Hierop is één uitzondering gemaakt. Om snel veel woningen te kunnen bouwen, wordt gedurende de eerste zes weken alleen ruimte voor woondealprojecten (vanaf de eerste week) of grote woningbouwprojecten (100 woningen of meer, vanaf de derde week) gereserveerd. Na deze zes weken wordt ruimte voor overige woningbouwprojecten gereserveerd op volgorde van binnenkomst van vergunningaanvragen. Deze aanvragen kunnen al wel worden ingediend vanaf de eerste dag dat het registratiesysteem open is.
Het stikstofregistratiesysteem en de prioritering is juridisch vastgelegd in de Regeling natuurbescherming.
Andere mogelijkheden vergunningaanvraag
Naast de mogelijkheden die het registratiesysteem biedt, zijn er ook andere manieren om aan de benodigde stikstofruimte voor een natuurvergunning te komen. Goed om te weten is dat een (bouw-)project in sommige gevallen ook doorgang kan vinden zonder een natuurvergunning. Dit is het geval als er geen sprake is van significant negatieve stikstofeffecten van het project op Natura 2000- gebieden. Dit wordt beoordeeld in een zogenaamde ecologische toets. Aanvullend bieden aanpassingen binnen of buiten een project of locatie (intern en extern salderen) mogelijkheden om een vergunningaanvraag te onderbouwen.
Een handleiding voor het juist invoeren van bronnen voor het maken van een stikstofberekening in AERIUS vindt u hier. Gebruik voor het indienen van een aanvraag op grond van de Wnb de aanvraagformulieren van de provincie. Deze zijn opgesteld om alle noodzakelijke gegevens en bijlage(n) toe te voegen. In het kader van de onderbouwing van de benodigde ruimte kan verwezen worden naar de beschrijving van het systeem, de ecologische beoordeling van de snelheidsverlaging en de kamerbrief.