Ganzen

Bijgewerkt op: 24 juli 2024

De ‘Faunaschade PreventieKit’ voor ganzen laat zien met welke preventieve maatregelen u gewasschade door ganzen kunt voorkomen of beperken.

Deze Faunaschade PreventieKit is geldig vanaf november 2024

1. Inleiding

In Nederland vinden we naast overwinterende en doortrekkende ganzen ook soorten die in Nederland broeden, waaronder grauwe ganzen, brandganzen, kolganzen, Nijlganzen en Canadese ganzen. Ganzen eten veel en kunnen veel schade veroorzaken aan gewassen. Gewasschade kan in heel Nederland optreden, met name in water- en grasrijke gebieden.

Ganzen foerageren overdag op (gras)land en rusten ’s nachts op water. De populairste velden zijn nabij het water omdat ganzen zich dan minder ver hoeven te verplaatsen en zo een lagere energiebehoefte zullen hebben, waardoor ze minder zullen eten. Onderzoek laat zien dat op heel intensief begraasde velden de schade per gans minder lijkt te zijn, al is de totale schade wel groter dan als er minder wordt gegraasd. Mogelijk komt dit doordat deze velden beter geschikt zijn voor ganzenbegrazing en daarom worden uitgekozen. Verjaging is vooral effectief binnen een passend ingericht landschap.Indien verjagingsgebieden te groot worden en opvanggebieden te klein, zullen de ganzen onvoldoende voedsel binnenkrijgen en verder moeten reizen, waardoor hun eetlust zal toenemen.

In de Omgevingswet is vastgelegd dat iedereen zorg draagt voor levende dieren en planten en hun directe omgeving. Dit noemen we de zorgplicht voor natuur. De Beschermde Soorten Indicator (BeSi) helpt om aan deze zorgplicht te voldoen.

2. Gewasschade verspreid over het jaar

Akkerbouw Soorten schade Seizoen
Wintergranen Vraatschade, uitrekken planten, vertrapping, verslemping bodem Winter, lente, zomer
Zomergranen Vraatschade, uittrekken planten, vertrapping, verslemping bodem Lente, zomer
Aardappelen Vraatschade, vertrapping Lente, zomer, herfst
Maïs Vraatschade, vertrapping Lente, zomer
Maïs Bevuiling Zomer, herfst
Peulvruchten Vraatschade Zomer
Suiker- en voederbieten Vraatschade, vertrapping Lente, zomer, herfst
Winterwortel Vraatschade Winter
Zomerpeen Vraatschade Zomer
Grasland Soorten schade Seizoen
Blijvend grasland Vraatschade, vertrapping, bevuiling Hele jaar rond
Graszaad, graszoden, ingezaaid grasland Vraatschade, vertrapping, bevuiling Lente, zomer
Graszaad, graszoden, ingezaaid grasland Vraatschade, vertrapping Herfst, winter
Vollegrondsgroenten Soorten schade Seizoen
Vollegrondsgroenten algemeen Vraatschade, vertrapping Hele jaar rond
Overige koolsoorten Vraatschade Winter
Lamsoor, zeekraal Vraatschade, vertrapping Lente, zomer, herfst
Cichorei Vraatschade Herfst
Overige gewassen Soorten schade Seizoen
Bloemen, bloemzaden, bloembollen Vraatschade, vertrapping Lente, zomer
Riet en biezen Vraatschade, vertrapping Hele jaar rond

Tabel 1 t/m 4: Gewasschade verspreid over het jaar.

3. Preventieve maatregelen

De maatregelen ter voorkoming van gewasschade zijn ingedeeld in vijf categorieën: akoestische maatregelen, afschermingsmaatregelen, teelttechnische maatregelen, visuele maatregelen en beheermaatregelen. Per maatregel wordt de ecologische effectiviteit, de praktische inzetbaarheid en waar nodig de wet- en regelgeving besproken. Het referentiejaar voor alle genoemde prijzen is 2024.

De maatregelen in deze preventiekit zijn als effectief beoordeeld op basis van onderzoek waarbij gebruik is gemaakt van beschikbare studies (wetenschappelijk of praktijk), beoordelingen door experts (expert judgement) en ervaringen van agrariërs uit de praktijk. Vaak zal het nemen van een enkele maatregel schade niet kunnen voorkomen. Het wordt aanbevolen om een combinatie van maatregelen te nemen, maar ook dat biedt geen volledige garantie om schade te voorkomen.

In onderstaande tabel worden alle preventieve maatregelen weergegeven met daarbij scores op drie indicatoren (ecologische effectiviteit, tijdsinspanning en kosten). De scores (laag, gemiddeld en hoog) geven aan hoe deze maatregel wordt beoordeeld ten opzichte van andere preventieve maatregelen binnen deze faunaschade preventiekit.

MAATREGELEN ECOLOGISCHE EFFECTIVITEIT TIJDSINSPANNING AGRARIËR KOSTEN

AGRARIËR

Visueel
Vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen Gemiddeld Laag Gemiddeld
Automatische laser Hoog Gemiddeld Hoog
Handlaser Laag Laag Gemiddeld
Drones en sensoren Hoog Laag* Gemiddeld
Getrainde honden Hoog Gemiddeld Hoog
Akoestisch
Knalapparaat Hoog Hoog Gemiddeld
Vogelafweerpistool Hoog Hoog Laag
Bird Alert Hoog Laag Hoog
Afscherming
Afrasteringsnet Hoog Hoog Gemiddeld
Beheer
Ondersteunend afschot Hoog Laag* Laag

*= Meestal volledig of deels uitgevoerd door een externe partij

Tabel 5: Overzicht preventieve maatregelen voor ganzen.

3.1 Visuele maatregelen

De visuele maatregelen behalen hun effect door op zichtbare wijze schadeveroorzakende dieren te weren of verjagen. In deze paragraaf zullen de effectief beoordeelde visuele maatregelen worden toegelicht.

3.1.1 Vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen

Vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen (zoals de Scary Man) verjagen ganzen door middel van geluid en visuele prikkels.

Tabel 6: Score voor vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 6: Score voor vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Figuur 1: Vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen tegen ganzen

Figuur 1: Vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen tegen ganzen

Ecologische effectiviteit

Vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen zijn ontworpen om vogels af te schrikken door onverwachte bewegingen en geluiden te produceren en hebben een directe effectiviteit. De vogelverschrikkers zijn het effectiefst wanneer die uit zoveel mogelijk onvoorspelbare elementen bestaan, zoals abrupte geluiden of periodiek volledig opblazen, zoals bij de Scary Man. Aangezien veel soorten vogels snel gewend raken aan verstoring in de omgeving (er ontstaat een verminderd schrikeffect als de verstoringsbron geen invloed heeft op de overleving van het individu), is het van belang dat deze onverwachte gebeurtenissen meermaals (binnen een uur) plaatsvinden. Daarbij dient de vogelverschrikker minimaal om de vijf dagen te worden verplaatst, zodat de ‘angst voor het nieuwe’ blijft bestaan. Onder deze voorwaarden varieert de duur van het verjagingseffect bij ganzen van enkele dagen tot weken, en is daarom ecologisch effectief te noemen. De effectiviteit van dergelijke vogelverschrikkers is met name onderzocht voor ganzen in open gebieden, zoals akkers en weilanden.

Voor grondgebonden teelt kan de vogelverschrikker op grondniveau worden geplaatst. De geschatte dekking van deze maatregel is 1 tot 4 hectare. Het is belangrijk dat de grondgebruiker zich bewust is van mogelijk negatieve effecten van het gebruik van dit middel op andere aanwezige diersoorten. Zo zou de inzet van een vogelverschrikker met akoestische en bewegende delen in het voorjaar weidevogels of doortrekkende steltlopers (o.a. kievit, wulp, goudplevier) kunnen verstoren, maar dit is nog onvoldoende onderzocht. Tegelijkertijd kan het ook een wenselijk bijkomend effect opleveren wanneer andere overlastgevende dieren (o.a. duiven, kleine zangvogels, koeten, kraaiachtigen, eenden, meeuwen) wel verjaagd worden. Het is mogelijk om deze maatregel te combineren met andere verjagingsmaatregelen, zoals het aantrekken/inzetten van roofvogels en lasers.

Praktische inzetbaarheid

Vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen worden elektrisch bediend en opgeblazen in minder dan 30 seconden. Gebruikers kunnen bij de modernere versies van de Scary Man intervallen en aanvangs- en eindtijden zelf instellen.

De Scary Man produceert een luid geluid en beschikt over verlichting. Beide kunnen onafhankelijk van elkaar aan- of uitgeschakeld worden. De Scary Man werkt op een accu van 12 volt. Als dat niet wenselijk is kan een 220V/12V-adapter worden gebruikt. Deze maatregel is toepasbaar op alle vormen van landgebruik. Indien de vogelverschrikker niet zichtbaar of hoorbaar is voor de ganzen (bijvoorbeeld door maïsteelt) is de maatregel minder goed toepasbaar.

Het apparaat is gemakkelijk te installeren en dit duurt ongeveer 10 tot 30 minuten. De verdere tijdsinspanning is afhankelijk van de gewenste frequentie van verplaatsing en afstelling. De aanschafkosten voor dit type vogelverschrikker kunnen uiteenlopen van €500 tot €700. De body is afzonderlijk aan te schaffen voor €75 tot €100. Er dient wel een accu van 12 volt te worden aangeschaft om de Scary Man te laten werken. Daarvoor liggen de kosten tussen de €100 en €250. De accu van de Scary Man kan ook worden geladen door middel van een zonnepaneel. De kosten hiervan zijn ongeveer €140. In plaats van een accu kan ook een adapter (220V/12V) worden gebruikt. Deze kost ongeveer €200.

Een Scary Man heeft een levensduur van 10 tot 15 jaar. Mogelijk is de body eerder aan vervanging toe. De onderhoudskosten zijn laag. Indien er een klein gat in de body ontstaat, kan dit met gewone tape worden verholpen.

De Scary Man kan ongewenste effecten hebben op mensen (in de vorm van overlast) als het apparaat te dicht bij de bebouwde kom of een recreatiegebied staat. Houd er bij het gebruik van een knalapparaat rekening mee dat dit schrikreacties en klachten kan veroorzaken van mensen uit de nabije omgeving. De Scary Man is het gehele jaar inzetbaar en is gemakkelijk in gebruik. Het instellen van de juiste waarden (tijden, geluid, licht) kan complex zijn indien de gebruiker daar nog geen ervaring mee heeft.

Wet- en regelgeving

Er zullen voorzorgsmaatregelen moeten worden getroffen die afhankelijk zijn van de aard van de visuele maatregelen. Bij plaatsing in bermen zal bovendien toestemming van de wegbeheerder vereist zijn. De toepassing van visuele verjagingsmiddelen valt over het algemeen onder agrarisch gebruik en is daarom toegestaan.

3.1.2 Automatische laser

De automatische laser is een apparaat dat op een strategische plaats wordt neergezet om een sterke lichtbron uit te stralen over het te beschermen gebied.
Tabel 7: Score voor automatische laser op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 7: Score voor automatische laser op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Figuur 2: Automatische laser tegen ganzen

Figuur 2: Automatische laser tegen ganzen

Ecologische effectiviteit

De automatische laser heeft een hoge, directe effectiviteit van verjaging. Dat wil zeggen dat de ganzen binnen enkele seconden opvliegen en het perceel gedurende enkele uren tot een dag zullen mijden (met uitzondering van zonnige dagen, dan is aanvullende verjaging nodig). Na die periode is de kans dat de dieren opnieuw op het perceel zullen neerstrijken. Bij een vaste laseropstelling kan er een significante vermindering van het aantal aanwezige ganzen optreden en is het mogelijk schade door ganzen te beperken. De mate van gewenning is laag. De maatregel is ecologisch effectief, zoals o.a. werd aangetoond tijdens een praktijkproef over de inzet van lasers voor de beperking van ganzenschade in 2018. De automatische laser werkt op perceelsniveau.

In het voorjaar dient rekening te worden gehouden met andere vogels, zoals weidevogels of doortrekkende steltlopers (o.a. kievit, wulp, goudplevier) die in het gebied kunnen voorkomen. Het laserlicht brengt namelijk ook een vluchtrespons bij andere vogels teweeg en kan daardoor ongewenste effecten hebben op de ecologie van deze soorten.

De inzet van een automatische laser kan ook bewust worden gebruikt voor de verjaging van andere overlastgevende dieren die op het land aanwezig zijn, zoals duiven, koeten, kraaiachtigen, eenden en meeuwen.

De automatische laser kan goed worden gecombineerd met andere maatregelen zoals een knalapparaat of ondersteunend afschot. Dit zal het succes van verjaging vergroten.

Praktische inzetbaarheid

De automatische laserinstallatie is bevestigd op een vaste positie, bij voorkeur aan de rand van een perceel om toezicht en onderhoud te vergemakkelijken. De laserstraal beweegt zowel horizontaal als verticaal in nagenoeg alle richtingen en heeft vaak een reikwijdte van meer dan 2.000 meter. De laser kan worden geprogrammeerd zodat een specifiek perceel wordt beschenen en bepaalde stukken (zoals wegen of bebouwing) worden overgeslagen. Het wordt aangeraden om de laser op een stabiele verhoging zoals een pallet te plaatsen zodat de laser niet kan verzakken en over het gewas heen schijnen. De laser werkt het best bij weinig daglicht, bijvoorbeeld in het donker, tijdens schemering en bij bewolking. Op zonnige momenten werkt het apparaat nauwelijks of mogelijk zelfs niet. Er is een stroomvoorziening nodig voor het gebruik van de laser. Op sommige modellen kan dit met behulp van een zonnepaneel.

Zolang de gewassen de laser niet blokkeren, is het mogelijk om de laser op alle soorten landgebruik te hanteren. De laser kan binnen één tot enkele uren worden geïnstalleerd en hoeft niet te worden verplaatst omdat de straal in nagenoeg alle richtingen beweegt. Indien de laser telkens op een ander perceel nodig is, moeten er extra uren worden gerekend voor het verplaatsen van het apparaat. Wanneer de laser aan het einde van het seizoen wordt ontmanteld, zullen daar ook enkele uren voor nodig zijn. Totaal wordt het beheer en het onderhoud van de laser geschat op een jaarlijkse tijdsinvestering van 10 tot 20 uur.

De aanschafkosten variëren van €3.800 tot €6.000. De laserlamp moet elke 3 tot 5 jaar worden vervangen, afhankelijk van het gebruik, en kost tussen de €400 en €500. De levensduur van het hele apparaat bedraagt 10 tot 15 jaar.

De bijkomende kosten voor een accu van 12 volt bedragen tussen de €100 en €250. Daarnaast zijn er apparaten beschikbaar die werken op zonnepanelen, zodat de laser ook kan worden gebruikt op afgelegen percelen zonder toegang tot het stroomnet. De zonnepanelen zijn in verschillende maten verkrijgbaar, de benodigde afmeting hangt sterk af van de omtrek van het perceel. De kosten voor de meest gangbare apparaten liggen tussen de €500 tot €700, maar er zijn ook duurdere varianten beschikbaar. De laser mag het gehele jaar worden ingezet, maar het is aanbevolen om met name in te zetten op schadepreventie in winter en voorjaar.

De meeste lasers zijn in te stellen via een app. Dit kan complex zijn als de gebruiker daar nog geen ervaring mee heeft. Daarnaast is de automatische laser diefstalgevoelig wanneer deze onbeheerd in het land staan. Er dient een veilige opslaglocatie te zijn voor momenten waarop de laser niet in gebruik is en het is aan te raden om een tracking device aan het apparaat te bevestigen zodat het kan worden opgespoord bij diefstal. Een andere maatregel tegen diefstal is om een stroomdraad om het apparaat te plaatsen dat alleen met een sleutel kan worden verwijderd.

Wet- en regelgeving

Er zullen voorzorgsmaatregelen moeten worden getroffen die afhankelijk zijn van de aard van de visuele maatregelen. Bij plaatsing in bermen zal bovendien toestemming van de wegbeheerder vereist zijn. Visuele middelen kunnen nadelig zijn voor het landschap of de beleving van het landelijk gebied vanwege de lichthinder. De toepassing van visuele verjagingsmiddelen valt over het algemeen onder agrarisch gebruik en is daarom toegestaan.

Het gebruik van lasers gaat gepaard met risico’s voor de ogen van mens en dier. Tevens bestaat het gevaar om het vlieg- en wegverkeer abusievelijk te verstoren door een verkeerde afstelling. De toepassing dient daarom met de nodige zorgvuldigheid plaats te vinden. Uitgangspunt is om altijd naar beneden te schijnen, waardoor de kans dat er in ogen wordt geschenen minimaal blijft.

Automatische lasers worden voor langere tijd geplaatst. Er zou een onderzoek naar omgevingsomstandigheden moeten plaatsvinden om risico’s bij gebruik geheel uit te sluiten. Hierbij kan worden gekeken naar elementen die onwenselijke reflecties zouden kunnen veroorzaken (o.a. hekken, palen, watergangen) en op grotere afstand staan (o.a. voersilo’s en melktanks). Er kan bovendien rekening worden gehouden met bijzondere weersomstandigheden, zoals ijsvorming of sneeuw. De plaatsing van een laser zou in beginsel moeten gebeuren door een gecertificeerde Laser Safety Officer, maar dit is niet verplicht.

3.1.3 Handlaser

De handlaser is een pen die een laserstraal uitzendt.

Tabel 8: Score voor handlaser op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 8: Score voor handlaser op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Figuur 3: Handlaser tegen ganzen

Figuur 3: Handlaser tegen ganzen

Ecologische effectiviteit

De handlaser heeft een hoge, directe effectiviteit van verjaging (m.u.v. zonnige dagen) en verjaagt de ganzen voor enkele uren van het perceel. Na deze tijd bestaat de kans dat ze opnieuw zullen neerstrijken op het perceel of aangrenzende percelen en zullen ze opnieuw moeten worden verjaagd door een laser of andere (akoestische) verjagingsbron. Ondanks mogelijke terugkeer lijkt er een lage mate van gewenning op te treden (er blijft een schrikreactie ontstaan, zodat de ganzen opvliegen). De handlaser werkt op perceelsniveau.

In het voorjaar dient rekening te worden gehouden met andere vogels, zoals weidevogels of doortrekkende steltlopers (o.a. kievit, wulp, goudplevier) die in het gebied kunnen voorkomen. Het laserlicht brengt namelijk ook een vluchtrespons bij andere vogels teweeg en kan daardoor ongewenste effecten hebben op de ecologie van deze soorten.

De inzet van een handlaser kan ook bewust worden gebruikt voor de verjaging van andere overlastgevende dieren die op het land aanwezig zijn, zoals duiven, koeten, kraaiachtigen, eenden en meeuwen.

Uit onderzoek blijkt dat de laser kan worden gebruikt in combinatie met andere maatregelen zoals een knalapparaat of ondersteunend afschot. Dit kan het succes van verjaging vergroten. In 2023 heeft de FBE Utrecht een pilot in de Eempolder uitgevoerd met de inzet van handlasers en drones. Deze verjaging gebeurde gebiedsgericht gecoördineerd en leverde een schadevermindering van meer dan 50 procent op.

Praktische inzetbaarheid

De handlaser lijkt op een zaklamp en is daarom handzaam. De verjager zwaait de laser langzaam in de richting van de te verjagen dieren. De laser werkt het best in ochtend- en avonduren en op donkere dagen. Het bereik ligt, afhankelijk van het merk en type laser, tussen de 1.000 tot meer dan 2.000 meter. De meeste lasers werken op batterijen en worden geleverd met een oplader, maar dat kan per model verschillen.

Zolang opgaande elementen of gewassen de laser niet blokkeren, is het mogelijk om die op alle landgebruiksvormen te hanteren. Het gebruik van de handlaser is erg arbeidsintensief als er geen andere maatregelen worden genomen. De verjager moet in dat geval een aantal keer per dag naar het perceel toe om de dieren te verjagen. De tijdsinspanning kan oplopen naarmate de afstand tot het perceel toeneemt. De arbeidsintensiteit neemt af indien de handlaser wordt gebruikt in combinatie met andere maatregelen.

De aanschafkosten voor de handlaser kan variëren van €350 tot €900, afhankelijk van onder meer het bereik. De laser kan makkelijk worden meegenomen en op alle percelen worden gebruikt. De handlaser dient te worden vervangen na ongeveer 5.000 werkuren. Eens per twee jaar dient onderhoud plaats te vinden. Indien het apparaat niet werkt, kost een reparatie gemiddeld €50.

De laser is het gehele jaar inzetbaar, maar het is aanbevolen om met name in te zetten op schadepreventie van september tot en met april. De optimale maanden zijn januari tot en met maart, omdat er dan veel schade wordt veroorzaakt en de hoeveelheid zonlicht in die periode beperkt is. Het gebruik is simpel en vergelijkbaar met een zaklamp.

Wet- en regelgeving

Er zullen voorzorgsmaatregelen moeten worden getroffen die afhankelijk zijn van de aard van de visuele maatregelen. Bij plaatsing in bermen zal bovendien toestemming van de wegbeheerder vereist zijn. Visuele middelen kunnen nadelig zijn voor het landschap of de beleving van het landelijk gebied vanwege de lichthinder. De toepassing van visuele verjagingsmiddelen valt over het algemeen onder agrarisch gebruik en is daarom toegestaan.

Het gebruik van lasers gaat gepaard met risico’s voor de ogen van mens en dier. Tevens bestaat het gevaar om het vlieg- en wegverkeer abusievelijk te verstoren door een verkeerde afstelling. De toepassing dient daarom met de nodige zorgvuldigheid plaats te vinden, uitgangspunt is om altijd naar beneden te schijnen, waardoor de kans dat er in ogen wordt geschenen minimaal blijft. Bij handlasers wordt aanbevolen om een training te volgen bij de leverancier.

3.1.4 Drones en sensoren

Een drone kan bijdragen aan het verjagen van dieren op gebiedsniveau. Een professionele dronepiloot kan het verjagen organiseren. De ganzen worden dan met sensoren gemonitord, zodat de dronepiloot weet waar de drone moet zijn.

Tabel 9: Score voor drones en sensoren op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 9: Score voor drones en sensoren op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Figuur 4: Drones tegen ganzen

Figuur 4: Drones tegen ganzen

Ecologische effectiviteit

Na een dronevlucht vindt er gedurende enkele uren een sterke afname van het aantal ganzen plaats. Deze maatregel heeft dus een hoge mate van directe effectiviteit. Na die periode is er opnieuw kans dat de dieren zullen neerstrijken op het perceel. Er lijkt sprake van negatieve gewenning, dat wil zeggen dat er hetzelfde verjagingseffect optreedt bij een kortere inspanning (twintig in plaats van veertig vliegminuten per dag, ganzen mijden het perceel in grote mate). Ganzen zijn gevoelig voor vliegende objecten, wat zou kunnen voortkomen uit hun associatie met roofvogels en het gevaar dat daarvan uitgaat. Drones met het uiterlijk van een roofvogel lijken effectiever in het verjagen van vogels dan ‘gewone’ drones. De effectiviteit van drones is onderzocht middels een praktijkproef in de provincie Utrecht in 2022.

De maatregel heeft dus een hoge mate van ecologische effectiviteit, vanwege de directe effectiviteit en de lage mate van gewenning. Hoewel de schade aan gewassen door de inzet van een drone als verjagingsmaatregel afneemt, is het mogelijk dat er tussen de waarneming van een groep ganzen en het starten van een dronevlucht wel vraatschade kan optreden. Bovendien neemt het aantal ganzen op het perceel toe zodra de dagelijkse verjaagacties stoppen, waardoor de continuïteit gewaarborgd moet worden om voldoende effectief te zijn.

Een drone kan werkzaam zijn op perceelsniveau of klein gebied (ter grootte van circa 350 hectare), maar zou ook kunnen worden opgeschaald naar een gebied van circa 1.000 hectare. Niet het aantal hectare, maar de zichtlijnen vormen de voornaamste beperking, omdat de dronepiloot de drone voortdurend moet kunnen waarnemen. Het gaat hierbij om een forse drone (geen huis-tuin-en-keuken-model) met een spanwijdte van bijvoorbeeld 60 centimeter en een gewicht van een paar kilogram. Een drone moet van een dusdanig formaat zijn zodat de ganzen ervan opschrikken. Met kleinere modellen is de verwachting dat dit niet het geval is. Bovendien is het bereik (en de batterijcapaciteit) van een grotere drone groter. Het is vooral van belang dat de drone niet telkens op dezelfde manier komt aanvliegen; er dient variatie in de aanvliegroutes te zijn.

Het lijkt erop dat weidend melkvee geen last heeft van een overvliegende drone, wel ervaren weidevogels in het gebied mogelijk ongewenste effecten. Daarbij is onduidelijk of andere soorten ook last hebben van een overvliegende drone. Door minimaal op 30 meter hoogte te vliegen, worden geen negatieve effecten verwacht in relatie tot de weidevogels.

De inzet van een drone kan tegelijkertijd mogelijk ook andere overlastgevende dieren verjagen die op het land aanwezig zijn, zoals duiven, koeten, zwanen, kraaiachtigen, eenden en meeuwen. Dat effect is echter nog niet aangetoond.

Om zoveel mogelijk schade te voorkomen, is het met name aan te bevelen om de drone in het voorjaar in te zetten, zodat de eerste snede gras kan worden beschermd. Het is echter noodzakelijk om eventuele effecten op andere aanwezige (vogel)soorten in de gaten te houden omdat er nog weinig praktijkervaring is opgedaan.

Praktische inzetbaarheid

In een gebied worden sensoren geplaatst die het geluid van ganzen kan detecteren tot op ongeveer 300 meter afstand. Op het moment dat er voldoende geluid wordt gedetecteerd om aan te nemen dat er ganzen in het gebied zijn neergestreken, komt de dronepiloot in actie. De piloot bestuurt de drone naar het betreffende perceel om de ganzen te verjagen. Om de ganzen succesvol van het perceel te verjagen zullen er op elk perceel sensoren moeten worden geplaatst. Verjaging met drones mag alleen worden uitgevoerd door een gecertificeerd dronepiloot.

De drone is op alle landgebruiksvormen inzetbaar, maar voorlopig is de effectiviteit met name aangetoond op grasland. De tijdsinspanning voor de agrariër beperkt zich tot het overleg met de professioneel dronepiloot. De kosten voor verjaging zijn €16 tot €18 per hectare per maand, voor een perceel van 500 hectare. Dit komt neer op ongeveer €8.500 per maand voor een gebied van 500 hectare. Bij grote gebieden kunnen de schaalbaarheidsvoordelen ervoor zorgen dat de kosten per hectare per maand tientallen procenten lager zullen uitvallen.

Naast het gebruik van de drone (in combinatie met de sensoren) als verjaagmiddel, kunnen drones ook worden gebruikt ter ondersteuning van onderzoeken, aangezien die veel data kunnen verzamelen over de aanwezigheid van ganzen in het gebied.

Wet- en regelgeving

Vanaf 1 januari 2024 gelden nieuwe regels voor vliegen met drones in de open categorie en de specifieke categorie. Vanaf dat moment wordt het gebruik van een drone met een Cx-label in de open categorie verplicht. Met dat keurmerk voldoet de drone aan de Europese eisen. Het Cx-label moet duidelijk zichtbaar zijn op de drone. Vanaf 1 januari 2024 moeten de meeste drones in Europa ook op afstand identificeerbaar zijn (Remote ID). De drone zendt via wifi of bluetooth een signaal uit met deze informatie. Soms geldt er ook een registratieplicht voor de dronepiloot. Er gelden een aantal gebruiksregels rond de toepassing van drones, de voornaamste beperking is dat er niet in het donker of boven bepaalde Natura2000-gebieden mag worden gevlogen, zoals de Waddenzee. Er gelden zogenaamde ‘no-fly-zones’.

3.1.5 Getrainde honden

Deze maatregel betreft het inhuren van een deskundig hondenbegeleider met een groep honden voor een bepaalde periode. Bij deze maatregel wordt aangeraden om gebiedsgericht ganzen te verjagen op een schaal van meerdere bedrijven, met de fulltime inzet van de hondenbegeleider en zijn honden.

Tabel 10: Score voor getrainde honden op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 10: Score voor getrainde honden op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Ecologische effectiviteit

Uit onderzoek blijkt dat ganzen zich goed laten verjagen door één of meerdere honden (zoals getrainde border collies), waarbij een grotere groep ganzen vaak op meerdere delen van het perceel moet worden verjaagd. Er lijken wel verschillen te bestaan in de effectiviteit van het gebruik van honden tussen verschillende ganzensoorten (de ene soort vlucht sneller dan de andere). De directe effectiviteit is hoog, omdat ganzen een hond als een duidelijk gevaar zien en ervoor opvliegen. Desalniettemin strijken de ganzen meestal op een vrij korte afstand weer neer en keren de ganzen vaak in de loop van de dag weer terug als de hond uit het gebied is verdwenen. De duur van het verjagingseffect is daarbij enkele uren tot een dag.

Door onvoorspelbaar gedrag van de hond(en) is de kans op gewenning laag en zullen ganzen telkens opnieuw een schrikreactie ervaren en opvliegen. Het lijkt erop dat ganzen minder geneigd zijn om eenzelfde seizoen terug te keren naar gebieden waarvan ze werden verjaagd, dat geldt voornamelijk voor kolganzen en brandganzen.

Uit bovenstaande kan worden opgemaakt dat deze maatregel een hoge mate van ecologische effectiviteit heeft. Het is echter onduidelijk hoe groot de afname van de schade door ganzen werkelijks is. Het verjaaggebied dient zoveel mogelijk aaneengesloten en duidelijk begrensd te zijn, en bij voorkeur tegen of vlakbij een foerageergebied liggen, zodat de ganzen ook daadwerkelijk verjaagd kunnen worden (anders zullen de ganzen op een aangrenzend landbouwperceel zonder adequate verjagingsmethoden neerstrijken en daar schade veroorzaken). Een gezamenlijke verjaagactie van meerdere bedrijven zal de effectiviteit van deze maatregel daarom verhogen.

Deze maatregel kan worden ingezet op een gebied tot 2.000 hectare, waar een team verjaagacties kan uitvoeren op de schaal van meerdere bedrijven. Border collies kunnen daarbij sloten tot 4 meter breed overbruggen.

De grondgebruiker moet rekening houden met de inzet van (getrainde) honden indien er zich weidevogels in het gebied bevinden, omdat er mogelijk ongewenste effecten kunnen optreden.

De inzet van (getrainde) honden kan tegelijkertijd ook andere overlastgevende dieren verjagen die op het land aanwezig zijn, zoals koeten, zwanen, kraaiachtigen, eenden en meeuwen.

Bij grote oppervlakken heeft de inzet van (getrainde) honden nog meer potentie in combinatie met andere maatregelen, zoals het vogelafweerpistool, ondersteunend afschot of een laser. Deze methoden vullen elkaar goed aan, omdat bijvoorbeeld een vogelafweerpistool snel kan worden ingezet, waarbij de honden kunnen worden gebruikt op percelen met vee of nabij de bebouwde omgeving. Een verjager met vogelafweerpistool, laser en honden kan bovendien een veel groter verjaaggebied beslaan.

Praktische inzetbaarheid

De hondenbegeleider rijdt rond in de omgeving en is beschikbaar wanneer er een melding wordt gemaakt van de aanwezigheid van ganzen door een grondgebruiker. Vervolgens wordt onder leiding van de hondenbegeleider een groep honden het perceel opgestuurd om de ganzen te verjagen.

De methode is goed toepasbaar op agrarisch grasland. Op akkers met (kwetsbare) gewassen zou het een probleem kunnen vormen dat honden tijdens de verjaging gewassen kapot kunnen lopen. Voor de meeste gewassen zal het naar verwachting echter geen probleem zijn aangezien getrainde honden deze niet kapot lopen. Het wordt afgeraden om getrainde honden in te zetten als akkers nat en modderig zijn, omdat de honden dan makkelijker blessures kunnen oplopen.

De tijdsbesteding van de agrariër bij deze methode bedraagt 30 tot 60 minuten per week. Dit betreft de afstemming met het verjaagteam, het verlenen van toegang en een rondleiding over het terrein. De inzet van een hondenbegeleider en een groep getrainde honden is erg duur. De kosten voor een maand intensieve verjaging kunnen al gauw oplopen tot €35.000 à €50.000 voor een gebied van 2.000 hectare.

Er worden geen ongewenste neveneffecten verwacht voor mensen bij de inzet van deze methode. Mensen kunnen angstig zijn voor honden of het geblaf als hinderlijk ervaren, maar dit effect zal zeer beperkt zijn aangezien de honden goed getraind zijn, strak worden begeleid door een deskundige trainer en zich bovendien alleen op landbouwpercelen begeven.

Het wordt aanbevolen om voornamelijk schade te verminderen in winter en voorjaar. Deze toepassing wordt specifiek aanbevolen van januari tot en met april in gebieden met forse schade. Het ideale moment van toepassing is in februari. Deze methode is niet complex voor agrariërs aangezien een deskundig hondenbegeleider wordt ingehuurd voor de toepassing.

3.2 Akoestische maatregelen

Akoestische maatregelen behalen hun effect door middel van geluiden. Schadeveroorzakende dieren worden hierdoor afgeschrikt. In deze paragraaf worden de effectief beoordeelde maatregelen toegelicht.

3.2.1 Knalapparaat

Een knalapparaat is een gaskanon dat luide explosies of knallen voortbrengt.

Tabel 11: Score voor knalapparaat op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 11: Score voor knalapparaat op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Figuur 5: Knalapparaat tegen ganzen

Figuur 5: Knalapparaat tegen ganzen

Ecologische effectiviteit

Een knalapparaat heeft een hoge, directe effectiviteit, mits onvoorspelbaar en onregelmatig gebruikt, en kan ganzen voor enkele dagen tot weken van het perceel verjagen indien het apparaat dagelijks wordt gebruikt. Na deze periode bestaat de kans dat de dieren opnieuw op het perceel zullen neerstrijken. Er treedt een lage mate van gewenning op, mits het knalapparaat willekeurig wordt gebruikt. Als een knalapparaat voorspelbaar en regelmatig wordt gebruikt, treedt snel gewenning op.

De grondgebruiker moet bij het gebruik van een knalapparaat rekening houden met andere dieren in het gebied. Het knalapparaat kan hier namelijk ongewenste effecten (geluidsoverlast) op hebben. Het knalapparaat kan ook wenselijke neveneffecten hebben op andere overlastgevende dieren op het land, zoals duiven, koeten, kraaiachtigen, eenden en meeuwen.

Uit onderzoek blijkt dat het knalapparaat potentie heeft om in combinatie met andere maatregelen te worden gebruikt, zoals een Scary Man (visueel middel). Dit zal het succes van verjaging vergroten en de kans op gewenning verkleinen.

Praktische inzetbaarheid

Door de inzet van een knalapparaat worden de dieren weggejaagd maar niet verwond. Om gewenning te voorkomen wordt het aangeraden om het apparaat elke twee tot drie dagen te verplaatsen.

Het knalapparaat is goed toepasbaar in de akkerbouw en fruitteelt. Bij veehouderij is deze maatregel niet toepasbaar in geval van weidegang van het vee, omdat de knallen schrikreacties kunnen veroorzaken.

Het installeren van een knalapparaat kost gemiddeld 30 tot 60 minuten. Frequente (liefst dagelijkse) verplaatsing is vereist om gewenning bij ganzen te voorkomen.

De aanschafkosten van het apparaat variëren van €300 tot €800, afhankelijk van de opties die het knalapparaat heeft, willekeurige intervallen tussen de knallen en automatische programma’s via apps. De levensduur van het knalapparaat is 10 tot 15 jaar. De gasfles moet (afhankelijk van het model) na 15.000 tot 17.000 knallen worden vervangen. Dit kost ongeveer €50. Als het toestel schoon wordt gehouden is verder geen onderhoud noodzakelijk. Als de hoogspanningsgenerator defect gaat, kost vervanging €75 tot €100.

Het knalapparaat heeft ongewenste effecten op mensen in de vorm van overlast indien het apparaat te dicht bij de bebouwde kom of een recreatiegebied staat. Houd er bij het gebruik van het apparaat rekening mee dat knallen schrikreacties en klachten kunnen geven van mensen uit de omgeving. Het knalapparaat is niet het gehele jaar inzetbaar. Dit is afhankelijk van wanneer de gewassen op het veld staan en de regels van de gemeente.

Een simpele variant van het knalapparaat is gemakkelijk te gebruiken. Een geavanceerder model biedt de mogelijkheid om bijvoorbeeld intervallen en tijdsloten in te stellen. Indien de gebruiker geen ervaring heeft met het afstellen van een knalapparaat kan dat mogelijk enige complexiteit geven. Sommige knalapparaten maken ook gebruik van een app.

De richtlijnen voor het gebruik van het knalapparaat zijn:

  • tijdsinterval tussen de knallen mag maximaal 30 minuten bedragen;
  • 5 hectare – 1 knalapparaat;
  • 5 hectare – minimaal 1 knalapparaat per 5 hectare;
  • verplaats de apparaten iedere twee tot drie dagen.

Wet- en regelgeving

Afhankelijk van de aard van de te treffen akoestische maatregel is het aannemelijk dat regelgeving uit het omgevingsplan of plaatselijke verordening mede bepalend is voor het kunnen gebruik maken van, bijvoorbeeld, knalapparaten. Er kunnen bijvoorbeeld beperkingen aan het gebruik van knalapparatuur worden gesteld ten aanzien van de locatie, periode en gebruik van de apparatuur. Dit is met name relevant bij plaatsing in de buurt van (woon)bebouwing.

Ook kunnen rond natuurgebieden (Natura2000) beperkingen gelden ten aanzien van het gebruik van akoestische maatregelen en zijn binnen provincies stiltegebieden aangewezen waarbinnen ook beperkingen ten aanzien van het gebruik van verstorende geluidsbronnen gelden, om de stilte binnen deze gebieden te bewaren.

3.2.2 Vogelafweerpistool

Een vogelafweerpistool bestaat uit een standaard alarm- of startpistool, voorzien van een opschroefbare schietbuis.

Tabel 12: Score voor vogelafweerpistool op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 12: Score voor vogelafweerpistool op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Ecologische effectiviteit

Een vogelafweerpistool heeft een hoge, directe effectiviteit (schrikreactie en opvliegen) en kan ganzen voor enkele uren tot dagen verjagen van een perceel. Het geluid van een geweerschot zouden ganzen kunnen associëren met ernstige dreiging (dodelijke afloop na (ondersteunend) afschot), maar uit onderzoek blijkt dat ganzen door deze methode geen langere afstanden vliegen of de terugkeerkans verkleinen in vergelijking met verjaging door fysieke aanwezigheid van de mens. Na deze verjaagtijd bestaat de kans dat de ganzen opnieuw zullen neerstrijken op het perceel, waarbij herhaaldelijk verjagen het verjaagsucces en de terugkeertijd naar het perceel vergroot. Er treedt een lage mate van gewenning op, mits het vogelafweerpistool op onvoorspelbare wijze wordt gebruikt. De maatregel werkt op perceelsniveau.

De gebruiker van het vogelafweerpistool moet rekening houden met andere dieren die in het gebied zitten wanneer het vogelafweerpistool wordt gebruikt. Het vogelafweerpistool kan hier namelijk ongewenste effecten (geluidsoverlast) op hebben.

Het vogelafweerpistool kan ook wenselijke neveneffecten hebben op andere overlastgevende dieren op het land, zoals duiven, koeten, kraaiachtigen, eenden en meeuwen.

Uit onderzoek blijkt dat het vogelafweerpistool potentie heeft om in combinatie met visuele maatregelen te worden gebruikt, zoals een inzet van (getrainde) honden en/of een laser. Dit zal het succes van verjaging vergroten en de kans op gewenning verkleinen.

Praktische inzetbaarheid

De schutter schiet twee tot drie vogelafweerpatronen per perceel per keer met het pistool. Deze patronen ontploffen op een hoogte van 40 tot 60 meter (als knaller of giller, eventueel gecombineerd met lichteffecten).

Het vogelafweerpistool is goed toepasbaar op alle landgebruiksvormen. In de veehouderij is deze maatregel niet toepasbaar in geval van weidegang van het vee, omdat de knallen schrikreacties kunnen veroorzaken.

Het gebruik van een vogelafweerpistool is arbeidsintensief, omdat percelen minimaal tweemaal per dag moeten worden gecontroleerd en eventuele aanwezige vogels moeten worden verjaagd. Het gebruik van een vogelafweerpistool neemt slechts enkele minuten in beslag op het perceel, maar afhankelijk van de afstand tot het perceel kan de tijdsinspanning toenemen.

De aanschafkosten bedragen ongeveer €135 tot €150. Daarnaast moet de verjager jaarlijks ongeveer €65 betalen voor de verlenging van zijn wapenvergunning. Het pistool schiet met losse flodders, waarvoor de kosten variëren van €1 tot €2 per patroon. De levensduur is afhankelijk van de frequentie van het gebruik. De verwachting is dat het pistool bij intensief gebruik minimaal 5 jaar mee kan gaan en bij beperkt gebruik tot wel 20 jaar. Als het pistool regelmatig wordt schoongemaakt hoeft verder geen onderhoud plaats te vinden.

Het vogelafweerpistool heeft ongewenste effecten op mensen in de vorm van overlast indien er te dicht bij de bebouwde kom of een recreatiegebied wordt geschoten. Houd er bij het gebruik van een vogelafweerpistool rekening mee dat het geluid schrikreacties en klachten kan geven door mensen uit de omgeving. Een vogelafweerpistool mag in de basis het gehele jaar worden gebruikt.

De richtlijnen voor het gebruik van het vogelafweerpistool zijn:

  • percelen minimaal tweemaal per dag controleren en eventuele aanwezige vogels verjagen;
  • zorgen dat het gebruik van dit middel controleerbaar is; een ondertekende verklaring van de eigenaar van het vogelafweerpistool dat hij het middel bij u heeft ingezet, volstaat (eventueel moet u lege patronen of nota’s bewaren).

Wet- en regelgeving

Het is aannemelijk dat de regelgeving uit het omgevingsplan of plaatselijke verordening medebepalend is voor welke akoestische maatregelen kunnen worden toegepast. Er kunnen bijvoorbeeld beperkingen gelden voor het gebruik van bepaalde apparatuur ten aanzien van de locatie, periode en het soort apparatuur. Dit is met name relevant bij plaatsing in de buurt van (woon)bebouwing.

Het vogelafweerpistool kent nadere regelgeving voor rechtmatig gebruik. Het vogelafweerpistool is een vuurwapen en valt onder de Wet Wapens en Munitie. Daarom hebt u een bijzondere machtiging van de korpschef van de regiopolitie nodig om er een te mogen bezitten en te gebruiken. In sommige gemeenten kunnen aanvullende eisen gelden ten aanzien van het gebruik op specifieke locaties.

Er kunnen ook beperkingen gelden voor het gebruik van akoestische maatregelen rond natuurgebieden (Natura2000) en binnen stiltegebieden die door provincies zijn aangewezen (waar eveneens beperkingen ten aanzien van het gebruik van verstorende geluidsbronnen gelden om de stilte binnen deze gebieden te bewaren).

3.2.3 Bird Alert

De Bird Alert is een systeem voor akoestische wering waarbij de aanwezigheid van vogels eerst via een microfoon wordt gedetecteerd en vervolgens soortspecifieke schrikgeluiden middels luidsprekers in het veld afspeelt. Het doel hiervan is om de aanwezige vogels op te schrikken en te verjagen.

Tabel 13: Score voor Bird Alert op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 13: Score voor Bird Alert op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Figuur 6: Bird Alert tegen ganzen

Figuur 6: Bird Alert tegen ganzen

Ecologische effectiviteit

Uit onderzoek blijkt dat de Bird Alert ganzen voor een aantal dagen tot weken van het perceel kan verjagen indien het apparaat dagelijks wordt gebruikt, met daarbij een hoge mate van directe effectiviteit. Na die periode is er opnieuw kans dat de dieren zullen neerstrijken op het perceel, maar de kans op gewenning is laag.

De Bird Alert werkt op perceelsniveau met een bereik van ongeveer   12 hectare. Binnen een straal van 250 meter kan het systeem ook kauwen, kraaien, roeken, meeuwen en spreeuwen verjagen (omdat het systeem deze soorten kan herkennen aan hun soortspecifieke geluid).

De meeste schade op grasland treedt op door ganzenvraat in de winter en het voorjaar. De ideale toepassing van de Bird Alert is daarom van januari tot en met maart. De algehele periode van inzet loopt van september tot en met april, waarbij in het vroege voorjaar (al vanaf februari) rekening moet worden gehouden met de vestigingsfase van diverse soorten (roof)vogels en interferentie met broedende weidevogels, omdat nog onduidelijk is of de Bird Alert ongewenste effecten op deze soorten heeft.

Met name wanneer de Bird Alert wordt gecombineerd met een knalapparaat en Scary Man is de effectiviteit hoger dan de gebruikelijke verjaging.

Praktische inzetbaarheid

De Bird Alert is een apparaat dat vogels weert op basis van bio-akoestische geluiden. Geluidssensoren stellen de aanwezigheid van vogels (in de lucht) vast en de Bird Alert produceert vervolgens biologisch relevante geluiden zoals het geluid van predatoren of angstkreten van de vogelsoort zelf. Hiermee wordt voorkomen dat zij op het perceel landen en schade kunnen veroorzaken. Het is mogelijk om andere preventieve maatregelen (zoals het knalapparaat en een elektrische vogelverschrikker) aan te sluiten zodat de verjaagmethoden worden gecombineerd. Het apparaat kan op alle landgebruiksvormen worden ingezet.

De tijdsinspanning voor de Bird Alert is laag. Voor het plaatsen van de Bird Alert en het installeren van de app zal ongeveer een uur nodig zijn. Verder is er geen arbeid nodig voor het onderhoud. De aanschafkosten variëren van €2.700 tot €3.500. Bij de Bird Alert hoort een licentie waarmee de gebruiker toegang krijgt tot de webapplicatie met diverse mogelijkheden. Bij de meeste aanbieders is de licentie het eerste jaar gratis en wordt er daarna jaarlijks €80 in rekening gebracht. De Bird Alert heeft een bereik van ongeveer 12 hectare. De aanschafkosten zijn dus ongeveer €225 tot €300 per hectare en de onderhoudskosten ongeveer €7 per hectare. De levensduur bedraagt ongeveer 10 tot 15 jaar. Het onderhoud kan door de gebruiker zelf worden gedaan. Dit betreft het schoonhouden van stekkers met behulp van contactspray.

De bijkomende kosten voor een accu van 12 volt ligt tussen de €100 en €250. Daarnaast zijn er apparaten beschikbaar die werken op zonnepanelen, zodat de Bird Alert ook kan worden gebruikt op afgelegen percelen zonder toegang tot het stroomnet. De zonnepanelen zijn in verschillende maten verkrijgbaar, de benodigde afmeting hangt sterk af van de omtrek van het perceel. De kosten voor de meest gangbare apparaten liggen tussen de €500 tot €700, maar er zijn ook duurdere varianten beschikbaar.

Het is aanbevolen om voornamelijk schade door ganzen te verminderen in winter en voorjaar. Specifiek wordt de toepassing van de Bird Alert van september tot en met april aanbevolen. Het ideale moment van toepassing is van januari tot en met maart.

De Bird Alert is in te stellen via een app. Dit kan complex zijn wanneer de gebruiker hier nog geen ervaring mee heeft. Daarnaast is het apparaat diefstalgevoelig wanneer deze onbeheerd in het land staan. Er dient een veilige opslaglocatie te zijn voor momenten waarop de laser niet in gebruik is en het is aan te raden om een tracking device aan het apparaat te bevestigen zodat het kan worden opgespoord bij diefstal. Een andere maatregel tegen diefstal is om een stroomdraad om het apparaat te plaatsen dat alleen met een sleutel kan worden verwijderd.

Wet- en regelgeving

Afhankelijk van de aard van de te treffen akoestische maatregel is het aannemelijk dat regelgeving uit het omgevingsplan of plaatselijke verordening mede bepalend is voor het kunnen gebruik maken van, bijvoorbeeld, de Bird Alert. Er kunnen bijvoorbeeld beperkingen aan het gebruik van apparatuur worden gesteld ten aanzien van de locatie, periode en gebruik. Dit is met name relevant bij plaatsing in de buurt van (woon)bebouwing.

Ook kunnen rond natuurgebieden (Natura2000) beperkingen gelden ten aanzien van het gebruik van akoestische maatregelen en zijn binnen provincies stiltegebieden aangewezen waarbinnen ook beperkingen ten aanzien van het gebruik van verstorende geluidsbronnen gelden, om de stilte binnen deze gebieden te bewaren. Bij gebruik van akoestische maatregelen dient ook rekening te worden gehouden met mogelijke schrikreacties van weidend vee.

3.3 Afschermingsmaatregelen

Afschermingsmaatregelen behalen hun effect door schadeveroorzakende dieren te weerhouden van het betreden van een perceel. In deze paragraaf worden de effectief beoordeelde maatregelen toegelicht.

3.3.1 Afrasteringsnet

Door het plaatsen van een afrasteringsnet tussen het perceel en het water voorkomt dat ganzen het perceel niet kunnen oplopen.

Tabel 14: Score voor afrasteringsnet op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 14: Score voor afrasteringsnet op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Ecologische effectiviteit

Een afrasteringsnet (circa 50 centimeter hoog, eventueel gecombineerd met schrikdraad) langs waterlopen, tussen broed- en graasgebied, heeft een hoge, directe effectiviteit (fysieke afscherming/ belemmering) en voorkomt dat ouderparen met niet-vliegvlugge jongen op een landbouwperceel foerageren. De maatregel werkt op perceelsniveau en de daadwerkelijke vermindering van schade is zeer hoog.

Het afrasteringsnet moet regelmatig worden gecontroleerd op gebreken (hazen knagen nog weleens een net kapot) en het vastzitten van ganzenjongen of andere kleine dieren. Dit kan wenselijke neveneffecten hebben op andere overlastgevende dieren op het land, zoals de wering van koeten en eenden.

Praktische inzetbaarheid

Alle plekken tussen het perceel en het water moeten worden afgezet zodat de ganzen het perceel niet kunnen betreden. De afrasteringsnetten bestaan uit nylon netten of metaal. Het net moet een maaswijdte van maximaal 5 centimeter hebben, zodat de jongen er niet doorheen kunnen. Het afrasteringsnet moet ongeveer 50 centimeter hoog zijn en om de 4 meter (of minder) moet er een paal worden geplaatst. Als extra afscherming kan er op 10 of 15 centimeter hoogte schrikdraad worden geplaatst.

Deze maatregel is met name rendabel bij kapitaalintensieve gewassen en vollegrondsgroenteteelt. Het plaatsen van een afrasteringsnet redelijk arbeidsintensief. Daarnaast is wekelijks controle nodig om de effectieve werking van afrasteringsnetten te garanderen. De tijdsbesteding is afhankelijk van de schade aan de afrasteringsnetten; soms volstaat een controleronde, soms zal het gaas moeten worden hersteld. Voor optimale werking van het afrasteringsnet moet onder meer roest worden bestreden, vuil en bladeren worden verwijderd en begroeiing worden voorkomen. In het geval van een schrikdraad moet er goed worden gecontroleerd of er geen begroeiing tegen het schrikdraad komt waardoor de stroom weglekt. Bovendien kunnen er jongen vast komen te zitten in het net.

De aanschafkosten van het afrasteringsnet , inclusief palen, zijn rond de €4.000 per kilometer (dus €4 per meter). Maar dit is erg afhankelijk van de kwaliteit van het afrasteringsnet en de materiaalkeuze.

De bijkomende kosten voor een 12 volt schrikdraadapparaat, inclusief schrikdraad, zijn afhankelijk van de omtrek van het perceel. De kosten liggen gemiddeld tussen €100 en €500. Daarbij zijn de kosten voor een accu van 12 volt vergelijkbaar, tussen €100 en €250. Daarnaast zijn er apparaten beschikbaar die werken op zonnepanelen, zodat het schrikdraadapparaat ook kan worden gebruikt op afgelegen percelen zonder toegang tot het stroomnet. De zonnepanelen zijn in verschillende maten verkrijgbaar, de benodigde afmeting hangt sterk af van de omtrek van het perceel. De kosten voor de meest gangbare apparaten liggen tussen de €500 tot €700, maar er zijn ook duurdere varianten beschikbaar.

Plaatsing van gaas op het eigen perceel zorgt niet voor verstoringen voor mensen. Het afrasteringsnet kan eventueel in weg staan bij landwerkzaamheden. De installatie van het afrasteringsnet is arbeidsintensief en moet goed gebeuren. In het geval dat er ook schrikdraad wordt geplaatst, kan de plaatsing complex zijn. Het afrasteringsnet met schrikdraad kan ook worden geïnstalleerd door een extern bedrijf.

3.4 Beheermaatregelen

Beheermaatregelen behalen hun effect door schadeveroorzakende dieren te doden. In deze paragraaf worden de effectief beoordeelde maatregelen toegelicht.

3.4.1 Ondersteunend afschot

Bij ondersteunend afschot worden individuele dieren ter verjaging geschoten en gaat het om directe schadebestrijding.

Tabel 15: Score voor ondersteunend afschot op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 15: Score voor ondersteunend afschot op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Ecologische effectiviteit

Ondersteunend afschot kan ganzen voor enkele dagen tot weken van het perceel verjagen. Na die periode bestaat de kans dat ze opnieuw zullen neerstrijken op het perceel. De directe effectiviteit van verjaging is zeer hoog, door een hoge schrikreactie. De kans op gewenning is laag, met name als het afschot op willekeurige basis is (onvoorspelbaar). De maatregel heeft een hoge mate van ecologische effectiviteit, omdat uit onderzoek blijkt dat ganzen gebieden met afschot mijden en ondersteunend afschot bijdraagt aan die afschrikkende werking. Het blijkt ook dat sociaal georganiseerde dieren die in groepsverband foerageren, zoals ganzen, een hoog leervermogen hebben. Hoewel deze maatregel volgens verschillende onderzoeken effectief is om schade aan gewassen te beperken, blijkt niet uit alle onderzoeken een even duidelijk effect. Een gecoördineerde aanpak van verjaging door grondgebruikers en afschot door jagers is het meest effectief.

Ondersteunend afschot werkt op perceelsniveau, maar kan op de schaal van meerdere bedrijven of zelfs regio’s gericht zijn. Bijvoorbeeld met ganzenopvanggebieden, waarbij er op regionale schaal wordt gestreefd naar een combinatie van habitatbeheer en verjaging met ondersteunend afschot om de ganzen te concentreren in een gebied.

De grondgebruiker moet rekening houden met de inzet van ondersteunend afschot indien er zich weidevogels in het gebied bevinden. Ondersteunend afschot kan namelijk ongewenste effecten hebben op deze soortgroep (geluidsoverlast en schrikreactie). Daarnaast is sprake van een ongewenst neveneffect indien dierenleed ontstaat door het afschot, oftewel ‘crippling’.

Het toepassen van ondersteunend afschot kan tegelijkertijd ook andere overlastgevende dieren verjagen die op het land aanwezig zijn, zoals duiven, koeten, zwanen, kraaiachtigen, eenden en meeuwen.

Verjaging met ondersteunend afschot blijkt effectiever dan verjaging zonder afschot vanwege de afschrikkende werking en de associatie die ganzen daardoor leggen met niet-dodelijke verjaagmiddelen. Afschot kan dus goed gecombineerd worden met andere (visuele) maatregelen.

Praktische inzetbaarheid

Bij ondersteunend afschot worden individuele dieren ter verjaging geschoten en gaat het om directe schadebestrijding. Dit gebeurt op het perceel. Hierbij wordt minimaal twee keer per week schade bestreden door middel van afschot van de schadeveroorzakende diersoort in de periode dat er schade wordt veroorzaakt.

Ondersteunend afschot kan worden toegepast op alle landgebruiksvormen, hoewel die methode afhankelijk van het seizoen enorm wordt bemoeilijkt vanwege dekking en belemmering van zicht (denk bijvoorbeeld aan de maïsteelt).

De tijdsinspanning van de agrariër bij ondersteunend afschot is beperkt tot het overleg met de jager. Er zijn voor agrariërs momenteel geen kosten verbonden aan de uitvoering van ondersteunend afschot door jagers. De (indirecte) kosten en tijdsbesteding voor de uitvoering van deze maatregel zijn hoog en komen ten laste van de jager.

Ondersteunend afschot heeft ongewenste effecten op mensen in de vorm van overlast indien er te dicht bij de bebouwde kom of een recreatiegebied wordt geschoten. Er dient rekening te worden gehouden met de veiligheid van mensen, maar ook met mogelijke schrikreacties en klachten. Dodelijk afschot sluit mogelijk minder goed aan bij de visie op natuur en dierenwelzijn van een aantal gebiedspartijen.

Wet- en regelgeving

Ter ondersteuning van verjaging mag onder voorwaarden de grauwe gans, kolgans en brandgans met een hagelgeweer of kogelgeweer worden gedood (enkele individuen per verjaagactie). De voorwaarden waaronder afschot plaats mag vinden verschillen per provincie.

Ondersteunend afschot is alleen mogelijk indien een specifieke toestemming op basis van de Omgevingswet is verkregen. Dit kan gaan om een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit voor het doden van een schadeveroorzakende soort, of een aanwijzing als vergunningvrije activiteit voor bepaalde soorten in een omgevingsverordening. Ook aan het gebruik van een (jacht)geweer zijn voorwaarden verbonden, voortvloeiend uit de Wet Wapens en Munitie en de Omgevingswet.

Let op: mogelijk wordt in de vereisten van de omgevingsvergunning aangegeven dat twee preventieve maatregelen dienen te worden genomen. In deze context kan ondersteunend afschot geen deel uitmaken van de twee preventieve maatregelen.

4. Algemene juridische opmerkingen

Enkele algemene juridische opmerkingen rond het toepassen van preventieve middelen ter voorkoming van faunaschade

Er geldt een eigen verantwoordelijkheid voor het voorkomen of beperken van faunaschade aan eigendommen, gewassen of vee. Om voor een tegemoetkoming in faunaschade in aanmerking te komen, is het nemen van niet-dodelijke preventieve maatregelen daarom in de meeste gevallen vereist. In de Faunaschade Preventiekit voor verschillende diersoorten leest u hier meer over. Soms valt onder deze preventieplicht ook het doden van dieren. Het vangen en doden van beschermde dieren is in veel gevallen omgevingsvergunningplichtig. Soms geldt voor een specifieke soort binnen de provincie een vrijstelling van de vergunningplicht op grond van de provinciale omgevingsverordening. Het is steeds van belang om te onderzoeken of een soort op grond van een dergelijke regel mag worden gevangen of gedood, of dat er sprake is van een omgevingsvergunningsplicht.


Verjaging en verstoring nabij natuurgebieden

Op de Informatiekaart Natuur (IKN) op de website van BIJ12 is veel informatie te vinden over waar natuurgebieden liggen en welke beperkingen daar gelden. Hier kun je bijvoorbeeld de ligging van ganzenfoerageergebieden, Natuurnetwerk Nederland (ecologische hoofdstructuur) of Natura2000-gebieden aantreffen. Ook informatie over no-fly-zones voor drones is daar gepubliceerd. Actieve verstoring door verjaging met ondersteunend afschot of het gebruik van verstorende middelen kan omgevingsvergunningplichtig zijn in of nabij Natura2000-gebieden. Hier moet onderzoek naar worden gedaan door degene die de activiteit wil verrichten.