De laatvlieger: Zo bescherm je deze honkvaste vleermuis

Gepubliceerd op: 11 augustus 2025

De laatvlieger is een beschermde vleermuissoort die in Nederland voorkomt. Hij leeft jarenlang op dezelfde plek, vaak in spouwmuren of onder daken. Als gebouwen worden gerenoveerd of verduurzaamd, kan zijn verblijfplaats verdwijnen. Hoe bescherm je deze honkvaste vleermuis als zijn leefomgeving verstoord wordt?  

In het nieuwe kennisdocument ‘De laatvlieger’ van BIJ12 staan actuele inzichten over zijn gedrag en verblijfplaats én de maatregelen die nodig zijn om hem te beschermen. Want voor de laatvlieger geldt: wie hem wil helpen, moet maatwerk leveren.

Een ongewone vleermuis

De laatvlieger is een van de grootste vleermuissoorten van Nederland. Hij jaagt op insecten en vliegt pas zo’n 15 minuten na zonsondergang uit – een gewoonte die hem zijn naam opleverde.

Opvallend is zijn sterke voorkeur voor rust en stabiliteit. Deze vleermuis verblijft graag in spouwmuren en onder daken, vaak midden in woonwijken. Hij blijft daar soms jaren, of zelfs zijn hele leven. Die honkvastheid maakt hem kwetsbaar: als zijn verblijfplaats wordt verstoord, is het onzeker of hij een nieuw onderkomen vindt. Door zijn verborgen levenswijze is hij lastig te onderzoeken én te beschermen.

“We weten nog relatief weinig over deze soort”, zegt stadsecoloog Mark Hoksberg, die meewerkte aan het document. “Juist daarom is het zo waardevol dat dit kennisdocument er nu is. Verschillende partijen hebben hier lang op gewacht.”

Leefgebied onder druk

Laatvliegers verblijven meestal in en rond de bebouwde omgeving – precies daar waar regelmatig werkzaamheden plaatsvinden. Bij renovatie of verduurzaming kunnen deze verblijfplaatsen verdwijnen.

“De laatvlieger heeft specifieke eisen”, benadrukt Hoksberg. “Een combinatie van ruimtes met verschillende microklimaten is essentieel. Denk aan een aangepaste spouwmuur met doorgang naar het dakbeschot. Alleen dan is er kans dat deze soort de nieuwe voorziening accepteert.”

Omdat deze vleermuis langzaam went aan veranderingen, kan het lang duren voordat maatregelen effect hebben. Dat vraagt om zorgvuldige voorbereiding én langdurige monitoring.

Handvatten voor onderzoek

Naast informatie over de laatvlieger, zijn leefgebied en beschermingsmogelijkheden, beschrijft het kennisdocument onderzoeksmethoden en biedt het richtlijnen voor maatwerkvoorzieningen.

Onderzoek naar de laatvlieger is complex: hij is moeilijk te vinden en laat zich zelden direct observeren. “Daarom zijn er verschillende onderzoeksmethoden nodig”, vertelt Margaret Konings, ecoloog bij Bureau Natuurlijk BV. “In kleine gebieden wordt gewerkt met ‘continu overzicht’. Daarbij moet je vanaf één plek minstens 75% van het gebied kunnen overzien. In grotere gebieden is dat niet haalbaar. Dan zijn passende hulpmiddelen nodig, zoals zenders (telemetrie), om de laatvlieger te kunnen volgen. Met zenders wordt ook onderzocht wat het verhuisgedrag is van laatvliegers en hoe ze gebruikmaken van het landschap.”

Maatwerk is van grote waarde

De richtlijnen voor onderzoek en goede maatwerkvoorzieningen zijn van grote waarde voor ecologisch adviseurs en vergunningverleners. Een goed laatvliegeradvies geeft inzicht in het netwerk van verblijfplaatsen, het verwachte aantal dieren en de specifieke eisen van de kolonie. Ook moet het advies duidelijk maken hoe werkzaamheden worden gepland en gemonitord.

“Zonder een helder beeld van het hele netwerk van een kolonie, inclusief de eisen die worden gesteld aan het verblijf, is effectieve bescherming niet mogelijk”, benadrukt Konings.

Een belangrijke stap richting betere bescherming

De laatvlieger heeft bijzondere eigenschappen en is erg gevoelig voor veranderingen in zijn leefomgeving. Tegelijkertijd is er nog relatief weinig wetenschappelijk onderzoek naar deze soort gedaan.

Met het nieuwe kennisdocument is er een belangrijke stap gezet richting betere bescherming. Het biedt duidelijke kaders en praktische handvatten voor iedereen die met deze soort te maken heeft: van ecologen tot beleidsmakers en uitvoerende partijen.

“De laatvlieger staat op de Rode Lijst en verdient onze zorgvuldige aandacht”, besluit Hoksberg. “Met dit document hebben we eindelijk de kennis en richtlijnen in handen om daar richting aan te geven.”

Bekijk het Kennisdocument Laatvlieger

Voor wie?

De twee belangrijkste doelgroepen van het kennisdocument zijn initiatiefnemers van ruimtelijke activiteiten (en hun ecologisch adviseurs) en bevoegde gezagen (waaronder provincies). Het kennisdocument laat zien hoe zij rekening kunnen houden met de laatvlieger bij ruimtelijke activiteiten en bij het indienen en beoordelen van een omgevingsvergunningaanvraag in het kader van de Omgevingswet. Het kennisdocument kan landelijk worden toegepast.

Door wie?

BIJ12 beheert en coördineert namens de provincies kennisdocumenten voor meerdere beschermde diersoorten. Het kennisdocument is tot stand gekomen in een werkgroep van ecologische en experts op het gebied van vergunningverlening flora- en fauna, onder leiding van BIJ12. In de werkgroep zaten meerdere soortexperts – onder wie vertegenwoordigers van de Zoogdiervereniging en Netwerk Groene Bureaus en bevoegde gezagen zoals de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en provincies.

Bekijk het overzicht van alle kennisdocumenten

Gerelateerd nieuws