De laatvlieger: Zo bescherm je deze honkvaste vleermuis
11 augustus 2025
De laatvlieger is een beschermde vleermuissoort die in Nederland voorkomt. Hij leeft jarenlang op...
Lees meer
De haas is een icoon van het Nederlandse landschap en hier niet weg te denken. Toch is de trend van het aantal hazen al jaren negatief. Om de diersoort beter te beschermen, brengt BIJ12 voor het eerst alle beschikbare informatie samen in ‘Kennisdocument Haas’.

Een jong haasje schuilt in het gras. (foto: Saxifraga-Mark Zekhuis)
Het meest fascinerende aan een haas is toch wel de manier waarop de jongen worden gezoogd, vindt Mirjam Vijfhuize van BIJ12, die als schrijver meewerkte aan het kennisdocument. “Een jong haasje moet het doen met slechts een paar minuten per dag, terwijl bijvoorbeeld kittens heel vaak en lang worden gezoogd.” Elke avond, ongeveer drie kwartier na zonsondergang, keren de jongen terug naar hun geboorteplek. Een uur na zonsondergang verschijnt de moerhaas om hen daar te zogen. “Het is ontzettend voedzame melk”, legt ecoloog Jasja Dekker uit, die ook betrokken was bij het document. Deze opmerkelijke werkwijze van de soort heeft te maken met de veiligheid van de jonge dieren. “Het valt op bij andere dieren als de moerhaas vaak naar haar jongen gaat.”

Een bruine kiekendief valt een haas aan.
Ondanks het feit dat de haas in Nederland algemeen aanwezig is, zijn er toch zorgen. Sinds 2020 staat de haas als ‘gevoelig’ gekenmerkt op de Rode Lijst van Zoogdieren. Ondanks dat hazen nog in vrijwel heel het land voorkomen, zijn ze sinds de jaren ’50 sterk in aantal afgenomen. Daarom zijn ze op de lijst gezet. “Deze ontwikkeling is in heel Europa te zien en dat is geen goed teken”, zegt Dekker. “Als algemene soorten afnemen, gaat er iets echt niet goed.”
Het kennisdocument is het eerste document dat veel woorden geeft aan de factoren waardoor de haas onder druk staat, geeft Vijfhuize aan. “De landbouw wordt steeds grootschaliger, en dat is de belangrijkste oorzaak van de afname van de populatie. Veel jonge haasjes redden het niet door maaiwerkzaamheden en het gebrek aan dekking van ongemaaide randen, heggetjes en greppels. Ze hebben ook last van meer eenvormige percelen.” In de polders bevinden zich enorme percelen waar in één keer alles gemaaid of geoogst wordt. Dekker: “Maaien of oogsten gaat snel, en bij veel boeren over vele hectaren tegelijk. Dat heeft grote impact op de haas.”
Er zijn ook andere factoren, zoals de invloed van het weer, ziektes en het verdwijnen van leefgebied door nieuwbouw. “Een haas kan zich moeilijk verplaatsen uit zo’n gebied als die ingesloten is door wegen, kanalen of rivieren”, zegt Dekker.

Wat hazen kan helpen, is de verbetering van habitat. “Variatie in gewassen is goed voor de haas”, vertelt Vijfhuize. “Net als verschillende maaidagen, zodat er altijd iets blijft staan. Voor de dekking helpt ook het aanbieden van hagen en het behouden van greppels.” Dekker pleit voor agrarisch natuurbeheer. “Veel maatregelen die gunstig zijn voor hazen komen overeen met die voor weidevogels. Daar zou je boeren voor kunnen belonen. De compensatie van verlies van leefgebied door woningbouw zou dan plaats vinden door het geschikter maken van landbouwgebied.”
Bij een nieuwbouwwijk zou het mooi zijn als de haas zich kan verplaatsen, vertelt Dekker. “Als een wijk is ingesloten, zou je een corridor kunnen maken. Dat is nieuw. Het is kijken hoe dat werkt.” Zijn advies is om op tijd te beginnen met het betrekken van natuur in een project. “Wat je regelmatig ziet, is dat men bij een bouwproject ‘ineens’ tegen beschermde soorten aanlopen. Vaak krijgt de natuur de schuld. In de krant lees je dan bijvoorbeeld: ‘Bouw gaat niet door vanwege haas.’” Dit is te voorkomen. Als op tijd wordt geïnventariseerd welke soorten aanwezig zijn in het plangebied, kan het haast leuk worden om natuurmaatregelen op te nemen in het projectplan, stelt Dekker. “Het heeft tijd nodig, maar het kennisdocument biedt toepasbare oplossingen. Ik merk dat grotere projectontwikkelaars graag rekening houden met soorten als de haas, ook waar ze vrijgesteld zijn. Ze zien dat als verantwoord ondernemen.”
Dekker beschouwt het kennisdocument als een mooie basis die in de komende jaren verder verbeterd en aangepast kan worden. “Het was pittig om dit document te maken, omdat er eigenlijk weinig ervaring is met maatregelen voor de haas binnen ruimtelijke ontwikkeling. We zullen in de komende jaren veel moeten uitproberen en bijschaven. Daarom is aan het document een bijlage toegevoegd waarin staat vermeld op welk vlak er kennislacunes zijn.”
De twee belangrijkste doelgroepen van het kennisdocument zijn initiatiefnemers van ruimtelijke activiteiten (en hun ecologisch adviseurs) en bevoegde gezagen (waaronder provincies). Het kennisdocument laat zien hoe zij rekening kunnen houden met de haas bij ruimtelijke activiteiten en het indienen en beoordelen van een omgevingsvergunningaanvraag in het kader van de Omgevingswet. Het kennisdocument kan landelijk worden toegepast.
BIJ12 beheert en coördineert namens de provincies voor meerdere beschermde diersoorten een kennisdocument. Een werkgroep met ecologische en juridische experts, onder leiding van BIJ12, heeft het kennisdocument over de haas opgesteld. Jasja Dekker zat als soortexpert in de werkgroep, Mirjam Vijfhuize namens BIJ12. Daarnaast zaten in de werkgroep nog andere soortexperts en vertegenwoordigers van bevoegde gezagen zoals de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en provincies.
Bekijk het Kennisdocument Haas
Een haas in grasland.