Betalingen aan het collectief en deelnemers

Lees meer
Dit deelproces beschrijft hoe de agrarische collectieven het met de deelnemers afgesproken beheer vastleggen en de uitvoering ervan schouwen. Ook besteden we aandacht aan het doorgeven van wijzigingen in het beheer en het melden van het uitvoeren van beheeractiviteiten aan RVO.
Datum/periode | Activiteit |
---|---|
15 december | Collectieven dienen uiterlijk 15 december het jaarlijks (voorgenomen) beheer in bij RVO. |
15 februari | RVO zet de opgave van het jaarlijks beheer uiterlijk 15 februari in PLEIO |
14 dagen voor uitvoering | Collectieven geven wijzigingen of aanvullingen op het beheer uiterlijk 14 dagen voor uitvoering van het beheer door |
31 mei | Collectieven voegen uiterlijk 31 mei percelen of beheer toe; grondgebruik, oppervlakte/ligging en leefgebied staan goed in SCAN-ICT |
30 september | Collectieven kunnen tot deze datum beheeractiviteiten op perceel niveau wijzigen (Percelen mogen worden verkleind) |
Eerste werkdag van oktober | Op de eerste werkdag van oktober dienen collectieven hun verantwoording in. |
Zie pakkettenboekje | Collectieven melden tijdig de beheeractiviteiten |
Na het ontvangen van de beschikking op de gebiedsaanvraag sluiten de collectieven definitieve beheercontracten af met individuele deelnemers. Wanneer bij de voorintekening een concept-beheercontract was afgesloten, dan wordt het contract definitief gemaakt. Afhankelijk van het collectief kunnen contracten gedetailleerde afspraken bevatten over de planning van de uitvoering van periodieke en jaarlijks uit te voeren beheeractiviteiten.
De collectieven aggregeren alle definitieve beheercontracten tot één overzicht en zetten dit overzicht in SCAN-ICT. Op die manier dienen de collectieven het jaarlijks (voorgenomen) beheer in bij RVO. Dit gebeurt voor 15 december van het jaar voorafgaand aan het jaar van uitvoering.
RVO controleert of het jaarlijks beheer op tijd is ingediend. RVO meldt een korting aan het betreffende collectief als het jaarlijks beheer te laat is ingediend. RVO rapporteert zo snel mogelijk na 15 december over het jaarlijks beheer aan de provincies (via PLEIO, het online samenwerkingsplatform van de provincies, code 010). De uiterste datum voor deze rapportage is 15 februari. Na het indienen van de verantwoording zet RVO ook deze gegevens op PLEIO.
Het delen van de rapportage met de waterschappen verschilt per provincie en wordt vastgelegd in onderlinge afspraken. De provincie kan de geo-informatie uit de rapportage van RVO, gesplitst per waterschap en per collectief, naar de waterschappen sturen.
Collectieven kunnen via SCAN-ICT wijzigingen en/of aanvullingen doen op het jaarlijks beheer. Deze moeten binnen bepaalde termijnen zijn gemeld. Voor verschillende pakketten gelden verschillende meldingstermijnen. Deze staan opgenomen in Bijlage 2 Beleidsregel verlagen subsidie GLB. Het verkleinen van percelen of het intrekken van beheer kan tot 1 oktober. Het toevoegen van percelen en beheer moet voor 31 mei (artikel 3.11 e. van SVNL2016). Op die datum moeten grondgebruik, oppervlakte/ligging en leefgebied goed in SCAN-ICT staan.
Tijdens het uitvoeren van het jaarlijks beheer doet het collectief via SCAN-ICT meldingen aan RVO over het ingeplande en uitgevoerde beheer. Bij bepaalde beheeractiviteiten moet het collectief een aantal werkdagen van tevoren aangeven dat de activiteit ingepland staat. Andere beheeractiviteiten moet het collectief direct na uitvoering melden. De meldingstermijnen staan in Bijlage 2 Beleidsregel verlagen subsidie GLB4 en in het Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer (het ‘pakkettenboekje’) van BoerenNatuur.
RVO controleert aan de hand van de data genoemd in de wet- en regelgeving of het collectief de meldingen tijdig doorgeeft. Bij niet tijdige nakoming kan RVO een korting op de subsidie berekenen.
Het collectief is verantwoordelijk voor het nakomen van het in de beschikking vastgelegde beheer. De deelnemer voert de beheeractiviteiten uit die zijn vastgelegd in het definitieve beheercontract.
Het collectief voert een schouw uit bij de deelnemers met wie zij een beheercontract heeft afgesloten. Dit is een interne controle binnen het collectief na het uitvoeren van de beheeractiviteiten door de deelnemer. Het collectief controleert of de deelnemer de beheerpakketten volgens afspraak (deelnemerscontract) uitvoert. Ook beoordeelt het collectief de kwaliteit van de uitgevoerde beheerpakketten en doet het collectief (indien nodig) handreikingen om het beheer te verbeteren. Het collectief legt de resultaten van de schouw in een rapport vast. Er kan een externe partij bij de schouw betrokken worden.
Naast de schouw voeren collectieven de beheermonitoring uit met als doel de uitvoering van het beheer te optimaliseren voor de doelsoorten. Dit is een verplicht onderdeel uit het programma van eisen waaraan collectieven moeten voldoen in het kader van certificering.