Bescherming en wet- en regelgeving
Wettelijke bescherming
De wolf is aangewezen als strikt beschermde soort in:
- Het Verdrag van Bern;
- Bijlage II en IV van de Habitatrichtlijn.
In de Wet natuurbescherming (later in de Omgevingswet) is daarom een beschermingsregime geformuleerd. Dit houdt in dat er ten aanzien van de wolf een aantal verboden gelden. Het is verboden om:
- in het wild levende wolven in hun natuurlijke verspreidingsgebied opzettelijk te doden, vangen of verstoren;
- de voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van deze dieren te beschadigen of vernielen;
- uit het wild afkomstige wolven, dood of levend, in bezit te hebben
Een ander internationaal juridisch kader vormt het verdrag van Washington (CITES ). Dat verdrag is relevant voor het vervoeren van dode of levende wolven of delen daarvan.
Vanwege deze bescherming moet de wolf in Nederland ook gemonitord worden.
Beleid in andere Europese landen
Binnen Europa wordt verschillend invulling gegeven aan de bescherming van wolven. Dit hangt vooral af van de per land of regio verschillende status in de habitatrichtlijn (bijlage IV of bijlage V soort). In een aantal Europese landen of regio’s mag de wolf beheerd worden. Dat wil zeggen dat het doden van de wolf plaatsvindt binnen een set aan beheersmaatregelen, die verenigbaar zijn met een gunstige staat van instandhouding. Dat is het geval in Estland, Letland, Litouwen, Bulgarije, Polen, Slowakije, in het Spaans gebied ten noorden van de rivier Duero, in het Finse rendierbeschermingsgebied en op het Griekse grondgebied boven de 39ste breedtegraad.
In andere landen is het mogelijk om af te wijken van van de algemene beschermingsstatus van de wolf. Onder meer Frankrijk, Hongarije, Kroatië, Roemenië, Slovenië en Zweden vragen dergelijke wetsafwijkingen aan, op basis waarvan afschotlicenties toegestaan kunnen worden. Uit de randvoorwaarden volgt dat alleen toestemming kan worden gegeven voor een ingreep ten aanzien van de wolf als: a. de ingreep plaatsvindt vanwege een door de wet erkend belang, b. er geen andere bevredigende oplossing is voor de ingreep, en c. er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van de betrokken wolf in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan. Deze randvoorwaarden zijn opgenomen in artikel 16 van de Habitatrichtlijn en neergelegd in de Wet natuurbescherming (vanaf 1 januari 2023 de Omgevingswet). Alleen als aan drie voorwaarden is voldaan kan een uitzondering worden gemaakt op het verbod om wolven te doden, te vangen of te verstoren.
De Zweeds-Noorse populatie bestaat uit ongeveer 400 wolven, waarvan 90% in Zweden voorkomt. In zowel Zweden als Finland wordt de wolf bejaagd in het noordelijke rendierengebied (habitatrichtlijn bijlage V), met een jaarlijks afschot van 40 tot 80 dieren.