Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
Het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) is sinds 1962 het landbouwbeleid van de Europese Unie. Binnen de kaders van het GLB bepalen de EU lidstaten hun eigen landbouwbeleid. Het GLB bestaat uit 2 pijlers: landbouwsubsidies en subsidies voor plattelandsontwikkeling. Onder pijler 1 vallen de Inkomensondersteuning en het Markt- en prijsbeleid. Onder pijler 2 valt het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP). In POP zijn maatregelen opgenomen om het platteland van Europa te versterken.
GLB 2014-2020
In 2014 is een nieuwe periode van het GLB ingegaan. Deze periode loopt tot en met 2020. In dit GLB ligt de nadruk op het stimuleren van duurzame landbouw en nieuwe landbouwtechnieken. Het uitgangspunt is dat landbouwbedrijven innovatiever gaan werken en daarbij ook rekening houden met klimaatverandering en behoud van biodiversiteit.
Vergroening van pijler 1
Een belangrijke hervorming in het GLB 2014-2020 is de ‘vergroening’ van de eerste pijler. Inkomensondersteuning is hiermee meer afhankelijk van milieudoelen gemaakt. Aan 30% van de totale inkomenssteun die landbouwers kunnen krijgen, is de voorwaarde gekoppeld dat landbouwers milieuvriendelijke maatregelen nemen.
Plattelandsontwikkelingsprogramma en agrarisch natuurbeheer
Vanuit pijler 2 wordt in het huidige Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP 3) het collectief agrarisch natuurbeheer mogelijk gemaakt en gefinancierd. Het agrarisch natuurbeheer vormt als agromilieu en -klimaatmaatregel een belangrijk instrument in het plattelandsbeleid. Agrarisch natuurbeheer heeft ook raakvlakken met de ‘vergroening’ van pijler 1 van het GLB. Het Agrarisch natuurbeheer moet kunnen worden ingezet om te voldoen aan de vergroening.
Meer informatie over het Agrarisch natuurbeheer en het GLB kunt u vinden op de pagina Agrarisch natuurbeheer en het GLB . Hier staan o.a. de kamerbrieven over de Nederlandse invulling van het GLB van de staatssecretaris van Economische Zaken en de RVO Nieuwsbrief Gemeenschappelijk landbouwbeleid.