Wet op de Archeologische Monumentenzorg
De Wet op de Archeologische Monumentenzorg is de Nederlandse uitwerking van het Verdrag van Malta (la Valetta). Het is een raamwet die regelt hoe rijk, provincie en gemeente bij hun ruimtelijke plannen rekening moeten houden met het erfgoed in de bodem. De Wet op de Archeologische Monumentenzorg is op 1 september 2007 in werking getreden.
Doelstelling
De nieuwe wet beoogt het culturele erfgoed (en vooral het archeologische erfgoed) te beschermen. Wat is archeologisch erfgoed? Dat zijn alle fysieke overblijfselen, zowel in als boven de grond, die bijdragen aan het verkrijgen van inzicht in menselijke samenlevingen uit het verleden.
De uitgangspunten van de nieuwe wet
- Archeologische waarden zoveel mogelijk in de bodem bewaren en alleen opgraven als behoud in de bodem (in situ) niet mogelijk is.
- Vroeg in de ruimtelijke ordening al rekening houden met archeologie.
- Initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen moeten in een vroegtijdig stadium aangeven hoe ze met eventuele archeologische waarden bij bodemverstorende ingrepen omgegaan. Dit houdt in: een verplichting tot vooronderzoek bij werkzaamheden die de grond gaan verstoren. De invoering hiervan wordt geregeld via bestemmingsplannen en vrijstellingen, de mer-plichtige activiteiten en ontgrondingen.
- Bodemverstoorders betalen archeologisch onderzoek en mogelijke opgravingen. De kosten voor noodzakelijke archeologische werkzaamheden komen ten laste van de initiatiefnemer tot de bodemverstorende activiteit.
Instrumenten
De aanwijzing van archeologische attentiegebieden door de provincies. Gemeenten moeten in hun omgevingsplannen en streekplannen deze attentiegebieden verder uitwerken. Voordat er in deze gebieden in de grond gewerkt kan worden, is een archeologisch vooronderzoek verplicht. Verder bevat de wet tal van handvatten voor vergunningen en vrijstellingen.
Dwarsverbanden
De Wet op de Archeologische Monumentenzorg is de Nederlandse uitwerking van het Verdrag van Malta (la Valetta). Met de nieuwe Wet op de Archeologische Monumentenzorg wordt een aantal andere wetten ook aangepast, waaronder de Monumentenwet 1988, de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Ontgrondingenwet, de Wet Milieubeheer en de Woningwet.
Ook is sinds 1 oktober 2010 Wabo (Wetsvoorstel algemene bepalingen omgevingsrecht) van kracht. Deze wet bundelt bestaande vergunnings- en toestemmingsstelsels die te maken hebben met ingrepen in de leefomgeving, zoals wonen, monumenten, ruimte en milieu. De omgevingsvergunning die voortkomt uit deze wet is onder andere van toepassing op tuinen en parken die behoren tot ons cultureel erfgoed. Archeologische rijksmonumenten vallen niet onder de Wabo, maar monumenten die op provinciaal of gemeentelijk niveau zijn aangewezen wel.