Uniformiteit in 12 provincies; het SNL kent een landelijke systematiek; het is een landelijk stelsel
Binnen het stelsel is sprake van een gebiedsgerichte benadering
Ruimte voor regionaal maatwerk; rekening houden met regionale verschillen
Provincies stellen doelen/kaders en regisseren overleg (sturen op hoofdlijnen)
Afstemming met en samenwerking tussen alle partijen die landschap en (agrarische) natuurgebieden beheren en kunnen bijdragen aan natuurkwaliteitsdoelstellingen
Afrekenen op uitgevoerd beheer; geen resultaatverplichting
Robuust stelsel: beleidswijzigingen zijn eenvoudig in te passen
Meer verantwoordelijkheid voor en vertrouwen in de beheerders
Europa stelt regels voor Staatssteun en controle op de inzet van POP-gelden.
In het SNL zijn de regels zoveel mogelijk beperkt tot de Europese eisen:
Natuurbeheer: Staatssteun
Agrarisch natuurbeheer: Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) en pijler 2 van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid. De uitvoering van en de betalingen voor het agrarisch natuurbeheer moeten EU-conform zijn. Ook wordt de subsidie deels gefinancierd vanuit Europa