Nederland is verplicht om bepaalde vegetaties- en diersoorten in stand te houden: de instandhoudingsdoelen. Om te bepalen waar de instandhoudingsdoelen van vegetaties daadwerkelijk liggen, wordt een habitattypenkaart opgesteld. Dit gebeurt op basis van hoogwaardig veldwerk.
Anders dan planten, die een vaste standplaats hebben, bewegen dieren zich door de ruimte: hun leefgebied. Elk stukje landschap vervult een specifieke rol in de levenscyclus van een dier, bijvoorbeeld om te broeden, om te rusten of om voedsel te verzamelen. Soms is een habitattype onderdeel van dat leefgebied, soms ook een andere soort vegetatie. Die andere vegetaties kunnen ook stikstofgevoelig zijn. Van deze verschillende stikstofgevoelige vegetaties – waar een soort ook daadwerkelijk als leefgebied gebruik van maakt – wordt een onderbouwde inschatting gemaakt: de leefgebiedtypenkaart.
De habitattypenkaart en de leefgebiedtypenkaart samengevoegd leveren de habitatkaart op. Deze wordt in AERIUS gebruikt om de stikstofbelasting te toetsen.