Roofvogels
De ‘Faunaschade PreventieKit’ (FPK) voor roofvogels laat zien met welke preventieve maatregelen u landbouwschade door met name de buizerd en de havik kunt voorkomen of beperken.
De ‘Faunaschade PreventieKit’ (FPK) voor roofvogels laat zien met welke preventieve maatregelen u landbouwschade door met name de buizerd en de havik kunt voorkomen of beperken.
Vooral de buizerd en de havik veroorzaken landbouwschade, met name aan vrijloopkippen en sier- en watervogels. Zij eten van nature middelgrote tot kleine vogels en landzoogdieren. Hoofdprooien van de havik zijn duiven, gaaien, kraaiachtigen en konijnen. De buizerd is qua voedsel een opportunist: hij eet wat voorhanden is, zoals kleine zoogdieren (muizen, mollen, jonge konijnen), kleine vogels en amfibieën (kikkers), regenwormen en kevers. De buizerd is ook een aaseter, en eet vaak verkeersslachtoffers.
Vanaf de laatste decennia van de 20e eeuw is het buizerdbestand in Nederland verveelvoudigd ten opzichte van de jaren zestig, toen de vogel door gebruik van pesticiden bijna uitgestorven was. In Nederland komt hij momenteel weer algemeen voor, met een stabiele stand van ruim 10.000 broedparen. In de wintermaanden zijn er aanmerkelijk meer buizerds in Nederland te vinden, omdat er veel buizerds uit noordelijker streken in ons land overwinteren.
Haviken komen in veel kleinere aantallen voor, zo’n 2000 broedparen. Ze bevinden zich vooral in bosrijke gebieden, maar hebben een actieradius van territoria tot wel 18 kilometer.
Havik en buizerd zijn dagroofvogels, vrijlopende kippen zijn een eenvoudige prooi. Zowel buizerd als havik jagen graag vanaf een ‘uitkijkpost’, van waaruit zij hun prooi in het vizier krijgen en er dan van bovenaf op duiken.
Hieronder vindt u enkele verjaagmethoden. Zowel visuele als akoestische middelen werken maar gedurende een korte periode. Daarna wennen dieren eraan.
Nota bene: visuele middelen als vlaggen, vogelverschrikkers, ballonnen en flitsmolens mogen door elkaar gebruikt worden en kunnen elkaar ook vervangen.
Een vogelverschrikker bootst een menselijke gedaante na. Vogelverschrikkers worden met name gebruikt om vogelschade in zaaibedden en afrijpende gewassen te voorkomen.
Vogelverschrikkers bestaan vaak uit oude kleren om een houten frame, opgestopt met stro of iets dergelijks. Loshangende mouwen en broekspijpen die wapperen in de wind, versterken het effect. U moet vogelverschrikkers regelmatig verplaatsen om gewenning te voorkomen.
Er zijn vogelverschrikkers die zich na een bepaald tijdsinterval automatisch opblazen/oprichten. Dit soort vogelverschrikkers heeft een (uitschakelbare) sirene en lamp met dag/nachtschakeling. Volgens de fabrikant is deze vogelverschrikker effectief voor diverse vogelsoorten en ’s nachts (door de ingebouwde lamp) ook voor reeën en konijnen. Eén vogelverschrikker is voldoende voor een gebied van 1 tot 4 hectare. De vogelverschrikker is niet geschikt voor in de kippenren.
Met wisselend succes worden er ook wel grote zilverkleurige ‘heksenbollen’ op een hoge paal bevestigd. Hierin weerspiegelt zich de aanvliegende vogel: hij herkent zichzelf dan als concurrent en vliegt weg. Ook hierbij kan gewenning optreden.
Om met name water- en siervogels op kleine oppervlakten te beschermen, kan men een afdeknet gebruiken. De netten worden aangebracht op een frame van palen en touwen.
Nader te specificeren middelen zijn alle legale middelen die grondgebruikers willen uitproberen. Het gaat om middelen waarvan de werking niet of onvoldoende is bewezen en die niet in de Faunaschade Preventie Kit (FPK) staan, maar waarvan BIJ12 wél een realistische werking verwacht. Denk bijvoorbeeld aan afleidend voeren, laser en de inzet van robots of drones. BIJ12 kan naar zo’n kansrijk, preventief middel experimenteel onderzoek laten doen, al dan niet in samenwerking met de betreffende grondgebruiker. Op deze manier stimuleert BIJ12 de inzet van innovatieve verjaagmaatregelen die door grondgebruikers zelf zijn ontwikkeld. Lees hier meer over onderzoeken van BIJ12.
Wilt u een nieuw middel uittesten, dan kunt u vooraf de verwachte werking met een consulent van BIJ12 bespreken. Als u aanspraak wilt houden op een tegemoetkoming, vraag dan schriftelijke toestemming voor de inzet van het betreffende middel.
Roofvogels kunnen bij landbouwhuisdieren schade veroorzaken door predatie. Door de aanval van de roofvogels kunnen landbouwhuisdieren door stress en paniek elkaar verdrukken.
In onderstaande infographics ziet u wanneer faunaschade voornamelijk optreedt. Schade kunt u voorkomen met de preventieve middelen uit paragraaf 2.
Predatie treedt op bij met name pluimvee, sier- en watervogels.
Verdrukking door stress en paniek treedt voornamelijk op bij pluimvee.
BIJ12 kan onder voorwaarden tegemoetkomen in de schade die beschermde inheemse diersoorten veroorzaken aan bedrijfsmatig geteelde landbouwgewassen of gehouden landbouwhuisdieren. Vervolgschade, bijvoorbeeld door vertrapping, verslemping en vervuiling, komt niet voor een tegemoetkoming in de schade in aanmerking.
Als u in aanmerking wilt komen voor een tegemoetkoming, moet u in veel gevallen (preventieve) maatregelen nemen om de schade te voorkomen en/of beperken. De vereiste maatregelen kunnen afhankelijk zijn van gewas, diersoort, periode en gebiedsstatus. Zie hiervoor in deze preventiekit beschreven preventieve maatregelen.
Als er ondanks preventieve maatregelen toch nog schade van enige omvang optreedt, kunt u een tegemoetkoming in de schade aanvragen bij BIJ12. Deze aanvragen worden getoetst aan de beleidsregels van de provincie waarin de schadepercelen liggenDeze link opent in een nieuw tabblad.
Het indienen van een tegemoetkomingsaanvraag doet u via MijnFaunazaken. Het melden van schade doet u via www.faunaschade.nlDeze link opent in een nieuw tabblad.
Let op: aan het indienen van een tegemoetkomingsaanvraag zijn behandelkosten van 300 euro verbonden. De aanvraag kan pas worden ingediend nadat deze kosten via de betaalfunctie (iDEAL) in de applicatie zijn betaald.
Heeft u vragen over het indienen van een tegemoetkomingsaanvraagDeze link opent in een nieuw tabblad of over de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen, neem dan tijdig contact op met BIJ12. BIJ12 is bereikbaar via het algemene telefoonnummer van BIJ12: 085 – 486 22 22 (keuzeoptie 1) of info@mijnfaunazakenbij12.nl.
Voor het verjagen van een diersoortDeze link opent in een nieuw tabblad met ondersteunend afschot, is een ontheffing nodig. De Faunabeheereenheid (FBE) kan u op aanvraag machtigen om van de ontheffing gebruikt te maken, of u kunt zelf een ontheffing aanvragen:
Voor verdere informatie over de provinciale FBE’s verwijzen we u naar www.faunabeheereenheid.nlDeze link opent in een nieuw tabblad.
Wilt u meer weten over faunaschade en de voorkoming ervan? Raadpleeg dan de Faunaschade Preventie KitsDeze link opent in een nieuw tabblad (‘Bevers en beverratten’, Dassen, Duiven, Eenden, Ganzen, Haasachtigen, Hertachtigen, Hoenderachtigen, Kleine zangvogels, Koeten, Kraaiachtigen, Meeuwen, Roofvogels, Woelmuizen, ‘Wolven, vossen en marterachtigen’ en Zwanen). Maatregelen voor andere soortgroepen en de daarbij eventueel geldende richtlijnen vanuit BIJ12 zijn te vinden in de Handreiking Faunaschade (2009)(bijgewerkt op 08-02-2024).
Aan de informatie zoals weergegeven in de ‘Faunaschade Preventie Kit Roofvogels’ kunnen geen rechten worden ontleend. Weersomstandigheden, teeltkeuzes, enzovoort kunnen leiden tot schadesituaties die niet zijn beschreven. De grondgebruiker blijft in alle gevallen primair verantwoordelijk voor het voorkomen en bestrijden van schade. Alle FPK’sDeze link opent in een nieuw tabblad vormen een weergave van gedeelde praktijkervaringen en niet van alle middelen waarvan de werking wetenschappelijk is aangetoond.
BIJ12 houdt zich bezig met taken op het gebied van faunaschade door natuurlijk in het wild levende beschermde dieren. Zij reiken handvatten aan om faunaschade te voorkomen en te bestrijden. Als dat niet (meer) mogelijk is, kunnen agrariërs in bepaalde gevallen bij BIJ12 terecht voor een tegemoetkoming in de schade.