Roofvogels

Bijgewerkt op: 24 juli 2024

De ‘Faunaschade PreventieKit’ voor roofvogels laat zien met welke preventieve maatregelen u landbouwschade door met name de buizerd en de havik kunt voorkomen of beperken.

Deze Faunaschade PreventieKit is geldig vanaf november 2024

1. Inleiding

In Nederland broeden zo’n vijftien soorten roofvogels. Vooral de buizerd en de havik veroorzaken landbouwschade, met name aan vrije uitloopkippen en sier- en watervogels. De havik en buizerd jagen overdag. Vrijlopende kippen zijn een eenvoudige prooi. Zowel de havik als buizerd jagen graag vanaf een uitkijkpost, van waaruit de roofvogels hun prooi in vizier krijgen. In de wintermaanden zijn er aanmerkelijk meer buizerds in Nederland te vinden, omdat er veel uit noordelijke gebieden in ons land overwinteren. Haviken komen in kleinere aantallen voor. Ze bevinden zich vooral in bosrijke gebieden.

In de Omgevingswet is vastgelegd dat iedereen zorg draagt voor levende dieren en planten en hun directe omgeving. Dit noemen we de zorgplicht voor natuur. De Beschermde Soorten Indicator (BeSi) helpt om aan deze zorgplicht te voldoen.

2. Schade verspreid over het jaar

Landbouwhuisdieren Soort schade Roofvogelsoort Seizoen
Landbouwhuisdieren Predatie en verdrukking door stress en paniek Havik en buizerd Jaarrond

Tabel 1: Schade verspreid over het jaar.

3. Preventieve maatregelen

De maatregelen ter voorkoming van schade aan landbouwhuisdieren vallen onder de categorie afschermingsmaatregelen.  Per maatregel wordt de ecologische effectiviteit, de praktische inzetbaarheid en waar nodig de wet- en regelgeving besproken. Het referentiejaar voor alle genoemde prijzen is 2024.

De maatregelen in deze preventiekit zijn als effectief beoordeeld op basis van onderzoek waarbij gebruik is gemaakt van beschikbare studies (wetenschappelijk of praktijk), beoordelingen door experts (expert judgement) en ervaringen van agrariërs uit de praktijk. Vaak zal het nemen van een enkele maatregel schade niet kunnen voorkomen. Het wordt aanbevolen om een combinatie van maatregelen te nemen, maar ook dat biedt geen volledige garantie om schade te voorkomen.

In onderstaande tabel worden alle preventieve maatregelen weergegeven met daarbij scores op drie indicatoren (ecologische effectiviteit, tijdsinspanning en kosten). De scores (laag, gemiddeld en hoog) geven aan hoe deze maatregel wordt beoordeeld ten opzichte van andere preventieve maatregelen binnen deze faunaschade preventiekit.

MAATREGELEN ECOLOGISCHE EFFECTIVITEIT TIJDSINSPANNING AGRARIËR KOSTEN AGRARIËR
Afscherming​
Afdeknetten Hoog Hoog Hoog
Aanpassing verblijf Hoog Laag Laag

Tabel 2: Overzicht preventieve maatregelen voor roofvogels.

3.1 Afschermingsmaatregelen

Afschermingsmaatregelen behalen hun effect door schadeveroorzakende dieren te weerhouden van het betreden van een perceel. In deze paragraaf worden de effectief beoordeelde maatregelen toegelicht.

3.1.1 Afdeknetten

Afdeknetten zijn netten die over het perceel worden gespannen om roofvogels te weren. Ze kunnen worden toegepast bij de bescherming van vogels en pluimvee tegen roofvogels.
Tabel 3: Score voor afdeknetten op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 3: Score voor afdeknetten op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Afdeknetten

Figuur 1: Afdeknetten tegen roofvogels

Ecologische effectiviteit

Het gebruik van afdeknetten is een ecologisch effectieve maatregel met een langdurig positief effect. Een afdeknet is het effectiefst als een perceel volledig wordt omheind (bovenkant en zijkanten). Zolang de netten volgens de richtlijnen worden geplaatst is de kans op gewenning erg laag en biedt het net bescherming voor onbepaalde tijd.  Het is van belang om de netten goed te plaatsen, zodat er geen zwakke plekken zijn waardoor roofvogels alsnog kunnen binnendringen.

Afdeknetten kunnen op percelen van verschillende groottes worden gebruikt. Het gebruik van afdeknetten heeft een beperkt effect op andere diersoorten buiten het perceel. De inzet van afdeknetten stelt de gebruiker in staat om ook andere (ongewenste) vogelsoorten van het perceel af te houden.

Ongewenste effecten op dieren kunnen optreden in de vorm van verstrikking, wat mogelijk is als de netten niet strak genoeg worden gespannen. Daarnaast kunnen de netten een deel van het daglicht wegnemen, wat invloed kan hebben op de vruchtzetting, de groei en het suikergehalte van het fruit.

Praktijkervaring heeft uitgewezen dat vogels in sommige gevallen een afgedekt perceel toch binnen weten te dringen. In dit geval wordt aangeraden om deze maatregel te combineren met andere methoden, zoals akoestische maatregelen.

Praktische inzetbaarheid

Deze maatregel moet voorkomen dat roofvogels bij pluimvee of andere vogels kunnen komen. De netten worden strak gespannen aan een frame van palen en touwen. Gebruik stevige, fijnmazige netten. Netten werken op perceelsniveau, de enige beperking is de hoeveelheid net die mogelijkerwijs kan worden gespannen.

Afdeknetten worden gebruikt om kippen en vogels op kleine oppervlaktes te beschermen. De netten kunnen permanent blijven staan. De tijdsinspanning voor de plaatsing van afdeknetten aan palen met touwen en tiewraps zal per hectare neerkomen op ongeveer 80 uur. Het verwijderen van de netten zal enkele tot tientallen uren per hectare in beslag nemen.

De kosten voor 100 vierkante meter afdeknet variëren van €40 tot €150. Dit betekent dat een hectare afdeknet ongeveer €4.000 tot €15.000 zal kosten. Houten palen kosten tussen de €10 en €20 per stuk. Het verschil in kwaliteit van de netten en palen draagt bij aan de grote prijsrange. Door de hoge kosten is deze methode alleen rendabel bij navenant hoge schade. De kosten kunnen echter wel worden afgeschreven over vele jaren. Deze maatregel kan wel een forse reductie van de schade opleveren.

Afdeknetten hebben een lange levensduur, mits die goed worden gebruikt en eventueel opgeslagen. De netten zullen gemiddeld 10 tot 15 jaar meegaan. Een klein gat kan zelf bij elkaar worden geknoopt met een touw. Mocht er grote schade ontstaan, dan zal soms het gehele net moeten worden vervangen.

Wet- en regelgeving

Bij afschermingsmaatregelen moet rekening worden gehouden met ongewenste effecten, zoals het vangen van beschermde vogels in netten. In beginsel is het gebruik van netten daarom omgevingsvergunningplichtig. Netten zijn aangewezen in bijlage IV, onder a, bij die Vogelrichtlijn en daarom verboden om toe te passen zonder omgevingsvergunning als vangmiddel (art. 11.40 Bal). Het zich buiten een gebouw bevinden met een net, geschikt en bestemd voor het vangen van vogels is verboden (art.11.72 Bal). Bij het afschermen van gewassen is uiteraard niet het doel om vogels te vangen, maar onzorgvuldig gebruik als afschermmiddel kan wel worden geïnterpreteerd als een aanmerkelijk risico op het vangen van vogels, waarmee in de zin van art. 11.37 van het Bal toch opzettelijk vogels worden gevangen (voorwaardelijke opzet). Stevige, fijnmazige netten moeten daarom strak worden gespannen en moeten op spanning blijven. Het moet te allen tijde worden voorkomen dat vogels onder de netten door kunnen komen en alsnog worden gevangen.

3.1.2 Aanpassing verblijf

De kans op predatie door roofvogels wordt kleiner door schuilplaatsen en vogelpinnen aan het verblijf toe te voegen.

Tabel 4: Score voor aanpassing verblijf op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 4: Score voor aanpassing verblijf op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Ecologische effectiviteit

De aanpassing van een verblijf van landbouwhuisdieren, zoals pluimvee, is een ecologisch effectieve maatregel om predatie door buizerd en havik te voorkomen. Aanpassingen kunnen bestaan uit voldoende vegetatieve bedekking (bijvoorbeeld struiken) en beperking van mogelijkheden voor roofvogels om neer te strijken op het perceel. Uit onderzoek in het Verenigd Koninkrijk naar predatie op fazanten door roofvogels (zoals de buizerd) blijkt dat predatie lager is naarmate hokken een goede vegetatieve bedekking hebben en wanneer hokken in het groen zijn geplaatst van minder dan 50 hectare. Predatie door buizerds werd het meest waargenomen bij verblijven met weinig struikbedekking en bladverliezende boomkruinen. De mate van gewenning is naar verwachting laag.

Ongewenste effecten op andere diersoorten zijn niet te verwachten.

Praktische inzetbaarheid

Deze maatregel biedt vluchtmogelijkheden voor het pluimvee in het verblijf. Er kunnen in een buitenverblijf bijvoorbeeld struiken worden geplaatst waaronder het pluimvee zich kan verschuilen. Daarnaast kunnen potentiële zitplaatsen voor roofvogels rondom het buitenverblijf ongeschikt worden gemaakt. Verwijder hoge palen en/of plaats vogelpinnen/schrikdraad op plekken waar roofvogels kunnen zitten. Deze maatregel kan worden toegepast voor alle dieren die predatie door roofvogels ondervinden.

Het toevoegen van groenblijvende struiken als laurierkers en liguster in het buitenverblijf biedt jaarrond een schuilplaats. De prijs van de struiken ligt rond de €15 per vierkante meter. De plaatsing neemt ongeveer 15 minuten per struik in beslag. De prijs van vogelpinnen is ongeveer €10 per meter. Het plaatsen van vogelpinnen zal ongeveer 10 minuten per meter in beslag nemen.

Deze maatregel heeft geen ongewenste effecten op mensen. De aanpassingen in het verblijf zijn vaak permanent en kunnen jaarrond worden ingezet. De maatregelen zijn kleine aanpassingen en kunnen daardoor snel worden doorgevoerd.

4. Algemene juridische opmerkingen

Enkele algemene juridische opmerkingen rond het toepassen van preventieve middelen ter voorkoming van faunaschade

Er geldt een eigen verantwoordelijkheid voor het voorkomen of beperken van faunaschade aan eigendommen, gewassen of vee. Om voor een tegemoetkoming in faunaschade in aanmerking te komen, is het nemen van niet-dodelijke preventieve maatregelen daarom in de meeste gevallen vereist. In de Faunaschade PreventieKit voor verschillende diersoorten leest u hier meer over. Soms valt onder deze preventieplicht ook het doden van dieren. Het vangen en doden van beschermde dieren is in veel gevallen omgevingsvergunningplichtig. Soms geldt voor een specifieke soort binnen de provincie een vrijstelling van de vergunningplicht op grond van de provinciale omgevingsverordening. Het is steeds van belang om te onderzoeken of een soort op grond van een dergelijke regel mag worden gevangen of gedood, of dat sprake is van een omgevingsvergunningsplicht.


Verjaging en verstoring nabij natuurgebieden

Op de Informatiekaart Natuur (IKN) op de website van BIJ12 is veel informatie te vinden over waar (beschermde natuurgebieden liggen en welke beperkingen daar gelden. Hier kun je bijvoorbeeld de ligging van ganzenrust- en foerageergebieden, Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen ecologische hoofdstructuur) of Natura2000-gebieden aantreffen. Ook informatie over no-fly-zones voor drones is daar gepubliceerd. Actieve verstoring door verjaging met ondersteunend afschot, of gebruik van verstorende middelen kan omgevingsvergunningplichtig zijn in of nabij Natura 2000-gebieden. Hiernaar moet onderzoek worden gedaan door degene die de activiteit wil verrichten.