A15.03 Watergang

Onder dit beheertype verstaan we lijnvormige watergangen zoals sloten, beken, kreken, wijken en weteringen met aangrenzende riet- en oevervegetaties.

Algemene beschrijving

Agrarisch natuur- en landschapsbeheer kan een belangrijke bijdrage leveren aan versterking van de biodiversiteit in deze wateren. Als randvoorwaarde voor versterking van de biodiversiteit geldt dat – waar nodig – de hydrologische functie gewaarborgd blijft. Het creëren van ruimtelijke variatie in omstandigheden is van groot belang bij het bevorderen van biodiversiteit. Er is veel variatie in lijnvormige wateren samenhangend met de locatie in Nederland, met de hydrologische situatie en met het sedimenttype.

Afbakening

  • In het begrensde gebied komen één of meerdere doelsoorten voor.
  • Het gebied kent voldoende omvang en connectiviteit.
  • Beheeractiviteiten zijn gericht op het in stand houden en verbeteren van de waterkwaliteit.
  • Er is een beperkte verstoring en van het habitat van de doelsoorten toegestaan.
  • Het gebied kent voldoende variatie in de droog/nat gradiënt.
  • Beheer vindt plaats gefaseerd in tijd en ruimte.

Doelsoorten

  • Beekprik
  • Bittervoorn
  • Groene glazenmaker
  • Grote modderkruiper
  • Gevlekte witsnuitlibel
  • Grote vuurvlinder
  • Noordse woelmuis
  • Poelkikker
  • Slobeend
  • Tureluur
  • Watersnip
  • Zomertaling
  • Zwarte stern
  • Kamsalamander
  • Heikikker
  • Rugstreeppad