L01.14 Rietzoom en klein rietperceel (vervallen per 1-1-2017)
Algemene beschrijving
Rietzomen bestaan uit smalle rietstroken die grenzen aan agrarisch gebruikte percelen. Deze rietstroken kunnen zowel individueel als in samenhang met elkaar voorkomen, en in de laatste vorm soms vele kilometers lengte beslaan. Vanwege een extensief gebruik van deze rietzomen, zijn ze een belangrijk broedgebied voor rietvogels, en eveneens van belang voor amfibieën, ringslang, libellen en moerasvegetaties.
Afbakening
- Een rietzoom bevindt zich langs een waterloop en bestaat uit riet-, biezen en/of zeggevegetaties, waarvan riet meer dan 50% van de oppervlakte inneemt.
- De rietzoom heeft een breedte van minimaal 2 meter en is minimaal 25 meter lang.
- Een klein rietperceel is een vlakvormig element met een vegetatie die overwegend uit riet bestaat. Het rietperceel heeft een maaibare oppervlakte van maximaal 0,5 ha.
Subsidie
Subsidieverplichtingen
- Op natuurterrein: De beheerder dient het landschapselement in stand te houden. De wijze waarop hij deze instandhoudingsverplichting invult, is aan de beheerder zelf.
- Op landbouwgrond: Het beheerpakket landschap kent een aantal beheereisen die moeten worden nageleefd.
Beheereisen
- Maximaal 20% van de oppervlakte van het element bestaat uit struweel;
- Het element wordt periodiek gemaaid in een cyclus van éénmaal per 2-4 jaar en het maaisel wordt afgevoerd;
- Er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in het element gebruikt worden;
- Het element mag niet betreden en/of beschadigd worden door vee;
- Slootmaaisel of bagger mag niet verwerkt worden in het element;
- Maaiwerkzaamheden worden verricht in de periode tussen 1 oktober en 1 maart.
Beheerpakketten
L01.14.01a Smalle rietzoom (< 5 meter)
L01.14.01b Brede rietzoom (> 5 meter) en klein rietperceel