Programma Natuur

Het Programma Natuur richt zich op herstel en versterking van natuurgebieden die gevoelig zijn voor stikstof. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), de provincies en samenwerkingspartners staan samen voor de taak om deze natuurherstelopgave te realiseren. Het is een forse opgave, die om intensieve samenwerking vraagt. Centraal in Programma Natuur staat de gebiedsaanpak. Die vormt ook de basis van de organisatie van de samenwerking. Belangrijk uitgangspunt is om al doende van elkaar te leren.

Lerende samenwerking

Het Programma Natuur is alleen succesvol uit te voeren als alle betrokken partijen intensief samenwerken. Uitgangspunt in deze samenwerking is steeds ieders bestaande verantwoordelijkheid. Aanvullend maken de betrokken overheden en maatschappelijke partijen afspraken over hoe ze samenwerken in de uitvoering.

Goede samenwerking staat of valt met onderling vertrouwen en duidelijkheid over doelen en eigenaarschap. Ook moet iedereen zich op zijn specifieke kwaliteiten en bijdrage aangesproken weten. Voor sommige partners is het belangrijk om duidelijkheid op de lange termijn te hebben om te kunnen investeren. Werken aan onderling vertrouwen op alle niveaus – van landelijk tot gebiedsniveau – is daarom essentieel voor het programma.

De kern van de samenwerking is de gedeelde ambitie: natuurherstel. Samenwerken gebeurt steeds vanuit deze ambitie en vanuit gelijkwaardigheid en kent twee aspecten: samenwerking in de uitvoering (het primaire proces) en daarnaast de lerende samenwerking (reflectie en leren).

Aanpak op maat

Het gaat niet goed met de natuur in Nederland. Steeds meer soorten planten en dieren verdwijnen door te veel stikstof in de lucht, de bodem en het water. Met het Programma Natuur trekt de overheid 3 miljard euro uit om kwetsbare natuurgebieden te herstellen en versterken, tot 2030. De focus ligt hierbij op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden.

De uitvoering gebeurt in samenwerking met terreinbeherende organisaties. Elk natuurgebied krijgt een aanpak op maat. De provincies wijzen de natuurgebieden waar maatregelen nodig zijn aan, en maken met de terreinbeherende organisaties een gebiedsaanpak met maatregelen. Daarbij betrekken ze partijen in en om het natuurgebied. Zij kijken samen hoe systeemherstel te realiseren is. Daarvoor zijn ook maatregelen nodig buiten de natuurgebieden. De uitvoering richt zich daarom ook op de zogenaamde ‘overgangsgebieden’.

Werkgroep overgangsgebieden

De werkgroep overgangsgebieden buigt zich over de vraag hoe de gebieden die grenzen aan Natura 2000-gebieden kunnen bijdragen aan de oplossing van de opgaven voor biodiversiteit, stikstof, klimaat, water en landbouw. Het is een samenkomen van vertegenwoordigers van landbouw- en natuurorganisaties, rijk en provincies, waarin de verbinding wordt gelegd met lopende beleidstrajecten maar ook naar inspiratie wordt gezocht. Waar liggen de kansen en wat zijn de belemmeringen?

In 2023 is vanuit de werkgroep de ‘inspiratiepaper overgangsgebieden’ geschreven, waarin o.a. een definitie en uitgangspunten voor de overgangsgebieden zijn verwoord. In de ‘eindrapportage overgangsgebieden‘ wordt onderzocht hoe overgangsgebieden een wenkend perspectief kunnen bieden aan bewoners, eigenaren en gebruikers.

In 2024 wordt wederom de verbinding met het beleid gezocht en wordt ook de inspiratie verder ingevuld op het gebied van benodigde beleidsinstrumenten. Het doel van de werkgroep is om mee te denken en te adviseren over beleid voor overgangsgebieden en te leren van de uitvoering.

Plek in de stikstofaanpak

Het Programma Natuur vloeit voort uit de structurele aanpak stikstof. Het werken aan natuurherstel is een cruciaal onderdeel van de oplossing van de stikstofproblematiek. Doel van het Programma Natuur is om te zorgen voor 70% gunstige staat van instandhouding van soorten en leefgebieden (habitats) volgens de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR). De resultaten die bereikt worden in de afzonderlijke gebieden, resulteren samen in het halen van het hoofddoel.

Gebiedsgericht en herstelopgave centraal

De uitvoering van het Programma Natuur gebeurt gebiedsgericht. Centraal staat het ecosysteemherstel op gebiedsniveau. De provincies coördineren de gebiedsaanpak. De uitvoering vindt steeds plaats in samenwerking met terreinbeherende organisaties en andere gebiedspartners.
Op landelijk niveau wordt de opgave en de vertaling daarvan naar de gebieden bepaald. Waar nodig krijgt uitvoering in de gebieden ondersteuning vanuit het provinciale- en landelijke niveau.

Organisatie van de uitvoering

Voor de uitvoering van het Programma Natuur is er een organisatiestructuur die alle bestuurslagen raakt. De programmaorganisatie zorgt voor het monitoren, evalueren en bijsturen van de afspraken die alle partners maken over de uitvoering. Dit is een continu proces.

Halfjaarlijkse bijsturing

De uitkomsten van de monitoring en evaluatie kunnen aanleiding zijn om het programma bij te sturen. Daarvoor is elk half jaar gelegenheid. Deze cyclische bijsturing is een belangrijk onderdeel de organisatie een aansturing van de uitvoering (ofwel van de governance).