Extern salderen
Wat is extern salderen?
Het overnemen van stikstofruimte van een bedrijf dat geheel of gedeeltelijk stopt. Stel: u wilt als ondernemer uw bedrijf uitbreiden. Dan mag u, ondanks die uitbreiding, niet meer depositie veroorzaken op stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden.
Als het niet mogelijk is dit via intern salderen te regelen, dan kunt u dit oplossen door bijvoorbeeld een bedrijf op te kopen van een ondernemer die stopt. U kunt dan de stikstofemissie van dat bedrijf overnemen en daar tot 70% van gebruiken. U lost daarmee het probleem van extra stikstofuitstoot buiten uw project of activiteit op. De overige 30% heeft tot doel om feitelijke depositiestijgingen te voorkomen. Vergunningen waarmee gesaldeerd wordt bevatten nog weleens ruimte die in de praktijk niet meer gebruikt wordt (zogeheten ‘latente ruimte’).
Extern salderen: hoe werkt dat?
Hoe weet ik hoeveel stikstof mijn bedrijf uitstoot?
U kunt dit berekenen met AERIUS Calculator (AERIUS.nl). Op de AERIUS pagina van onze website vindt u documentatie om u op weg te helpen, zoals de Instructie Gegevensinvoer.
Vergunningplicht
Bij extern salderen dient u te voldoen aan de Provinciale beleidsregels. Er geldt een vergunningplicht. Zie voor meer informatie over het proces en de stappen bij extern salderen:
- De Handreiking intern en extern salderen
- De factsheet (.pdf) extern salderen
Bent u op zoek naar tijdelijke depositie, dan is verleasen mogelijk een optie. Dit is een bijzondere vorm van extern salderen. Lees hier meer informatie over verleasen.
Voorbeelden van extern salderen
Voorbeeld 1: 2 gerealiseerde stallen
De situatie
U wilt uw bedrijf uitbreiden. Een nabijgelegen melkveehouderij stopt en wil hun vergunde emissie verkopen. Dit bedrijf heeft een natuurvergunning voor 2 stallen.
De vergunde capaciteit van de stallen is 100 koeien per stal en de daarbij behorende emissie. Deze 2 stallen zijn ook daadwerkelijk gebouwd. Elke stal bevat op dit moment 80 koeien.
Hoe kan ik extern salderen?
U kunt de emissie van beide stallen overnemen van dit bedrijf. U mag maximaal 70% van hun totale emissie gebruiken. Daarbij wordt de emissie van 100 koeien per stal aangehouden, omdat dat de gerealiseerde capaciteit is. Ongeacht het feit dat er op dat moment 80 koeien per stal in staan.
De vergunning van het stoppende bedrijf wordt ingetrokken.
Voorbeeld 2: 2e stal in aanbouw
De situatie
U wilt uw bedrijf uitbreiden. Een nabijgelegen melkveehouderij stopt en wil hun vergunde emissie verkopen. Dit bedrijf heeft een natuurvergunning voor 2 stallen.
De vergunde capaciteit van de stallen is 100 koeien per stal en de daarbij behorende emissie. Hoewel er een vergunning is voor 2 stallen, is er nog maar 1 stal gebouwd. In deze stal staan 90 koeien. De 2e stal is in aanbouw.
Hoe kan ik extern salderen?
U mag maximaal 70% van hun emissie gebruiken, maar alléén van de stal die al is gebouwd. Daarbij wordt de emissie van 100 koeien aangehouden, omdat dat de gerealiseerde capaciteit is. Ongeacht het feit dat er op dat moment 90 koeien in staan.
De emissie van de 2e stal die nog in aanbouw is, kan niet worden ingezet voor salderen.
De vergunning van het stoppende bedrijf wordt ingetrokken.
Voorbeeld 3: 2 gerealiseerde stallen, 1 als opslagruimte
De situatie
U wilt uw bedrijf uitbreiden. Een nabijgelegen melkveehouderij stopt en wil hun vergunde emissie verkopen. Dit bedrijf heeft een natuurvergunning voor 2 stallen.
De vergunde capaciteit van de stallen is 100 koeien per stal en de daarbij behorende emissie. 1 van de stallen is in gebruik en daar staan 90 koeien in. De andere stal wordt gebruikt als opslagruimte en er staan 50 koeien in.
Hoe kan ik extern salderen?
U kunt de emissie van beide stallen overnemen van dit bedrijf. U mag maximaal 70% van hun totale emissie gebruiken. Daarbij wordt de emissie van 100 koeien per stal aangehouden, omdat dat de gerealiseerde capaciteit is.
De vergunning van het stoppende bedrijf wordt ingetrokken.
Voorbeeld 4: deel van emissie overnemen
De situatie
U wilt uw bedrijf uitbreiden. Een nabijgelegen melkveehouderij stopt met een deel van hun werkzaamheden en wil dit deel van de vergunde emissie verkopen. Dit bedrijf heeft een natuurvergunning voor 2 stallen.
De vergunde capaciteit van de stallen is 100 koeien per stal en de daarbij behorende emissie. Deze 2 stallen zijn ook daadwerkelijk gebouwd. Elke stal bevat op dit moment 80 koeien.
Hoe kan ik extern salderen?
U mag maximaal 70% van de emissie overnemen van de stal die het bedrijf beëindigd. Daarbij wordt de emissie van 100 koeien aangehouden, omdat dat de gerealiseerde capaciteit is. Ongeacht het feit dat er op dat moment 80 koeien in staan.
De vergunning van het (deels) stoppende bedrijf wordt aangepast naar de nieuwe situatie.
Veelgestelde vragen
1. Wie controleert uiteindelijk hoeveel stikstof ik uitstoot?
De handhaving en controle van de uitstoot door bedrijven wordt door de gebruikelijke organisaties uitgevoerd, zoals de NVWA. Provincies hebben hun eigen uitvoeringsdiensten die toezien op naleving van verstrekte vergunningen.
2. Is er bij overname van een bedrijf ook sprake van extern salderen en daarmee afroming van vergunde ruimte en dier- of fosfaatrechten?
Nee, als een bedrijf door iemand anders gekocht of overgenomen wordt, en het bedrijf wordt op dezelfde manier voortgezet, dan is er geen sprake van extern salderen en vindt dus ook geen afroming plaats. Het bedrijf kan gewoon doorgaan op basis van de bestaande vergunning.
3. Wat betekent het als één provincie extern salderen met veehouderijen wel openstelt en een andere provincie niet?
Dier- en fosfaatrechten maken nog niet in elke provincie onderdeel uit van de beleidsregels. Dit wordt gefaseerd opengesteld per provincie. Zie voor de huidige status de provincie-specifieke beleidsregels op deze pagina.
Initiatiefnemers dienen een natuurvergunning aan te vragen bij hun eigen provincie die bevoegd gezag is voor de Wet natuurbescherming.
Als de eigen provincie extern salderen met veehouderijen heeft opengesteld, kunnen initiatiefnemers in die provincie in principe extern salderen met veehouderijen in die provincie.
Extern salderen met veehouderijen in andere provincies is afhankelijk van afstemming hierover tussen de provincie waar de vergunningaanvraag is gedaan (provincie A) en de andere provincie (provincie B). De provincies hebben dit afgesproken, omdat bij provinciegrens overstijgend extern salderen provincie A de natuurvergunning moet verstrekken aan de saldo-ontvanger, maar dit alleen kan als provincie B de natuurvergunning intrekt van de veehouderij in deze provincie die saldogever is. Dit intrekken gebeurt niet automatisch en is ook niet vanzelfsprekend. Zeker als extern salderen met veehouderijen in provincie B nog niet is opengesteld.
Meld u bij extern salderen met een veehouderij altijd bij uw eigen provincie om na te gaan wat de mogelijkheden zijn en of een door u voorgenomen externe saldering kans van slagen heeft. Dit dient vroegtijdig te gebeuren om te voorkomen dat u verplichtingen aangaat met het risico dat u uiteindelijk geen natuurtoestemming kunt krijgen.
4. Hoe verhoudt innovatie zich ten opzichte van extern salderen binnen de beleidsregels?
Een saldogever staat het vrij om emissie reducerende maatregelen te nemen om vervolgens de ruimte die vrijkomt extern te salderen. De beleidsregels geven hier geen beperkingen voor, behalve in het kader van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen.
Ruimte die naar aanleiding van deze subsidieregeling ontstaat – en meer algemeen ruimte ten gevolge van een artikel 6, lid 2 HR maatregel – mag niet ingezet worden voor extern salderen. Voorbeelden van een artikel 6, lid 2 HR maatregel zijn maatregelen uit het structurele bronmaatregelenpakket of maatregelen opgenomen in een provinciale verordening.
5. Hoe kan ik als saldogever mijn emissie reduceren?
Een voorbeeld hiervan is het stalsysteem bij het houden van dieren. De vrijvallende emissie wordt ten behoeve van een ander (saldo-ontvanger) ingetrokken. Zelf kan de saldogever binnen zijn nieuwe maximale toegestane activiteit met bijbehorende emissie zijn activiteiten uitvoeren met een reducerende techniek, bijvoorbeeld met een emissiearmer stalsysteem. Voor deze wijziging is nu immers geen nieuwe Wnb-vergunning nodig (wel is nog steeds een Wabo-vergunning nodig).
Uiteraard moet de emissiereductie door de innovatieve techniek wel wetenschappelijk gezien overtuigend zijn aangetoond, zodat vaststaat dat het saldogevende bedrijf daadwerkelijk binnen de lagere vergunde emissie blijft en de ruimte niet feitelijk dubbel gebruikt wordt.
6. Kan een perceel, dat op dit moment feitelijk en legaal wordt bemest, ingezet worden als bron voor interne of externe saldering?
Ja, dit is in beginsel mogelijk, mits de initiatiefnemer aantoont dat:
- het perceel op de relevante referentiedatum legaal bemest kon worden op grond van de meststoffenregelgeving en het bestemmingsplan;
- het perceel sinds de referentiedatum de agrarische bestemming heeft behouden;
- het aannemelijk is dat het perceel op en sinds de referentiedatum agrarisch in gebruik was (bijvoorbeeld met luchtfoto’s, RVO-data, MINAS data, verklaringen van grondgebruikers, of anderszins);
- de toegestane emissie van bemesting ten opzichte van de referentiedatum niet is toegenomen (dit kan op basis van objectieve algemene gegevens, zie kamerbrief (Rijksoverheid.nl);
- na het salderen met een bemest perceel niet verder wordt bemest.
Let op: dit is een afgestemde werkwijze van provincies en is nog niet getoetst door de Afdeling bestuursrechtspraak.
7. Hoe saldeer ik met een uit productie genomen bemest perceel?
Let op! Vanwege recente jurisprudentie over beweiden en bemesten zijn de antwoorden op deze vragen mogelijk niet meer actueel. Binnenkort wordt deze informatie geactualiseerd.
De initiatiefnemer dient een berekening in AERIUS Calculator te maken en kan daarvoor gebruik maken van standaard kentallen.
Toelichting bij de kentallen
De kaart van Nederland is ingedeeld op basis van mestdeelgebieden. De initiatiefnemer kan het gebied opzoeken dat op zijn of haar situatie van toepassing is en dit aanklikken. Er verschijnt een id-nummer van het gebied en daaronder de NH3-emissie in kg/ha/jaar waarmee gerekend kan worden in AERIUS Calculator.
In AERIUS Calculator volgt de initiatiefnemer daarna de volgende stappen:
- Modelleer een vlakbron;
- Kies bij sector ‘Landbouw’ en vervolgens ‘Landbouwgrond’ en ‘Mestaanwending’, ‘dierlijke mest’;
- Vul onder ‘Emissie NH3’ de emissie in behorend bij het mestdeelgebied, vermenigvuldigd met het aantal hectare dat de vlakbron beslaat. Het aantal hectare is bovenaan de bron af te lezen.
(Disclaimer: de kentallen zijn afgeleid van de INITIATOR-data van RIVM en zijn een naar agrarische regio´s herleid gemiddelde. De cijfers worden de komende winter mogelijk iets aangepast n.a.v. nieuwe inzichten.)
Verder geldt het volgende voor het inzetten van bemesten voor saldering:
- Het perceel moest op de referentiedatum legaal bemest kunnen worden in de zin van de meststoffenwet;
- De referentiesituatie wordt gevormd door emissie die was toegestaan op de referentiedatum, tenzij op latere datum van rechtswege of middels een gewijzigde toestemming een lagere emissie is toegestaan;
- De referentiesituatie niet wordt bepaald wat er op de referentiedatum aan bemesting was toegestaan, maar wat er in de huidige situatie volgens de actuele gebruiksnorm (norm voor dierlijke meststoffen, stikstofgebruiksnorm en fosfaatgebruiksnorm) en aanwendingstechnieken is toegestaan.