Dassen
De ‘Faunaschade PreventieKit’ (FPK) voor dassen laat zien met welke preventieve maatregelen u gewasschade door dassen kunt voorkomen of beperken.
De ‘Faunaschade PreventieKit’ (FPK) voor dassen laat zien met welke preventieve maatregelen u gewasschade door dassen kunt voorkomen of beperken.
Dassen komen vooral voor in bosrijke gebieden, zoals de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug, maar ook in agrarische landschappen en natuurgebieden door het hele land. De das heeft een beschermende status waardoor bepaalde weringsmaatregelen niet getroffen mogen worden zonder vergunning.
De omvang van de Nederlandse dassenpopulatie is de laatste decennia sterk gefluctueerd. In de jaren 60 van de vorige eeuw werd een dieptepunt bereikt met slechts 1.200 dassen in heel Nederland. Sinds de jaren 90 trad herstel op. In 2015 bestond de dassenpopulatie uit circa 6.000 dieren. Dassen zijn alleseters maar eten in natuurlijke situaties voornamelijk regenwormen. Ze kunnen echter ook schade veroorzaken aan gewassen, zoals maïs en grasland.
In de Omgevingswet is vastgelegd dat iedereen zorg draagt voor levende dieren en planten en hun directe omgeving. Dit noemen we de zorgplicht voor natuur. De Beschermde Soorten Indicator (BeSi) helpt om aan deze zorgplicht te voldoen.
Akkerbouw | Soorten schade | Seizoen |
---|---|---|
Graan | Vraat- en graafschade | Lente, zomer, herfst |
Maïs | Vraat- en graafschade | Zomer, herfst |
Grasland | Soorten schade | Seizoen |
---|---|---|
Graszaad, graszoden, ingezaaid grasland | Wroetschade | Lente, zomer |
Blijvend grasland | Wroetschade | Hele jaar rond |
Fruit | Soorten schade | Seizoen |
---|---|---|
Aardbeien | Vraatschade | Lente, zomer |
Appels en peren | Vraatschade | Zomer |
Bessen | Vraatschade | Lente, zomer |
Druiven | Vraatschade | Zomer, herfst |
Kersen | Vraatschade | Zomer |
Overige gewassen | Soorten schade | Seizoen |
---|---|---|
Opgeslagen ruwvoer | Vraatschade en vernieling | Lente, herfst, winter |
De preventieve maatregelen tegen dassen vallen allen in de categorie afschermingsmaatregelen. Per maatregel wordt de ecologische effectiviteit, de praktische inzetbaarheid en waar nodig de wet- en regelgeving besproken. Het referentiejaar voor alle genoemde prijzen is 2024.
De maatregelen in deze preventiekit zijn als effectief beoordeeld op basis van onderzoek waarbij gebruik is gemaakt van beschikbare studies (wetenschappelijk of praktijk), beoordelingen door experts (expert judgement) en ervaringen van agrariërs uit de praktijk. Vaak zal het nemen van een enkele maatregel schade niet kunnen voorkomen. Het wordt aanbevolen om een combinatie van maatregelen te nemen, maar ook dat biedt geen volledige garantie om schade te voorkomen.
In onderstaande tabel worden alle preventieve maatregelen weergegeven met daarbij scores op drie indicatoren (ecologische effectiviteit, tijdsinspanning en kosten). De scores (laag, gemiddeld en hoog) geven aan hoe deze maatregel wordt beoordeeld ten opzichte van andere preventieve maatregelen binnen deze faunaschade preventiekit.
Maatregelen | Ecologische effectiviteit | Tijdsinspanning agrariër | Kosten agrariër | Vereiste voor tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|
Gaasraster | Hoog | Laag | Hoog | Zie tekst |
Elektrische afwering (vast) | Hoog | Gemiddeld | Gemiddeld | Zie tekst |
Elektrische afwering (verplaatsbaar) | Hoog | Hoog | Laag | Zie tekst |
Afschermingsmaatregelen behalen hun effect door schadeveroorzakende dieren te weerhouden van het betreden van een perceel. In deze paragraaf worden de effectief beoordeelde maatregelen toegelicht.
Een gaasraster is een hekwerk dat bestaat uit fijnmazig gaas en houten palen. Het wild wordt geweerd door afrastering van een perceel.
Gaasraster | Score |
---|---|
Ecologische effectiviteit | Hoog |
Tijdsinspanning agrariër | Laag |
Kosten agrariër | Hoog |
Vereiste voor tegemoetkoming | Zie tekst |
Het afrasteren van een perceel is een van de meest effectieve methoden om schade aan gewassen door dassen te voorkomen. Er is geen sprake van gewenning, omdat het hier gaat om directe afscherming. De effectiviteit van het plaatsen van een gaasraster is dan ook zeer hoog, omdat dassen het perceel niet meer kunnen betreden. Het is wel belangrijk om extra aandacht te besteden aan het zorgvuldig plaatsen en onderhouden van het gaasraster. Zo kan worden voorkomen dat er zwakke plekken in het gaasraster ontstaan waar dassen onder het hekwerk door kunnen graven. Bovendien moet het raster specifiek ontworpen zijn om dassen buiten te houden. Een raster voor bijvoorbeeld wilde zwijnen heeft niet dezelfde eisen als een raster bedoeld voor de wering van dassen. Dassen kunnen goed graven, een raster moet daarom aan specifieke eisen voldoen om te voorkomen dat ze niet onder een raster door graven (zie praktische inzetbaarheid).
Het gebruik van een gaasraster is geschikt voor percelen van verschillende groottes. De grootte van het perceel heeft geen invloed op de effectiviteit van de maatregel, maar het is wel belangrijk dat een rust- en voortplantingsplaats (dassenburcht) en foerageergebied niet volledig van elkaar worden afgesloten zodat het ecologisch functioneren van de burcht in het geding komt. Als een dergelijke verbinding wordt onderbroken door een gaasraster wordt de wet overtreden, omdat de das een beschermde diersoort is. In het geval dat er geen andere mogelijk bestaat om het perceel af te schermen, moet er een (omgevings)vergunning worden aangevraagd.
De plaatsing van een gaasraster heeft grote invloed op de lokale grondgebonden fauna. Afhankelijk van de maaswijdte van het gaasraster kan het ook andere soorten buiten houden, zoals egels, hazen, wilde zwijnen en konijnen. Het is niet nodig om een gaasraster te combineren met andere maatregelen. Een goed geplaatst en onderhouden gaasraster voldoet in zijn functie om schade door dassen tegen te gaan.
Voor dassenwering kan een constructie van rasterpalen (2 meter lang, diameter 10 tot 12 cm), hoek- en schoorpalen (2,50 meter lang, diameter 12 tot 14 cm) en kleinwildgaas van gepuntlast verzinkt zwaar vierkant vlechtwerk (1,50 meter hoog) (25,4 x 50,8 x 2,05 mm) worden gebruikt. Bij voorkeur wordt iedere 3 meter een paal gebruikt die minimaal 1 meter diep wordt ingegraven. De hoek- en schoorpalen moeten minimaal 1,50 meter diep worden ingegraven. De onderste 50 centimeter van het gaas moet worden ingegraven en mechanisch worden aangespannen. De onderste 30 centimeter van het ingegraven gaas moet in een hoek van 90 graden worden gevouwen richting de wildzijde. Spandraden moeten worden bevestigd op 3, 50 en 100 centimeter boven het maaiveld. De puntdraden kunnen vervolgens worden geïnstalleerd op 20 centimeter onder het maaiveld en 3 centimeter boven het maaiveld.
Het permanente karakter van gaasrasters maakt deze methode vooral geschikt voor meerjarige teelten (bijvoorbeeld fruitpercelen, boomteelt).
Het plaatsen van een gaasraster rondom het perceel is erg arbeidsintensief. Daarnaast is er maandelijks een controle nodig om de effectiviteit te garanderen. De tijdsbesteding is afhankelijk van de schade aan de rasters; soms volstaat een controleronde, in een enkel geval zal het gaas moeten worden hersteld. Voor optimale werking van het raster moet onder meer roest worden bestreden, vuil en bladeren worden verwijderd en begroeiing worden voorkomen. Houd er rekening mee dat het niet mogelijk is om het gaas bij de ingang van het perceel in te graven en dat een kwetsbaarheid vormt indien de grond niet verhard is. Op dit soort plekken wordt aangeraden een rubberen flap te plaatsen aan het hekwerk, zodat er niet onder het hekwerk wordt gegraven.
De kosten voor materiaal en installatie van een dassenraster zijn ongeveer €25 per meter. Voor een hectare komt dit neer op €10.000. Een gaasraster gaat ongeveer 15 tot 25 jaar mee en het onderhoud is nihil.
Het installeren van een gaasraster vergt de nodige kennis, in veel gevallen wordt dit door externe partijen uitgevoerd. Deze maatregel is relatief duur, waardoor deze minder goed toepasbaar is voor grote percelen van vele hectare. De plaatsing van gaas op eigen perceel zorgt niet voor verstoringen voor mensen. Het gaas kan jaarrond blijven staan.
Het plaatsen van een gaasraster kan een goede oplossing zijn voor het beschermen van gewassen. Desalniettemin mag niet op iedere plek een bouwwerk worden geplaatst. Voor mogelijkheden is het gemeentelijk omgevingsplan veelal leidend. Een bouwwerk wordt gedefinieerd als ‘een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart’ (bijlage bij art. 1.1 Ow). Voor het oprichten van een bouwwerk is vaak een omgevingsvergunning noodzakelijk. Het is daarom verstandig om bij twijfel de gemeente om een oordeel te vragen.
Verder geldt voor dassen dat hun vaste rust- en voortplantingsplaats niet geïsoleerd mag raken door het treffen van afschermingsmaatregelen. Dit kan ertoe leiden dat de dieren niet meer bij hun (essentiële) foerageergebied kunnen komen. Een dergelijke afscherming wordt juridisch gezien als het beschadigen of vernielen van de vaste rust- en verblijfplaats.
Een elektrische afwering is een vaste afrastering om (een deel van) het perceel, dat onder meer bestaat uit stroomdraden.
Elektrische afwering (vast) | Score |
---|---|
Ecologische effectiviteit | Hoog |
Tijdsinspanning agrariër | Gemiddeld |
Kosten agrariër | Gemiddeld |
Vereiste voor tegemoetkoming | Zie tekst |
Het gebruik van elektrische afscherming is een van de meest effectieve maatregelen om dassen buiten een perceel te houden. Een goed geplaatst elektrisch hekwerk of het gebruik van meerdere stroomdraden op verschillende hoogtes is erg effectief in het voorkomen van schade door dassen, zo blijkt uit verscheidene studies. Het is belangrijk dat de afscherming op de juiste manier wordt geplaatst en goed wordt onderhouden. Zo moet er regelmatig worden gecontroleerd dat de juiste spanning op de stroomdraden staat (zie praktische inzetbaarheid). De kans op gewenning is zeer laag omdat een elektrische draadraster een stroomstoot afgeeft zodra een dier ermee in aanraking komt. Een elektrische afscherming kan in principe worden gebruikt voor het beschermen van zowel grote als kleine percelen.
Een elektrisch raster kan in principe worden gebruikt voor de bescherming van zowel grote als kleine percelen. De mate waarin een elektrische afscherming ook effect heeft op andere diersoorten hangt af van het type afscherming. Het gebruik van meerdere elektrische draden heeft bijvoorbeeld minder invloed op andere diersoorten dan andere vormen van elektrische afscherming. Een elektrische afweer die licht wordt verhoogd, stelt de eigenaar in staat om herten van het perceel te houden, terwijl lage elektrische bedrading ook effectief kan werken tegen vossen, hazen en bevers. Het is niet noodzakelijk om elektrische afscherming te combineren met andere maatregelen; enkel elektrische afscherming is afdoende om dassen van het perceel te houden.
Voor dassenwering kan een constructie bestaan uit drie stroomdraden op de hoogte van 10, 20 en 30 centimeter boven het maaiveld en houten of metalen palen met isolatoren. De palen staan maximaal 10 meter uit elkaar. Het gebruik van staaldraad heeft de voorkeur boven polydraad. De draden dienen te worden bevestigd in de isolatoren. Om de 100 meter dient een roterende draadspanner te worden bevestigd met een hoekisolator. De spanning van de draden mag niet onder de 4 kV dalen. Afhankelijk van de perceelsgrootte en de omstandigheden kan een schrikdraadapparaat worden geïnstalleerd.
Het permanente karakter van de afrastering maakt die vooral geschikt voor meerjarige teelten (bijvoorbeeld fruitpercelen, boomteelt). Het plaatsen van elektrische afscherming rondom het perceel kost ongeveer 1 tot 4 uur per hectare. Daarnaast is er een wekelijkse controle nodig om effectieve werking van de afrastering te garanderen. Onderhoudswerkzaamheden bestaan onder andere uit het aanspannen van stroomdraden, schade aan het hek herstellen en begroeiing verwijderen.
De aanschafkosten van de materialen zijn ongeveer €3 per meter. Voor een hectare komt dit neer op €1.200. De montageprijs is ongeveer €5 per meter, wat neerkomt op €2.000 per hectare. Het raster kan 15 tot 25 jaar blijven staan (afhankelijk van het type paal). Het onderhoud is arbeidsintensief, aangezien de begroeiing niet hoger mag worden dan 10 centimeter.
De bijkomende kosten voor een 12 volt schrikdraadapparaat zijn afhankelijk van de omtrek van het perceel. De kosten liggen tussen €100 en €500. Daarbij liggen de kosten voor een accu van 12 volt tussen de €100 en €250. Daarnaast zijn er schrikdraadapparaten beschikbaar die werken op zonnepanelen, zodat die ook kunnen worden gebruikt op afgelegen percelen zonder toegang tot het stroomnet. De zonnepanelen zijn in verschillende maten verkrijgbaar, de benodigde afmeting hangt sterk af van de omtrek van het perceel. De kosten voor de meest gangbare apparaten liggen tussen de €500 tot €700, maar er zijn ook duurdere varianten beschikbaar.
Plaatsing van een elektrisch draadraster op het eigen perceel zorgt niet voor verstoringen voor mensen. Het draadraster kan jaarrond blijven staan. De installatie van een draadraster kan worden gedaan op hetzelfde moment als de palen worden geplaatst.
Elektrische draadrasters zijn goedkoper dan gaasrasters en bovendien eenvoudiger te (ver)plaatsen. De draden kun je door de hoogte te variëren meer toespitsen op de das. Andere soorten, zoals vos en de haas, kunnen hierdoor wel migreren en passeren. Dit verkleint de impact op de omgeving. Een elektrisch draadraster vraagt meer toezicht en onderhoud. De schrikdraadapparaten en accu’s zijn bovendien diefstalgevoelig wanneer deze onbeheerd op het land staan. Het is daarom aan te raden om een tracking device aan deze apparaten te bevestigen zodat het in geval van diefstal kan worden opgespoord. Een andere maatregel tegen diefstal is om een stroomdraad om het apparaat te plaatsen die alleen met een sleutel kan worden verwijderd.
Het plaatsen van een elektrisch draadraster kan een goede oplossing zijn voor het beschermen van gewassen. Desalniettemin mag niet op iedere plek een bouwwerk worden geplaatst. Voor mogelijkheden is het gemeentelijk omgevingsplan veelal leidend. Een bouwwerk wordt gedefinieerd als ‘een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart’ (bijlage bij art. 1.1 Ow). Voor het oprichten van een bouwwerk is vaak een omgevingsvergunning noodzakelijk. Het is daarom verstandig om bij twijfel de gemeente om een oordeel te vragen.
Verder geldt voor dassen dat hun vaste rust- en voortplantingsplaats niet geïsoleerd mag raken door het treffen van afschermingsmaatregelen. Dit kan ertoe leiden dat de dieren niet meer bij hun (essentiële) foerageergebied kunnen komen. Een dergelijke afscherming wordt juridisch gezien als het beschadigen of vernielen van de vaste rust- en verblijfplaats.
Een vorm van elektrische afwering is een schrikdraadnet. Dit is een elektrisch netwerk dat bestaat uit een schrikdraadnet (op stroom) en palen. Het is makkelijk op te zetten en bovendien verplaatsbaar.
Elektrische afwering (verplaatsbaar) | Score |
---|---|
Ecologische effectiviteit | Hoog |
Tijdsinspanning agrariër | Hoog |
Kosten agrariër | Laag |
Vereiste voor tegemoetkoming | Zie tekst |
Een elektrische afscherming, zoals een verplaatsbaar elektrisch netwerk, is een effectieve maatregel om dassen buiten een perceel te houden en schade te voorkomen. Het is belangrijk dat de afscherming op de juiste manier wordt geplaatst en goed wordt onderhouden. Zo moet er regelmatig worden gecontroleerd of de juiste spanning op de stroomdraden staat (zie praktische inzetbaarheid). Verscheidene studies geven aan dat een goed geplaatst en onderhouden elektrisch schrikdraadnetwerk effectief is voor het weren van dassen. De kans op gewenning is zeer laag omdat een elektrische draadraster een stroomstoot afgeeft zodra een dier ermee in aanraking komt, zo ontstaat er een negatieve associatie.
Een elektrische afscherming kan in principe worden gebruikt voor het beschermen van zowel grote als kleine percelen. Een elektrisch netwerk is ook effectief tegen het weren van vossen, marters en hazen, mits de hoogte en het aantal draden hierop wordt afgestemd. Het is niet noodzakelijk om een elektrisch mobiel hekwerk met andere maatregelen te combineren. Enkel een elektrisch netwerk is voldoende om dassen van het perceel te houden.
Er zijn kant-en-klare netten verkrijgbaar met ingebouwde palen en enkele of dubbele pennen die gemakkelijk te installeren en te verplaatsen zijn. Het net moet een minimale hoogte van 50 centimeter en een maximale maaswijdte van 10 centimeter hebben. De maximale hoogte van de onderste draad is 10 centimeter. Een geschikt voorbeeld is een konijnennet.
Deze maatregel is uiterst geschikt voor afscherming van wisselende percelen die tijdelijke afscherming nodig hebben. Het plaatsen van een elektrisch schrikdraadnet is eenvoudig en kan makkelijk worden op- en afgebouwd. Houd er wel rekening mee dat het plaatsen van afrastering op oneffen terrein meer tijd vergt, omdat moet worden voorkomen dat dassen onder het hek kunnen kruipen. Elektrische schrikdraadnetten dienen regelmatig te worden gecontroleerd op hun werking. Begroeiing moet zo nu en dan worden gemaaid of gesnoeid om de effectieve werking van de netten te waarborgen.
De kosten voor een elektrisch schrikdraadnet zijn ongeveer €2 per meter. Voor een hectare komt dat neer op €800. De netten hebben over het algemeen een levensduur van enkele jaren. De bijkomende kosten voor een 12 volt schrikdraadapparaat zijn afhankelijk van de omtrek van het perceel. De kosten liggen tussen €100 en €500. Daarbij liggen de kosten voor een accu van 12 volt tussen de €100 en €250. Daarnaast zijn er schrikdraadapparaten beschikbaar die werken op zonnepanelen, zodat die ook kunnen worden gebruikt op afgelegen percelen zonder toegang tot het stroomnet. De zonnepanelen zijn in verschillende maten verkrijgbaar, de benodigde afmeting hangt sterk af van de omtrek van het perceel. De kosten voor de meest gangbare apparaten liggen tussen de €500 tot €700, maar er zijn ook duurdere varianten beschikbaar.
De netten kunnen na enige oefening vrij simpel worden geplaatst en opgeruimd. De schrikdraadapparaten en accu’s zijn bovendien diefstalgevoelig wanneer deze onbeheerd op het land staan. Het is daarom aan te raden om een tracking device aan het apparaat te bevestigen zodat het in geval van diefstal kan worden opgespoord. Een andere maatregel tegen diefstal is om een stroomdraad om het apparaat te plaatsen die alleen met een sleutel kan worden verwijderd.
Verder geldt voor dassen dat hun vaste rust- en voortplantingsplaats niet geïsoleerd mag raken door het treffen van afschermingsmaatregelen. Dit kan ertoe leiden dat de dieren niet meer bij hun (essentiële) foerageergebied kunnen komen. Een dergelijke afscherming wordt juridisch gezien als het beschadigen of vernielen van de vaste rust- en verblijfplaats.
Er geldt een eigen verantwoordelijkheid voor het voorkomen of beperken van faunaschade aan eigendommen, gewassen of vee. Om voor een tegemoetkoming in faunaschade in aanmerking te komen, is het nemen van niet-dodelijke preventieve maatregelen daarom in de meeste gevallen vereist. In de Faunaschade Preventiekit voor verschillende diersoorten leest u hier meer over. Soms valt onder deze preventieplicht ook het doden van dieren. Het vangen en doden van beschermde dieren is in veel gevallen omgevingsvergunningplichtig. Soms geldt voor een specifieke soort binnen de provincie een vrijstelling van de vergunningplicht op grond van de provinciale omgevingsverordening. Het is steeds van belang om te onderzoeken of een soort op grond van een dergelijke regel mag worden gevangen of gedood, of dat er sprake is van een omgevingsvergunningsplicht.
Op de Informatiekaart Natuur (IKN) op de website van BIJ12 is veel informatie te vinden over waar natuurgebieden liggen en welke beperkingen daar gelden. Hier kun je bijvoorbeeld de ligging van ganzenfoerageergebieden, Natuurnetwerk Nederland (ecologische hoofdstructuur) of Natura2000-gebieden aantreffen. Ook informatie over no-fly-zones voor drones is daar gepubliceerd. Actieve verstoring door verjaging met ondersteunend afschot of het gebruik van verstorende middelen kan omgevingsvergunningplichtig zijn in of nabij Natura2000-gebieden. Hier moet onderzoek naar worden gedaan door degene die de activiteit wil verrichten.