Veelgestelde vragen over het wolvendossier

Hieronder vindt u veelgestelde vragen over onderwerpen zoals wolvenschade, preventieve maatregelen, verspreiding van de wolf in Nederland en Europa, dode wolven, monitoring, ecologie, bescherming, wet- en regelgeving, beleid en organisatie.

Overzicht

Op deze pagina vindt u een overzicht van veelgestelde vragen en antwoord over de wolf. Kijk voor meer informatie ook op de pagina’s WolfWolvenschade voorkomen en Wolvenschade melden.

Wolvenschade

Kunnen ezels wolvenschade voorkomen of beperken?

Ezels kunnen andere landbouwhuisdieren beschermen tegen wolvenaanvallen. Ezels reageren agressief op gevaar en maken daarbij veel geluid. Dat kan wolven afschrikken. Maar de inzet van ezels tegen wolvenschade is niet bewezen effectief. Daarom wordt dit niet geadviseerd in de FaunaschadePreventiekit Wolven.

Zie voor meer informatie over de inzet van ezels als preventieve maatregel de literatuurstudie Wolvenpredatie op rund en paard (pagina 31-32). Dit onderzoek is in 2024 uitgevoerd door Van Bommel Faunawerk in opdracht van BIJ12.

Wat is een calamiteitenregeling?

In acute situaties kunnen provincies met onmiddellijke ingang een tijdelijke calamiteitenregeling of urgentieregeling in werking stellen. Veehouders kunnen dan direct gesubsidieerde wolfwerende maatregelen treffen, ook al is dit niet in een vastgesteld wolvenleefgebied. Dit zal vooral aan de orde zijn in gebieden waar een wolf doorheen trekt op zoek naar een nieuw territorium en schade aanricht.

De calamiteitenregeling treedt in werking wanneer binnen een week, in dezelfde of aangrenzende gemeenten, twee of meer aanvallen hebben plaatsgevonden. Veehouders binnen die gemeente(n) kunnen tijdelijk (2 tot 4 weken) voor een subsidie in aanmerking komen om preventieve maatregelen te treffen.

Het instellen van een calamiteitenregeling gebeurt door de provincie. Een calamiteitenregeling is bedoeld om dierhouders te ondersteunen bij aanvallen door wolven die niet of moeilijk te voorspellen zijn. De provincies hanteren binnen deze gebieden dezelfde technische normering en eenheidsprijzen.

Bevoegdheid provincie:

  • De keuze en de begrenzing van de gebieden te bepalen.
  • De omvang van het budget vast te stellen dat hiervoor beschikbaar wordt gesteld.
  • De duur en de termijnen waarbinnen subsidieregels gelden vast te stellen.
Hoe wordt een raster volgens adviesnorm getoetst?

De taxateur heeft de opdracht van BIJ12 om de afrastering te beoordelen, in het geval van een raster volgens adviesnorm wordt het volledige raster worden gecontroleerd. De resultaten hiervan worden opgenomen in het bezoekrapport van het schadedossier. De taxateur gebruikt hiervoor onderstaande checklist:

Zijn er subsidies voor rasters beschikbaar in de provincie?

Primair is de dierhouder zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van wolvenaanvallen op zijn of haar dieren. In diverse provincies zijn commissies opgericht om met direct belanghebbenden te onderzoeken welke maatregelen nodig zijn en hoe de provincie hierbij kan ondersteunen. Ook zijn verschillende provincies een subsidieregeling gestart voor de aanschaf van rasters volgens adviesnorm. Het is de bevoegdheid van de provincies om subsidie te verlenen, de hoogte van het subsidiebedrag vast te stellen en de voorwaarden die zijn verbonden aan de subsidie te bepalen. Hoe dit in de provincies is geregeld lees je op de pagina ‘beleid en organisatie‘.

Waarom hanteren provincies verschillend beleid voor subsidies van rasters?

Een aantal jaar geleden is het natuurbeleid waaronder het faunabeleid gedecentraliseerd, dus provincies zijn verantwoordelijk voor het faunabeleid. De 12 provincies – vertegenwoordigd in het Interprovinciaal Overleg (IPO) – hebben in 2019 samen het Interprovinciaal wolvenplanDeze link opent in een nieuw tabblad vastgesteld. Daarnaast wordt er ook samengewerkt tussen provincies als een aangewezen wolvengebied grensoverschrijdend is. Lees ook:

Wat betekent een wolfwerende afrastering voor andere wilde dieren?

Het effect van rasters op andere wilde dieren is per type raster te lezen in de Faunaschade PreventiekitDeze link opent in een nieuw tabblad (hoofdstuk 3.1.1 (gaasraster met stroom), 3.1.2 (afrastering met stroom (vast), 3.1.3. (afrastering met stroom (verplaatsbaar)). Afhankelijk van het type afrastering kan een raster volgens adviesnorm een weide minder toegankelijk maken voor andere wilde dieren. Op voorhand vormen flexnetten een groter risico voor overige fauna dan een vaste afrastering met draden omdat een dier in een net verstrikt zou kunnen raken.

Wanneer bij een afrastering (anders dan gaas) met stroomdraden de onderste draad op 20 cm blijft, kunnen kleine wilde dieren hier onderdoor, maar bijvoorbeeld een wild zwijn of hond niet. Herten en reeën zijn in staat over een raster heen te springen. Reeën zijn ook in staat tussen de stroomdraden door te springen. Als alle vier de poten van de grond zijn, krijgen hertachtige(n) geen stroomtik.

Duits onderzoek naar effect van rasters op andere wilde dieren

Het Duitse informatiecentrum voor natuurbehoud NABU onderzocht in Nedersaksen de aanwezigheid van wilde dieren binnen weilanden met een vaste afrastering met stroomdraden. Hieruit blijkt onder meer dat kleine zoogdieren, edelherten en reeën bijna net zo vaak worden waargenomen in weilanden met een raster als in weilanden zonder raster. In dit overzichtDeze link opent in een nieuw tabblad (.pdf) staan de belangrijkste bevindingen die met verschillende video’sDeze link opent in een nieuw tabblad zijn onderbouwd.

Dassentunnel

Afhankelijk van het type raster (bijvoorbeeld een gaasraster met stroom) is een oplossing voor dassen en andere kleine zoogdieren het leggen van een buis in de dassenwissel die groot genoeg is voor de das, haas, konijn, egel en marterachtigen, maar te klein voor de wolf.

Wolfwerende dassentunnel

Rasters rond natuurgebieden om edelherten en wilde zwijnen te keren zijn niet bedoeld om wolven tegen te houden. Voor dassentunnels in wolfwerende rasters op percelen met vee is een aanvullend adviesDeze link opent in een nieuw tabblad uitgebracht om een dassentunnel wolfwerend te maken. Op basis van de nieuwe bevindingen wordt nu een buis met een maximale doorsnede van 25 centimeter en één of twee bochten van 45 graden aangeraden. Die is groot genoeg voor de das en andere kleine zoogdieren (haas, konijn, egel, marterachtigen), maar te klein voor de wolf. Door de bocht(en) heeft de wolf hier fysiek veel moeite mee.

  • 25 centimeter doorsnede – met minimaal 1 of 2 bochten van 45 graden;
  • schuin afgesneden naar onderen toe om inregenen te voorkomen;
  • enkele ruime gaten om ingelopen water te laten wegsijpelen;
  • afgezet met betongaas om langsgraven te voorkomen;
  • op de bodem bedekt met een dun laagje zand of bladeren om doorkruisen aantrekkelijk te maken;
  • isolatie van de stroomdraad erboven met bijvoorbeeld een elektrabuisje bij gebruik van beton of staal. Bij een pvc-buis is dit niet nodig omdat het geen stroom geleidt.
Wat zijn de meest gemaakte fouten bij afrasteringen?

Het is mogelijk om je schapenweide afdoende te beschermen tegen een wolf. Het helpt als je daarbij je afrastering bekijkt door de ogen van de wolf. Op deze manier zie je beter wat de zwakke plekken zijn. De Wolvencommissie Gelderland maakte daarom onderstaande factsheet.

Zo zal een wolf meestal proberen om onder de afrastering door te kruipen. Je moet dus bij je controle extra aandacht hebben voor de onderste draad: is de afstand nergens meer dan 25 cm? Is de draad vrij van begroeiing, zodat er geen spanningsverlies ontstaat?

Een ander belangrijk punt is dat de wolf na één flinke stroomstoot niet snel opnieuw zal proberen om aan te vallen. De keerzijde daarvan: als hij wél een toegang vindt tot makkelijk te grijpen prooien – zoals schapen in tegenstelling tot wild – dan zal hij blijven proberen. Het is dus beter om het in één keer goed te doen!

Hoe effectief zijn grote honden voor het beschermen van vee?

Kuddebewakingshonden zijn een veelgebruikte maatregel om aanvallen van grote predatoren tegen te gaan, waaronder de wolf. Meer hierover lees je in de Faunaschade PreventiekitDeze link opent in een nieuw tabblad.

Er zijn hondenrassen die speciaal gefokt zijn als kuddebeschermingshond. Let wel heel goed op dat je ook echt een ras neemt die ook dit werk goed uit kan voeren en bij de bedrijfsvoering past. Deze honden zijn gefokt om zelfstandig en eigenwijs te zijn. Er is een bedrijf dat hierbij kan helpen: Canine Efficiency.

Waarom is paarden houden in een kudde veiliger?

Een kudde – dieren die elkaar kennen – beschermt elkaar. Een wolf is een opportunist en een verwonding is voor hem een groot risico, dus dat vermijdt hij als het even kan. Bij meerdere paarden zal een wolf dus niet snel geneigd zijn om een kans te wagen. Doet hij dat wel, dan maakt hij weinig kans tegen een kudde gezonde paarden. Veulens, pony’s, zieke of zwakke dieren kunnen wel gevaar lopen.

In opdracht van BIJ12 deed Van Bommel Faunawerk onderzoek naar wolvenaanvallen op runderen en paarden. Lees meer op de pagina Onderzoek.

Bekijk ook onderstaande video waar paarden een wolf uit de wei verjagen in de provincie Limburg (Wolvenmeldpunt, 2022):

Lees het transcript van deze video

Op de video is te zien hoe een wolf wegrent. De wolf rent op een weiland en wordt achterna gezeten door drie paarden. De kudde paarden verdrijft de wolf uit het weiland. De wolf vlucht het maisveld in.

Zijn wolven gevaarlijk voor paarden?

De kans dat wolven paarden aanvallen is erg klein. Een van de redenen is dat paarden als extreem defensief worden beschouwd, vooral merries als verdedigers van hun veulens. Veulens, pony’s, zieke of zwakke dieren kunnen wel gevaar lopen.

Er is wel een risico dat paarden in paniek raken en daarbij door de omheining gaan of op een andere manier gewond raken. Het is ook afhankelijk van de andere mogelijke prooidieren in het gebied. De wolf kiest altijd voor de makkelijkste prooi.

We zullen als maatschappij weer gaan ontdekken hoe we onze landbouwhuisdieren veilig kunnen houden. ‘s Nachts ophokken, rasters en eventueel kuddebeschermingshonden zijn daarbij belangrijke opties, maar ook natuurlijke kuddesamenstelling van grootvee vergroot de weerbaarheid van koeien en paarden tegen wolven.

In opdracht van BIJ12 deed Van Bommel Faunawerk onderzoek naar wolvenaanvallen op runderen en paarden. Lees meer op de pagina Onderzoek.

Bekijk ook onderstaande video waar paarden een wolf uit de wei verjagen in de provincie Limburg (Wolvenmeldpunt, 2022).

Lees het transcript van deze video

Op de video is te zien hoe een wolf wegrent. De wolf rent op een weiland en wordt achterna gezeten door drie paarden. De kudde paarden verdrijft de wolf uit het weiland. De wolf vlucht het maisveld in.

Wolvenschade melden

Kan wolvenschade bij een hond met DNA worden aangetoond?

Als een hond is aangevallen door (vermoedelijk) een wolf, is de onderzoeksmethode die Wageningen University & Research (WENR) in opdracht van BIJ12 gebruikt niet geschikt om het DNA van wolf en hond te onderscheiden. Dat geldt voor zowel de soort- als individubepaling.

Honden stammen af van wolven, daardoor lijkt hun DNA sterk op elkaar. Als er DNA van een wolf aanwezig is op een hond, is dat in alle gevallen sterk vermengd met het DNA van de hond. Daardoor is niet met zekerheid te zeggen van welk dier het DNA afkomstig is. Uitsluitsel op basis van DNA-onderzoek is daarom niet mogelijk met de gebruikte methode: de uitslag van zo’n analyse zal hond zijn of is niet te interpreteren.

Een incident tussen een hond en (vermoedelijk) een wolf kan dus niet worden bevestigd met de DNA-methode die wordt gebruikt in opdracht van BIJ12. Wel kan een beoordeling van een wolf-hond-incident plaatsvinden aan de hand van andere bewijzen, zoals sporen, verwondingen, zichtwaarnemingen, camerabeelden en/of foto’s.

In overleg met de betreffende provincie kunnen eventuele vervolgstappen worden besproken. Daarom wordt bij een incident tussen hond en (vermoedelijk) wolf geadviseerd om zoveel mogelijk bewijs te verzamelen, zoals foto’s en DNA-monsters.

Onderscheid tussen DNA wolf en hond bij landbouwhuisdieren

Voor het onderscheiden wolven-DNA en honden-DNA op landbouwhuisdieren is de methode die WENR gebruikt in opdracht van BIJ12 wel geschikt. In zo’n geval is het (vermoedelijke) wolven-DNA niet vermengd met het DNA van een nauwverwante diersoort. Hierdoor kan met zekerheid worden vastgesteld of een wolf (of een hond of ander dier) verantwoordelijk is voor de aanval op bijvoorbeeld een schaap.

BIJ12 verleent in opdracht van de provincies uitsluitend tegemoetkomingen in de schade aan landbouwhuisdieren. De gebruikte methode volstaat dus voor de opdracht van BIJ12 aan WENR om wolvenschade op landbouwhuisdieren te bevestigen.

Hoe wordt een raster volgens adviesnorm getoetst?

De taxateur heeft de opdracht van BIJ12 om de afrastering te beoordelen, in het geval van een raster volgens adviesnorm wordt het volledige raster worden gecontroleerd. De resultaten hiervan worden opgenomen in het bezoekrapport van het schadedossier. De taxateur gebruikt hiervoor onderstaande checklist:

Hoe zit het met schade door een goudjakhals?

Naast de wolf wordt ook de goudjakhals in Nederland gesignaleerd, een dier nauw verwant aan de wolf. De taxatie en tegemoetkoming in schade aan gehouden dieren door een goudjakhals is hetzelfde als bij een wolf.

Wat gebeurt er met kapitaalintensieve dieren?

Bij tegemoetkomingsaanvragen voor kapitaalintensieve dieren, bijvoorbeeld waardevolle renpaarden, wordt van de eigenaar een grotere inspanning verwacht om het dier tegen wolvenaanvallen te beschermen. In die specifieke gevallen kan geoordeeld worden dat een eigen risico en/of een maximum vergoedingsbedrag gehanteerd wordt.

Wat betekent het dat er ook runderen en paarden worden aangevallen?

In Duitsland is al langer ervaring met grootvee (runderen en paarden) en predatoren. Uit het overzicht van 2021Deze link opent in een nieuw tabblad (bron: dbb-wolf) blijkt dat in Duitsland in dat jaar 975 aanvallen op vee zijn geregistreerd, waarbij in totaal 3.374 dieren zijn verwond, gedood of vermist. Daarbij moet worden opgemerkt dat waarschijnlijk niet alle gevallen zijn geregistreerd of gemeld en de mate waarin landbouwhuisdieren worden gehouden sterk kan verschillen tussen deelstaten en dus ook Nederland.

Van de aangevallen dieren ging het in 2.772 gevallen (85%) om schapen en daarnaast 251 runderen (7%) en 18 paarden (0,5%). Van de 975 aanvallen had 72% betrekking op schapen en 21% op runderen. Niet alle aanvallen waren dodelijk. Van de 251 runderen bleek het merendeel (>84%) jonger dan 1 jaar oud te zijn. Van de 18 aangevallen paarden kon in 11 gevallen genetisch een wolf als dader worden vastgesteld. Daarbij ging het in de meeste gevallen om kleine rassen (pony’s) en daarnaast om twee veulens. In de andere gevallen van aanvallen bij paarden kon wolf niet worden vastgesteld maar ook niet als dader worden uitgesloten.

Laag risico op blessures

Wolven moeten het qua prooien hebben van soorten die een laag risico op blessures geven bij de jacht aangezien ze niet over echte wapens beschikken, zoals bijvoorbeeld de klauwen van katachtigen. Vandaar dat ze op geur en zicht prooien observeren op tekenen van zwakte/ziekte, en onervarenheid.

Vervolgens testen ze een prooi altijd op weerbaarheid door het op te jagen zodat het moet rennen. Als hoefdieren niet voldoende weerbaar blijken wordt de aanval ingezet. Dit kan tot de dood van de prooi leiden, maar in veel gevallen wordt een aanval alsnog afgebroken omdat wolven het risico op een blessure te groot achten. Dit verklaart dat vooral hoefdieren worden aangevallen die zonder risico te pakken zijn (schapen) en daarnaast van de andere landbouwhuisdieren vooral de individuen die afwijken.

Dat kunnen kleine rassen zijn als pony’s, jonge dieren die alleen of in een leeftijdsgroep worden gehouden (kalveren of veulens), een ziek dier wat apart is gezet, of dieren die door gedrag opvallen, bijvoorbeeld een dier wat in paniek raakt en/of niet zijn natuurlijke vluchtgedrag kan uitoefenen.

Nu de wolf weer terug is in Nederland zullen we als maatschappij weer gaan ontdekken hoe we onze landbouwhuisdieren veilig kunnen houden. ‘s Nachts ophokken, rasters en eventueel kuddebeschermingshonden zijn daarbij belangrijke opties, maar ook natuurlijke kuddesamenstelling van grootvee vergroot de weerbaarheid van koeien en paarden tegen wolven.

Welke landbouwdieren vallen wel eens ten prooi aan wolven?

In de meeste gevallen gaat het om schapen. Soms ook geiten, kalveren, pinken, koeien, of (shetlander) pony’s. Zeer zelden gaat het om gehouden damherten, moeflons of schotse hooglanders. Uit het buitenland is bekend dat ook andere diersoorten een prooi kunnen vormen.

Hoeveel vee wordt er gedood door honden en vossen?

Door honden of vossen gedode landbouwhuisdieren worden niet centraal geregistreerd. De BIJ12-cijfers zijn gebaseerd op vermoedelijke wolvenschade. Na DNA-analyse kan hier hond of vos uitkomen. Omdat dit toevalligheden zijn, is dit géén representatief beeld. Als na een aanval direct duidelijk is dat het om een hond of een vos gaat, bijvoorbeeld op basis van zicht, sporen en/of beelden, verleent BIJ12 geen opdracht voor taxatie.

Welke kosten komen in aanmerking voor een tegemoetkoming?
  • De taxatiewaarde van het gedode dier is bepalend voor de hoogte van de tegemoetkoming.
  • Bij verwonde dieren: de dierenartskosten tot maximaal de taxatiewaarde van het dier. Kosten voor bezoek van de dierenarts, zoals voorrijkosten en behandel en/of onderzoekskosten. Wanneer een gewond dier na behandeling alsnog overlijdt bedraagt de tegemoetkoming: de dierenartskosten tot maximaal de taxatiewaarde van het dier en de taxatiewaarde van het overleden dier.
  • Geleden schade door het optreden van abortus bij drachtige dieren, mits de aanvrager de dracht en het oorzakelijke verband tussen de aanval van de wolf en de abortus aantoont dan wel aannemelijk kan maken. Bijvoorbeeld door het gebruik van dek-blokken; het overleggen van een langjarige administratie van verwerpingen; of een scan van het dier, welke scan binnen twee weken na aanval van de wolf (het stressmoment) moet plaatsvinden.
  • Voorrij- en afvoerkosten van een kadaver naar Rendac.

Overige indirecte kosten komen niet voor een tegemoetkoming in aanmerking.

Bij het verlenen van een tegemoetkoming in de schade door een wolf wordt er geen eigen risico ingehouden en hoeven geen léges betaald te worden.

Wanneer komt een dierhouder in aanmerking voor een tegemoetkoming?

Schade aan bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren én aan hobbymatig gehouden hoefdieren (schaap, geit, paard/pony, rund, varken) komt in aanmerking voor taxatie en een tegemoetkoming. Dit geldt ook voor bedrijfsmatig gehouden kuddebeschermings- en hoedhonden die verwond of gedood worden. De eigenaar krijgt een tegemoetkoming in de schade wanneer bovengenoemde dieren met zekerheid of zeer waarschijnlijk zijn gedood of verwond door een wolf.

Wanneer maakt BIJ12 nieuwe schademeldingen bekend?

De tabel met schademeldingen- en cijfers en het bronbestand (Excel-bestand) wordt minimaal één keer per week bijgewerkt. Dit kan vanaf het moment dat BIJ12 een eerste terugkoppeling heeft ontvangen van een taxateur over het veldbezoek.

Verspreiding wolf in Nederland

Waarom wordt er pas in september gecommuniceerd over welpen?

Wolvenwelpen worden geboren in het voorjaar. Er wordt bewust pas verslag gedaan over welpen in de voortgangsrapportage van september.

Wolvenwelpen zijn van nature niet schuw. Pas naarmate ze ouder worden, leren ze dit gedrag van hun ouders. In de eerste maanden zijn wolvenwelpen daardoor erg verstoringsgevoelig. Berichtgeving over welpen veroorzaakt extra aandacht en kan tot gevolg hebben dat mensen op zoek gaan naar de welpen. De aanwezigheid van (meer) mensen in de buurt van de welpen, verhoogt de kans dat de ouderdieren de welpen niet durven te benaderen of te verplaatsen. Dit kan er vervolgens voor zorgen dat de welpen onderkoeld raken, worden aangevallen door een vos en/of dat jonge wolven wennen aan de aanwezigheid van mensen. Daarom is het, op basis van de Omgevingswet, belangrijk om dergelijke verstoring zoveel mogelijk te beperken.

Aan het einde van de zomer zijn de welpen groter en sterker. Bovendien verplaatsen de welpen zich dan in een groter gebied. Er is dan dus minder kans op de verstoring van welpen.

  • De basisregels over wat te doen bij het tegenkomen van een wolf zijn van toepassing in alle wolvenleefgebieden.
  • In de jaarlijkse voortgangsrapportage van september wordt verslag gedaan over de aanwezigheid van welpen. De welpen zijn dan groter en sterker en verplaatsen zich door een groter gebied.
Hoe zijn wolven in Nederland terecht gekomen?

Wolvenpopulaties breiden zich op natuurlijke wijze uit. De laatste decennia is een Centraal-Europese populatie ontstaan met een origine in Noordoost-Polen. Deze populatie breidt zich via Duitsland verder uit in westelijke richting, waarbij wolven uit deze populatie zich recentelijk ook achtereenvolgens in Denemarken, Nederland en België hebben gevestigd. Genetisch onderzoek toont aan dat veruit de meeste van de waargenomen wolven in Nederland afkomstig zijn uit de Centraal-Europese populatie. Er zijn in Nederland enkele individuen waargenomen die afkomstig waren uit een andere wolvenpopulatie: de Alpiene wolvenpopulatie uit de regio Italië, Zwitserland en Frankrijk. In het provinciegrens overstijgende gebied tussen Noord-Brabant en Limburg is een Alpiene wolf gevestigd.

Factfindingstudy / Feitenonderzoek – De wolf terug in NederlandDeze link opent in een nieuw tabblad

Lees bij wet- en regelgeving meer over de illegaliteit en de straf voor het uitzetten van wolven.

Is van alle wolven het DNA bekend?

Nee, DNA-profielen worden gemaakt op basis van DNA-onderzoek na een aanval op vee of bij monitoring, zoals bijvoorbeeld DNA-onderzoek van gevonden drollen. Niet iedere wolf valt vee aan en niet van alle wolven worden drollen gevonden. Ook worden er ieder jaar weer welpen geboren waarvan het soms enkele jaren duurt voordat daar DNA-gegevens van worden aangetroffen.

Hoeveel dode wolven zijn er in Nederland aangetroffen?

Een overzicht van aangereden en/of dode wolven in Nederland is te vinden op de pagina dode wolven.

Waar hebben wolven zich in Nederland gevestigd?

De eerste wolf vestigde zich in 2018 op de Noord-Veluwe. Begin 2019 voegde zich hier een tweede wolf bij. Dit paartje kreeg sinds 2019 ieder jaar jongen. De afgelopen jaren ontstonden er meer wolvenroedels- en paren. In ons land leven op dit moment elf wolvenroedels. Dit zijn wolvenparen die jongen hebben gehad.

Zeven roedels hebben hun territoria op de Veluwe: in het gebied van de Noordwest-Veluwe, Noord-Veluwe, Noordoost-Veluwe, Midden-Veluwe, Park de Hoge Veluwe, Zuidwest-Veluwe en Zuidoost-Veluwe. Vier andere roedels leven in het grensgebied Fryslân-Drenthe-Overijssel, in Midden-Drenthe, in het noordelijk deel van de Gelderse Vallei en op de Utrechtse Heuvelrug. In het grensgebied tussen Noord-Brabant en Limburg leefde afgelopen jaren ook een solitaire wolf. Vlak over de grens met Duitsland en België bevinden zich ook diverse wolventerritoria. Zoals de Vlaamse Hechtel-Eksel roedel en het leefgebied van een solitaire wolf op de grens tussen Vlaanderen en Zuidwest-Brabant.

Zwervende wolven die op zoek zijn naar een eigen leefgebied kunnen in een groot deel van Nederland voorkomen.

De meest actuele informatie over het gevestigde wolven leest u de verspreidingskaart of de voortgangsrapportage die BIJ12 een paar keer per jaar uitbrengt.

Zijn wolven in Nederland uitgezet?

Er is tot nu geen enkele aanwijzing dat er wolven in Nederland uitgezet zijn. Dankzij genetisch onderzoek zijn de meeste waargenomen wolven in Nederland te herleiden naar hun oorspronkelijke roedel. Van de wolven waarvoor dat niet mogelijk was, kan met genetisch onderzoek wel worden aangetoond uit welke wolvenpopulaties zij afkomstig zijn.

Wat is het verschil tussen gevestigde en zwervende wolven?

We maken onderscheid tussen gevestigde en zwervende wolven. Van een gevestigde wolf is sprake als deze minimaal 6 maanden in dezelfde regio of hetzelfde gebied via DNA aantoonbaar aanwezig is. Voor zwervende wolven is dat nog niet het geval. Nakomelingen worden niet gerekend als gevestigde wolven, aangezien zij nog kunnen optrekken met de ouderlijke roedel of (vanaf ongeveer het tweede levensjaar) op zoek gaan naar een eigen territorium. Dit kan zich in de buurt van de ouderlijke roedel bevinden of verder weg. Voor de zwervende wolven is het vaak onbekend of deze wolven momenteel nog in Nederland aanwezig zijn.

Hoeveel wolven leven er in Nederland?

Een exact aantal wolven is niet te geven. Onder andere omdat wolven vele kilometers op een dag kunnen afleggen, Nederland binnen een korte periode in en uit kunnen lopen, geen sporen achterlaten (dat kan riskant zijn omdat ze niet weten of zij zich in een ander wolventerritorium bevinden en daarmee kans lopen op een aanval) en daardoor onopgemerkt blijven.

Er is wel een schatting van het aantal wolven te maken op basis van DNA-resultaten, wildcamerabeelden en gevalideerde waarnemingen. Dit wordt namelijk onderzocht met gerichte monitoring. Een paar keer per jaar wordt hier verslag van gedaan in een voortgangsrapportage met een verspreidingskaart.

Op basis van de bij het Wolvenmeldpunt bekende gegevens, leven er in Nederland naar schatting 24 gevestigde wolven, 17-26 jaarlingen, 55-62 welpen en 8-12 zwervende wolven. De 24 gevestigde wolven zijn 22 ouderparen en twee solitair levende wolven. Dat is een schatting van september 2024. Niet alle informatie is voorhanden. Daarom wordt er voor jaarlingen, welpen en zwervende wolven een bandbreedte gegeven. Zo is er geen toestemming voor veldmonitoring door het Wolvenmeldpunt op de Hoge Veluwe e.o.

Wat zijn hybride wolven?

Een wolf-hondhybride is een hybride tussen een wolf en een gedomesticeerde hond. Wolven bezitten een zeer klein percentage DNA (<5%) dat afkomstig is van honden. Dit is het gevolg van incidentele kruising tussen wolven en honden in de loop van duizenden jaren. Deze wolven worden niet als hybriden beschouwd.

Er is in Nederland nog nooit een hybride wolf in het wild aangetroffen. In Duitsland zijn er in de afgelopen 20 jaar slechts twee gevallen van hybridisatie bekend. De Factfinding studie geeft aan dat uit recente genetische studies blijkt dat hybridisatie in de alpiene, Centraal-Europese en Scandinavische populaties zeer zeldzaam is (minder dan 1% van de onderzochte gevallen). Nederland kent bovendien geen loslopende zwerfhonden. Het risico op langdurig innig contact tussen wolf en hond is daardoor zeer klein.

DNA-onderzoek naar hybride wolven

In de meeste EU-lidstaten worden wolven intensief genetisch gemonitord en wordt ook hybridisatie nauwlettend bestudeerd, zodat eventueel snel ingegrepen kan worden. Bij het DNA-onderzoek in Nederland wordt allereerst bepaald of de schade is veroorzaakt door een wolf of door een ander dier. Hierbij kan ook gezien worden of er sprake is van een kruising van een wolf met een andere diersoort, een zogenaamde hybride wolf. Wanneer een landbouwhuisdier gedood zou worden door een wolf die een kruising is met een andere diersoort kan BIJ12 hierover bericht krijgen van het onderzoekslaboratorium. Hetzelfde onderzoek vindt plaats bij aangereden en/of dood aangetroffen wolven. Tot nu toe is dit nog niet voorgekomen. In Factfindingstudy / Feitenonderzoek – De wolf terug in NederlandDeze link opent in een nieuw tabblad wordt een uitgebreide uitleg gegeven over het testen van DNA op hybridisatie:

Voor elk DNA-monster wordt allereerst een soortbepaling uitgevoerd via een zogenaamde PCR-test. PCR staat voor polymerase-chain-reaction, een biochemische procedure waarbij een specifiek stukje diagnostisch DNA wordt gelokaliseerd en daarna vermeerderd. Vervolgens kan de exacte code ervan (de volgorde van de baseparen waaruit de DNA-streng is opgebouwd) vastgesteld worden via een procedure die ‘sequencing’ wordt genoemd. Voor het onderscheid tussen wolven en honden gebruikt men een stukje DNA van de zogenaamde controleregio van het mitochondriaal DNA (CR), dat niet bij prooidiersoorten vermeerderd kan worden en dat diagnostisch is voor hondachtigen. Aan de hand van de DNA-code kunnen dan verschillende varianten van dat gen onderscheiden worden. Van de tientallen varianten die er op dat CR-gen bestaan, komen sommige voor bij zowel honden als wolven en sommige ervan zijn uniek voor wolven.

Aangetroffen wolven in Nederland

Van de wolven die ooit in Nederland genetisch waargenomen zijn, kennen we vaak de oorsprong via genetische identificatie van elk individu, en toewijzing van het genotype aan de roedel van oorsprong, waarbij ook de ouders bekend zijn. In vele gevallen zijn ook de grootouders bekend en zijn deze ook weer geïdentificeerd als zuivere wolven, en kunnen we een hybride oorsprong ook op deze manier uitsluiten. Dit type onderzoek wordt in opdracht van BIJ12 en de gezamenlijke provincies een paar keer per jaar uitgevoerd door het onderzoekslaboratorium.

Gedrag hybride wolf

Het is niet zo dat een hybride wolf minder wild zou zijn. Het dier wordt opgevoed in het wild en zal daardoor niet meer of minder angst voor mensen hebben. Een verwilderde hond kan net zo wild zijn als een wolf.

Factfindingstudy / Feitenonderzoek – De wolf terug in NederlandDeze link opent in een nieuw tabblad Rapport over de juridische bescherming van de wolfDeze link opent in een nieuw tabblad

Verspreiding wolf in de Benelux en Duitsland

Hoe weten jullie de DNA-gegevens van wolven uit andere Europese landen?

Deze gegevens worden onderling gedeeld via internationale samenwerking. Lees ook verder op de pagina monitoring.

Is van alle wolven het DNA bekend?

Nee, DNA-profielen worden gemaakt op basis van DNA-onderzoek na een aanval op vee of bij monitoring, zoals bijvoorbeeld DNA-onderzoek van gevonden drollen. Niet iedere wolf valt vee aan en niet van alle wolven worden drollen gevonden. Ook worden er ieder jaar weer welpen geboren waarvan het soms enkele jaren duurt voordat daar DNA-gegevens van worden aangetroffen.

Wat is het CEwolf-consortium?

CEwolf staat voor Centraal Europese wolvenpopulatie, ofwel de wolvenpopulatie in West-Polen, Duitsland, Denemarken en de Benelux. Het internationaal consortium CEwolf van onderzoekslaboratoria uit België, Duitsland, Denemarken, Polen, Tsjechië, Oostenrijk en Nederland voert de genetische monitoring van wolven op dezelfde manier uit en wisselt gezamenlijk gegevens uit. Per land is er één deelnemend laboratorium. Alle labs werken met dezelfde methode en dat maakt het mogelijk om DNA-profielen onderling uit te wisselen en na te gaan of een profiel ergens al eens is vastgesteld. Door deze samenwerking is het in de meeste gevallen mogelijk te achterhalen waar dieren oorspronkelijk vandaan komen en welke afstand ze hebben afgelegd.

Sinds 2015 heeft CEwolf DNA van duizenden wolven uit de Centraal-Europese populatie geregistreerd, inclusief een stamboom van honderden individuen die soms wel 10 generaties teruggaat. De GW-codes van territoriale wolven in de Benelux en Duitsland worden jaarlijks vrijgegeven via deze kaartDeze link opent in een nieuw tabblad.

Waar in Europa leven wolven?

Met uitzondering van Luxemburg zijn nu in elk land op het vasteland van Europa wolven waargenomen. De Europese wolvenpopulatie is verdeeld in tien verschillende populaties, waarvan sommige grensoverstijgend zijn.

Dode wolven

Hoeveel dode wolven zijn er in Nederland aangetroffen?

Een overzicht van aangereden en/of dode wolven in Nederland is te vinden op de pagina dode wolven.

Monitoring

Wat is er af te lezen aan het DNA van een wolf?

Het DNA laat zien of het om een wolf gaat, en zo ja welk individu het is en wat het geslacht is van het dier. Alle wolven met een bekend DNA-profiel staan in een Centraal-Europese database (CEwolf consortium). Daarin heeft iedere wolf een unieke code, een zogeheten GW-code. Als het dier al in de database voorkomt, geeft dit informatie over het migratiegedrag van het dier. Verblijft hij of zij al langere tijd op dezelfde plek, of trekt het dier rond?

Als er geen match is, krijgt het dier een nieuwe GW-code. WENR probeert vervolgens de herkomst en de ouders van het dier te achterhalen. Ook daarbij helpt de database: WENR kijkt bijvoorbeeld of het DNA overeenkomt met dat van een nakomeling van een al bekend ouderpaar. Bijvoorbeeld in een van de in Nederland gevestigde roedels.

Ook kan achterhaald worden uit welke populatie het dier afkomstig is. Zo wordt bekend of een wolf uit de Centraal-Europese populatie komt (waar ook de meeste Nederlandse wolven toe behoren), een in Nederland nieuwgeboren wolf is of van verder weg komt, zoals uit de Alpen of Balkan.

Is DNA-onderzoek altijd mogelijk?

De hoeveelheid en de kwaliteit van DNA in een monster varieert sterk en is soms onvoldoende om een diersoort- of individu te herkennen. Daarbij speelt onder andere mee hoe lang het duurt voordat een kadaver of spoor wordt gevonden en wat de weersomstandigheden zijn. Daarom is de analyse van dit soort ‘non-invasieve’ monsters – monsters die Wageningen Environmental Research (WENR) niet direct van het dier afneemt – lastiger dan monsters waarbij DNA direct van een wolf wordt afgenomen, bijvoorbeeld via een stukje vlees of bloed. Dit betekent dat de analyse niet altijd slaagt en niet altijd alle vragen beantwoord kunnen worden.

Hoe ziet het DNA-profiel van een wolf eruit?

Het opstellen van een individueel genetisch profiel gebeurt met een vaste set van 13 microsatelliet-merkers. Daarbij bepalen 2 merkers het geslacht en vormen 12 variabele microsatellietmerkers een unieke genetische vingerafdruk van het individu. De combinatie van varianten op die merkers wordt aangeduid met een GW-volgnummer en geslacht. Deze gegevens worden, samen met informatie over de plaats en datum waar het DNA werd gevonden, opgeslagen in een gedeelte databank. Met deze informatie kunnen stambomen worden gemaakt. Dit is cruciaal voor het begrijpen van wolvenpopulaties en het volgen van individuen.

Zijn er alternatieve methodes beschikbaar om wolvenschade bij een hond met DNA aan te tonen?

WENR onderzoekt of er een DNA-methode is die kan bevestigen of een hond is aangevallen door een wolf. Op dit moment is zo’n onderzoek niet mogelijk via WENR in opdracht van BIJ12. Een provincie kan uitwijken naar een alternatief laboratorium om via DNA-onderzoek uitsluitsel te krijgen over incidenten tussen wolf en hond.

Is WENR de enige universiteit/kennisinstelling in Nederland die dit DNA-onderzoek doet?

Het onderzoek bij Wageningen Environmental Research (WENR) is uniek in Nederland vanwege de combinatie van ecologische kennis, DNA-analyse en Europese samenwerking. In 2015 waren zij betrokken bij de oprichting van het Centraal-Europees wolvenconsortium (CEwolf). Het belangrijkste doel van het consortium is om methodes te standaardiseren en ervaringen uit te wisselen, zodat ze de kennis op een hoog niveau houden. De onderzoeksinstituten die in het consortium samenwerken hebben hun methodes gestroomlijnd. Op die manier kunnen ze de genetische profielen van individuele wolven rechtstreeks vergelijken met profielen die eerder in andere landen zijn aangetroffen. Het is voor laboratoria die niet aangesloten zijn bij het consortium hierdoor veel moeilijker om analyses uit te voeren én de resultaten op juiste manier te interpreteren. Bovendien is WENR zeer ervaren in het werken met DNA-sporen van slechte kwaliteit en kwantiteit. Het laboratorium en de protocollen die ze gebruiken zijn speciaal ingericht om het risico op vervuiling met DNA uit andere bronnen te voorkomen.

Hoe worden de resultaten van DNA-onderzoek naar wolven gedeeld?

BIJ12 ontvangt van Wageningen Environmental Research (WENR) de uitslagen van de DNA-onderzoeken. In de resultaten staat of het om wolven DNA gaat en (waar mogelijk) welk individu is aangetoond en waar het dier vandaan komt. BIJ12 publiceert deze resultaten zodra ze bekend zijn op de website:

Daarnaast wordt periodiek in de voortgangsrapportages verslag gedaan over de activiteit van de wolf in Nederland.

WENR deelt geen achterliggende data van de DNA-onderzoeken. Er is specialistische, vakinhoudelijke kennis nodig om de data juist te kunnen lezen en interpreteren.

Kan wolvenschade bij een hond met DNA worden aangetoond?

Als een hond is aangevallen door (vermoedelijk) een wolf, is de onderzoeksmethode die Wageningen University & Research (WENR) in opdracht van BIJ12 gebruikt niet geschikt om het DNA van wolf en hond te onderscheiden. Dat geldt voor zowel de soort- als individubepaling.

Honden stammen af van wolven, daardoor lijkt hun DNA sterk op elkaar. Als er DNA van een wolf aanwezig is op een hond, is dat in alle gevallen sterk vermengd met het DNA van de hond. Daardoor is niet met zekerheid te zeggen van welk dier het DNA afkomstig is. Uitsluitsel op basis van DNA-onderzoek is daarom niet mogelijk met de gebruikte methode: de uitslag van zo’n analyse zal hond zijn of is niet te interpreteren.

Een incident tussen een hond en (vermoedelijk) een wolf kan dus niet worden bevestigd met de DNA-methode die wordt gebruikt in opdracht van BIJ12. Wel kan een beoordeling van een wolf-hond-incident plaatsvinden aan de hand van andere bewijzen, zoals sporen, verwondingen, zichtwaarnemingen, camerabeelden en/of foto’s.

In overleg met de betreffende provincie kunnen eventuele vervolgstappen worden besproken. Daarom wordt bij een incident tussen hond en (vermoedelijk) wolf geadviseerd om zoveel mogelijk bewijs te verzamelen, zoals foto’s en DNA-monsters.

Onderscheid tussen DNA wolf en hond bij landbouwhuisdieren

Voor het onderscheiden wolven-DNA en honden-DNA op landbouwhuisdieren is de methode die WENR gebruikt in opdracht van BIJ12 wel geschikt. In zo’n geval is het (vermoedelijke) wolven-DNA niet vermengd met het DNA van een nauwverwante diersoort. Hierdoor kan met zekerheid worden vastgesteld of een wolf (of een hond of ander dier) verantwoordelijk is voor de aanval op bijvoorbeeld een schaap.

BIJ12 verleent in opdracht van de provincies uitsluitend tegemoetkomingen in de schade aan landbouwhuisdieren. De gebruikte methode volstaat dus voor de opdracht van BIJ12 aan WENR om wolvenschade op landbouwhuisdieren te bevestigen.

Waarom wordt er pas in september gecommuniceerd over welpen?

Wolvenwelpen worden geboren in het voorjaar. Er wordt bewust pas verslag gedaan over welpen in de voortgangsrapportage van september.

Wolvenwelpen zijn van nature niet schuw. Pas naarmate ze ouder worden, leren ze dit gedrag van hun ouders. In de eerste maanden zijn wolvenwelpen daardoor erg verstoringsgevoelig. Berichtgeving over welpen veroorzaakt extra aandacht en kan tot gevolg hebben dat mensen op zoek gaan naar de welpen. De aanwezigheid van (meer) mensen in de buurt van de welpen, verhoogt de kans dat de ouderdieren de welpen niet durven te benaderen of te verplaatsen. Dit kan er vervolgens voor zorgen dat de welpen onderkoeld raken, worden aangevallen door een vos en/of dat jonge wolven wennen aan de aanwezigheid van mensen. Daarom is het, op basis van de Omgevingswet, belangrijk om dergelijke verstoring zoveel mogelijk te beperken.

Aan het einde van de zomer zijn de welpen groter en sterker. Bovendien verplaatsen de welpen zich dan in een groter gebied. Er is dan dus minder kans op de verstoring van welpen.

  • De basisregels over wat te doen bij het tegenkomen van een wolf zijn van toepassing in alle wolvenleefgebieden.
  • In de jaarlijkse voortgangsrapportage van september wordt verslag gedaan over de aanwezigheid van welpen. De welpen zijn dan groter en sterker en verplaatsen zich door een groter gebied.
Hoeveel dode wolven zijn er in Nederland aangetroffen?

Een overzicht van aangereden en/of dode wolven in Nederland is te vinden op de pagina dode wolven.

Waar hebben wolven zich in Nederland gevestigd?

De eerste wolf vestigde zich in 2018 op de Noord-Veluwe. Begin 2019 voegde zich hier een tweede wolf bij. Dit paartje kreeg sinds 2019 ieder jaar jongen. De afgelopen jaren ontstonden er meer wolvenroedels- en paren. In ons land leven op dit moment elf wolvenroedels. Dit zijn wolvenparen die jongen hebben gehad.

Zeven roedels hebben hun territoria op de Veluwe: in het gebied van de Noordwest-Veluwe, Noord-Veluwe, Noordoost-Veluwe, Midden-Veluwe, Park de Hoge Veluwe, Zuidwest-Veluwe en Zuidoost-Veluwe. Vier andere roedels leven in het grensgebied Fryslân-Drenthe-Overijssel, in Midden-Drenthe, in het noordelijk deel van de Gelderse Vallei en op de Utrechtse Heuvelrug. In het grensgebied tussen Noord-Brabant en Limburg leefde afgelopen jaren ook een solitaire wolf. Vlak over de grens met Duitsland en België bevinden zich ook diverse wolventerritoria. Zoals de Vlaamse Hechtel-Eksel roedel en het leefgebied van een solitaire wolf op de grens tussen Vlaanderen en Zuidwest-Brabant.

Zwervende wolven die op zoek zijn naar een eigen leefgebied kunnen in een groot deel van Nederland voorkomen.

De meest actuele informatie over het gevestigde wolven leest u de verspreidingskaart of de voortgangsrapportage die BIJ12 een paar keer per jaar uitbrengt.

Wat is het verschil tussen gevestigde en zwervende wolven?

We maken onderscheid tussen gevestigde en zwervende wolven. Van een gevestigde wolf is sprake als deze minimaal 6 maanden in dezelfde regio of hetzelfde gebied via DNA aantoonbaar aanwezig is. Voor zwervende wolven is dat nog niet het geval. Nakomelingen worden niet gerekend als gevestigde wolven, aangezien zij nog kunnen optrekken met de ouderlijke roedel of (vanaf ongeveer het tweede levensjaar) op zoek gaan naar een eigen territorium. Dit kan zich in de buurt van de ouderlijke roedel bevinden of verder weg. Voor de zwervende wolven is het vaak onbekend of deze wolven momenteel nog in Nederland aanwezig zijn.

Hoeveel wolven leven er in Nederland?

Een exact aantal wolven is niet te geven. Onder andere omdat wolven vele kilometers op een dag kunnen afleggen, Nederland binnen een korte periode in en uit kunnen lopen, geen sporen achterlaten (dat kan riskant zijn omdat ze niet weten of zij zich in een ander wolventerritorium bevinden en daarmee kans lopen op een aanval) en daardoor onopgemerkt blijven.

Er is wel een schatting van het aantal wolven te maken op basis van DNA-resultaten, wildcamerabeelden en gevalideerde waarnemingen. Dit wordt namelijk onderzocht met gerichte monitoring. Een paar keer per jaar wordt hier verslag van gedaan in een voortgangsrapportage met een verspreidingskaart.

Op basis van de bij het Wolvenmeldpunt bekende gegevens, leven er in Nederland naar schatting 24 gevestigde wolven, 17-26 jaarlingen, 55-62 welpen en 8-12 zwervende wolven. De 24 gevestigde wolven zijn 22 ouderparen en twee solitair levende wolven. Dat is een schatting van september 2024. Niet alle informatie is voorhanden. Daarom wordt er voor jaarlingen, welpen en zwervende wolven een bandbreedte gegeven. Zo is er geen toestemming voor veldmonitoring door het Wolvenmeldpunt op de Hoge Veluwe e.o.

Waarom wordt de wolf gemonitord?

De wolf is een (Europees) beschermde diersoort. Provincies zijn verantwoordelijk om via het Rijk aan Europa te rapporteren hoe de wolvenpopulatie zich ontwikkelt. Dit vormt de kern van de monitoring zoals in het Interprovinciaal wolvenplanDeze link opent in een nieuw tabblad is opgenomen. BIJ12 verzorgt namens de provincies de beleidsuitvoering van de wolf als het gaat om monitoring en de schadeafhandeling.

Wat wordt er gedaan met data uit het Wolvenmeldpunt?

De waarnemingen uit de tabel op de pagina ‘verspreiding wolf in NederlandDeze link opent in een nieuw tabblad’ komen uit het Wolvenmeldpunt. De verzamelde waarnemingen worden iedere maand vernieuwd en aangevuld met de op dat moment nieuwe, en indien aan de orde oudere, waarnemingen uit het WolvenmeldpuntDeze link opent in een nieuw tabblad.

Periodiek wordt er in een voortgangsrapportageDeze link opent in een nieuw tabblad verslag gedaan over de activiteit van wolven aan de hand van alle meldingen uit het Wolvenmeldpunt en schademeldingen.

Ecologie

Wat voegt de wolf toe aan de natuur?

De komst van de wolf heeft invloed op de natuur. Een wolf jaagt vooral op zieke en zwakke dieren en helpt daardoor de populaties van prooidieren gezond te houden. De resten van een prooi bieden voedsel aan aaseters, zoals raaf en zeearend maar ook allerlei insecten. Daarnaast kunnen wolven ook een indirecte invloed hebben op bijvoorbeeld de bosverjonging. Door de aanwezigheid van een wolf kunnen hoefdieren bepaalde gebieden mijden. Daar krijgen jonge boompjes, die anders worden weggegeten, kans om op te groeien.

Hoeveel wolven leven er in een roedel?

Een roedel bestaat veelal uit meerdere generaties (ouderdieren en hun nakomelingen) en bestaat gemiddeld uit 3 tot 10 dieren. Het precieze aantal is afhankelijk van onder andere de geboorte van nieuwe welpen, de hoogte van puppysterfte en de trek van de jonge wolven.

Waar komen de wolven die nu in Nederland zijn vandaan?

De meeste individuen zijn afkomstig uit de Centraal-Europese populatie en in mindere mate uit de Alpiene wolvenpopulatie (Frankrijk, Zwitserland, Noord Italië).

Zijn er genoeg natuurlijke prooien voor wolven?

De in Nederland voorkomende inheemse hoefdieren zijn ree, wildzwijn, damhert en edelhert. Deze hoefdieren maken allemaal onderdeel uit van het dieet van wolven. De dichtheid aan hoefdieren in Nederland lijkt relatief hoog voor ree (vrijwel landelijk), edelhert, damhert en wildzwijn (lokaal), zodat voedsel niet direct een belemmering lijkt te zijn voor vestiging van de wolf.

Wolf en mens

Kan wolvenschade bij een hond met DNA worden aangetoond?

Als een hond is aangevallen door (vermoedelijk) een wolf, is de onderzoeksmethode die Wageningen University & Research (WENR) in opdracht van BIJ12 gebruikt niet geschikt om het DNA van wolf en hond te onderscheiden. Dat geldt voor zowel de soort- als individubepaling.

Honden stammen af van wolven, daardoor lijkt hun DNA sterk op elkaar. Als er DNA van een wolf aanwezig is op een hond, is dat in alle gevallen sterk vermengd met het DNA van de hond. Daardoor is niet met zekerheid te zeggen van welk dier het DNA afkomstig is. Uitsluitsel op basis van DNA-onderzoek is daarom niet mogelijk met de gebruikte methode: de uitslag van zo’n analyse zal hond zijn of is niet te interpreteren.

Een incident tussen een hond en (vermoedelijk) een wolf kan dus niet worden bevestigd met de DNA-methode die wordt gebruikt in opdracht van BIJ12. Wel kan een beoordeling van een wolf-hond-incident plaatsvinden aan de hand van andere bewijzen, zoals sporen, verwondingen, zichtwaarnemingen, camerabeelden en/of foto’s.

In overleg met de betreffende provincie kunnen eventuele vervolgstappen worden besproken. Daarom wordt bij een incident tussen hond en (vermoedelijk) wolf geadviseerd om zoveel mogelijk bewijs te verzamelen, zoals foto’s en DNA-monsters.

Onderscheid tussen DNA wolf en hond bij landbouwhuisdieren

Voor het onderscheiden wolven-DNA en honden-DNA op landbouwhuisdieren is de methode die WENR gebruikt in opdracht van BIJ12 wel geschikt. In zo’n geval is het (vermoedelijke) wolven-DNA niet vermengd met het DNA van een nauwverwante diersoort. Hierdoor kan met zekerheid worden vastgesteld of een wolf (of een hond of ander dier) verantwoordelijk is voor de aanval op bijvoorbeeld een schaap.

BIJ12 verleent in opdracht van de provincies uitsluitend tegemoetkomingen in de schade aan landbouwhuisdieren. De gebruikte methode volstaat dus voor de opdracht van BIJ12 aan WENR om wolvenschade op landbouwhuisdieren te bevestigen.

Waarom wordt er pas in september gecommuniceerd over welpen?

Wolvenwelpen worden geboren in het voorjaar. Er wordt bewust pas verslag gedaan over welpen in de voortgangsrapportage van september.

Wolvenwelpen zijn van nature niet schuw. Pas naarmate ze ouder worden, leren ze dit gedrag van hun ouders. In de eerste maanden zijn wolvenwelpen daardoor erg verstoringsgevoelig. Berichtgeving over welpen veroorzaakt extra aandacht en kan tot gevolg hebben dat mensen op zoek gaan naar de welpen. De aanwezigheid van (meer) mensen in de buurt van de welpen, verhoogt de kans dat de ouderdieren de welpen niet durven te benaderen of te verplaatsen. Dit kan er vervolgens voor zorgen dat de welpen onderkoeld raken, worden aangevallen door een vos en/of dat jonge wolven wennen aan de aanwezigheid van mensen. Daarom is het, op basis van de Omgevingswet, belangrijk om dergelijke verstoring zoveel mogelijk te beperken.

Aan het einde van de zomer zijn de welpen groter en sterker. Bovendien verplaatsen de welpen zich dan in een groter gebied. Er is dan dus minder kans op de verstoring van welpen.

  • De basisregels over wat te doen bij het tegenkomen van een wolf zijn van toepassing in alle wolvenleefgebieden.
  • In de jaarlijkse voortgangsrapportage van september wordt verslag gedaan over de aanwezigheid van welpen. De welpen zijn dan groter en sterker en verplaatsen zich door een groter gebied.
Welke (recente) interacties tussen wolf en mens zijn bekend in Nederland?

Op 9 juli 2023 was er een confrontatie tussen een persoon (dierhouder) en een wolf in Wapse (provincie Drenthe). Lees meer over dit bijtincident op de site van het Openbaar MinisterieDeze link opent in een nieuw tabblad.

Op Landgoed Den Treek (Utrechtse Heuvelrug) in de provincie Utrecht leeft een wolvenpaar met welpjes dat zeer defensief reageert op honden en mensen die te dichtbij komen. Op 16 juli 2024 was er een korte confrontatieDeze link opent in een nieuw tabblad tussen een meisje en een wolfDeze link opent in een nieuw tabblad. Tien dagen eerder werd in hetzelfde gebied een hond meegenomen door vermoedelijk een wolf. Naar aanleiding van deze incidenten adviseert de provincie om het landgoed te vermijden. De gemeente Leusden heeft het kerngebied tot en met 1 september 2024 afgesloten voor recreanten en bezoekers. Lees meer op de site van de provincie UtrechtDeze link opent in een nieuw tabblad.

Op 31 juli 2024 was er een tweede incidentDeze link opent in een nieuw tabblad met een meisje en een wolfDeze link opent in een nieuw tabblad op de Utrechtse Heuvelrug. Dat incident vond plaats bij Austerlitz. Op 7 augustus 2024 was er opnieuw een confrontatieDeze link opent in een nieuw tabblad tussen een wolf en een hond in de Utrechtse bossen, nabij de Krakelingweg in Zeist.

Naar aanleiding van de incidenten adviseert de provincie Utrecht om niet met kleine kinderen naar het bosgebied van de Utrechtse Heuvelrug te gaan, en honden aangelijnd en heel dichtbij te houden. Lees meer op de site van de provincie Utrecht.Deze link opent in een nieuw tabblad

Lees hier actuele adviezen en veelgestelde vragen en antwoorden over de wolf  in de provincie UtrechtDeze link opent in een nieuw tabblad.

In de provincie Gelderland vonden twee incidenten plaats tussen een hond en (vermoedelijk) een wolf: op 18 augustus 2024 in NunspeetDeze link opent in een nieuw tabblad en op 31 augustus 2024 in HarderwijkDeze link opent in een nieuw tabblad.

Waarom mogen wolven niet gevoerd of gelokt worden?

Wolven zullen op afstand blijven van mensen zolang zij mensen zien als een potentiële bedreiging. Maar wolven kunnen hun angst voor mensen verliezen als gevolg van voeren of lokken, bijvoorbeeld als ze regelmatig voedselresten van de mens eten of op een andere manier aan mensen wennen. Ze kunnen dan vertrouwd raken met mensen of mensen associëren met voedsel. Hierdoor wordt de kans op conflicten tussen wolf en mens groter. Wolven mogen daarom – net als andere wilde dieren – nooit worden gevoerd of gelokt.

Bescherming en wet- en regelgeving

Waarom wordt er pas in september gecommuniceerd over welpen?

Wolvenwelpen worden geboren in het voorjaar. Er wordt bewust pas verslag gedaan over welpen in de voortgangsrapportage van september.

Wolvenwelpen zijn van nature niet schuw. Pas naarmate ze ouder worden, leren ze dit gedrag van hun ouders. In de eerste maanden zijn wolvenwelpen daardoor erg verstoringsgevoelig. Berichtgeving over welpen veroorzaakt extra aandacht en kan tot gevolg hebben dat mensen op zoek gaan naar de welpen. De aanwezigheid van (meer) mensen in de buurt van de welpen, verhoogt de kans dat de ouderdieren de welpen niet durven te benaderen of te verplaatsen. Dit kan er vervolgens voor zorgen dat de welpen onderkoeld raken, worden aangevallen door een vos en/of dat jonge wolven wennen aan de aanwezigheid van mensen. Daarom is het, op basis van de Omgevingswet, belangrijk om dergelijke verstoring zoveel mogelijk te beperken.

Aan het einde van de zomer zijn de welpen groter en sterker. Bovendien verplaatsen de welpen zich dan in een groter gebied. Er is dan dus minder kans op de verstoring van welpen.

  • De basisregels over wat te doen bij het tegenkomen van een wolf zijn van toepassing in alle wolvenleefgebieden.
  • In de jaarlijkse voortgangsrapportage van september wordt verslag gedaan over de aanwezigheid van welpen. De welpen zijn dan groter en sterker en verplaatsen zich door een groter gebied.
Wanneer mag er ingegrepen worden?

Veiligheid van mensen staat bovenaan. Wanneer die veiligheid acuut in het geding is, kan op last van de burgemeester altijd worden ingegrepen. In dergelijke situatie is de burgemeester het bevoegd gezag. Een burgemeester kan direct ingrijpen op basis van de Gemeentewet (art 175 en 176). Dat hoeft dus niet te gebeuren op basis van de Wet Natuurbescherming.

Ook provincies kunnen op basis van de Omgevingswet ingrijpen wanneer openbare orde en veiligheid in het geding is. De daarvoor te hanteren procedures zijn eerst gericht zijn op het voorkomen van onveilige situaties dan op het acuut inspelen daarop. Lees hiervoor de interventierichtlijnen uit het Interprovinciaal wolvenplanDeze link opent in een nieuw tabblad.

Wanneer spreken we van een probleemwolf?

Wolven mijden in principe het contact met mensen. Onder normale omstandigheden vormen wolven voor mensen dan ook geen bedreiging. Een ontmoeting met een wolf is altijd een uitzonderlijke gebeurtenis. Het komt echter voor dat wolven op onverwachte plekken worden gezien, zoals in bebouwd gebied of langs wegen. Ook dan is niet altijd sprake van onnatuurlijk gedrag en is in de meeste gevallen niet sprake van een gevaarlijk situatie. Een situatie kan wel gevaarlijk worden wanneer wolven hun schuwheid verliezen, bijvoorbeeld wanneer ze door mensen gevoed worden. In dat geval zal eerst worden geprobeerd de wolf weer “bang” voor mensen te maken. Als dat niet lukt, kan uiteindelijk worden besloten de wolf te doden.

Wat zijn interventierichtlijnen?

Interventierichtlijnen bieden handvatten voor onvoorziene situaties. Op dat moment moet een bevoegd gezag op basis van eigen afwegingen besluiten nemen. De richtlijnen bieden daar ruimte voor. In sommige gevallen zal het nodig zijn hiervoor een expert (bijvoorbeeld het hiervoor genoemde deskundigenteam) te raadplegen. Ook daarvoor bieden de richtlijnen handreikingen.

De richtlijnen zijn opgesteld op basis van wettelijke en beleidsmatige kaders en op basis van huidige ervaringen in binnen- en buitenland. Een aantal van de beschreven situaties hebben zich in Nederland echter nog niet voorgedaan. Daar is nog geen ervaring mee en hierover bestaat nog geen jurisprudentie. Het is denkbaar dat de richtlijnen op basis van toekomstige ontwikkelingen moeten worden bijgesteld. Om dit te kunnen doen is het belangrijk probleemsituaties ook als leermoment te kunnen gebruiken. Om die reden wordt documentatie en analyse van de situatie expliciet als actie benoemd in een aantal situaties. De richtlijnen zullen periodiek tegen het licht worden gehouden en zo nodig aangepast.

Het in deze interventierichtlijnen verwoorde beleid dient te worden verankerd in provinciale regelgeving (beleidsregels, verordeningen e.d.) waaronder bijvoorbeeld de provinciale valwildregeling.

Tot slot de suggestie dat indien men snel wil handelen het goed is voorafgaand bepaalde ontheffingen en vergunningen in algemene zin voorbereid te hebben (‘klaarliggen’). Dan behoeft slechts de situatieafhankelijke invulling nog plaats te vinden.

Van wie is de wolf?

De wolf ‘is’ van niemand. In het wild levende dieren noemt men juridisch ‘res nullius’-dieren. Dit zijn dieren zonder eigenaar. Hiertoe behoort ook de wolf.

Wat is de straf voor het illegaal uitzetten van wolven in Nederland als burger of overheidsinstantie?

Het uitzetten van dieren is verboden volgens artikel 3.34Deze link opent in een nieuw tabblad eerste lid van de Wet natuurbescherming. Hiermee is het dus ook verboden om wolven uit te zetten.

Artikel 1a, aanhef en onder 2° van de Wet op de economische delicten stelt dat overtreding van artikel 3.34, eerste lid, van de Wet natuurbescherming een economisch delict vormt. Volgens artikel 2 van Wet op de economische delictenDeze link opent in een nieuw tabblad is het opzettelijk uitzetten van een wolf een misdrijf. Hier staat een maximale gevangenisstraf op van 2 jaar, een taakstraf of een geldboete van de vierde categorie (maximaal 22.500,- euro). Hierbij kunnen ook bijkomende straffen en maatregelen worden opgelegd. De rechter bepaalt uiteindelijk de hoogte van de staf.

Wanneer mag een wolf toch geschoten worden?

Het afschieten van de wolf kan alleen worden toegestaan met inachtneming van de betreffende regels onder het Verdrag van Bern en de Habitatrichtlijn. Hierbij moet aan drie cumulatieve criteria voldaan worden:

  1. er moet sprake zijn van een in het Verdrag van Bern c.q. de Habitatrichtlijn genoemd doel (bijvoorbeeld onderzoek, openbare veiligheid of het voorkomen van ernstige schade aan vee);
  2. bevredigende alternatieven voor het beoogde ingrijpen ontbreken;
  3. en het ingrijpen staat niet in de weg aan het bereiken van een goede staat van instandhouding.

Vooral deze laatste twee eisen maken afschot van een gezonde wolf al snel problematisch. Het is regelmatig voorgekomen dat lidstaten in dit verband op de vingers getikt zijn door de Europese Commissie voor afschot van wolven of andere grote roofdieren dat niet in overeenstemming was met de internationale regels.

Wat zijn ontheffingsbesluiten waarmee toch een wolf geschoten mag worden?

Ontheffingsbesluiten moeten duidelijk en precies aangeven welk doel daarmee is gediend, en gebaseerd zijn op wetenschappelijke gegevens, zegt het hof. Alleen wijzen op mogelijke problemen die de wolven kunnen veroorzaken is onvoldoende. Het voorzorgsprincipe in de richtlijn schrijft verder voor dat voordat toestemming wordt gegeven, eerst duidelijk moet zijn hoe het staat met de populatie en de gevolgen die het doden van exemplaren heeft. Als hier onzekerheid over is, mag geen ontheffing worden gegeven. Hiervan mag alleen worden afgeweken in geval van acute veiligheidsrisico’s voor mensen.

Wie is het bevoegd gezag?

De colleges van Gedeputeerde Staten van de provincies zijn bevoegd gezag om maatregelen toe te staan of te laten nemen. Zij kunnen op grond van de Wet natuurbescherming, artikel 3.8 lid 5 b3 beslissen om het vangen of doden van een wolf toe te staan wanneer de volksgezondheid of de openbare veiligheid in het geding is.

Voor er dergelijke maatregelen genomen kunnen worden dienen andere oplossingen te worden afgewogen. Indien die niet voorhanden zijn, dan is ingrijpen mogelijk. Dat kan bijvoorbeeld door een wolf te vangen. Het is daarbij een optie om het dier te voorzien van een zender waardoor bij noodzaak de wolf snel opgespoord kan worden. Voor het vangen en zenderen wordt de wolf in principe verdoofd.

Wat is het beleid van andere Europese landen?

Binnen Europa wordt verschillend invulling gegeven aan de bescherming van wolven. Dit hangt vooral af van de per land of regio verschillende status in de habitatrichtlijn (bijlage IV of bijlage V soort). In een aantal Europese landen of regio’s mag de wolf beheerd worden. Dat wil zeggen dat het doden van de wolf plaatsvindt binnen een set aan beheersmaatregelen, die verenigbaar zijn met een gunstige staat van instandhouding.

In een aantal landen kunnen uitzonderingen (derogatie) worden aangevraagd op de algemene beschermingsstatus om onder meer schade aan veehouderij tegen te gaan, wanneer geen andere bevredigende oplossing bestaat. Sinds een aantal jaren wordt in Frankrijk en Zweden afschot van een aantal wolven toegelaten.

Mag er op wolven worden gejaagd?

Het is verboden om in het wild levende wolven in hun natuurlijke verspreidingsgebied opzettelijk te doden, te vangen of te verstoren. Het doden van een wolf kan leiden tot een gevangenisstraf tot drie jaar of een boete van maximaal 21.750 euro.

Waarom worden wolven beschermd?

Door de felle jacht op de wolf, was het dier eind negentiende eeuw bijna uitgestorven in Europa. De wolf kwam alleen nog voor op een aantal plekken in Oost-Europa en gebergtes in Italië en Spanje. Om te voorkomen dat de wolf helemaal verdween van uit Europa, tekenden de Europese landen in 1982 een akkoord waarmee de wolf een beschermde diersoort werd. Het dier mocht niet meer worden verjaagd en gedood.

Beleid en organisatie

Wat is een calamiteitenregeling?

In acute situaties kunnen provincies met onmiddellijke ingang een tijdelijke calamiteitenregeling of urgentieregeling in werking stellen. Veehouders kunnen dan direct gesubsidieerde wolfwerende maatregelen treffen, ook al is dit niet in een vastgesteld wolvenleefgebied. Dit zal vooral aan de orde zijn in gebieden waar een wolf doorheen trekt op zoek naar een nieuw territorium en schade aanricht.

De calamiteitenregeling treedt in werking wanneer binnen een week, in dezelfde of aangrenzende gemeenten, twee of meer aanvallen hebben plaatsgevonden. Veehouders binnen die gemeente(n) kunnen tijdelijk (2 tot 4 weken) voor een subsidie in aanmerking komen om preventieve maatregelen te treffen.

Het instellen van een calamiteitenregeling gebeurt door de provincie. Een calamiteitenregeling is bedoeld om dierhouders te ondersteunen bij aanvallen door wolven die niet of moeilijk te voorspellen zijn. De provincies hanteren binnen deze gebieden dezelfde technische normering en eenheidsprijzen.

Bevoegdheid provincie:
  • De keuze en de begrenzing van de gebieden te bepalen.
  • De omvang van het budget vast te stellen dat hiervoor beschikbaar wordt gesteld.
  • De duur en de termijnen waarbinnen subsidieregels gelden vast te stellen.
Hoe wordt een raster volgens adviesnorm getoetst?

De taxateur heeft de opdracht van BIJ12 om de afrastering te beoordelen, in het geval van een raster volgens adviesnorm wordt het volledige raster worden gecontroleerd. De resultaten hiervan worden opgenomen in het bezoekrapport van het schadedossier. De taxateur gebruikt hiervoor onderstaande checklist:

Wanneer mag er ingegrepen worden?

Veiligheid van mensen staat bovenaan. Wanneer die veiligheid acuut in het geding is, kan op last van de burgemeester altijd worden ingegrepen. In dergelijke situatie is de burgemeester het bevoegd gezag. Een burgemeester kan direct ingrijpen op basis van de Gemeentewet (art 175 en 176). Dat hoeft dus niet te gebeuren op basis van de Wet Natuurbescherming.

Ook provincies kunnen op basis van de Omgevingswet ingrijpen wanneer openbare orde en veiligheid in het geding is. De daarvoor te hanteren procedures zijn eerst gericht zijn op het voorkomen van onveilige situaties dan op het acuut inspelen daarop. Lees hiervoor de interventierichtlijnen uit het Interprovinciaal wolvenplanDeze link opent in een nieuw tabblad.

Wanneer spreken we van een probleemwolf?

Wolven mijden in principe het contact met mensen. Onder normale omstandigheden vormen wolven voor mensen dan ook geen bedreiging. Een ontmoeting met een wolf is altijd een uitzonderlijke gebeurtenis. Het komt echter voor dat wolven op onverwachte plekken worden gezien, zoals in bebouwd gebied of langs wegen. Ook dan is niet altijd sprake van onnatuurlijk gedrag en is in de meeste gevallen niet sprake van een gevaarlijk situatie. Een situatie kan wel gevaarlijk worden wanneer wolven hun schuwheid verliezen, bijvoorbeeld wanneer ze door mensen gevoed worden. In dat geval zal eerst worden geprobeerd de wolf weer “bang” voor mensen te maken. Als dat niet lukt, kan uiteindelijk worden besloten de wolf te doden.

Wat zijn interventierichtlijnen?

Interventierichtlijnen bieden handvatten voor onvoorziene situaties. Op dat moment moet een bevoegd gezag op basis van eigen afwegingen besluiten nemen. De richtlijnen bieden daar ruimte voor. In sommige gevallen zal het nodig zijn hiervoor een expert (bijvoorbeeld het hiervoor genoemde deskundigenteam) te raadplegen. Ook daarvoor bieden de richtlijnen handreikingen.

De richtlijnen zijn opgesteld op basis van wettelijke en beleidsmatige kaders en op basis van huidige ervaringen in binnen- en buitenland. Een aantal van de beschreven situaties hebben zich in Nederland echter nog niet voorgedaan. Daar is nog geen ervaring mee en hierover bestaat nog geen jurisprudentie. Het is denkbaar dat de richtlijnen op basis van toekomstige ontwikkelingen moeten worden bijgesteld. Om dit te kunnen doen is het belangrijk probleemsituaties ook als leermoment te kunnen gebruiken. Om die reden wordt documentatie en analyse van de situatie expliciet als actie benoemd in een aantal situaties. De richtlijnen zullen periodiek tegen het licht worden gehouden en zo nodig aangepast.

Het in deze interventierichtlijnen verwoorde beleid dient te worden verankerd in provinciale regelgeving (beleidsregels, verordeningen e.d.) waaronder bijvoorbeeld de provinciale valwildregeling.

Tot slot de suggestie dat indien men snel wil handelen het goed is voorafgaand bepaalde ontheffingen en vergunningen in algemene zin voorbereid te hebben (‘klaarliggen’). Dan behoeft slechts de situatieafhankelijke invulling nog plaats te vinden.

Hoe zit het met schade door een goudjakhals?

Naast de wolf wordt ook de goudjakhals in Nederland gesignaleerd, een dier nauw verwant aan de wolf. De taxatie en tegemoetkoming in schade aan gehouden dieren door een goudjakhals is hetzelfde als bij een wolf.

Wordt schade aan huisdieren ook vergoed?

Schade aan huisdieren zoals katten en honden komt niet voor een tegemoetkoming in aanmerking. Wel kan BIJ12 opdracht geven tot DNA-afname met als doel om (vermoedelijke) wolvenschade te onderzoeken. In overleg met de dierhouder en BIJ12 kan een provincie besluiten om autopsie en/of sectie uit te laten voeren op grote volwassen hoefdieren. Het doel hiervan is om meer kennis en inzicht te krijgen in (vermoedelijke) wolvenschade, het duidelijk maken van de gezondheidstoestand van de getroffen dieren en hiermee meer ervaring op te doen.

Wat gebeurt er met kapitaalintensieve dieren?

Bij tegemoetkomingsaanvragen voor kapitaalintensieve dieren, bijvoorbeeld waardevolle renpaarden, wordt van de eigenaar een grotere inspanning verwacht om het dier tegen wolvenaanvallen te beschermen. In die specifieke gevallen kan geoordeeld worden dat een eigen risico en/of een maximum vergoedingsbedrag gehanteerd wordt.

Zijn er subsidies voor rasters beschikbaar in de provincie?

Primair is de dierhouder zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van wolvenaanvallen op zijn of haar dieren. In diverse provincies zijn commissies opgericht om met direct belanghebbenden te onderzoeken welke maatregelen nodig zijn en hoe de provincie hierbij kan ondersteunen. Ook zijn verschillende provincies een subsidieregeling gestart voor de aanschaf van rasters volgens adviesnorm. Het is de bevoegdheid van de provincies om subsidie te verlenen, de hoogte van het subsidiebedrag vast te stellen en de voorwaarden die zijn verbonden aan de subsidie te bepalen. Hoe dit in de provincies is geregeld lees je op de pagina ‘beleid en organisatie‘.

Waarom hanteren provincies verschillend beleid voor subsidies van rasters?

Een aantal jaar geleden is het natuurbeleid waaronder het faunabeleid gedecentraliseerd, dus provincies zijn verantwoordelijk voor het faunabeleid. De 12 provincies – vertegenwoordigd in het Interprovinciaal Overleg (IPO) – hebben in 2019 samen het Interprovinciaal wolvenplanDeze link opent in een nieuw tabblad vastgesteld. Daarnaast wordt er ook samengewerkt tussen provincies als een aangewezen wolvengebied grensoverschrijdend is. Lees ook:

Wie is er in Nederland verantwoordelijk voor het wolvenbeleid?

Provincies hebben de taak om de wolf te beschermen, net als andere beschermde diersoorten. Hoe de provincies daar in Nederland mee omgaan, staat in het Interprovinciaal wolvenplanDeze link opent in een nieuw tabblad. Lees ook:

Van wie is de wolf?

De wolf ‘is’ van niemand. In het wild levende dieren noemt men juridisch ‘res nullius’-dieren. Dit zijn dieren zonder eigenaar. Hiertoe behoort ook de wolf.

Wanneer mag een wolf toch geschoten worden?

Het afschieten van de wolf kan alleen worden toegestaan met inachtneming van de betreffende regels onder het Verdrag van Bern en de Habitatrichtlijn. Hierbij moet aan drie cumulatieve criteria voldaan worden:

  1. er moet sprake zijn van een in het Verdrag van Bern c.q. de Habitatrichtlijn genoemd doel (bijvoorbeeld onderzoek, openbare veiligheid of het voorkomen van ernstige schade aan vee);
  2. bevredigende alternatieven voor het beoogde ingrijpen ontbreken;
  3. en het ingrijpen staat niet in de weg aan het bereiken van een goede staat van instandhouding.

Vooral deze laatste twee eisen maken afschot van een gezonde wolf al snel problematisch. Het is regelmatig voorgekomen dat lidstaten in dit verband op de vingers getikt zijn door de Europese Commissie voor afschot van wolven of andere grote roofdieren dat niet in overeenstemming was met de internationale regels.

Wat zijn ontheffingsbesluiten waarmee toch een wolf geschoten mag worden?

Ontheffingsbesluiten moeten duidelijk en precies aangeven welk doel daarmee is gediend, en gebaseerd zijn op wetenschappelijke gegevens, zegt het hof. Alleen wijzen op mogelijke problemen die de wolven kunnen veroorzaken is onvoldoende. Het voorzorgsprincipe in de richtlijn schrijft verder voor dat voordat toestemming wordt gegeven, eerst duidelijk moet zijn hoe het staat met de populatie en de gevolgen die het doden van exemplaren heeft. Als hier onzekerheid over is, mag geen ontheffing worden gegeven. Hiervan mag alleen worden afgeweken in geval van acute veiligheidsrisico’s voor mensen.

Wie is het bevoegd gezag?

De colleges van Gedeputeerde Staten van de provincies zijn bevoegd gezag om maatregelen toe te staan of te laten nemen. Zij kunnen op grond van de Wet natuurbescherming, artikel 3.8 lid 5 b3 beslissen om het vangen of doden van een wolf toe te staan wanneer de volksgezondheid of de openbare veiligheid in het geding is.

Voor er dergelijke maatregelen genomen kunnen worden dienen andere oplossingen te worden afgewogen. Indien die niet voorhanden zijn, dan is ingrijpen mogelijk. Dat kan bijvoorbeeld door een wolf te vangen. Het is daarbij een optie om het dier te voorzien van een zender waardoor bij noodzaak de wolf snel opgespoord kan worden. Voor het vangen en zenderen wordt de wolf in principe verdoofd.

Wat is het beleid van andere Europese landen?

Binnen Europa wordt verschillend invulling gegeven aan de bescherming van wolven. Dit hangt vooral af van de per land of regio verschillende status in de habitatrichtlijn (bijlage IV of bijlage V soort). In een aantal Europese landen of regio’s mag de wolf beheerd worden. Dat wil zeggen dat het doden van de wolf plaatsvindt binnen een set aan beheersmaatregelen, die verenigbaar zijn met een gunstige staat van instandhouding.

In een aantal landen kunnen uitzonderingen (derogatie) worden aangevraagd op de algemene beschermingsstatus om onder meer schade aan veehouderij tegen te gaan, wanneer geen andere bevredigende oplossing bestaat. Sinds een aantal jaren wordt in Frankrijk en Zweden afschot van een aantal wolven toegelaten.

Worden dierhouders ondersteund bij het beschermen van hun vee?

Primair is de dierhouder zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van wolvenaanvallen op zijn of haar dieren. In diverse provincies zijn commissies opgericht om met direct belanghebbenden te onderzoeken welke maatregelen nodig zijn en hoe de provincie hierbij kan ondersteunen. Ook zijn verschillende provincies een subsidieregeling gestart voor de aanschaf van wolfwerende rasters. Het is de bevoegdheid van de provincies om subsidie te verlenen, de hoogte van het subsidiebedrag vast te stellen en de voorwaarden die zijn verbonden aan de subsidie te bepalen.

Het nemen van maatregelen is verplicht om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in faunaschade voor veel diersoorten. Op dit moment is dit bij het verstrekken van tegemoetkomingen in de schade door wolven nog niet het geval. Genomen maatregelen worden wel in kaart gebracht en getoetst door de taxateur.