Wolven
Bijgewerkt op: 22 november 2024De ‘Faunaschade PreventieKit’ (FPK) voor de wolf laat zien met welke preventieve maatregelen u schade door wolven kunt voorkomen of beperken.
De ‘Faunaschade PreventieKit’ (FPK) voor de wolf laat zien met welke preventieve maatregelen u schade door wolven kunt voorkomen of beperken.
Na een afwezigheid van ongeveer 150 jaar hebben wolven zich weer in Nederland gevestigd. De wolf heeft een beschermde status en komt voornamelijk voor in bosrijke gebieden. Men komt met name wolven tegen op de Veluwe, in Midden-Drenthe, de Drents-Friese-Overijsselse regio op de Utrechtse Heuvelrug, in het noordelijk deel van de Gelderse Vallei en op de grens tussen Vlaanderen en Zuidwest-Brabant. Zwervende wolven die op zoek zijn naar een eigen leefgebied kunnen in een groot deel van Nederland voorkomen.
In de Omgevingswet is vastgelegd dat iedereen zorg draagt voor levende dieren en planten en hun directe omgeving. Dit noemen we de zorgplicht voor natuur. De Beschermde Soorten Indicator (BeSi) helpt om aan deze zorgplicht te voldoen.
De wolf kan op verschillende manieren schade aanrichten bij landbouwhuisdieren. In de eerste plaats in de vorm van predatie. Daarnaast is er kans dat moederdieren hun lammeren en kalveren verwerpen (miskraam) of dat landbouwhuisdieren uitbreken en/of elkaar dooddrukken door stress. De schade kan worden beperkt door middel van preventieve middelen. Schapen, geiten, pony’s en rundvee lopen de grootste kans op predatie, op volgorde van het meest risicogevoelig naar het minst. Bij paarden en runderen is de groepssamenstelling ook van invloed op het risico op een wolvenaanval. Zo lopen bijvoorbeeld kalveren, pinkengroepen en solitair staande paarden en pony’s meer risico. Door verschillende leeftijdsklassen, een gelijke geslachtsverhouding en zowel runderen en paarden in de kudde op te nemen, wordt de kudde weerbaarder tegen wolvenaanvallen.
De maatregelen ter voorkoming van faunaschade zijn ingedeeld in vier categorieën: afschermingsmaatregelen, veebewakingsdieren, visuele maatregelen en specifieke maatregelen voor runderen en paarden. Per maatregel wordt de ecologische effectiviteit, de praktische inzetbaarheid en waar nodig de wet- en regelgeving besproken. Bij de maatregelen voor runderen en paarden wordt alleen een beknopte uitleg gegeven. Het referentiejaar voor alle genoemde prijzen is 2024.
De maatregelen in deze preventiekit zijn als effectief beoordeeld op basis van onderzoek waarbij gebruik is gemaakt van beschikbare studies (wetenschappelijk of praktijk), beoordelingen door experts (expert judgement) en ervaringen van agrariërs uit de praktijk. Vaak zal het nemen van een enkele maatregel schade niet kunnen voorkomen. Het wordt aanbevolen om een combinatie van maatregelen te nemen, maar ook dat biedt geen volledige garantie om schade te voorkomen.
In onderstaande tabel worden alle preventieve maatregelen weergegeven met daarbij scores op drie indicatoren (ecologische effectiviteit, tijdsinspanning en kosten). De scores (laag, gemiddeld en hoog) geven aan hoe deze maatregel wordt beoordeeld ten opzichte van andere preventieve maatregelen binnen deze faunaschade preventiekit.
Maatregelen | Ecologische effectiviteit | Tijdsinspanning agrariër | Kosten agrariër | Vereiste voor tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|
Afscherming | ||||
Gaasraster met stroomdraden | Hoog | Gemiddeld | Hoog | Zie tekst |
Afrastering met stroomdraden (vast) | Hoog | Gemiddeld | Hoog | Zie tekst |
Afrastering met stroom (verplaatsbaar) | Hoog | Gemiddeld | Hoog | Zie tekst |
Nachtelijk ophokken of kralen | Hoog | Hoog | Gemiddeld | – |
Veebewakingsdieren | ||||
Kuddebewakingshonden | Hoog | Hoog | Gemiddeld | – |
Visueel | ||||
Fladderlinten | Laag | Laag | Laag | Zie tekst |
Specifieke maatregelen voor runderen en paarden | ||||
Weghalen nageboorte uit weide | Onbekend | Laag | Laag | Zie tekst |
Afschermingsmaatregelen behalen hun effect door schadeveroorzakende dieren te weerhouden van het betreden van een perceel. In deze paragraaf worden de effectief beoordeelde maatregelen toegelicht.
Om de afrasteringen op de juiste manier te ontwerpen, te plaatsen en te onderhouden is het belangrijk om eerst inzicht te hebben in de manier waarop een wolf een afrastering kan binnendringen. Wolven lopen eerst langs een afrastering om te zoeken naar een zwakke plek, daarom moet er rekening worden gehouden met de volgende punten.
Hieronder bespreken we drie typen afrasteringen tegen de wolf. De volgende eisen worden aan alle soorten afrasteringen gesteld:
Lees op de pagina beleid en organisatie meer informatie over provinciale subsidies van wolfwerende rasters.
Gaasraster met stroomdraden | Score |
---|---|
Ecologische effectiviteit | Hoog |
Tijdsinspanning agrariër | Gemiddeld |
Kosten agrariër | Hoog |
Vereiste voor tegemoetkoming | Zie tekst |
Een gaasraster met stroomdraden is een zeer effectieve methode om wolven te weren van een perceel. Wel is het belangrijk dat de afrastering goed is geplaatst, omdat de wolven de afrastering zullen inspecteren op zwakke plekken. De kans op gewenning voor de wolf is laag, omdat het dier bij elke poging zal worden blootgesteld aan een stroomschok. Er is voldoende bewijs dat het gebruik van een vaste afrastering in combinatie met stroomdraden een effectieve maatregel is, zolang die goed wordt geplaatst en aan de standaarden voldoet.
Een gaasraster met stroomdraden kan worden toegepast op een zeer grote schaal, zolang het gehele gebied wordt omgeven door de afrastering en de wolf vrij kan migreren rondom het afgerasterde perceel.
Door het plaatsen van gaasraster met stroomdraden kunnen mogelijk ook andere dieren van het perceel worden geweerd zoals dassen, vossen en wilde zwijnen. Dat is echter afhankelijk van de hoogte van de afrastering. Herten en reeën zijn vaak in staat over een raster heen te springen. Als alle vier de poten van de grond zijn, krijgen deze dieren geen stroomtik. Voor egels, hazen en konijnen is dit type raster een grotere belemmering. Hoeveel andere diersoorten er van het perceel kunnen worden geweerd, is afhankelijk van de maaswijdte van het gaas.
Afhankelijk van het type raster (bijvoorbeeld een gaasraster met stroom) is een oplossing voor dassen en andere kleine zoogdieren het leggen van een buis in de dassenwissel die groot genoeg is voor de das, haas, konijn, egel en marterachtigen, maar te klein voor de wolf.
Rasters rond natuurgebieden om edelherten en wilde zwijnen te keren zijn niet bedoeld om wolven tegen te houden. Voor dassentunnels in wolfwerende rasters op percelen met vee is een aanvullend advies uitgebracht om een dassentunnel wolfwerend te maken. Op basis van de nieuwe bevindingen wordt nu een buis met een maximale doorsnede van 25 centimeter en één of twee bochten van 45 graden aangeraden. Die is groot genoeg voor de das en andere kleine zoogdieren (haas, konijn, egel, marterachtigen), maar te klein voor de wolf. Door de bocht(en) heeft de wolf hier fysiek veel moeite mee.
Het is niet nodig om een gaasraster met stroomdraden te combineren met andere maatregelen. Dit zou eventueel wel kunnen worden gedaan met kuddebewakingshonden, die binnen het afgerasterde perceel worden gehouden.
Enkel een gaasraster zal weinig bescherming bieden tegen wolven omdat de dieren er overheen kunnen klimmen of onderdoor kunnen kruipen. Het is daarom van belang om ook elektrische stroomdraden te installeren aan de buitenzijde van het gaas. Er wordt aangeraden om minimaal drie draden te plaatsen op 20 centimeter, tussen de 40 en 60 centimeter en 120 centimeter van de grond. Het wordt voor het bovenste draad (op 120 centimeter) aanbevolen om gebruik te maken van schriklint (12,5 millimeter) om eventuele springpogingen te ontmoedigen. De wolf wordt niet afgeschrikt door de kleur rood, dus wordt het aangeraden om een andere kleur te gebruiken, bijvoorbeeld blauw. De kleur blauw is het best zichtbaar voor hondachtigen.
Voor de plaatsing van het gaas kan men het best gebruik maken van een constructie bestaande uit:
Om te voorkomen dat wolven onder het gaas door graven wordt aangeraden om het gaas zo’n 40 centimeter in te graven of 50 tot 100 centimeter plat naar buiten te leggen (minimaal in een hoek van 45 graden). Als daar de keuze op valt, wordt aangeraden om langer vierkant vlechtwerk te gebruiken (bijvoorbeeld 1,80 meter), zolang de hoogte van het hek 1,20 meter boven het maaiveld blijft.
Deze maatregel is het best toepasbaar op kleinere en vaste percelen, bijvoorbeeld rond een schaapskooi, omdat de kosten hoog kunnen uitvallen.
De plaatsing van een gaasraster met stroomdraden rondom een perceel is erg arbeidsintensief. Daarnaast is er een wekelijkse controle nodig om werking te garanderen. Het is van belang dat begroeiing niet in contact komt met stroomdraden om elektrische geleiding te voorkomen. De tijdsbesteding voor onderhoud is afhankelijk van de schade aan de rasters. Soms volstaat een controleronde, maar als het gaas moet worden hersteld kan de tijdsinspanning hoger zijn. Voor een optimale werking van het raster moet onder meer roest worden bestreden, vuil en bladeren worden verwijderd en begroeiing voorkomen.
De kosten voor de materialen van afrastering met gaas en stroomdraden zijn ongeveer €21 per meter en ongeveer €8.400 per hectare. De kosten voor de plaatsing zijn ongeveer €6 euro per meter en €2.400 per hectare. Het gaas met stroomdraden gaat meer dan tien jaar mee. Op jaarbasis komen de kosten daarmee neer op €1.080 euro per hectare.
De bijkomende kosten voor een schrikdraadapparaat zijn afhankelijk van de omtrek van het perceel. De kosten liggen gemiddeld tussen de €100 en €500. De kosten voor een accu liggen tussen de €80 en €250. Daarnaast zijn er schrikdraadapparaten beschikbaar die werken op zonnepanelen, zodat die ook kunnen worden gebruikt op afgelegen percelen zonder toegang tot het stroomnet. De zonnepanelen zijn in verschillende maten verkrijgbaar, de benodigde afmeting hangt sterk af van de omtrek van het perceel. De kosten voor de meest gangbare apparaten liggen tussen de €500 tot €700, maar er zijn ook duurdere varianten beschikbaar.
De installatie van het gaasraster en bijhorende stroomdraden vergt enige expertise en zal in veel gevallen door een extern bedrijf moeten worden geïnstalleerd. De schrikdraadapparaten en accu’s zijn bovendien diefstalgevoelig wanneer deze onbeheerd op het land staan. Het is daarom aan te raden om een tracking device aan het apparaat te bevestigen zodat het in geval van diefstal kan worden opgespoord. Een andere maatregel tegen diefstal is om een stroomdraad om het apparaat te plaatsen die alleen met een sleutel kan worden verwijderd.
Het plaatsen van een gaasraster met stroomdraden kan een goede oplossing zijn voor het beschermen van vee tegen roofdieraanvallen. Desalniettemin mag niet in ieder weiland een bouwwerk worden geplaatst; het gemeentelijk omgevingsplan is leidend. Een bouwwerk wordt gedefinieerd als ‘een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart’ (bijlage bij art. 1.1 Ow). Voor het oprichten van een bouwwerk is vaak een omgevingsvergunning noodzakelijk. Het is daarom verstandig om bij twijfel de gemeente om een oordeel te vragen.
Afrastering met stroomdraden (vast) | Score |
---|---|
Ecologische effectiviteit | Hoog |
Tijdsinspanning agrariër | Gemiddeld |
Kosten agrariër | Hoog |
Vereiste voor tegemoetkoming | Zie tekst |
Het plaatsen van een elektrische afwering, door middel van meerdere stroomdraden op verschillende hoogtes, is een zeer geschikte methode om wolven te weren. Er is veel bewijs voor de effectiviteit van deze maatregel, omdat die vrijwel in heel Europa wordt toegepast. Wolven die worden blootgesteld aan een stroomschok als gevolg van contact met een elektrisch draadraster zullen leren draadrasters te vermijden. De kans op gewenning wordt ingeschat als zeer laag. Het is wel belangrijk dat een elektrisch draadraster op de juiste wijze wordt geplaatst en geen zwakke plekken bevat. Wolven zijn intelligente dieren en zullen het draadraster inspecteren om eventuele zwakke plekken te misbruiken.
Elektrische draadrasters kunnen op zeer grote percelen worden toegepast, zolang het gehele gebied wordt omgeven door draadraster en er doorgangen in het perceel zijn gecreëerd waardoor de wolf vrij kan migreren.
Door het plaatsen van een elektrisch draadraster met enkel stroomdraden kunnen andere diersoorten zoals dassen, egels, hazen, konijnen nog steeds het perceel betreden. Afhankelijk van de hoogte van de afrastering kan het perceel ook beschikbaar blijven voor hertachtigen. Herten en reeën zijn vaak in staat over een raster heen te springen. Reeën zijn ook in staat tussen de stroomdraden door te springen. Als alle vier de poten van de grond zijn, krijgen deze dieren geen stroomtik. Wilde zwijnen worden door een elektrisch draadraster wél van het perceel geweerd. Het plaatsen van een elektrisch draadraster heeft dus minder ongewenste effecten op andere diersoorten. Beelden van wilde dieren die wolfwerende rasters passeren zijn te vinden bij het Duitse informatiecentrum voor natuurbehoud NABU.
Het is niet nodig om een elektrisch draadraster te combineren met andere maatregelen. Dit zou eventueel wel kunnen worden gedaan met kuddebewakingshonden, die binnen het afgerasterde perceel worden gehouden.
Een vaste afrastering met stroomdraden is eenvoudiger te plaatsen ten opzichte van gaas met stroomdraden. Dit (vaste) elektrisch draadraster bestaat uit een constructie van:
Bij bochten en hoeken kan worden gebruikgemaakt van steunpalen om de stroomdraden strak te houden. Daarnaast wordt aangeraden om de middelste draad als aardedraad te gebruiken. Bij grotere percelen is een krachtiger schrikdraadapparaat nodig, zodat op alle draden 4,5Kv staat.
Het plaatsen van een elektrisch draadraster rondom het perceel is arbeidsintensief. Er is daarnaast wekelijks een controle nodig om de effectieve werking van de stroomdraden te garanderen. Het is van belang dat de draden vrij van begroeiing blijven. Er zal dus regelmatig onderhoud moeten plaatsvinden, zoals maaien en snoeien.
De kosten voor de materialen van een elektrisch draadraster zijn ongeveer €6 per meter en dus ongeveer €2.400 per hectare. De kosten voor de installatie zijn ongeveer €5 per meter en ongeveer €2.000 per hectare. Het raster kan tenminste tien jaar blijven staan. De jaarlijkse kosten komen daardoor neer op €440 per hectare.
De bijkomende kosten voor een schrikdraadapparaat zijn afhankelijk van de omtrek van het af te rasteren perceel. De kosten liggen gemiddeld tussen de €100 en €500. De kosten voor een accu liggen tussen de €80 en €250. Daarnaast zijn er schrikdraadapparaten beschikbaar die werken op zonnepanelen, zodat die ook kunnen worden gebruikt op afgelegen percelen zonder toegang tot het stroomnet. De zonnepanelen zijn in verschillende maten verkrijgbaar, de benodigde afmeting hangt sterk af van de omtrek van het perceel. De kosten voor de meest gangbare apparaten liggen tussen de €500 tot €700, maar er zijn ook duurdere varianten beschikbaar.
De installatie van het draadraster is complex en zal in veel gevallen door een extern bedrijf moeten worden uitgevoerd. De schrikdraadapparaten en accu’s zijn bovendien diefstalgevoelig wanneer ze onbeheerd in het land staan. Het is daarom aan te raden om een tracking device aan het apparaat te bevestigen zodat het in geval van diefstal kan worden opgespoord. Een andere maatregel tegen diefstal is om een stroomdraad om het apparaat te plaatsen die alleen met een sleutel kan worden verwijderd.
Het plaatsen van een vaste afrastering met stroomdraden kan een goede oplossing zijn voor het beschermen van vee tegen roofdieraanvallen. Desalniettemin mag niet in ieder weiland een bouwwerk worden geplaatst; het gemeentelijk omgevingsplan is leidend. Een bouwwerk wordt gedefinieerd als ‘een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart’ (bijlage bij art. 1.1 Ow). Voor het oprichten van een bouwwerk is vaak een omgevingsvergunning noodzakelijk. Het is daarom verstandig om bij twijfel de gemeente om een oordeel te vragen.
Afrastering met stroom (verplaatsbaar) | Score |
---|---|
Ecologische effectiviteit | Hoog |
Tijdsinspanning agrariër | Gemiddeld |
Kosten agrariër | Hoog |
Vereiste voor tegemoetkoming | Zie tekst |
Het plaatsen van een elektrische afwering, door middel van meerdere stroomdraden op verschillende hoogtes, is een zeer geschikte methode om wolven te weren. Er is veel bewijs voor de effectiviteit van deze maatregel, omdat die vrijwel in heel Europa wordt toegepast. Wolven die in aanraking komen met de elektrische draadraster zullen leren de draadraster te vermijden. De kans op gewenning wordt ingeschat als zeer laag. Het is wel belangrijk dat de elektrische draadraster op de juiste wijze wordt geplaatst en de draadraster geen zwakke plekken bevat. Wolven zijn intelligente dieren en zullen het draadraster inspecteren om eventuele zwakke plekken te misbruiken.
Elektrische draadrasters kunnen op zeer grote percelen worden toegepast, zolang het gehele gebied wordt omgeven door draadraster en er doorgangen in het perceel zijn gecreëerd waardoor de wolf vrij kan migreren.
Een elektrisch raster kan in principe worden gebruikt voor de bescherming van zowel grote als kleine percelen. De mate waarin een elektrische afscherming ook effect heeft op andere diersoorten hangt af van het type afscherming. Het gebruik van meerdere elektrische draden heeft bijvoorbeeld minder invloed op andere diersoorten dan andere vormen van elektrische afscherming. De verschillen staan ook toegelicht in hoofdstuk in 3.1.1 (gaasraaster met stroomdraden) en 3.1.2 (afrastering met stroomdraden (vast). In het hoofdstuk 3.1.14 (effect rasters op andere wilde dieren) is een samenvatting te lezen.
Het is niet noodzakelijk om elektrische afscherming te combineren met andere maatregelen; enkel elektrische afscherming is afdoende om wolven van het perceel te houden. De afscherming zou eventueel kunnen worden gecombineerd met kuddebewakingshonden, die binnen het afgerasterde perceel worden gehouden.
Verplaatsbare elektrische afwering kan bijvoorbeeld een uitkomst bieden als schaapskuddes op verschillende locaties grazen, omdat dit type afwering makkelijker kan worden geïnstalleerd en afgebroken. In principe bestaan er twee soorten afrastering.
Een van die soorten bestaat uit een afrastering met stroomdraden, soortgelijk aan een elektrisch draadraster (zie paragraaf 3.2.2). De constructie voor een verplaatsbaar elektrisch draadraster bestaat uit:
Indien de grond droog is, is het mogelijk dat de stroom slecht contact maakt. Je kunt ervoor kiezen om een draad als ‘aardedraad’ te gebruiken. Mocht een wolf door het raster met een aardedraad gaan, is de kans heel groot dat een wolf beide draden raakt en daardoor stroom krijgt. Een goede aardpen werkt ook.
Mocht je van voor een +/- systeem gaan dan zijn 5 draden te weinig, omdat je dan maar over 4 ‘+’ draden beschikt. Het is dan beter over te gaan naar een 6 draden systeem. Dan moet de 3e of 4e draad de aardedraad worden. En alle draden dan maximaal 20 cm uit elkaar, waarbij de onderste draad maximaal 20 cm van de grond is.
Een andere optie om de aardedraad over de grond onder het raster te leggen. Indien een wolf graaft, of onder de draad van 20 cm. heen wil, raakt een wolf de draad en krijgt het stroom. Het gebruik van aardpennen en een aardedraad gaat goed samen.
De draden moeten strak gespannen staan, ook nadat het raster is verplaatst. Bij hoger gras kan het helpen om het perceel van te voren gedeeltelijk te maaien of een spoor te trekken met de auto zodat het raster kan worden gespannen op het platgereden of gemaaide gras. Er is dan voldoende ruimte om het raster te plaatsen en te voorkomen dat de draden contact maken met begroeiing. Plaats het raster, indien mogelijk, zo vlak mogelijk boven de ondergrond. Dit zorgt voor minder stroomverlies, waardoor de minimale spanning van 4,5 kV wordt gehaald en de accu niet te snel leegloopt.
Het andere type afrastering is een wolvennet, soms ook wel flexinet genoemd. Een flexinet is makkelijk toe te plaatsen aangezien het opgerold kan worden en ingebouwde palen heeft met een dubbele pen. Het net heeft draden op verschillende hoogtes en vormt een gevlochten structuur.
Deze maatregelen zijn voornamelijk geschikt als nachtkraal ter bescherming van schaapskuddes die op wisselende locaties grazen, maar zijn minder geschikt voor gebruik op grote percelen.
Het afzetten van een onregelmatig terrein met een flexinet neemt behoorlijk wat tijd in beslag. De plaatsing van acht flexinetten van 50 meter kan tussen de 3 tot 5 uur duren, afhankelijk van de fysieke gesteldheid en fitheid van de uitvoerder. Het op- en afbouwen van een verplaatsbaar elektrisch draadraster is arbeidsintensiever vanwege de complexere installatie.
De kosten voor een verplaatsbaar elektrisch draadraster of flexinet zijn ongeveer €4 per meter en dus ongeveer €1.800 per hectare. Deze verplaatsbare afweringen gaan ongeveer 2 tot 3 jaar mee. De jaarlijkse kosten komen daarmee uit op €600 tot €900 per hectare.
De bijkomende kosten voor een schrikdraadapparaat zijn afhankelijk van de omtrek van het perceel. De kosten liggen gemiddeld tussen de €100 en €500. De kosten voor een accu liggen tussen de €80 en €250. Daarnaast zijn er schrikdraadapparaten beschikbaar die werken op zonnepanelen, zodat die ook kunnen worden gebruikt op afgelegen percelen zonder toegang tot het stroomnet. De zonnepanelen zijn in verschillende maten verkrijgbaar, de benodigde afmeting hangt sterk af van de omtrek van het perceel. De kosten voor de meest gangbare apparaten liggen tussen de €500 tot €700, maar er zijn ook duurdere varianten beschikbaar.
Schrikdraadapparaten en accu’s zijn diefstalgevoelig wanneer deze onbeheerd in het land staan. Het is daarom aan te raden om een tracking device aan het apparaat te bevestigen zodat het in geval van diefstal kan worden opgespoord. Een andere maatregel tegen diefstal is om een stroomdraad om het apparaat te plaatsen die alleen met een sleutel kan worden verwijderd.
Het effect van rasters op andere wilde dieren is per type raster te lezen in hoofdstuk 3.1.1 (gaasraster met stroom), 3.1.2 (afrastering met stroom (vast), 3.1.3. (afrastering met stroom (verplaatsbaar). Afhankelijk van het type afrastering kan een raster volgens adviesnorm een weide minder toegankelijk maken voor andere wilde dieren. Op voorhand vormen flexnetten een groter risico voor overige fauna dan een vaste afrastering met draden omdat een dier in een net verstrikt zou kunnen raken.
Wanneer bij een afrastering (anders dan gaas) met stroomdraden de onderste draad op 20 cm blijft, kunnen kleine wilde dieren hier onderdoor, maar bijvoorbeeld een wild zwijn of hond niet. Herten en reeën zijn in staat over een raster heen te springen. Reeën zijn ook in staat tussen de stroomdraden door te springen. Als alle vier de poten van de grond zijn, krijgen hertachtige(n) geen stroomtik.
Het Duitse informatiecentrum voor natuurbehoud NABUDeze link opent in een nieuw tabblad onderzocht in Nedersaksen de aanwezigheid van wilde dieren binnen weilanden met een vaste afrastering met stroomdraden. Hieruit blijkt onder meer dat kleine zoogdieren, edelherten en reeën bijna net zo vaak worden waargenomen in weilanden met een raster als in weilanden zonder raster. In dit overzichtDeze link opent in een nieuw tabblad (.pdf) staan de belangrijkste bevindingen die met verschillende video’sDeze link opent in een nieuw tabblad zijn onderbouwd.
Afhankelijk van het type raster (bijvoorbeeld een gaasraster met stroom) is een oplossing voor dassen en andere kleine zoogdieren het leggen van een buis in de dassenwissel die groot genoeg is voor de das, haas, konijn, egel en marterachtigen, maar te klein voor de wolf. Aan welke voorwaarden moet zo’n buis voldoen?
Nachtelijk ophokken of kralen | Score |
---|---|
Ecologische effectiviteit | Hoog |
Tijdsinspanning agrariër | Hoog |
Kosten agrariër | Gemiddeld |
Vereiste voor tegemoetkoming | – |
De wolf is een nachtactief dier, waardoor de meeste schade die door wolven wordt veroorzaakt ‘s nachts plaatsvindt. Door vee gedurende de nacht op te hokke, staan de dieren beschermd tegen aanvallen van wolven. Dit is een zeer efficiënte methode om schade van wolven te beperken. In een Sloveense studie bleek nachtelijk ophokken zelfs de meest efficiënte methode om schade door wolven tegen te gaan.
Nachtelijk ophokken of kralen zou vooral een geschikte methode kunnen zijn bij zeer grote percelen die onvolledig omgeven zijn met elektrische afweer. Wel is het belangrijk dat er voldoende ruimte is voor alle dieren om in de schuur of kraal te kunnen staan.
Het nachtelijk ophokken heeft geen ongewenste effecten op andere diersoorten.
Tegelijkertijd zou het nachtelijk ophokken ook zeldzame aanvallen van de vos en goudjakhals op schapen kunnen voorkomen. Het ophokken is zo efficiënt in het tegengaan van wolven aanvallen dat het niet noodzakelijk is om deze methode met andere maatregelen te combineren.
Het ’s nachts ophokken van vee is een zekere en betrouwbare maatregel om predatie te voorkomen, mits er overdag geen wolven actief zijn. Dit kan bijvoorbeeld in een zogenaamde schuilstal, in sommige gevallen ook wel een schaapskooi genoemd. Daarnaast kunnen schapen aan het eind van de dag in een kraal worden gedreven. Deze kraal moet dan wel voorzien zijn van een elektrische afrastering (zie paragraaf 3.1.2).
Nachtelijk ophokken is vooral geschikt voor kleinere schapenhouders en hobbyhouders met een klein aantal schapen of geiten dichtbij huis. Grote schaapskuddes verspreid over een groot perceel kunnen beter met behulp van nachtkralen of (mobiele) schaapskooien worden samengebracht.
Bij de toepassing van deze maatregel moeten de schapen dagelijks worden opgehokt en losgelaten. Daardoor is de tijdsbesteding van deze maatregel enkele uren per dag. Daarnaast brengt de verplaatsing van mobiele nachtkralen extra tijd met zich mee.
Voor het toepassen van nachtkralen is de aanschaf van een elektrische draadraster of flexinet nodig. Voor de (onderhouds)kosten en de vervangingstermijn hiervan verwijzen we naar paragrafen 3.1.2 en 3.1.3.
Nachtelijk ophokken kan alleen worden toegepast indien men de beschikking heeft over een geschikte stal die de kudde kan bergen. Nachtkralen kunnen worden ingezet als men in het bezit is van een elektrische wering.
Nachtelijk ophokken of dieren in een kraal plaatsen kan een goede oplossing zijn voor het beschermen van vee tegen roofdieraanvallen. Desalniettemin mag niet in ieder weiland een bouwwerk worden geplaatst; het gemeentelijk omgevingsplan is leidend. Een bouwwerk wordt gedefinieerd als ‘een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart’ (bijlage bij art. 1.1 Ow). Voor het oprichten van een bouwwerk is vaak een omgevingsvergunning noodzakelijk. Het is daarom verstandig om bij twijfel de gemeente om een oordeel te vragen.
Veebewakingsdieren hebben de intentie om vee te beschermen tegen roofdieren. In deze paragraaf worden de effectief beoordeelde maatregelen toegelicht.
Veebewakingsdieren | Score |
---|---|
Ecologische effectiviteit | Hoog |
Tijdsinspanning agrariër | Hoog |
Kosten agrariër | Gemiddeld |
Vereiste voor tegemoetkoming | – |
Kuddebewakingshonden zijn een veelgebruikte maatregel om aanvallen van grote predatoren tegen te gaan, waaronder de wolf.
Kuddebewakingshonden worden zowel in Europa als in Noord-Amerika ingezet tegen wolven. Voor een wolf is een schaap een relatief makkelijke prooi, met slechts een klein risico om gewond te raken tijdens de aanval. Die kans neemt echter behoorlijk toe wanneer de schapen worden bewaakt door de aanwezigheid van een hond. De wolf betreedt liever niet het territorium van een andere hondachtige omdat hij weet dat de kans dan groter wordt om gewond te raken. Voor de wolf wegen de kosten dan meestal niet op tegen de baten, waardoor het dier de schapen met rust laat. Het is van belang hoeveel honden er worden gehouden, hoe goed die zijn getraind en van welk ras de dieren zijn. Rassen die vaak gebruikt worden als kuddebewakingshonden zijn de Pyrenese Berghond, de Turkse Akbash en Hongaarse Kuvasz.
Door gebruik te maken van kuddebewakingshonden is het vee gedurende de levensduur van de honden goed beschermd tegen wolvenaanvallen. Waakhonden worden in veel landen toegepast vanwege het overweldigende bewijs dat die maatregel effectief is tegen wolvenaanvallen.
Kuddebewakingshonden kunnen op vrij grote kuddes worden toegepast, zolang er voldoende honden aanwezig zijn om al het vee te beschermen. Wanneer er te weinig honden worden gebruikt, kan een wolf de mogelijkheid zien om een schaap te isoleren van de kudde en te doden.
Kuddebewakingshonden kunnen ongewenste effecten hebben op andere diersoorten in de omgeving. Zo kunnen ze vogels en andere zoogdieren verstoren, verjagen en soms ook verwonden. Dat is echter ook een mogelijk wenselijk bijkomend effect, omdat kuddebewakingshonden andere schadeveroorzakende dieren als vossen, dassen, zwijnen en ganzen op afstand houden.
Het is niet noodzakelijk om kuddebewakingshonden te combineren met andere maatregelen, maar het is wel aan te bevelen om kuddebewakingshonden te combineren met een vaste afrastering met stroomdraden of een elektrisch draadraster.
De inzet van kuddebewakingshonden in combinatie met afrastering met stroomdraden biedt in principe de beste bescherming van vee. Deze maatregel wordt voornamelijk ingezet voor schaapskuddes, bijvoorbeeld in natuurgebieden die worden begraasd. Kuddebewakingshonden kunnen ook worden ingezet door agrariërs die hun vee willen beschermen tegen de wolf.
Het houden van kuddebewakingshonden is zeer arbeidsintensief. Uit een pilot van BIJ12 blijkt dat de inzet van kuddebewakingshonden gemiddeld 5,4 uur per week kost. Sommige herders besteden daarom een deel uit aan derden. De werkzaamheden bestaan uit: voeren, verplaatsen van honden uit de kudde naar de aanhanger en vice versa (twee keer per dag), schoonmaken kennels, verzorging van de honden, uitlaten (twee keer per dag), trainen en aandacht geven.
De kosten voor de aanschaf van kuddebewakingshonden beginnen vanaf €500 voor een pup tot aan zo’n €4.000 voor een volwassen getrainde hond. De leeftijdsverwachting van veelvoorkomende rassen ligt tussen de 10 en 12 jaar oud.
Daarnaast komt er per hond jaarlijks €500 tot €750 aan additionele kosten (o.a. dierenarts, voeding) bij. In verband met inentingen zijn de kosten in het eerste jaar hoger dan de daaropvolgende jaren. Jaarlijks bezoek aan de dierenarts is in de meeste gevallen niet nodig, maar er moet wel rekening worden gehouden met reguliere vaccinatiekosten. Normaal gesproken worden er drie honden per kudde ingezet.
Het gebruik van kuddewaakhonden heeft echter ook potentiële risico’s voor de veiligheid van mens en huisdieren. Met name in drukbevolkte en drukbezochte gebieden kunnen de kuddebewakingshonden te nauw in contact komen met recreanten. De honden kunnen agressief reageren op mensen of huisdieren (voornamelijk honden) omdat die worden gezien als bedreiging. Er is voorlichting aan recreanten en passanten nodig om risico’s zo veel mogelijk te beperken. Wanneer voorbijgangers zich aan de regels uit de voorlichting houden, is er in principe geen risico. Daarnaast kunnen de kuddebewakingshonden geluidsoverlast veroorzaken door te blaffen (zowel overdag als ’s nachts).
Nederland is een intensief benut land. Op openbare terreinen is het van belang om voorlichting te geven aan recreanten en omwonenden over hoe zij moeten omgaan met kuddebewakingshonden. Daarnaast hebben de kuddebewakingshonden specifieke trainingen nodig waar professionele begeleiding wordt aanbevolen.
De enige effectieve maatregel binnen de categorie veebewakingsdieren is het gebruik van kuddebewakingshonden. De inzet van kuddebewakingshonden in Nederland kan leiden tot conflicten met recreanten of passanten. De inzet van kuddewaakhonden kan daarom botsen met belangen als wonen, recreatie en toerisme. Voorlichting aan omwonenden, recreanten en passanten is van groot belang om risico’s zo veel mogelijk te beperken. Ook voor de bezitters van kuddebewakingshonden geldt dat zij in beginsel aansprakelijk zijn voor door het dier ‘uit eigen energie’ toegebrachte schade aan (dieren van) derden (risico-aansprakelijkheid art. 6:179 BW).
De visuele maatregelen behalen hun effect door op zichtbare wijze schadeveroorzakende dieren te weren of verjagen. In deze paragraaf zullen de effectief beoordeelde visuele maatregelen worden toegelicht.
Fladderlinten kunnen worden gebruikt om wolven tijdelijk te weren. Het lint is gemaakt van lange stroken textiel die aan een (stroom)draad hangen. Fladderlinten zijn goed in te zetten als er snel moet worden gereageerd op de aanwezigheid van een zwervende wolf.
Fladderlinten | Score |
---|---|
Ecologische effectiviteit | Laag |
Tijdsinspanning agrariër | Laag |
Kosten agrariër | Laag |
Vereiste voor tegemoetkoming | Zie tekst |
Het plaatsen van fladderlinten is een tijdelijke maatregel. Het gebruik van fladderlinten dient alleen te worden toegepast in een overbruggingsperiode naar een efficiëntere maatregel, zoals een elektrische afwering. De fladderlinten dienen in ieder geval geen rode kleur te hebben, aangezien wolven geen rood kunnen zien. De kleur blauw is het best zichtbaar voor hondachtigen. De maatregel zou een wolf voor enkele weken tot maximaal twee maanden van het perceel kunnen weren.
De effectiviteit van fladderlinten op het weren van wolven wordt hoog ingeschat, waardoor de schade aan veedieren aanzienlijk kan worden verminderd. Wolven zijn echter intelligente dieren, dus de kans op gewenning is groot. In een studie werden fladderlinten gebruikt om wolven weg te houden van vee. Tijdens het onderzoek werd er geen vee gedood door de wolven, terwijl dat na het verwijderen van de fladderlinten wel plaatsvond. Het onderzoek werd ook gerepliceerd door middel van aas op een ander perceel. De plek met het aas werd gedurende zestig dagen niet door de wolven bezocht nadat er fladderlinten waren geplaatst.
Fladderlinten kunnen op grote percelen worden gebruikt, zolang die het gehele perceel bestrijken en er ruimte is voor de wolf om rondom het perceel te migreren. In eerder onderzoek werden percelen van een grootte van 25 hectare gebruikt.
De effecten op andere diersoorten, zowel positief als negatief, worden als laag ingeschat. Het is niet noodzakelijk om deze maatregel te combineren met andere maatregelen, omdat het gebruik van fladderlinten als een tijdelijke oplossing wordt gezien.
Fladderlinten zijn eenvoudig te maken door (blauwe) lappen stof of canvas te bevestigen aan draad dat tussen palen is gespannen. De linten moeten maximaal 50 centimeter uit elkaar hangen en op een hoogte van ongeveer 1 tot 1,20 meter van de grond. Daarnaast moeten de linten vrij van de grond hangen zodat die door de wind kunnen bewegen. De linten zijn ongeveer 10 centimeter breed en 50 centimeter lang. De linten kunnen het best 0,9 tot 1,5 meter buiten de hekken worden geplaatst.
Het installeren van fladderlinten brengt enige arbeid met zich mee. Denk hierbij aan het aanbrengen van de blauwe linten aan het draad, het uitrijden van het draad en de plaatsing van de palen. De tijdsinspanning van het plaatsen van deze fladderlinten is daarmee sterk afhankelijk van de grootte van het te beschermen perceel.
De kosten voor de aanschaf van blauw lint zijn ongeveer €100 per hectare. De kosten voor draad hangen af van het type draad en het materiaal. Over het algemeen zullen de kosten voor kunststofdraad het laagst zijn, ongeveer €75 per hectare. Elektrisch geleidend draad kost meer, ongeveer €200 per hectare.
Door de wind kunnen de linten opkrullen, waardoor er gaten kunnen ontstaan in de lintenrij. Om een maximale effectiviteit te waarborgen zal het daarom nodig zijn om dagelijkse tot wekelijkse controles uit te voeren
Buiten de visuele afwijking in het landschap, zijn er geen ongewenste effecten op de mens. De inzet van de fladderlinten is niet seizoensgebonden. Het installeren van fladderlinten zonder stroom is gemakkelijk zelf uit te voeren. Wanneer er wordt gekozen voor fladderlinten met stroom is kennis over schrikdraden vereist.
Deze maatregel heeft specifiek betrekking op het beschermen van runderen en paarden. Bij paarden en runderen is de groepssamenstelling ook van invloed op het risico op een wolvenaanval. Zo lopen bijvoorbeeld kalveren, pinkengroepen en solitair staande paarden en pony’s meer risico. Door verschillende leeftijdsklassen, een gelijke geslachtsverhouding en zowel runderen en paarden in de kudde op te nemen, wordt de kudde weerbaarder tegen wolvenaanvallen.
Uit onderzoek blijkt dat wolven die hebben geleerd dat kalveren een gemakkelijke prooi kunnen zijn, ook proberen deze voedselbron opnieuw te benutten. Dit kan beginnen met nageboortes die door wolven op het land gevonden en gegeten worden. Een volgende stap is veelal het doden van uit het raster ontsnapte kalveren die niet meer bij hun moeder staan. Daarom is het van belang nageboortes zorgvuldig te verwijderen om gewenning te voorkomen. Zoogkoeien of runderen die ingezet worden voor natuurbegrazing eten in veel gevallen zelf de nageboorte op. Bij melkveebedrijven gebeurt dat minder en kan de nageboorte ook op de mesthoop belanden. Er wordt aangeraden om melkvee gedurende de laatste fase van de dracht op stal te houden om ze beter in de gaten te kunnen houden, waardoor nageboortes niet of minder in het weiland terechtkomen. Hiermee wordt voorkomen dat wolven wennen aan het eten van runderen.
Verjaging en verstoring nabij natuurgebieden
Op de Informatiekaart Natuur (IKN) op de website van BIJ12 is veel informatie te vinden over waar (beschermde natuurgebieden liggen en welke beperkingen daar gelden. Hier kun je bijvoorbeeld de ligging van ganzenrust- en foerageergebieden, Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen ecologische hoofdstructuur) of Natura 2000-gebieden aantreffen. Ook informatie over no-fly-zones voor drones is daar gepubliceerd. Actieve verstoring door verjaging met ondersteunend afschot, of gebruik van verstorende middelen kan omgevingsvergunningplichtig zijn in of nabij Natura 2000-gebieden. Hiernaar moet onderzoek worden gedaan door degene die de activiteit wil verrichten.
Ezels kunnen andere landbouwhuisdieren beschermen tegen wolvenaanvallen. Ezels reageren agressief op gevaar en maken daarbij veel geluid. Dat kan wolven afschrikken. Maar de inzet van ezels tegen wolvenschade is niet bewezen effectief. Daarom wordt dit niet geadviseerd in de FaunaschadePreventiekit Wolven.
Zie voor meer informatie over de inzet van ezels als preventieve maatregel de literatuurstudie Wolvenpredatie op rund en paard (pagina 31-32). Dit onderzoek is in 2024 uitgevoerd door Van Bommel Faunawerk in opdracht van BIJ12.
In acute situaties kunnen provincies met onmiddellijke ingang een tijdelijke calamiteitenregeling of urgentieregeling in werking stellen. Veehouders kunnen dan direct gesubsidieerde wolfwerende maatregelen treffen, ook al is dit niet in een vastgesteld wolvenleefgebied. Dit zal vooral aan de orde zijn in gebieden waar een wolf doorheen trekt op zoek naar een nieuw territorium en schade aanricht.
De calamiteitenregeling treedt in werking wanneer binnen een week, in dezelfde of aangrenzende gemeenten, twee of meer aanvallen hebben plaatsgevonden. Veehouders binnen die gemeente(n) kunnen tijdelijk (2 tot 4 weken) voor een subsidie in aanmerking komen om preventieve maatregelen te treffen.
Het instellen van een calamiteitenregeling gebeurt door de provincie. Een calamiteitenregeling is bedoeld om dierhouders te ondersteunen bij aanvallen door wolven die niet of moeilijk te voorspellen zijn. De provincies hanteren binnen deze gebieden dezelfde technische normering en eenheidsprijzen.
Bevoegdheid provincie:De taxateur heeft de opdracht van BIJ12 om de afrastering te beoordelen, in het geval van een raster volgens adviesnorm wordt het volledige raster worden gecontroleerd. De resultaten hiervan worden opgenomen in het bezoekrapport van het schadedossier. De taxateur gebruikt hiervoor onderstaande checklist:
Primair is de dierhouder zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van wolvenaanvallen op zijn of haar dieren. In diverse provincies zijn commissies opgericht om met direct belanghebbenden te onderzoeken welke maatregelen nodig zijn en hoe de provincie hierbij kan ondersteunen. Ook zijn verschillende provincies een subsidieregeling gestart voor de aanschaf van rasters volgens adviesnorm. Het is de bevoegdheid van de provincies om subsidie te verlenen, de hoogte van het subsidiebedrag vast te stellen en de voorwaarden die zijn verbonden aan de subsidie te bepalen. Hoe dit in de provincies is geregeld lees je op de pagina ‘beleid en organisatie‘.
Een aantal jaar geleden is het natuurbeleid waaronder het faunabeleid gedecentraliseerd, dus provincies zijn verantwoordelijk voor het faunabeleid. De 12 provincies – vertegenwoordigd in het Interprovinciaal Overleg (IPO) – hebben in 2019 samen het Interprovinciaal wolvenplanDeze link opent in een nieuw tabblad vastgesteld. Daarnaast wordt er ook samengewerkt tussen provincies als een aangewezen wolvengebied grensoverschrijdend is. Lees ook:
Het effect van rasters op andere wilde dieren is per type raster te lezen in de Faunaschade PreventiekitDeze link opent in een nieuw tabblad (hoofdstuk 3.1.1 (gaasraster met stroom), 3.1.2 (afrastering met stroom (vast), 3.1.3. (afrastering met stroom (verplaatsbaar)). Afhankelijk van het type afrastering kan een raster volgens adviesnorm een weide minder toegankelijk maken voor andere wilde dieren. Op voorhand vormen flexnetten een groter risico voor overige fauna dan een vaste afrastering met draden omdat een dier in een net verstrikt zou kunnen raken.
Wanneer bij een afrastering (anders dan gaas) met stroomdraden de onderste draad op 20 cm blijft, kunnen kleine wilde dieren hier onderdoor, maar bijvoorbeeld een wild zwijn of hond niet. Herten en reeën zijn in staat over een raster heen te springen. Reeën zijn ook in staat tussen de stroomdraden door te springen. Als alle vier de poten van de grond zijn, krijgen hertachtige(n) geen stroomtik.
Het Duitse informatiecentrum voor natuurbehoud NABU onderzocht in Nedersaksen de aanwezigheid van wilde dieren binnen weilanden met een vaste afrastering met stroomdraden. Hieruit blijkt onder meer dat kleine zoogdieren, edelherten en reeën bijna net zo vaak worden waargenomen in weilanden met een raster als in weilanden zonder raster. In dit overzichtDeze link opent in een nieuw tabblad (.pdf) staan de belangrijkste bevindingen die met verschillende video’sDeze link opent in een nieuw tabblad zijn onderbouwd.
Afhankelijk van het type raster (bijvoorbeeld een gaasraster met stroom) is een oplossing voor dassen en andere kleine zoogdieren het leggen van een buis in de dassenwissel die groot genoeg is voor de das, haas, konijn, egel en marterachtigen, maar te klein voor de wolf.
Rasters rond natuurgebieden om edelherten en wilde zwijnen te keren zijn niet bedoeld om wolven tegen te houden. Voor dassentunnels in wolfwerende rasters op percelen met vee is een aanvullend adviesDeze link opent in een nieuw tabblad uitgebracht om een dassentunnel wolfwerend te maken. Op basis van de nieuwe bevindingen wordt nu een buis met een maximale doorsnede van 25 centimeter en één of twee bochten van 45 graden aangeraden. Die is groot genoeg voor de das en andere kleine zoogdieren (haas, konijn, egel, marterachtigen), maar te klein voor de wolf. Door de bocht(en) heeft de wolf hier fysiek veel moeite mee.
Het is mogelijk om je schapenweide afdoende te beschermen tegen een wolf. Het helpt als je daarbij je afrastering bekijkt door de ogen van de wolf. Op deze manier zie je beter wat de zwakke plekken zijn. De Wolvencommissie Gelderland maakte daarom onderstaande factsheet.
Zo zal een wolf meestal proberen om onder de afrastering door te kruipen. Je moet dus bij je controle extra aandacht hebben voor de onderste draad: is de afstand nergens meer dan 25 cm? Is de draad vrij van begroeiing, zodat er geen spanningsverlies ontstaat?
Een ander belangrijk punt is dat de wolf na één flinke stroomstoot niet snel opnieuw zal proberen om aan te vallen. De keerzijde daarvan: als hij wél een toegang vindt tot makkelijk te grijpen prooien – zoals schapen in tegenstelling tot wild – dan zal hij blijven proberen. Het is dus beter om het in één keer goed te doen!
Kuddebewakingshonden zijn een veelgebruikte maatregel om aanvallen van grote predatoren tegen te gaan, waaronder de wolf. Meer hierover lees je in de Faunaschade PreventiekitDeze link opent in een nieuw tabblad.
Er zijn hondenrassen die speciaal gefokt zijn als kuddebeschermingshond. Let wel heel goed op dat je ook echt een ras neemt die ook dit werk goed uit kan voeren en bij de bedrijfsvoering past. Deze honden zijn gefokt om zelfstandig en eigenwijs te zijn. Er is een bedrijf dat hierbij kan helpen: Canine Efficiency.
Een kudde – dieren die elkaar kennen – beschermt elkaar. Een wolf is een opportunist en een verwonding is voor hem een groot risico, dus dat vermijdt hij als het even kan. Bij meerdere paarden zal een wolf dus niet snel geneigd zijn om een kans te wagen. Doet hij dat wel, dan maakt hij weinig kans tegen een kudde gezonde paarden. Veulens, pony’s, zieke of zwakke dieren kunnen wel gevaar lopen.
In opdracht van BIJ12 deed Van Bommel Faunawerk onderzoek naar wolvenaanvallen op runderen en paarden. Lees meer op de pagina Onderzoek.
Bekijk ook onderstaande video waar paarden een wolf uit de wei verjagen in de provincie Limburg (Wolvenmeldpunt, 2022):
Op de video is te zien hoe een wolf wegrent. De wolf rent op een weiland en wordt achterna gezeten door drie paarden. De kudde paarden verdrijft de wolf uit het weiland. De wolf vlucht het maisveld in.
De kans dat wolven paarden aanvallen is erg klein. Een van de redenen is dat paarden als extreem defensief worden beschouwd, vooral merries als verdedigers van hun veulens. Veulens, pony’s, zieke of zwakke dieren kunnen wel gevaar lopen.
Er is wel een risico dat paarden in paniek raken en daarbij door de omheining gaan of op een andere manier gewond raken. Het is ook afhankelijk van de andere mogelijke prooidieren in het gebied. De wolf kiest altijd voor de makkelijkste prooi.
We zullen als maatschappij weer gaan ontdekken hoe we onze landbouwhuisdieren veilig kunnen houden. ‘s Nachts ophokken, rasters en eventueel kuddebeschermingshonden zijn daarbij belangrijke opties, maar ook natuurlijke kuddesamenstelling van grootvee vergroot de weerbaarheid van koeien en paarden tegen wolven.
In opdracht van BIJ12 deed Van Bommel Faunawerk onderzoek naar wolvenaanvallen op runderen en paarden. Lees meer op de pagina Onderzoek.
Bekijk ook onderstaande video waar paarden een wolf uit de wei verjagen in de provincie Limburg (Wolvenmeldpunt, 2022).
Op de video is te zien hoe een wolf wegrent. De wolf rent op een weiland en wordt achterna gezeten door drie paarden. De kudde paarden verdrijft de wolf uit het weiland. De wolf vlucht het maisveld in.