Veelgestelde vragen
Hieronder: Schade- melden, overzicht en afhandeling Schade voorkomen Verspreiding wolf Monitoring Ecologie Wolf en mens Bescherming en wet- en regelgeving Beleid en organisatie
Schade- melden, overzicht en afhandeling
1. Hoe meld ik schade?
Heeft u schade aan landbouwhuisdieren die (vermoedelijk) veroorzaakt is door een wolf? Neem dan zo snel mogelijk (uiterlijk binnen 24 uur) contact op met BIJ12 via telefoonnummer 085 – 486 22 22 (keuzeoptie 1).
Wij zijn elke werkdag bereikbaar van 09.00 tot 12.00 en van 13.00 tot 17.00 uur. In het weekend tussen 09.00 en 17.00 wordt u via het keuzemenu (optie 1) doorgeschakeld naar een BIJ12-consulent.
Het is belangrijk dat u het kadaver van het dier:
- Onaangeroerd laat liggen op de vondstlocatie;
- Fotografeert;
- Afdekt;
- Afschermt.
Op basis van de melding en foto’s beoordeelt BIJ12 of nader onderzoek nodig is. Is dat het geval, dan komt er binnen 24 uur een taxateur bij u langs voor een veldopname, sporenonderzoek, sectie van het kadaver en DNA-afname. Deze snelheid is noodzakelijk voor het verkrijgen van betrouwbare informatie.
Bekijk hier de flyer voor dierhouders met de meest gestelde vragen en antwoorden
1. Wanneer is BIJ12 bereikbaar?
Heeft u schade aan bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren en/of hobbymatig gehouden hoefdieren die (vermoedelijk) veroorzaakt is door een wolf? Neem dan zo snel mogelijk (uiterlijk binnen 24 uur) contact op met BIJ12 via telefoonnummer 085 – 486 22 22 (keuzeoptie 1).
Wij zijn elke werkdag bereikbaar van 09.00 tot 12.00 en van 13.00 tot 17.00 uur. In het weekend, tussen 09.00 en 17.00, wordt u via het keuzemenu (optie 1) doorgeschakeld naar een BIJ12-consulent.
2. Wat moet ik doen met het kadaver?
Het is belangrijk dat u het kadaver van het dier:
- Onaangeroerd laat liggen op de vondstlocatie;
- Fotografeert;
- Afdekt;
- Afschermt.
3. Wat moet ik doen met gewonde dieren?
Geef bij uw melding aan dat er gewonde dieren zijn. In situaties met uitsluitend gewonde dieren, die niet geëuthanaseerd hoeven te worden, kan een dierenarts met toestemming van BIJ12, DNA-monsters afnemen. Een gewond dier moet zo spoedig mogelijk door een dierenarts behandeld of geëuthanaseerd worden om onnodig lijden te voorkomen. Dierenartsen kunnen voor DNA-afname dit protocol volgen. De DNA-monsters dienen altijd te worden overhandigd, eventueel via de dierhouder, aan de taxateur die in opdracht van BIJ12, verantwoordelijk blijft voor een veldopname en het verdere onderzoek. De taxateur zorgt er daarnaast voor dat de DNA-monsters naar het laboratorium gestuurd worden.
Als er ook gedode dieren zijn kan de dierenarts altijd direct beginnen met het behandelen van gewonde dieren. De taxateur bemonstert gedode dieren zodra hij ter plaatse is.
Bekijk hier de flyer voor dierhouders met de meest gestelde vragen en antwoorden
4. Mag een dierenarts een aangevallen dier behandelen voordat er een DNA-monster is genomen?
Geef bij uw melding aan dat er gewonde dieren zijn. In situaties met uitsluitend gewonde dieren, die niet geëuthanaseerd hoeven te worden, kan een dierenarts met toestemming van BIJ12, DNA-monsters afnemen. Een gewond dier moet zo spoedig mogelijk door een dierenarts behandeld of geëuthanaseerd worden om onnodig lijden te voorkomen. Dierenartsen kunnen voor DNA-afname dit protocol volgen. De DNA-monsters dienen altijd te worden overhandigd, eventueel via de dierhouder, aan de taxateur die in opdracht van BIJ12, verantwoordelijk blijft voor een veldopname en het verdere onderzoek. De taxateur zorgt er daarnaast voor dat de DNA-monsters naar het laboratorium gestuurd worden.
Als er ook gedode dieren zijn kan de dierenarts altijd direct beginnen met het behandelen van gewonde dieren. De taxateur bemonstert gedode dieren zodra hij ter plaatse is.
Bekijk hier de flyer voor dierhouders met de meest gestelde vragen en antwoorden
5. Wanneer maakt BIJ12 nieuwe schademeldingen bekend?
De tabel met schademeldingen- en cijfers en het bronbestand (Excel-bestand) worden een paar keer per week bijgewerkt. Dit kan vanaf het moment dat BIJ12 een eerste terugkoppeling heeft ontvangen van een taxateur over het veldbezoek.
6. Hoe werkt de schadebepaling wel of geen wolf?
Binnenkomen van de melding
Schade aan bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren én aan hobbymatig gehouden hoefdieren (zoals schaap, geit, paard/pony, rund, damhert, varken e.d.), die (vermoedelijk) veroorzaakt is door een wolf, komt in aanmerking voor een taxatie en een tegemoetkoming. Wanneer BIJ12 een melding krijgt van dode en/of gewonde dieren wordt, op basis van de situatiebeschrijving en/of beelden van de dierhouder, beoordeeld of dit om vermoedelijke wolvenschade kan gaan.
Wolf niet uit te sluiten: DNA-afname en taxatie
Als een wolf als schadeveroorzakende diersoort niet kan worden uitgesloten, geeft BIJ12 opdracht aan een onafhankelijk taxateur voor een veldbezoek. Dit bezoek vindt bij voorkeur binnen 24 uur na de vermoedelijke aanval plaats, zodat de sporen vaak nog vers zijn en het DNA op tijd veiliggesteld kan worden. Weersomstandigheden en het moment waarop een kadaver gevonden wordt, zijn van invloed op een succesvolle DNA-afname. Bij uitsluitend gewonde dieren, die niet geëuthanaseerd hoeven te worden, kan BIJ12 toestemming geven aan een dierenarts om DNA-monsters af te nemen. Dierenartsen kunnen voor DNA-afname dit protocol volgen. De DNA-monsters dienen altijd te worden overhandigd, eventueel via de dierhouder, aan de taxateur die in opdracht van BIJ12, verantwoordelijk blijft voor een veldopname en het verdere onderzoek. De taxateur zorgt er daarnaast voor dat de DNA-monsters naar het laboratorium gestuurd worden.
In of rondom de wond van het dode of gewonde dier wordt DNA afgenomen. Een taxateur legt ook de situatie ter plaatse vast, zoals de vindplaats en omschrijving van de locatie. Daarnaast onderzoekt de taxateur mogelijke sporen, zoals de wijze van doding, bijtwonden, pootafdrukken, keutels of haren van de aanvaller.
DNA-analyse en beoordeling door BIJ12-consulent
Het DNA-monster wordt vervolgens geanalyseerd door Wageningen Environmental Research (WENR). De DNA-analyse, waarbij wordt onderzocht of het DNA afkomstig is van een wolf of een ander dier, wordt eens per maand uitgevoerd. Een uitgebreide toelichting over de onderzoekstermijnen leest u onder de blauwe kop ‘Onderzoekstermijnen DNA-analyse’. Naast en aanvullend op de DNA-analyse door WENR wordt het volledige schadedossier altijd beoordeeld door een BIJ12-consulent.
(DNA-)uitslagen
Een DNA-uitslag wordt eerst per e-mail gedeeld met de dierhouder en de provincie. De uitslag wordt daarna ook bijgewerkt in de tabel met gemelde veeschade. U kunt zich aanmelden voor de maandelijkse mailing waarin wij laten weten als de DNA-uitslagen zijn bijgewerkt.
De aanwezigheid van wolven in Nederland wordt inzichtelijk door waarnemingen vanuit het Wolvenmeldpunt in combinatie met bevestigde wolvenschade. Daarom is alle bevestigde wolvenschade ook te vinden op de pagina ‘verspreiding wolf in Nederland’.
Video
Bekijk hier het proces van het binnenkomen van een melding tot en met DNA-afname door een taxateur gaat:
7. Wat zijn de onderzoekstermijnen van DNA-analyse?
Genetisch onderzoek wordt uitgevoerd door Wageningen Environmental Research (WENR).
Soortbepaling één keer per maand
In overleg met de provincies is afgesproken om maandelijks een soortbepaling uit te voeren voor alle monsters van schadegevallen verzameld in de voorgaande maand. Bij de soortbepaling wordt onderzocht of het DNA afkomstig is van een wolf of een ander dier.
Individubepaling één keer per kwartaal
De bepaling van individu en geslacht, dat vooral bedoeld is voor periodieke monitoring, vindt elk kwartaal plaats.
Voor deze termijnen is gekozen om het onderzoek zo kosten-efficiënt mogelijk uit te voeren. De huidige aanpak zorgt voor een goede balans tussen arbeidsintensiviteit van het genetisch onderzoek (en daarmee kosten) en de frequentie waarmee de resultaten bekend worden. Hierdoor kan het wel enkele weken duren voor de gegevens beschikbaar zijn.
In bijzondere situaties kan de provincie daarom zelf bepalen om een spoedanalyse financieren.
Na het bijwerken van (nieuwe) (DNA-)uitslagen informeren wij geïnteresseerden per mail.
8. Wanneer maakt BIJ12 nieuwe DNA-uitslagen bekend?
Eén keer per maand worden de DNA-analyses uitgevoerd van de monsters die door de taxateurs zijn verzameld. De DNA-uitslagen worden verwerkt in het bronbestand en de tabel met schademeldingen en -cijfers, nadat de getroffen dierhouders en de betreffende provincie zijn ingelicht. Na publicatie brengen wij geïnteresseerden per e-mail op de hoogte. Klik hier om u uzelf daarvoor aan te melden.
In overleg met de provincies is afgesproken om maandelijks een soortbepaling uit te voeren voor alle monsters van schadegevallen verzameld in de voorgaande maand. De bepaling van individu en geslacht, dat vooral bedoeld is voor periodieke monitoring, vindt elk kwartaal plaats. Voor deze termijnen is gekozen om het onderzoek zo kosten-efficiënt mogelijk uit te voeren. De huidige aanpak zorgt voor een goede balans tussen arbeidsintensiviteit van het genetisch onderzoek (en daarmee kosten) en de frequentie waarmee de resultaten bekend worden. In bijzondere situaties kan de provincie daarom zelf bepalen om een spoedanalyse financieren.
9. Wanneer maakt BIJ12 de nieuwe individubepaling bekend?
Ieder kwartaal publiceert BIJ12 een tussenrapportage over de activiteit van de wolf in Nederland. Hierin wordt aan de hand van schademeldingen en waarnemingen een overzicht gegeven van de via DNA-vastgestelde wolven (individuen). Na publicatie brengen wij geïnteresseerden per e-mail op de hoogte. Klik hier om u uzelf daarvoor aan te melden.
10. Hoeveel tijd kost het DNA-onderzoek?
In overleg met de provincies is afgesproken om maandelijks een soortbepaling uit te voeren voor alle monsters van schadegevallen verzameld in de voorgaande maand. De bepaling van individu en geslacht, dat vooral bedoeld is voor periodieke monitoring, vindt elk kwartaal plaats. Voor deze termijnen is gekozen om het onderzoek zo kosten-efficiënt mogelijk uit te voeren. De huidige aanpak zorgt voor een goede balans tussen arbeidsintensiviteit van het genetisch onderzoek (en daarmee kosten) en de frequentie waarmee de resultaten bekend worden. In bijzondere situaties kan de provincie daarom zelf bepalen om een spoedanalyse financieren.
11. Wanneer is er sprake van wolvenschade?
Uitslag wolf
Bij een melding waar ‘wolf’ staat, blijkt uit de DNA-analyse dat het verzamelde DNA afkomstig is van een wolf. Het volledige schadedossier wordt daarnaast altijd beoordeeld door een BIJ12-consulent. BIJ12 informeert de dierhouder en de dierhouder krijgt een tegemoetkoming in de schade. De uitslag wordt bijgewerkt in zowel de tabel met gemelde veeschade als in de tabel met bevestigde wolvenschade.
Individubepaling
Het verzamelde DNA van een wolf wordt eens per drie maanden geanalyseerd door WENR om het geslacht en individu vast te stellen. De uitslag wordt bijgewerkt in zowel de tabel met gemelde veeschade als in de tabel met bevestigde wolvenschade. Hierover wordt eens per drie maanden verslag gedaan in de tussenrapportage wolf.
Uitslag vermoedelijk wolf
Bij een melding waar ‘vermoedelijk wolf’ staat, heeft de DNA-analyse geen resultaat opgeleverd, maar zijn er toch indicaties dat een wolf niet uit te sluiten is als schadeveroorzakende diersoort. Bijvoorbeeld door de locatie, type verwondingen of een combinatie van aspecten. Het volledige schadedossier wordt altijd beoordeeld door een BIJ12-consulent.
BIJ12 informeert de dierhouder en de dierhouder krijgt een tegemoetkoming in de schade. De uitslag wordt bijgewerkt in zowel de tabel met gemelde veeschade als in de tabel met bevestigde wolvenschade.
12. Wanneer maakt BIJ12 de nieuwe individu bepaling bekend?
Ieder kwartaal publiceert BIJ12 een tussenrapportage over de activiteit van de wolf in Nederland. Hierin wordt aan de hand van schademeldingen en waarnemingen een overzicht gegeven van de via DNA-vastgestelde wolven (individuen). Na publicatie brengen wij geïnteresseerden per e-mail op de hoogte. Klik hier om u uzelf daarvoor aan te melden.
13. Wat betekent de uitslag 'wolf'?
Bij een melding waar ‘wolf’ staat, blijkt uit de DNA-analyse dat het verzamelde DNA afkomstig is van een wolf. Het volledige schadedossier wordt daarnaast altijd beoordeeld door een BIJ12-consulent.
BIJ12 informeert de dierhouder en de dierhouder krijgt een tegemoetkoming in de schade. De uitslag wordt bijgewerkt in zowel de tabel met gemelde veeschade als in de tabel met bevestigde wolvenschade.
Individubepaling
Het verzamelde DNA van een wolf wordt eens per drie maanden geanalyseerd door WENR om het geslacht en individu vast te stellen. De uitslag wordt bijgewerkt in zowel de tabel met gemelde veeschade als in de tabel met bevestigde wolvenschade. Hierover wordt eens per drie maanden verslag gedaan in de tussenrapportage wolf.
14. Wat betekent de uitslag 'vermoedelijk wolf'?
Bij een melding waar ‘vermoedelijk wolf’ staat, heeft de DNA-analyse geen resultaat opgeleverd, maar zijn er toch indicaties dat een wolf niet uit te sluiten is als schadeveroorzakende diersoort. Bijvoorbeeld door de locatie, type verwondingen of een combinatie van aspecten. Het volledige schadedossier wordt altijd beoordeeld door een BIJ12-consulent.
BIJ12 informeert de dierhouder en de dierhouder krijgt een tegemoetkoming in de schade. De uitslag wordt bijgewerkt in zowel de tabel met gemelde veeschade als in de tabel met bevestigde wolvenschade.
15. Wat betekent de uitslag 'goudjakhals'?
Bij een melding waar ‘goudjakhals’ staat, blijkt uit de DNA-analyse dat het verzamelde DNA afkomstig is van een goudjakhals. Een goudjakhals als schadeveroorzakende diersoort wordt op dezelfde manier onderzocht en vastgesteld als bij een wolf, lees daarom meer onder ‘uitslag wolf’.
BIJ12 informeert de dierhouder en de dierhouder krijgt een tegemoetkoming in de schade. De uitslag wordt bijgewerkt in de tabel met gemelde veeschade.
16. Wat betekent de uitslag 'hond' of 'vos'?
Bij een melding waar ‘hond’ of ‘vos’ staat, blijkt uit de DNA-analyse dat het verzamelde DNA afkomstig is van een hond of vos. Het volledige schadedossier wordt altijd beoordeeld door een BIJ12-consulent.
BIJ12 informeert de dierhouder via een besluit en de dierhouder ontvangt geen tegemoetkoming in de schade. De uitslag wordt bijgewerkt in de tabel met gemelde veeschade.
Door honden of vossen gedode landbouwhuisdieren worden niet centraal geregistreerd. BIJ12 komt alleen in actie bij vermoedelijke wolvenschade. Na DNA-analyse kan hier hond of vos uitkomen. Omdat dit toevalligheden zijn, is dit géén representatief beeld. Als na een aanval direct duidelijk is dat het om een hond of een vos gaat, bijvoorbeeld op basis van zicht, sporen en/of beelden, verleent BIJ12 geen opdracht voor taxatie.
17. Wat betekent de uitslag 'geen resultaat'?
Bij een melding waar ‘geen resultaat’ staat, heeft de DNA-analyse geen resultaat opgeleverd. Bij deze meldingen kan de kwaliteit van het verzamelde DNA onvoldoende geweest zijn. Het volledige schadedossier wordt altijd beoordeeld door een BIJ12-consulent. Op basis hiervan kan alsnog een schadeveroorzakende diersoort worden vastgesteld.
Zowel na een DNA-resultaat als na de beoordeling informeert BIJ12 de dierhouder (via een besluit). De uitkomst wordt bijgewerkt in de tabel met gemelde veeschade.
17. Wat betekent de uitslag 'nog niet bekend'?
Bij een melding waar ‘nog niet bekend’ staat, heeft nog geen DNA-analyse plaatsgevonden. Het volledige schadedossier wordt altijd beoordeeld door een BIJ12-consulent. Wanneer er geen DNA-afname heeft plaatsgevonden kan een BIJ12-consulent op basis van het volledige schadedossier een schadeveroorzakende diersoort vaststellen.
Zowel na een DNA-resultaat als na een beoordeling informeert BIJ12 de dierhouder (via een besluit). De uitkomst wordt bijgewerkt in de tabel met gemelde veeschade.
18. Wat betekent de uitslag 'diersoort onbekend'?
Bij een melding waar ‘diersoort onbekend’ staat, kan op basis van de DNA-analyse én de beoordeling van het volledige schadedossier door een BIJ12-consulent geen diersoort worden vastgesteld.
BIJ12 informeert de dierhouder via een besluit en de dierhouder ontvangt geen tegemoetkoming in de schade. De uitkomst wordt bijgewerkt in de tabel met gemelde veeschade.
19. Is de locatie in de schadecijfers de locatie van de aanval of vestigingsplaats van de schapenhouder en/of het bedrijf?
De locatie in de tabel is altijd de precieze locatie van de aanval, gebaseerd op basis van de coördinaten die de taxateur doorgeeft aan BIJ12.
20. Wanneer kom je in aanmerking voor een tegemoetkoming?
Schade aan bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren én aan hobbymatig gehouden hoefdieren (schaap, geit, paard/pony, rund, varken) komt in aanmerking voor taxatie en een tegemoetkoming. Dit geldt ook voor bedrijfsmatig gehouden kuddebeschermings- en hoedhonden die verwond of gedood worden. De eigenaar krijgt een tegemoetkoming in de schade wanneer bovengenoemde dieren met zekerheid of zeer waarschijnlijk zijn gedood of verwond door een wolf.
Volgens de beleidsregels van de provincie wordt door BIJ12 beoordeeld of er een tegemoetkoming wordt verleend. Bij het verlenen van een tegemoetkoming in de schade door een wolf wordt er geen eigen risico ingehouden en hoeven geen léges betaald te worden. Eventuele dierenartskosten en de voorrij- en afvoerkosten van een kadaver naar een destructiebedrijf worden vergoed. Overige indirecte kosten komen niet voor een tegemoetkoming in aanmerking.
21. Welke kosten komen in aanmerking voor een tegemoetkoming?
Schade aan bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren én aan hobbymatig gehouden hoefdieren (schaap, geit, paard/pony, rund, varken) komt in aanmerking voor taxatie en een tegemoetkoming. Dit geldt ook voor bedrijfsmatig gehouden kuddebeschermings- en hoedhonden die verwond of gedood worden. De eigenaar ontvangt de taxatiewaarde van een bovengenoemd dier, wanneer een dier met zekerheid of zeer waarschijnlijk zijn gedood of verwond door een wolf.
Volgens de beleidsregels van de provincie wordt door BIJ12 beoordeeld of er een tegemoetkoming wordt verleend. Bij het verlenen van een tegemoetkoming in de schade door een wolf wordt er geen eigen risico ingehouden en hoeven geen léges betaald te worden. Eventuele dierenartskosten en de voorrij- en afvoerkosten van een kadaver naar een destructiebedrijf worden vergoed. Overige indirecte kosten komen niet voor een tegemoetkoming in aanmerking.
22. Hoe werkt de richtlijn, taxatie en prijzen bij wolvenschade?
BIJ12 werkt met een vastgestelde richtlijn voor de taxatie bij wolvenschade aan landbouwhuisdieren (.pdf). De richtlijn bestaat uit uitgangspunten voor de werkwijze bij het uitvoeren van taxaties en de waardebepaling van dieren. De richtlijn heeft als doel om te komen tot zorgvuldige, eenduidige besluitvorming bij het verlenen van tegemoetkomingen in veeschade door de wolf. DNA-monsternames en taxaties aan schapen worden in opdracht van BIJ12, door Wiberg Taxaties B.V. uitgevoerd.
Waardebepaling dieren
Het bepalen van de waarde van gedode en gewonde schapen is afhankelijk van factoren zoals ras, geslacht, leeftijd, dracht, gebruiksdoel, stamboek, wel of niet biologische bedrijfsvoering, de gezondheidsstatus van het bedrijf of van het individuele dier. De waardebepaling van de schapen is geactualiseerd op basis van de laatste gegevens. Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuwe waardebepaling voor zowel schapen als andere dieren. In de richtlijn staat welke schade wel en niet voor een tegemoetkoming in aanmerking komt.
Richtlijn taxatie
De richtlijn is door BIJ12 vastgesteld op basis van het advies van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) en de Wageningen University & Research (WUR) en is voorzien van vier bijlagen:
- Richtlijn voor de taxatie bij wolvenschade aan landbouwhuisdieren (.pdf)
- Bijlage 1 – Tabel normwaarden (prijzen) van schapen (.pdf)
- Bijlage 2 – Wageningen University & Research-richtlijn Waardebepaling Stamboekschapen – Wageningen Livestock Research (.pdf)
- Bijlage 3 – Rapport taxatie bij wolvenschade aan schapen in Nederland – Gezondheidsdienst voor Dieren (.pdf)
- Bijlage 4 – Sjabloon Veeschaderapport van BIJ12 gebruikt door taxateurs (.pdf)
23. Wanneer wordt een tegemoetkoming uitbetaald?
Een uitbetaling kan 16 weken duren. Nadat BIJ12 het taxatierapport heeft ontvangen, streven we ernaar een melding binnen 10 weken af te handelen. Het taxatiebureau levert na een melding het taxatierapport binnen 6 weken op aan BIJ12. Soms duurt dit langer, bijvoorbeeld vanwege de volgende redenen:
- Het taxatiebureau moet lang(er) wachten op eventuele facturen van een dierenarts of het destructiebedrijf. De facturen zijn nodig om een taxatierapport af te ronden en een tegemoetkoming te verlenen.
- Er zijn gewonde of vermiste dieren, waardoor het taxatiebureau een wachttijd moet inbouwen om alle informatie compleet te krijgen.
24. Hoeveel landbouwhuisdieren worden er gedood door honden en vossen?
Door honden of vossen gedode landbouwhuisdieren worden niet centraal geregistreerd. BIJ12 komt alleen in actie bij vermoedelijke wolvenschade. Na DNA-analyse kan hier hond of vos uitkomen. Omdat dit toevalligheden zijn, is dit géén representatief beeld. Als na een aanval direct duidelijk is dat het om een hond of een vos gaat, bijvoorbeeld op basis van zicht, sporen en/of beelden, verleent BIJ12 geen opdracht voor taxatie.
25. Welke landbouwdieren vallen wel eens ten prooi aan wolven?
In de meeste gevallen gaat het om schapen. Soms ook geiten, kalveren, pinken, koeien, of (shetlander) pony’s. Zeer zelden gaat het om gehouden damherten, moeflons of schotse hooglanders. Uit het buitenland is bekend dat ook andere diersoorten een prooi kunnen vormen.
26. Zijn wolven gevaarlijk voor paarden?
De kans dat wolven paarden aanvallen is erg klein. Een van de redenen is dat paarden als extreem defensief worden beschouwd, vooral merries als verdedigers van hun veulens. Veulens, pony’s, zieke of zwakke dieren kunnen wel gevaar lopen.
Nu de wolf weer terug is in Nederland zullen we als maatschappij weer gaan ontdekken hoe we onze landbouwhuisdieren veilig kunnen houden. ‘s Nachts ophokken, rasters en eventueel kuddebeschermingshonden zijn daarbij belangrijke opties, maar ook natuurlijke kuddesamenstelling van grootvee vergroot de weerbaarheid van koeien en paarden tegen wolven.
Bekijk ook onderstaande video waar paarden een wolf uit de wei verjagen in de provincie Limburg (Wolvenmeldpunt, 2022).
27. Waarom is paarden houden in een kudde veiliger?
Een kudde – dieren die elkaar kennen – beschermt elkaar. Een wolf is een opportunist en een verwonding is voor hem een groot risico, dus dat vermijdt hij als het even kan. Bij meerdere paarden zal een wolf dus niet snel geneigd zijn om een kans te wagen. Doet hij dat wel, dan maakt hij weinig kans tegen een kudde gezonde paarden. Veulens, pony’s, zieke of zwakke dieren kunnen wel gevaar lopen.
Bekijk ook onderstaande video waar paarden een wolf uit de wei verjagen in de provincie Limburg (Wolvenmeldpunt, 2022).
28. Zijn grote, gezonde paarden ook bestand tegen een roedel wolven?
Een kudde – dieren die elkaar kennen – beschermt elkaar. Een wolf is een opportunist en een verwonding is voor hem een groot risico, dus dat vermijdt hij als het even kan. Bij meerdere paarden zal hij dus niet snel geneigd zijn om een kans te wagen. Doet hij dat wel, dan maakt hij weinig kans tegen een grote, gezonde paarden.
Er is wel een risico dat paarden in paniek raken en daarbij door de omheining gaan of op een andere manier gewond raken. Het is ook afhankelijk van de andere mogelijke prooidieren in het gebied. De wolf kiest altijd voor de makkelijkste prooi.
Bekijk ook onderstaande video waar paarden een wolf uit de wei verjagen in de provincie Limburg (Wolvenmeldpunt, 2022).
29. Wat betekent het dat er ook runderen en paarden worden aangevallen?
In Duitsland is al langer ervaring met grootvee (runderen en paarden) en predatoren. Uit het overzicht van 2021 (bron: dbb-wolf) blijkt dat in Duitsland in dat jaar 975 aanvallen op vee zijn geregistreerd, waarbij in totaal 3.374 dieren zijn verwond, gedood of vermist. Daarbij moet worden opgemerkt dat waarschijnlijk niet alle gevallen zijn geregistreerd of gemeld en de mate waarin landbouwhuisdieren worden gehouden sterk kan verschillen tussen deelstaten en dus ook Nederland.
Van de aangevallen dieren ging het in 2.772 gevallen (85%) om schapen en daarnaast 251 runderen (7%) en 18 paarden (0,5%). Van de 975 aanvallen had 72% betrekking op schapen en 21% op runderen. Niet alle aanvallen waren dodelijk. Van de 251 runderen bleek het merendeel (>84%) jonger dan 1 jaar oud te zijn. Van de 18 aangevallen paarden kon in 11 gevallen genetisch een wolf als dader worden vastgesteld. Daarbij ging het in de meeste gevallen om kleine rassen (pony’s) en daarnaast om twee veulens. In de andere gevallen van aanvallen bij paarden kon wolf niet worden vastgesteld maar ook niet als dader worden uitgesloten.
Laag risico op blessures
Wolven moeten het qua prooien hebben van soorten die een laag risico op blessures geven bij de jacht aangezien ze niet over echte wapens beschikken, zoals bijvoorbeeld de klauwen van katachtigen. Vandaar dat ze op geur en zicht prooien observeren op tekenen van zwakte/ziekte, en onervarenheid.
Vervolgens testen ze een prooi altijd op weerbaarheid door het op te jagen zodat het moet rennen. Als hoefdieren niet voldoende weerbaar blijken wordt de aanval ingezet. Dit kan tot de dood van de prooi leiden, maar in veel gevallen wordt een aanval alsnog afgebroken omdat wolven het risico op een blessure te groot achten. Dit verklaart dat vooral hoefdieren worden aangevallen die zonder risico te pakken zijn (schapen) en daarnaast van de andere landbouwhuisdieren vooral de individuen die afwijken.
Dat kunnen kleine rassen zijn als pony’s, jonge dieren die alleen of in een leeftijdsgroep worden gehouden (kalveren of veulens), een ziek dier wat apart is gezet, of dieren die door gedrag opvallen, bijvoorbeeld een dier wat in paniek raakt en/of niet zijn natuurlijke vluchtgedrag kan uitoefenen.
Nu de wolf weer terug is in Nederland zullen we als maatschappij weer gaan ontdekken hoe we onze landbouwhuisdieren veilig kunnen houden. ‘s Nachts ophokken, rasters en eventueel kuddebeschermingshonden zijn daarbij belangrijke opties, maar ook natuurlijke kuddesamenstelling van grootvee vergroot de weerbaarheid van koeien en paarden tegen wolven.
Schade voorkomen
1. Hoe voorkom of beperk je wolvenschade?
Het nemen van preventieve maatregelen is van grote betekenis om schade aan dieren te voorkomen. Daarom zijn in de speciale Faunaschade Preventiekit Wolven verschillende preventieve middelen op een rij gezet: van fladderlinten tot speciale afrasteringen met stroomdraad, maar ook kuddewaakhonden. Met de benoemde preventieve maatregelen kunnen schapenhouders schade door wolven kunnen voorkomen of beperken. De preventiekit is mede tot stand gekomen met bijdragen van Wolf-Fencing.
- Ophokken van vee in nachthok/kraal
- Afrasteringen
- Kuddebewakingshonden
- Visuele middelen
- Overige middelen
Bekijk hier effectieve afrastering op de Veluwe:
2. Hoe effectief zijn grote honden zoals een Kaukasische herder voor het beschermen van vee?
Er zijn hondenrassen die speciaal gefokt zijn als kuddebeschermingshond. Let wel heel goed op dat je ook echt een ras neemt die ook dit werk goed uit kan voeren en bij de bedrijfsvoering past. Deze honden zijn gefokt om zelfstandig en eigenwijs te zijn. Er is een bedrijf dat hierbij kan helpen: Canine Efficiency.
3. Hoeveel kuddebeschermingshonden worden er in Nederland ingezet?
Er zijn momenteel tussen de 30 en 40 kuddebeschermingshonden aan het werk bij professionele schapen- en veehouders, verspreidt over verschillende (natuur)terreinen in verschillende provincies. Ook zijn er nog een onbekend aantal honden actief bij hobbyhouders. Voor meer informatie over de inzet van kuddebeschermingshonden in De Lage Landen kan contact opgenomen worden met Canine Efficiency.
4. Hoe plaats ik een wolfwerende omheining? (Wolf-fencing België)
5. Wolfwerende maatregelen op het erf (Boerderij.nl)
Wat kun je als dierhoud doen? En waarom zou je investeren in wolfwerende maatregelen? Boerderij, Nederlands weekblad voor de landbouw, sprak met Johan Wesselink, wolvenconsulent in Gelderland.
6. Aan welke eisen moet een wolfwerende afrastering voldoende? (provincie Gelderland)
Hoe eerder en hoe meer dierhouders maatregelen nemen om de wolf buiten te houden, hoe beter. Afrasteringen dragen bij aan het verkleinen van wolvenschade. De wolvencommissie van de provincie Gelderland maakte onderstaande video waarin belangrijke aspecten van de bescherming tegen wolven aan bod komen.
Er zijn vijf soorten afrasteringen die u kunt gebruiken om de wolf tegen te houden. Aan welke voorwaarden moeten die voldoen? Hoe begint u eraan? Deze video zet de richtlijnen en tips nog eens op een rijtje.
7. Hoeveel meer werk is het om een wolfwerend dan een gewoon raster te plaatsen? (provincie Gelderland)
Hoe eerder en hoe meer dierhouders maatregelen nemen om de wolf buiten te houden, hoe beter. Afrasteringen dragen bij aan het verkleinen van wolvenschade. De wolvencommissie van de provincie Gelderland maakte onderstaande video waarin belangrijke aspecten van de bescherming tegen wolven aan bod komen.
De nieuwe rasters zijn arbeidsintensiever om neer te zetten en ze zijn zwaarder. De schaapsherders in onderstaande video vertellen hoe zij proberen mee te denken over oplossingen.
8. Wat zijn de voor- en nadelen van een draadwindersysteem? (provincie Gelderland)
Hoe eerder en hoe meer dierhouders maatregelen nemen om de wolf buiten te houden, hoe beter. Afrasteringen dragen bij aan het verkleinen van wolvenschade. De wolvencommissie van de provincie Gelderland maakte onderstaande video waarin belangrijke aspecten van de bescherming tegen wolven aan bod komen.
Een proefproject naar een autowinder draadoprolsysteem laat zien dat dit interessant is voor grote oppervlakten vanaf 5 hectare. Het ideale materiaal is er nog niet, maar de leveranciers zijn volop bezig met doorontwikkelingen en er is binnen de wolvenregeling subsidie beschikbaar.
9. Hoe kijkt een hobbyhouder naar de investering in wolfwerend materiaal? (provincie Gelderland)
Hoe eerder en hoe meer dierhouders maatregelen nemen om de wolf buiten te houden, hoe beter. Afrasteringen dragen bij aan het verkleinen van wolvenschade. De wolvencommissie van de provincie Gelderland maakte onderstaande video waarin belangrijke aspecten van de bescherming tegen wolven aan bod komen.
Piet Filmer vertelt hoe hij zijn “snackbar gesloten houdt voor de wolf”. Hij voelde hoe de wolf dichterbij kwam en vond bij de proefopstelling in Epe-Heerde duidelijkheid over hoe hij het zelf wilde aanpakken.
10. Wat zijn de meest gemaakte fouten bij beschermingsmaatregelen?
Bovenstaande illustratie is gemaakt door de Wolvencommissie Gelderland. Het is mogelijk om je schapenweide afdoende te beschermen tegen een wolf. Het helpt als je daarbij je afrastering bekijkt door de ogen van de wolf. Op deze manier zie je beter wat de zwakke plekken zijn.
Zo zal een wolf meestal proberen om onder de afrastering door te kruipen. Je moet dus bij je controle extra aandacht hebben voor de onderste draad: is de afstand nergens meer dan 25 cm? Is de draad vrij van begroeiing, zodat er geen spanningsverlies ontstaat?
Een ander belangrijk punt is dat de wolf na één flinke stroomstoot niet snel opnieuw zal proberen om aan te vallen. De keerzijde daarvan: als hij wél een toegang vindt tot makkelijk te grijpen prooien – zoals schapen in tegenstelling tot wild – dan zal hij blijven proberen. Het is dus beter om het in één keer goed te doen!
11. Worden dierhouders ondersteund bij het beschermen van hun vee?
Primair is de dierhouder zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van wolvenaanvallen op zijn of haar dieren. In diverse provincies zijn commissies opgericht om met direct belanghebbenden te onderzoeken welke maatregelen nodig zijn en hoe de provincie hierbij kan ondersteunen. Ook zijn verschillende provincies een subsidieregeling gestart voor de aanschaf van wolfwerende rasters. Het is de bevoegdheid van de provincies om subsidie te verlenen, de hoogte van het subsidiebedrag vast te stellen en de voorwaarden die zijn verbonden aan de subsidie te bepalen.
Het nemen van maatregelen is verplicht om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in faunaschade voor veel diersoorten. Op dit moment wordt bij het verstrekken van tegemoetkomingen in de schade door wolven nog niet getoetst of deze maatregelen daadwerkelijk zijn genomen.
12. Waarom hanteren provincies verschillend beleid voor subsidies van preventieve maatregelen?
Een aantal jaar geleden is het natuurbeleid waaronder het faunabeleid gedecentraliseerd, dus provincies zijn verantwoordelijk voor het faunabeleid. De 12 provincies – vertegenwoordigd in het Interprovinciaal Overleg (IPO) – hebben in 2019 samen het Interprovinciale Wolvenplan vastgesteld. Daarnaast wordt er ook samengewerkt tussen provincies als een aangewezen wolvengebied grensoverschrijdend is.
13. Wat betekent de wolfwerende afrastering voor andere wilde dieren?
Een wolfwerende afrastering kan je weide ook minder toegankelijk maken voor andere wilde dieren. Wanneer de onderste draad op 20 cm. blijft, kunnen kleine wilde dieren hier onder doorgaan maar een wild zwijn bijvoorbeeld niet. Herten en reeën kunnen over een wolfwerende afrastering heen springen.
14. Waarom is paarden houden in een kudde veiliger?
Een kudde – dieren die elkaar kennen – beschermt elkaar. Een wolf is een opportunist en een verwonding is voor hem een groot risico, dus dat vermijdt hij als het even kan. Bij meerdere paarden zal hij dus niet snel geneigd zijn om een kans te wagen. Doet hij dat wel, dan maakt hij weinig kans tegen een kudde gezonde paarden. Veulens, pony’s, zieke of zwakke dieren kunnen wel gevaar lopen.
Bekijk ook onderstaande video waar paarden een wolf uit de wei verjagen in de provincie Limburg (Wolvenmeldpunt, 2022).
15. Zijn grote, gezonde paarden ook bestand tegen een roedel wolven?
Een kudde – dieren die elkaar kennen – beschermt elkaar. Een wolf is een opportunist en een verwonding is voor hem een groot risico, dus dat vermijdt hij als het even kan. Bij meerdere paarden zal hij dus niet snel geneigd zijn om een kans te wagen. Doet hij dat wel, dan maakt hij weinig kans tegen een grote, gezonde paarden.
Er is wel een risico dat paarden in paniek raken en daarbij door de omheining gaan of op een andere manier gewond raken. Het is ook afhankelijk van de andere mogelijke prooidieren in het gebied. De wolf kiest altijd voor de makkelijkste prooi.
Bekijk ook onderstaande video waar paarden een wolf uit de wei verjagen in de provincie Limburg (Wolvenmeldpunt, 2022).
16. Wat betekent het dat er ook runderen en paarden worden aangevallen?
In Duitsland is al langer ervaring met grootvee (runderen en paarden) en predatoren. Uit het overzicht van 2021 (bron: dbb-wolf) blijkt dat in Duitsland in dat jaar 975 aanvallen op vee zijn geregistreerd, waarbij in totaal 3.374 dieren zijn verwond, gedood of vermist. Daarbij moet worden opgemerkt dat waarschijnlijk niet alle gevallen zijn geregistreerd of gemeld en de mate waarin landbouwhuisdieren worden gehouden sterk kan verschillen tussen deelstaten en dus ook Nederland.
Van de aangevallen dieren ging het in 2.772 gevallen (85%) om schapen en daarnaast 251 runderen (7%) en 18 paarden (0,5%). Van de 975 aanvallen had 72% betrekking op schapen en 21% op runderen. Niet alle aanvallen waren dodelijk. Van de 251 runderen bleek het merendeel (>84%) jonger dan 1 jaar oud te zijn. Van de 18 aangevallen paarden kon in 11 gevallen genetisch een wolf als dader worden vastgesteld. Daarbij ging het in de meeste gevallen om kleine rassen (pony’s) en daarnaast om twee veulens. In de andere gevallen van aanvallen bij paarden kon wolf niet worden vastgesteld maar ook niet als dader worden uitgesloten.
Laag risico op blessures
Wolven moeten het qua prooien hebben van soorten die een laag risico op blessures geven bij de jacht aangezien ze niet over echte wapens beschikken, zoals bijvoorbeeld de klauwen van katachtigen. Vandaar dat ze op geur en zicht prooien observeren op tekenen van zwakte/ziekte, en onervarenheid.
Vervolgens testen ze een prooi altijd op weerbaarheid door het op te jagen zodat het moet rennen. Als hoefdieren niet voldoende weerbaar blijken wordt de aanval ingezet. Dit kan tot de dood van de prooi leiden, maar in veel gevallen wordt een aanval alsnog afgebroken omdat wolven het risico op een blessure te groot achten. Dit verklaart dat vooral hoefdieren worden aangevallen die zonder risico te pakken zijn (schapen) en daarnaast van de andere landbouwhuisdieren vooral de individuen die afwijken.
Dat kunnen kleine rassen zijn als pony’s, jonge dieren die alleen of in een leeftijdsgroep worden gehouden (kalveren of veulens), een ziek dier wat apart is gezet, of dieren die door gedrag opvallen, bijvoorbeeld een dier wat in paniek raakt en/of niet zijn natuurlijke vluchtgedrag kan uitoefenen.
Nu de wolf weer terug is in Nederland zullen we als maatschappij weer gaan ontdekken hoe we onze landbouwhuisdieren veilig kunnen houden. ‘s Nachts ophokken, rasters en eventueel kuddebeschermingshonden zijn daarbij belangrijke opties, maar ook natuurlijke kuddesamenstelling van grootvee vergroot de weerbaarheid van koeien en paarden tegen wolven.
Verspreiding wolf
1. Hoeveel wolven leven er in Nederland?
Actuele informatie over het aantal wolven dat in Nederland leeft, leest u in de voortgangsrapportages die BIJ12 ieder kwartaal uitbrengt. De voortgangsrapportage vindt u onderaan de pagina monitoring. Ook kunt u de bijbehorende kaart terugvinden onderaan deze pagina.
2. In welke provincies leven wolven?
De eerste wolf vestigde zich in 2018 op de Noord-Veluwe. Begin 2019 voegde zich hier een tweede wolf bij. Dit paartje kreeg sinds 2019 ieder jaar jongen. De afgelopen jaren ontstonden er meer wolvenroedels- en paren. Er zijn inmiddels zes roedels in Nederland: in het gebied van de Noord-Veluwe, Midden-Veluwe, Park de Hoge Veluwe, Zuidwest-Veluwe, Midden-Drenthe en in het grensgebied Fryslân-Drenthe-Overijssel. Daarnaast leven er nog 2 wolvenparen: op de Noordwest-Veluwe en in Zuidoost-Veluwe. In het grensgebied tussen Noord-Brabant en Limburg leeft op de Groote Heide een solitaire wolf. Ook is er regelmatig activiteit in de regio Zuidwest-Brabant en Zeeland. Vlak over de grens met Duitsland en België bevinden zich ook diverse wolventerritoria.
3. Waar in Nederland heeft de wolf zich permanent gevestigd?
De eerste wolf vestigde zich in 2018 op de Noord-Veluwe. Begin 2019 voegde zich hier een tweede wolf bij. Dit paartje kreeg sinds 2019 ieder jaar jongen. De afgelopen jaren ontstonden er meer wolvenparen. In 2022 zijn er inmiddels bij vier wolvenparen minimaal 16 wolvenwelpen geboren, in het gebied Zuidwest-Drenthe/Zuidoost-Fryslân, de Noord-Veluwe, de Midden-Veluwe en in Park de Hoge Veluwe. Dit betekent dat er vier roedels in Nederland aanwezig zijn. Daarnaast is er regelmatig activiteit op de Zuidwest-Veluwe, in het grensgebied tussen Noord-Brabant en Limburg en in de regio Zuidwest-Brabant en Zeeland. Ook zijn er diverse wolventerritoria vlak over de grens met Duitsland en België.
De meest actuele informatie over het gevestigde wolven leest u in de voortgangsrapportage die BIJ12 ieder kwartaal uitbrengt. Ook kunt u de bijbehorende verspreidingskaart terugvinden onderaan deze pagina.
4. Welke plekken in Nederland zijn geschikt bevonden voor wolven?
Wolven zijn dermate generalisten dat ze in uiteenlopende landschappen een plek zouden kunnen vinden. Hoe zich dat in Nederland ontwikkelt, is niet goed te voorspellen. Belangrijke factor daarbij is niet alleen hoeveel wolven het ecosysteem aan kan (ecologische draagkracht), maar ook hoeveel wolven, inclusief hun handelingen, de Nederlandse maatschappij accepteert (draagvlak).
In de periode 2015/2021 omvat het activiteitengebied van wolven bijna de helft van het Nederlandse landoppervlak. Binnen dit activiteitengebied zijn zes hotspots te onderscheiden: één in Drenthe, twee in Overijssel, twee in Gelderland en één in Noord-Brabant/Limburg.
5. Zijn wolven in Nederland uitgezet?
Er is tot nu geen enkele aanwijzing dat er wolven in Nederland uitgezet zijn. Dankzij genetisch onderzoek zijn de meeste waargenomen wolven in Nederland te herleiden naar hun oorspronkelijke roedel. Van de wolven waarvoor dat niet mogelijk was, kan met genetisch onderzoek wel worden aangetoond uit welke wolvenpopulaties zij afkomstig zijn. (Factfinding study, 2021).
Lees bij wet- en regelgeving meer over de illegaliteit en de straf voor het uitzetten van wolven.
6. Zijn er hybride wolven in Nederland?
Een wolf-hondhybride is een hybride tussen een wolf en een gedomesticeerde hond. Wolven bezitten een zeer klein percentage DNA (<5%) dat afkomstig is van honden. Dit is het gevolg van incidentele kruising tussen wolven en honden in de loop van duizenden jaren. Deze wolven worden niet als hybriden beschouwd.
Er is in Nederland nog nooit een hybride wolf in het wild aangetroffen. In Duitsland zijn er in de afgelopen 20 jaar slechts twee gevallen van hybridisatie bekend. De Factfinding studie geeft aan dat uit recente genetische studies blijkt dat hybridisatie in de alpiene, Centraal-Europese en Scandinavische populaties zeer zeldzaam is (minder dan 1% van de onderzochte gevallen). Nederland kent bovendien geen loslopende zwerfhonden. Het risico op langdurig innig contact tussen wolf en hond is daardoor zeer klein.
DNA-onderzoek naar hybride wolven
In de meeste EU-lidstaten worden wolven intensief genetisch gemonitord en wordt ook hybridisatie nauwlettend bestudeerd, zodat eventueel snel ingegrepen kan worden. Bij het DNA-onderzoek in Nederland wordt allereerst bepaald of de schade is veroorzaakt door een wolf of door een ander dier. Hierbij wordt ook bepaald of sprake is van een kruising van een wolf met een andere diersoort, een zogenaamde hybride wolf. Wanneer een landbouwhuisdier gedood zou worden door een wolf die een kruising is met een andere diersoort krijgt BIJ12 hierover bericht van het onderzoekslaboratorium. Hetzelfde onderzoek vindt plaats bij aangereden en/of dood aangetroffen wolven. Tot nu toe is dit nog niet voorgekomen. In de Factfinding study wolf wordt een uitgebreide uitleg gegeven over het testen van DNA op hybridisatie:
Voor elk DNA-monster wordt allereerst een soortbepaling uitgevoerd via een zogenaamde PCR-test. PCR staat voor polymerase-chain-reaction, een biochemische procedure waarbij een specifiek stukje diagnostisch DNA wordt gelokaliseerd en daarna vermeerderd. Vervolgens kan de exacte code ervan (de volgorde van de baseparen waaruit de DNA-streng is opgebouwd) vastgesteld worden via een procedure die ‘sequencing’ wordt genoemd. Voor het onderscheid tussen wolven en honden gebruikt men een stukje DNA van de zogenaamde controleregio van het mitochondriaal DNA (CR), dat niet bij prooidiersoorten vermeerderd kan worden en dat diagnostisch is voor hondachtigen. Aan de hand van de DNA-code kunnen dan verschillende varianten van dat gen onderscheiden worden. Van de tientallen varianten die er op dat CR-gen bestaan, komen sommige voor bij zowel honden als wolven en sommige ervan zijn uniek voor wolven.
Aangetroffen wolven in Nederland
Van de wolven die ooit in Nederland genetisch waargenomen zijn, kennen we vaak de oorsprong via genetische identificatie van elk individu, en toewijzing van het genotype aan de roedel van oorsprong, waarbij ook de ouders bekend zijn. In vele gevallen zijn ook de grootouders bekend en zijn deze ook weer geïdentificeerd als zuivere wolven, en kunnen we een hybride oorsprong ook op deze manier uitsluiten. Dit type onderzoek wordt in opdracht van BIJ12 en de gezamenlijke provincies elk kwartaal uitgevoerd door het onderzoekslaboratorium.
Gedrag hybride wolf
Het is niet zo dat een hybride wolf minder wild zou zijn. Het dier wordt opgevoed in het wild en zal daardoor niet meer of minder angst voor mensen hebben. Een verwilderde hond kan net zo wild zijn als een wolf.
7. Hoe zijn wolven in Nederland terecht gekomen?
Wolvenpopulaties breiden zich op natuurlijke wijze uit. De laatste decennia is een Centraal-Europese populatie ontstaan met een origine in Noordoost-Polen. Deze populatie breidt zich via Duitsland verder uit in westelijke richting, waarbij wolven uit deze populatie zich recentelijk ook achtereenvolgens in Denemarken, Nederland en België hebben gevestigd. Genetisch onderzoek toont aan dat veruit de meeste van de waargenomen wolven in Nederland afkomstig zijn uit de Centraal-Europese populatie. Er zijn in Nederland enkele individuen waargenomen die afkomstig waren uit een andere wolvenpopulatie: de Alpiene wolvenpopulatie uit de regio Italië, Zwitserland en Frankrijk. In het provinciegrens overstijgende gebied tussen Noord-Brabant en Limburg is een Alpiene wolf gevestigd. (Factfinding study, 2021).
Lees bij wet- en regelgeving meer over de illegaliteit en de straf voor het uitzetten van wolven.
8. Hoe weten jullie de DNA-gegevens van wolven uit Duitsland of de Alpen?
Deze gegevens worden onderling gedeeld via internationale samenwerking. Lees ook verder bij de kop ‘monitoring‘.
9. Is van alle wolven in Duitsland het DNA bekend?
Nee, DNA-profielen worden gemaakt op basis van DNA-onderzoek na een aanval op landbouwhuisdieren en bij monitoring, zoals bijvoorbeeld DNA-onderzoek van keutels. Niet alle wolven vallen landbouwhuisdieren aan en niet van alle wolven worden keutels gevonden. Ook worden er ieder jaar weer welpen geboren waarvan het soms enkele jaren duurt voordat daar DNA-gegevens van worden aangetroffen.
10. Hoeveel wolven zijn er in Nederland aangereden?
Een overzicht van aangereden en/of dode wolven in Nederland is te vinden onderaan de pagina dode wolven.
11. Hoeveel dode wolven zijn er in Nederland aangetroffen?
Een overzicht van aangereden en/of dode wolven in Nederland is te vinden onderaan de pagina dode wolven.
Monitoring
1. Wat is het Wolvenmeldpunt?
Wolven laten zich niet snel zien, voor mensen zijn ze behoorlijk onzichtbaar. Wolven laten echter wel hun sporen na waardoor we hun aanwezigheid en verspreiding in kaart kunnen brengen. Denk hierbij aan pootafdrukken, keutels en haren. Ook worden wolven gemonitord en vastgelegd op wildcamera’s. De wolvenwaarnemingen worden verzameld door het Wolvenmeldpunt en opgeslagen in een database. De waarnemingen uit de tabel op de pagina ‘verspreiding wolf in Nederland’ komen uit de database van het Wolvenmeldpunt. Het Wolvenmeldpunt is ondergebracht bij de Zoogdiervereniging. BIJ12 is namens de gezamenlijke provincies opdrachtgever van het Wolvenmeldpunt.
De data in de tabel wordt iedere maand vernieuwd en aangevuld met de op dat moment nieuwe, en indien aan de orde oudere, waarnemingen uit het Wolvenmeldpunt.
2. Waar bestaan wolvenwaarnemingen uit?
BIJ12 houdt de bekende (overige) wolvenwaarnemingen in Nederland bij. Samen met de (bevestigde) schadedata vormen zij het beeld van de geverifieerde wolvenwaarnemingen in Nederland. Er zijn vijf typen waarnemingen 1) wolf gezien, 2) wolfspoor en/of pootafdruk, 3) wolvenkeutel, 4) kadaver van een wild dier en 5) overig. Onder het type ‘overig’ vallen waarnemingen zoals wolvenbloed, -urine of -haren. De locatie van de wolvenwaarneming is in onze data weergegeven als gemeente of als wolvenleefgebied.
3. Wat zijn gevalideerde wolvenwaarnemingen?
Voor het beoordelen van wolvenwaarnemingen worden betrouwbaarheidscriteria gehanteerd die internationaal gangbaar zijn. Het gaat om de zogenaamde SCALP-criteria, in oorsprong ontwikkeld binnen het project Status and Conservation of the Alpine Lynx Populations ter beoordeling van lynx-waarnemingen. Zie ook de toelichting in het Monitoringsplan dat is opgesteld voor de monitoring van de wolf in Nederland. De waarnemingen zijn gecategoriseerd als c1 of c2. C1 staat voor harde bewijzen, bijvoorbeeld door wetenschappelijke DNA-analyses of aan de hand van een duidelijke foto; c2 staat voor bevestigd, bijvoorbeeld door een goed gedocumenteerd loopspoor of wolvenkeutel.
4. Hoe werkt genetisch onderzoek bij monitoring van de wolf?
Hoe breng je in kaart waar de wolf zich in Nederland bevindt? En hoe bepaal je bij schade aan landbouwhuisdieren welk dier dit heeft veroorzaakt? Genetisch onderzoek is daarvoor de meest zekere onderzoeksmethode. Wolven zijn voor mensen behoorlijk onzichtbare dieren. Ze laten echter wel hun DNA-sporen na waardoor we ze kunnen volgen. In het ‘Wolvenplan’ van het Interprovinciaal Overleg (IPO) staat beschreven welk doel genetische monitoring van de wolf op basis van DNA in ons land heeft.
Twee doelen van genetisch onderzoek
Het eerste doel van genetisch onderzoek is om bij schade aan landbouwhuisdieren vast te kunnen stellen welk dier de schade heeft veroorzaakt. Dit kan een wolf zijn, maar ook een hond of een vos. Wolven doden hun prooi veelal door een keelbeet. Daarbij laten ze speeksel achter. Het speeksel is een belangrijke bron van DNA waarmee op het laboratorium kan worden vastgesteld of sprake was van een wolf of een ander dier. Een belangrijk tweede doel van genetisch onderzoek is om te volgen hoe de wolvenpopulatie in Nederland zich ontwikkeld. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van bijvoorbeeld cameravallen, maar zeker ook DNA-sporenonderzoek. Deze sporen kunnen bijvoorbeeld keutels of haren zijn.
Schadebepaling: wel of geen wolf?
Genetisch onderzoek voor het bepalen van schade vindt elke maand plaats. Wanneer een veehouder bij BIJ12 melding doet van gedode of gewonde landbouwhuisdieren en het vermoeden is dat het om een wolf gaat, wordt binnen 24 uur door een taxateur een DNA-monster afgenomen. Dit monster wordt opgestuurd naar Wageningen Environmental Research (WENR). WENR verzamelt alle monsters en onderzoekt één keer per maand of het DNA afkomstig is van een wolf of een ander dier. Wanneer de uitkomst van het DNA-onderzoek ‘wolf’ is, komt de gedupeerde eigenaar in aanmerking voor een tegemoetkoming in de schade van BIJ12.
Monitoring wolvenpopulatie
De DNA-monsters waarvan is vastgesteld dat het om een wolf ging, worden één keer per kwartaal voor een tweede keer onderzocht door WENR. Gelijktijdig worden daarbij ook andere monsters van sporen onderzocht. Bijvoorbeeld keutelmonsters, DNA uit bijtwonden van wilde hoefdieren en DNA van eventuele dood aangetroffen wolven. Dit aanvullende onderzoek is bedoeld voor monitoring van de wolvenpopulatie in Nederland. De tweede genetische test richt zich op vaststellen van het geslacht en het exacte individu. Deze methode zoomt in op stukjes van het DNA die samen een profiel vormen dat voor elke individuele wolf uniek is. Van elk geselecteerd monster wordt zo’n DNA-profiel opgesteld. Zo kan achterhaald worden of het om een nieuw individu gaat of een individu dat al eerder is waargenomen. Aan de hand van de resultaten kan ook worden vastgesteld of een wolf zich heeft gevestigd en of er kans is op nakomelingen.
Ouders achterhalen via internationale samenwerking
Omdat dieren de helft van hun DNA van de moeder en de andere helft van de vader krijgen, kan op basis van het DNA-profiel ook achterhaald worden wie de ouders zijn. Als al bekend is waar de roedel van deze ouders zich bevindt, weten we daarmee ook waar het dier waarschijnlijk geboren is. Daarvoor is het wel van belang dat de meeste roedels in Centraal Europa genetisch gemonitord worden. En ook dat de profielen kunnen worden uitgewisseld tussen onderzoekers in diverse landen. Dit is georganiseerd vanuit het CEwolf-consortium. CEwolf staat voor Centraal Europese wolvenpopulatie, ofwel de wolvenpopulatie in West-Polen, Duitsland, Denemarken en de Benelux. Het CEwolf consortium heeft per land één deelnemend laboratorium. Alle labs werken met dezelfde methode en dat maakt het mogelijk om DNA-profielen onderling uit te wisselen en na te gaan of een profiel al elders is vastgesteld. Door deze samenwerking is het in de meeste gevallen mogelijk te achterhalen waar dieren oorspronkelijk vandaan komen en welke afstand ze hebben afgelegd.
Snelheid van onderzoek
In overleg met de provincies is afgesproken om maandelijks een soortbepaling uit te voeren voor alle monsters van schadegevallen verzameld in de voorgaande maand. De bepaling van individu en geslacht, dat vooral bedoeld is voor periodieke monitoring, vindt elk kwartaal plaats. Voor deze termijnen is gekozen om het onderzoek zo kosten-efficiënt mogelijk uit te voeren. De huidige aanpak zorgt voor een goede balans tussen arbeidsintensiviteit van het genetisch onderzoek (en daarmee kosten) en de frequentie waarmee de resultaten bekend worden.
5. Hoe wordt er internationaal samen gewerkt met genetisch onderzoek?
Omdat dieren de helft van hun DNA van de moeder en de andere helft van de vader krijgen, kan op basis van het DNA-profiel ook achterhaald worden wie de ouders zijn. Als al bekend is waar de roedel van deze ouders zich bevindt, weten we daarmee ook waar het dier waarschijnlijk geboren is. Daarvoor is het wel van belang dat de meeste roedels in Centraal Europa genetisch gemonitord worden. En ook dat de profielen kunnen worden uitgewisseld tussen onderzoekers in diverse landen.
Dit is georganiseerd vanuit het CEwolf-consortium. CEwolf staat voor Centraal Europese wolvenpopulatie, ofwel de wolvenpopulatie in West-Polen, Duitsland, Denemarken en de Benelux. Het CEwolf consortium heeft per land één deelnemend laboratorium. Alle labs werken met dezelfde methode en dat maakt het mogelijk om DNA-profielen onderling uit te wisselen en na te gaan of een profiel al elders is vastgesteld. Door deze samenwerking is het in de meeste gevallen mogelijk te achterhalen waar dieren oorspronkelijk vandaan komen en welke afstand ze hebben afgelegd.
Ecologie
1. Waaraan herken ik een wolf?
Wolven zijn op basis van hun uiterlijk duidelijk robuuste roofdieren. Ze lijken op een grote hond, echter wolven hebben een hogere, smallere borstkast, een langere romp en de voorpoten lopen over in de romp. De kop is groot met een breed voorhoofd, iets schuin staande ogen en relatief korte oren. De poten zijn lang en uitstekend aangepast voor hun functie: duurlopen. De staart is ongeveer een derde van de lichaamslengte en borstelig. De kleur van de wolvenvacht is zeer variabel met als hoofdkleuren bruin, grijs, zwart en wit. In Centraal-Europa zijn de wolven meestal grijsbruin met lichte en zwarte delen. De oren hebben een lichte kern met een donkere rand en ook de wang kent een bleke onderzijde met een duidelijk herkenbare zwarte liprand. Staart, oren en lippen worden dan ook prominent gebruikt in de onderlinge communicatie. Volwassen vrouwelijke wolven worden ongeveer 40kg en mannelijke wolven ongeveer 45 kg.
2. Wat eet een wolf?
Wolven eten met name grotere wilde hoefdieren waarbij ree het belangrijkste aandeel van het dieet vormt. Daarnaast worden zwijnen, edelherten en damherten gegeten, maar ook kleine dieren zoals muizen, ratten en bevers. Landbouwhuisdieren, met name schapen, vormen veelal een klein aandeel in het dieet van gevestigde wolven. Door trefkans en gemak (wolven zijn risicomijdend) vormen voor wolven ook landbouwhuisdieren, een frequente prooi.
3. Hoeveel eet een wolf?
Een wolf eet 3 tot 4 kilo vlees, merg en ingewanden per dag. Maar wolven kunnen ook 10 kilo voedsel in één keer eten en daar dagenlang van leven. Indien nodig kunnen ze zelfs twee weken zonder voedsel.
4. Zijn er in Nederland genoeg natuurlijke prooien voor wolven?
De in Nederland voorkomende inheemse hoefdieren zijn ree, wildzwijn, damhert en edelhert. Deze hoefdieren maken allemaal onderdeel uit van het dieet van wolven. De dichtheid aan hoefdieren in Nederland lijkt relatief hoog voor ree (vrijwel landelijk), edelhert, damhert en wildzwijn (lokaal), zodat voedsel niet direct een belemmering lijkt te zijn voor vestiging van de wolf.
5. Waar kunnen wolven leven?
Wolven hebben een groot leefgebied van gemiddeld 200 vierkante kilometer. De exacte omvang wordt onder andere bepaald door het voedselaanbod, beschikbare dagrustplaatsen en onderlinge concurrentie. Door de omvang van het territorium overlapt hun leefgebied nagenoeg altijd met menselijke activiteiten en/of landbouwgebied.
Wolven kunnen in vrijwel elk landschap voorkomen; het zijn habitatgeneralisten. Ze hebben echter wel de voorkeur – zeker als het om voortplanting gaat – voor gebieden met een bosdekking van ongeveer 45%. Daarnaast is het van belang dat het voedselaanbod hoog genoeg is en spelen de dichtheid aan wegen en de mate van menselijke activiteiten (kans op verstoring) ook een grote rol in de keuze voor een leefgebied. Gebieden met grote aaneengesloten stukken natuur waar voldoende dagrustplaatsen aanwezig zijn, hebben de voorkeur. Al het overige habitat, ook intensief door mensen benut cultuurlandschap, wordt door wolven benut, zij het vooral om van natuurgebied naar natuurgebied te komen, vooral ’s nachts.
6. Waar komen de wolven die nu in Nederland zijn vandaan?
Sinds in maart 2015 voor het eerst sinds circa 150 jaren een wolf Nederland is binnengelopen, zijn inmiddels 34 verschillende wolven in Nederland middels DNA-analyse aangetroffen (tot en met april 2021). De meeste individuen zijn afkomstig uit de Centraal-Europese populatie. Een aantal individuen die in Nederland verblijven zijn te herleiden tot de Alpiene wolvenpopulatie.
7. Waar in Europa leven wolven?
Met uitzondering van Luxemburg zijn nu in elk land op het vasteland van Europa wolven waargenomen. De Europese wolvenpopulatie is verdeeld in tien verschillende populaties, waarvan sommige grensoverstijgend zijn.
8. Hoeveel wolven leven er in een roedel?
Een roedel bestaat veelal uit meerdere generaties (ouderdieren en hun nakomelingen) en bestaat uit 2 tot 10 dieren. Het precieze aantal is afhankelijk van onder andere de geboorte van nieuwe welpen, de hoogte van puppysterfte en de trek van de jonge wolven.
9. Wat voegt de wolf toe aan de natuur?
De komst van de wolf heeft invloed op de natuur. Hij ‘ruimt’ vooral zieke en zwakke dieren ‘op’ en helpt daardoor de populaties van prooidieren gezond te houden. De resten van zijn maaltijden bieden voedsel aan aaseters, zoals raaf en zeearend maar ook allerlei kleine beestjes (insecten).
10. Wat zijn hybride wolven?
Een wolf-hondhybride is een hybride tussen een wolf en een gedomesticeerde hond. Wolven bezitten een zeer klein percentage DNA (<5%) dat afkomstig is van honden. Dit is het gevolg van incidentele kruising tussen wolven en honden in de loop van duizenden jaren. Deze wolven worden niet als hybriden beschouwd.
Er is in Nederland nog nooit een hybride wolf in het wild aangetroffen. In Duitsland zijn er in de afgelopen 20 jaar slechts twee gevallen van hybridisatie bekend. De Factfinding studie geeft aan dat uit recente genetische studies blijkt dat hybridisatie in de alpiene, Centraal-Europese en Scandinavische populaties zeer zeldzaam is (minder dan 1% van de onderzochte gevallen). Nederland kent bovendien geen loslopende zwerfhonden. Het risico op langdurig innig contact tussen wolf en hond is daardoor zeer klein.
11. Is hybridisatie aan de orde voor wolven in Nederland?
Een wolf-hondhybride is een hybride tussen een wolf en een gedomesticeerde hond. Wolven bezitten een zeer klein percentage DNA (<5%) dat afkomstig is van honden. Dit is het gevolg van incidentele kruising tussen wolven en honden in de loop van duizenden jaren. Deze wolven worden niet als hybriden beschouwd.
Er is in Nederland nog nooit een hybride wolf aangetroffen. In Duitsland zijn er in de afgelopen 20 jaar slechts twee gevallen van hybridisatie bekend. De Factfinding studie geeft aan dat uit recente genetische studies blijkt dat hybridisatie in de alpiene, Centraal-Europese en Scandinavische populaties zeer zeldzaam is (minder dan 1% van de onderzochte gevallen). Nederland kent bovendien geen loslopende zwerfhonden. Het risico op langdurig innig contact tussen wolf en hond is daardoor zeer klein.
DNA-onderzoek naar hybride wolven
In de meeste EU-lidstaten worden wolven intensief genetisch gemonitord en wordt ook hybridisatie nauwlettend bestudeerd, zodat eventueel snel ingegrepen kan worden. Bij het DNA-onderzoek in Nederland wordt allereerst bepaald of de schade is veroorzaakt door een wolf of door een ander dier. Hierbij wordt ook bepaald of sprake is van een kruising van een wolf met een andere diersoort, een zogenaamde hybride wolf. Wanneer een landbouwhuisdier gedood zou worden door een wolf die een kruising is met een andere diersoort krijgt BIJ12 hierover bericht van het onderzoekslaboratorium. Hetzelfde onderzoek vindt plaats bij aangereden en/of dood aangetroffen wolven. Tot nu toe is dit nog niet voorgekomen. In de Factfinding study wolf wordt een uitgebreide uitleg gegeven over het testen van DNA op hybridisatie:
Voor elk DNA-monster wordt allereerst een soortbepaling uitgevoerd via een zogenaamde PCR-test. PCR staat voor polymerase-chain-reaction, een biochemische procedure waarbij een specifiek stukje diagnostisch DNA wordt gelokaliseerd en daarna vermeerderd. Vervolgens kan de exacte code ervan (de volgorde van de baseparen waaruit de DNA-streng is opgebouwd) vastgesteld worden via een procedure die ‘sequencing’ wordt genoemd. Voor het onderscheid tussen wolven en honden gebruikt men een stukje DNA van de zogenaamde controleregio van het mitochondriaal DNA (CR), dat niet bij prooidiersoorten vermeerderd kan worden en dat diagnostisch is voor hondachtigen. Aan de hand van de DNA-code kunnen dan verschillende varianten van dat gen onderscheiden worden. Van de tientallen varianten die er op dat CR-gen bestaan, komen sommige voor bij zowel honden als wolven en sommige ervan zijn uniek voor wolven.
Aangetroffen wolven in Nederland
Van de wolven die ooit in Nederland genetisch waargenomen zijn, kennen we vaak de oorsprong via genetische identificatie van elk individu, en toewijzing van het genotype aan de roedel van oorsprong, waarbij ook de ouders bekend zijn. In vele gevallen zijn ook de grootouders bekend en zijn deze ook weer geïdentificeerd als zuivere wolven, en kunnen we een hybride oorsprong ook op deze manier uitsluiten. Dit type onderzoek wordt in opdracht van BIJ12 en de gezamenlijke provincies elk kwartaal uitgevoerd door het onderzoekslaboratorium.
Gedrag hybride wolf
Het is niet zo dat een hybride wolf minder wild zou zijn. Het dier wordt opgevoed in het wild en zal daardoor niet meer of minder angst voor mensen hebben. Een verwilderde hond kan net zo wild zijn als een wolf.
12. Wat is een goudjakhals?
De goudjakhals is een Europees beschermde soort die op eigen kracht zijn verspreidingsgebied uitbreidt. Nu de eerste schadegevallen van de goudjakhals in Nederland zijn vastgesteld, komen er vragen naar boven: vormt de goudjakhals een bedreiging voor landbouwhuisdieren? Wat is zijn dieet? Hoe gedraagt hij zich in het landschap en in hoeverre komen we als mens in aanraking met de soort? Ook de omgang met de schadetegemoetkoming is een relevant vraagstuk. Op de pagina goudjakhals geven wij inzicht in de leefwijze en ecologie van de goudjakhals en worden aan de hand van literatuur relaties gelegd met Nederland.
13. Wat is een wolfhond?
Een wolfhond is een hondachtige die is ontstaan uit kruising tussen een wolf en hond. De kruising kan een generatie of al vele generaties eerder hebben plaatsgevonden. De eerste kruising, waarbij één van de ouders een wolf, en de andere ouder een hond is, wordt F1 genoemd. Een F1-wolfhond kan daarna worden gekruist met een hond of wolf (een ‘terugkruising’) of met een andere F1-wolfhond (resulterend in een F2-wolfhond). In Nederland worden diverse wolfhonden-rassen als huisdier gehouden. Tot nu toe zijn in Nederland geen wolfhonden in het wild aangetoond.
Verschil met wolfshond
Een wolfshond (mét ‘s’) is een ander hondachtige dan een wolfhond. Een wolfshond werd van oorsprong gefokt om op wolven te jagen. Dit kunnen verschillende hondenrassen zijn, waarvan sommige het woord wolf in hun ras naam hebben.
Wolf en mens
1. Waar moet ik op letten als ik een bos betreed waar wolven leven?
Een wolf is een roofdier maar vormt op voorhand geen bedreiging voor mensen. Menselijke activiteiten in het buitengebied als wandelen, trimmen, mountainbiken, paardrijden, jagen, vissen, kamperen enzovoort zijn gewoon mogelijk.
Het is belangrijk om bij het samenleven met wilde dieren de basisregels in acht te nemen: houd afstand, niet achter dieren rennen, jonge dieren nooit aanraken of oppakken en dieren nooit voeren. Deze regels zijn ook van toepassing op andere dieren zoals vossen en wilde zwijnen.
2. Zijn wolven gevaarlijk voor mensen?
Het risico om als mens gebeten te worden door een wolf is verwaarloosbaar klein. Het grootste risico vormen wolven die nauwelijks tot geen natuurlijke schuwheid voor mensen (meer) bezitten en positief geconditioneerd zijn op mensen om daar voedsel te verkrijgen. Veelal zijn dergelijke wolven in hun jeugd gevoerd door mensen en associeert het dier mensen met voedsel. Andere oorzaken kunnen betrekking hebben op wolven met hondsdolheid. Voorgenoemde situaties komen niet in Nederland voor. Ook kunnen het oude of zieke wolven zijn, die niet meer in staat zijn zelf prooien te jagen.
Zolang wolven mensen als een potentiële bedreiging zien, mijden ze de confrontatie. Wolven kunnen echter hun angst voor mensen verliezen als gevolg van menselijk handelen. Bijvoorbeeld wanneer ze regelmatig voedselresten van de mens eten of op een andere manier aan mensen wennen. Ze kunnen dan vertrouwd raken met mensen of ze gaan mensen associëren met voedsel. Met als gevolg een verhoogde kans op conflicten tussen wolf en mens. Wolven mogen daarom – net als andere wilde dieren – nooit gevoerd worden.
3. Kunnen mensen en wolven samenleven?
Wolven en mensen kunnen goed naast elkaar leven. Gezonde wolven die niet worden geprovoceerd of gevoed, vormen op voorhand geen bedreiging voor de mens. Omdat wolven schuwe dieren zijn, zullen ze mensen over het algemeen mijden. Dit betekent niet noodzakelijk dat wolven onmiddellijk vluchten zodra ze een mens zien. Een wolf zal vooral handelen uit zelfbescherming. Bijvoorbeeld als hij zich bedreigd voelt of als hij zijn territorium of jongen moet verdedigen.
Zwervende wolven, op zoek naar een territorium, kunnen ook door bebouwd gebied trekken. Wolven die in een gebied leven waar ze niet worden bejaagd, reageren voorzichtig op het zien van mensen. Als ze elkaar tegenkomen, trekt de wolf zich meestal rustig terug. De uitgesproken voorzichtigheid en het wantrouwen van potentiële vijanden en gevaren is een bewezen overlevingsstrategie van de wolf. De meeste wolventerritoria bevinden zich dan ook in gebieden met weinig menselijke activiteit.
4. Wat moet ik doen als ik een wolf tegenkom?
Mocht je een wolf tegenkomen, volg dan de volgende adviezen op:
- Het belangrijkste is om kalm te blijven en flink afstand te houden van het dier als de wolf op uw pad komt. Dat geldt overigens ook voor andere dieren, zoals wilde zwijnen of edelherten. Een meter of 50 à 100 is een goede richtlijn.
- Heeft u een hond bij zich: houdt de hond aan de lijn en dichtbij u. In hondenlosloopgebieden: roep de hond gelijk bij u en lijn de hond (kort) aan. Loop de wolf niet achterna.
- Voer in het wild levende dieren niet, dus ook geen wolven voeren of lokken.
- Komt de wolf toch te dichtbij, ren dan niet weg. Maak jezelf groot, maak gebaren of maak herrie om ze af te schrikken. Loop desnoods langzaam achteruit om meer afstand te nemen.
- Loop de wolf niet achterna.
4. Kan ik met mijn kinderen de natuur in?
Ja, dat kan. Het is te begrijpen dat het best spannend is om een gebied in te gaan waar ook wolven leven. Meestal heeft een wolf een mens of groep mensen eerder gezien dan andersom. Een wolf toont van nature onverschillig gedrag, dat wil zeggen dat hij weinig interesse in mensen toont. Over het algemeen dreigt er alleen gevaar wanneer een wolf in het nauw gedreven wordt of wordt aangevallen. Zolang je de wolf niet in het nauw drijft, zal hij afstand houden en er vandoor gaan. De wolf ziet de mens niet als prooi.
6 Kan ik met mijn hond de natuur in?
U kunt nog steeds met uw hond de natuur in. Een mens alleen wordt zelden benaderd door een wolf. In het bijzijn van een hond kan dit vaker voorkomen. Dit komt omdat de wolf in een hond een sociale partner kan zien, een paringspartner of een concurrent. Het komt zeer incidenteel voor dat een wolf een loslopende hond aanvalt. Door uw hond aan te lijnen in de natuur, kunt u de kans op contact tussen uw hond en de wolf zo klein mogelijk houden. In een gebied waar wolven voorkomen is het advies om uw hond aan de korte lijn te houden en bij u te houden.
Ook voor de bescherming van de natuur is het belangrijk dat u uw hond aan de lijn houdt. Dit is nodig voor de vele wilde dieren die in de natuur leven. Iedere hond heeft namelijk een natuurlijk jachtinstinct en heeft de neiging om achter wilde dieren aan te gaan. Veel honden zullen eerder merken dan u dat er een wolf in de buurt is. Er zijn ook honden die aangeven dat er ‘gevaar’ is, en zullen zich gedeisd houden.
Mocht u een wolf tegenkomen terwijl u met uw hond buiten bent, zorg er dan voor dat uw hond is aangelijnd en neem langzaam afstand. Eventueel kunt u luid spreken of gebaren maken als de wolf toch toenadering zoekt. Meer over wolf-hond interacties is te lezen in Hoofdstuk 6.2 en 6.4 van het rapport ‘De wolf terug in Nederland’.
Hondenlosloopgebied
Er zijn ook speciale hondenlosloopgebieden waar de hond los mag. Het is wél de bedoeling dat de hond in de buurt van het baasje blijft (binnen het blikveld) en de hond moet onder appèl staan. Wanneer u zich daar aan houdt, is er weinig kans op een confrontatie met een wolf. Maar wees alert en houd je hond altijd in de gaten. Geef een ontmoeting met een wolf altijd door aan de boswachter van het gebied. Omdat er specifiek in de gemeente Utrechtse Heuvelrug een wolf in het hondenlosloopgebied gesignaleerd is, moeten de honden ook in hier (tijdelijk) aan de lijn.
7. Kan ik met mijn paard de natuur in?
Ja, dat kan. Een wolf zal een paard, een veel groter dier dan hij, het liefste mijden. In het geval dat ruiters of menners een wolf tegenkomen is het advies:
- Draaf of galoppeer niet weg, maar blijf rustig.
- Plaats uw paard of paarden naast elkaar met het hoofd naar de wolven toe zodat de paarden de wolven kunnen zien.
- Om de paarden niet te alarmeren, klap niet in uw handen of zwaai niet met uw armen.
- Als de wolven niet meteen weggaan, stapt u langzaam naar of langs de wolven.
- Volg de wolven niet, ook niet om foto’s te maken. Wolven zullen, net als alle wilde dieren, zichzelf verdedigen wanneer ze het gevoel hebben dat ze in het nauw worden gedreven.
(bron: www.nabu.de)
8. Hoe schuw zijn wolven?
Sommige wolven kunnen zich ook overdag laten zien. Als een wolf zich overdag in bebouwd gebied laat zien, wil dat niet zeggen dat een wolf ook actief mensen opzoekt. Een wolf kenmerkt zich als ‘niet schuw’, als de wolf een mens binnen 30 meter benadert. Een mens in een tractor valt daar niet onder. Om te voorkomen dat een wolf mensen van dichtbij benadert, moet voorkomen worden dat een wolf mensen associeert met voedsel.
Wolvenwelpen
Wolvenwelpen leren naarmate ze ouder worden schuw te zijn. Dit gedrag wordt aangeleerd door de ouderdieren. In de eerste maanden zijn wolvenwelpen daarom erg verstoringsgevoelig. De aanwezigheid van mensen kan ertoe leiden dat de ouderdieren de welpen niet durven te benaderen en jonge wolven wennen aan de aanwezigheid van mensen. Daarom is het belangrijk om de toegangsregels van natuurgebieden op te volgen om de verstoring van deze dieren te beperken. Deze regels zijn ook van toepassing op andere dieren zoals vossen en wilde zwijnen, die bijna overal in onze bossen leven.
Risico voor mensen
Het risico om als mens gebeten te worden door een wolf is verwaarloosbaar klein. Het grootste risico vormen wolven die nauwelijks tot geen natuurlijke schuwheid voor mensen (meer) bezitten en positief geconditioneerd zijn op mensen om daar voedsel te verkrijgen. Veelal zijn dergelijke wolven in hun jeugd gevoerd door mensen en associeert het dier mensen met voedsel. Andere oorzaken kunnen betrekking hebben op wolven met hondsdolheid. Voorgenoemde situaties komen niet in Nederland voor. Ook kunnen het oude of zieke wolven zijn, die niet meer in staat zijn zelf prooien te jagen.
Associatie met voedsel
Zolang wolven mensen als een potentiële bedreiging zien, zullen wolven op afstand blijven van mensen. Wolven kunnen echter hun angst voor mensen verliezen als gevolg van menselijk handelen. Bijvoorbeeld wanneer ze regelmatig voedselresten van de mens eten of op een andere manier aan mensen wennen. Ze kunnen dan vertrouwd raken met mensen of ze gaan mensen associëren met voedsel. Met als gevolg een verhoogde kans op conflicten tussen wolf en mens. Wolven mogen daarom – net als andere wilde dieren – nooit gevoerd worden.
Heeft u toch nog zorgen of andere vragen over de veiligheid in uw gebied? Dan kunt u het beste contact opnemen met uw provincie.
9. Hoe leeft de wolf?
Nu de wolf al een tijdje in de Nederlandse natuur woont, is het goed om wat meer te weten over hoe hij leeft, wat hij eet en wat hij zoal doet. En hoe wij het beste kunnen omgaan met de natuur waar de wolf onderdeel van is. Onderstaande video van de provincie Gelderland geeft hier informatie over:
10. Waarom mogen wolven niet gevoerd worden?
Zolang wolven mensen als een potentiële bedreiging zien, zullen wolven op afstand blijven van mensen. Wolven kunnen echter hun angst voor mensen verliezen als gevolg van menselijk handelen. Bijvoorbeeld wanneer ze regelmatig voedselresten van de mens eten of op een andere manier aan mensen wennen. Ze kunnen dan vertrouwd raken met mensen of ze gaan mensen associëren met voedsel. Met als gevolg een verhoogde kans op conflicten tussen wolf en mens. Wolven mogen daarom – net als andere wilde dieren – nooit gevoerd worden.
11. Wat moet ik doen als ik een (vermoedelijke) wolf aanrijd?
- Rijd niet door.
- Bel niet met de dierenambulance, maar met de politie via 0900 8844.
- Probeer zo goed mogelijk de locatie door te geven.
- Bel ook de politie als het dier niet blijft liggen maar doorloopt.
- Blijf ter plaatse en wacht de komst van de politie of betrokken deskundige af. Ga nooit achter het dier aan, laat dit over aan de betrokken deskundige.
- Neem aangereden dieren nooit mee en geef het ook niet aan onbevoegde derden. Omdat het om beschermde dieren gaat, staat de Wet natuurbescherming dit niet toe.
12. Wat gebeurt er na een aanrijding met een (vermoedelijke) wolf?
De provincies hebben afspraken gemaakt hoe we omgaan met de wolf en hoe aanrijdingen met wolven worden afgehandeld. De afhandeling van aangereden wolven is vastgelegd in de interventie richtlijnen (pagina 15 t/m 17), die zijn toegevoegd aan het Interprovinciaal Wolvenplan (2019) en het addendum van dit wolvenplan (2023).
Melding
Na een aanrijding, roept de meldkamer van de politie een daarvoor betrokken deskundige op. Via de politie wordt ook de provincie en BIJ12/Wolvenmeldpunt ingeschakeld.
Vaststellen toedracht
Een politieagent voert op de plaats van de vondst of aanrijding een onderzoek uit om de toedracht in kaart te brengen. De politie stelt bijvoorbeeld via de bestuurder en/of getuigen vast of het dier door een aanrijding om het leven is gekomen. Indien er geen indicatie is van een eventueel misdrijf wordt een medewerker van Wageningen Environmental Research (WENR) opgeroepen om het dier nader te analyseren en af te voeren voor vervolgonderzoek.
Stroperij of verdachte omstandigheden
Wanneer bij een dode wolf uit het onderzoek ter plaatse, de eerste sectie of het vervolgonderzoek blijkt dat het om een niet-natuurlijk overlijden kan gaan (anders dan een aanrijding zonder opzet), is dit voor de politie aanleiding om vervolgonderzoek te doen. Vanaf dat moment is de politie het aanspreekpunt.
Berging van het dier
Hoe de berging van het dier wordt afgehandeld verschilt per situatie. Het dier mag pas verplaatst worden ná het sporenonderzoek. Indien mogelijk kan de opgeroepen deskundige na een eerste beoordeling het dier meenemen voor nader onderzoek. Vanwege de veiligheid is dit niet altijd mogelijk, denk hierbij aan de vrije doorgang van verkeer bij (drukke) (snel)wegen. In dat geval is de persoon of organisatie die het dier verplaatst, of laat verplaatsen in samenspraak met bijvoorbeeld Rijkswaterstaat, verantwoordelijk om de vondstsituatie te documenteren en met foto’s vast te leggen.
Het dier wordt vervolgens overgebracht naar Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) van de Universiteit Utrecht voor verder onderzoek door DWHC en WENR.
Autopsie
Onderzoekers van het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) van Universiteit Utrecht en Wageningen Environmental Research (WENR) voeren sectie uit op het dier. DWHC verricht veterinair onderzoek zoals de doodsoorzaak en eventueel onderliggende ziekten. WENR verricht dierecologisch onderzoek en richt zich hierbij op leeftijd, geslacht, conditie, voortplantingsstatus en voedselkeuze. Wanneer mogelijk wordt de eventuele maaginhoud veiliggesteld en beoordeeld op samenstelling.
Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek in Vlaanderen tonen in onderstaande video de autopsie van GW979m, het ouderdier van de Vlaamse Hechtel-Eksel roedel die werd aangereden. De onderzoekers tonen hoe de autopsie verloopt en welke kennis wordt opgedaan:
Onderzoeksresultaten
De onderzoeksresultaten van dood aangetroffen wolven worden ieder kwartaal gedeeld in de tussenrapportage over de activiteit van de wolf in Nederland.
Hieronder ziet u een overzicht van de bij BIJ12 bekende dood aangetroffen wolven in Nederland. U vindt hier de hele lijst van het bronbestand in Excel. Onder de tabel vindt u een extra toelichting over het protocol en procedure bij dode wolven.
12. Wie is er verantwoordelijk voor autopsie van een dode wolf?
Onderzoekers van het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) van Universiteit Utrecht en Wageningen Environmental Research (WENR) voeren sectie uit op het dier. DWHC verricht veterinair onderzoek zoals de doodsoorzaak en eventueel onderliggende ziekten. WENR verricht dierecologisch onderzoek en richt zich hierbij op leeftijd, geslacht, conditie, voortplantingsstatus en voedselkeuze. Wanneer mogelijk wordt de eventuele maaginhoud veiliggesteld en beoordeeld op samenstelling.
Bescherming en wet- en regelgeving
1. Waarom worden wolven beschermd?
Door de felle jacht op de wolf, was het dier eind negentiende eeuw bijna uitgestorven in Europa. De wolf kwam alleen nog voor op een aantal plekken in Oost-Europa en gebergtes in Italië en Spanje. Om te voorkomen dat de wolf helemaal verdween van uit Europa, tekenden de Europese landen in 1982 een akkoord waarmee de wolf een beschermde diersoort werd. Het dier mocht niet meer worden verjaagd en gedood.
2. Hoe is de wolf beschermd?
De wolf is aangewezen als strikt beschermde soort in het Verdrag van Bern en Bijlage II en IV van de Habitatrichtlijn. In de Wet natuurbescherming is daarom een beschermingsregime geformuleerd. Dit houdt in dat er ten aanzien van de wolf een aantal verboden gelden. Het is verboden om:
- in het wild levende wolven in hun natuurlijke verspreidingsgebied opzettelijk te doden, te vangen of te verstoren;
- de voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van deze dieren te beschadigen of te vernielen;
- uit het wild afkomstige wolven, dood of levend, onder zich te hebben.
3. Mag er op wolven worden gejaagd?
Het is verboden om in het wild levende wolven in hun natuurlijke verspreidingsgebied opzettelijk te doden, te vangen of te verstoren. Het doden van een wolf kan leiden tot een gevangenisstraf tot drie jaar of een boete van maximaal 21.750 euro.
4. Wat is het beleid van andere Europese landen met betrekking tot de wolf?
Binnen Europa wordt verschillend invulling gegeven aan de bescherming van wolven. Dit hangt vooral af van de per land of regio verschillende status in de habitatrichtlijn (bijlage IV of bijlage V soort). In een aantal Europese landen of regio’s mag de wolf beheerd worden. Dat wil zeggen dat het doden van de wolf plaatsvindt binnen een set aan beheersmaatregelen, die verenigbaar zijn met een gunstige staat van instandhouding.
In een aantal landen kunnen derogaties worden aangevraagd op de algemene beschermingsstatus om onder meer schade aan veehouderij tegen te gaan, wanneer geen andere bevredigende oplossing bestaat. Sinds een aantal jaren wordt in Frankrijk afschot van een aantal wolven toegelaten.
5. Wie is het bevoegd gezag?
De colleges van Gedeputeerde Staten van de provincies zijn bevoegd gezag om maatregelen toe te staan of te laten nemen. Zij kunnen op grond van de Wet natuurbescherming, artikel 3.8 lid 5 b3 beslissen om het vangen of doden van een wolf toe te staan wanneer de volksgezondheid of de openbare veiligheid in het geding is.
Voor er dergelijke maatregelen genomen kunnen worden dienen andere oplossingen te worden afgewogen. Indien die niet voorhanden zijn, dan is ingrijpen mogelijk. Dat kan bijvoorbeeld door een wolf te vangen. Het is daarbij een optie om het dier te voorzien van een zender waardoor bij noodzaak de wolf snel opgespoord kan worden. Voor het vangen en zenderen wordt de wolf in principe verdoofd.
6. Wat zijn ontheffingsbesluiten waarmee toch een wolf geschoten mag worden?
Ontheffingsbesluiten moeten duidelijk en precies aangeven welk doel daarmee is gediend, en gebaseerd zijn op wetenschappelijke gegevens, zegt het hof. Alleen wijzen op mogelijke problemen die de wolven kunnen veroorzaken is onvoldoende. Het voorzorgsprincipe in de richtlijn schrijft verder voor dat voordat toestemming wordt gegeven, eerst duidelijk moet zijn hoe het staat met de populatie en de gevolgen die het doden van exemplaren heeft. Als hier onzekerheid over is, mag geen ontheffing worden gegeven. Hiervan mag alleen worden afgeweken in geval van acute veiligheidsrisico’s voor mensen.
7. Wanneer mag een wolf toch geschoten worden?
Het afschieten van de wolf kan alleen worden toegestaan met inachtneming van de betreffende regels onder het Verdrag van Bern en de Habitatrichtlijn. Hierbij moet aan drie cumulatieve criteria voldaan worden:
- er moet sprake zijn van een in het Verdrag van Bern c.q. de Habitatrichtlijn genoemd doel (bijvoorbeeld onderzoek, openbare veiligheid of het voorkomen van ernstige schade aan vee);
- bevredigende alternatieven voor het beoogde ingrijpen ontbreken; en
- het ingrijpen staat niet in de weg aan het bereiken van een goede staat van instandhouding.
Vooral deze laatste twee eisen maken afschot van een gezonde wolf al snel problematisch. Het is regelmatig voorgekomen dat lidstaten in dit verband op de vingers getikt zijn door de Europese Commissie voor afschot van wolven of andere grote roofdieren dat niet in overeenstemming was met de internationale regels.
8. Is het legaal of illegaal om als burger of overheidsinstantie wolven uit te zetten in Nederland?
Het uitzetten van dieren is verboden volgens artikel 3.34 eerste lid van de Wet natuurbescherming. Hiermee is het dus ook verboden om wolven uit te zetten.
9. Wat is de straf voor het illegaal uitzetten van wolven in Nederland als burger of overheidsinstantie?
Het uitzetten van een wolf is een overtreding van artikel 3.34 eerste lid van de Wet natuurbescherming. Artikel 1a, aanhef en onder 2° van de Wet op de economische delicten stelt dat overtreding van artikel 3.34, eerste lid, van de Wet natuurbescherming een economisch delict vormt. Volgens artikel 2 van Wet op de economische delicten is het opzettelijk uitzetten van een wolf een misdrijf. Hier staat een maximale gevangenisstraf op van 2 jaar, een taakstraf of een geldboete van de vierde categorie (maximaal 22.500,- euro). Hierbij kunnen ook bijkomende straffen en maatregelen worden opgelegd. De rechter bepaalt uiteindelijk de hoogte van de staf.
Beleid en organisatie
1. Van wie is de wolf?
De wolf ‘is’ van niemand. In het wild levende dieren noemt men juridisch ‘res nullius’-dieren. Dit zijn dieren zonder eigenaar. Hiertoe behoort ook de wolf.
2. Wie is er in Nederland verantwoordelijk voor het wolvenbeleid?
Provincies hebben de taak om de wolf te beschermen, net als andere beschermde diersoorten. Hoe de provincies daar in Nederland mee omgaan, staat in het Interprovinciaal wolvenplan.
3. Waarom hanteren provincies verschillend beleid ten aanzien van subsidies voor preventieve maatregelen?
Een aantal jaar geleden is het natuurbeleid waaronder het faunabeleid gedecentraliseerd, dus provincies zijn verantwoordelijk voor het faunabeleid. De 12 provincies – vertegenwoordigd in het Interprovinciaal Overleg (IPO) – hebben in 2019 samen het Interprovinciale Wolvenplan vastgesteld. Daarnaast wordt er ook samengewerkt tussen provincies als een aangewezen wolvengebied grensoverschrijdend is.
4. Wat is het interprovinciaal wolvenplan?
De 12 provincies – vertegenwoordigd in het Interprovinciaal Overleg (IPO) – hebben in 2019 het Interprovinciale Wolvenplan’ vastgesteld. In het wolvenplan hebben provincies uitgewerkt hoe zij om zullen gaan met zwervende en territoriale wolven in Nederland. Het wolvenplan biedt provincies de basis om beleid formeel te verankeren in bijvoorbeeld verordeningen of beleidsregels. Op dit moment wordt gewerkt aan geactualiseerde versie van het wolvenplan.
5. Wat is het addendum op het wolvenplan?
De gezamenlijke provincies hebben een aantal toevoegingen vastgesteld aan het huidige Interprovinciaal Wolvenplan uit 2019. Het zogenoemde ‘addendum’ gaat over de subsidieregeling voor preventieve maatregelen, de tegemoetkomingsregeling bij schade en interventie richtlijnen (escalatieladder). Het huidige wolvenbeleid wordt op deze onderdelen vernieuwd om beter in te spelen op de actualiteit.
Subsidieregeling voor preventieve maatregelen
Als een wolf minimaal 6 maanden in een gebied zit, kan een provincie een wolvenleefgebied begrenzen om in dat gebied ook een subsidieregeling voor preventieve maatregelen open te stellen. Vanaf nu is het ook mogelijk om andere gebieden, waar wolven regelmatig voorkomen of langstrekken, te begrenzen.
De provincie heeft de bevoegdheid om de begrenzing, de omvang van het beschikbare budget voor preventie en de toepassing, duur en termijnen van de subsidieregels te bepalen. Provincies hanteren dezelfde technische normering en streven naar harmonisatie in de subsidiebedragen voor preventieve maatregelen.
In acute situaties kunnen provincies met onmiddellijke ingang een tijdelijke calamiteitenregeling in werking stellen. Dierhouders buiten een wolvenleefgebied kunnen dan direct gebruik maken van gesubsidieerde wolfwerende maatregelen.
Tegemoetkomingsregeling bij wolvenschade
De tegemoetkomingsregeling bij wolvenschade is uitgebreid naar alle gehouden hoefdieren. Dit geldt ook voor bedrijfsmatig gehouden kuddebeschermings- en hoedhonden. De regeling is ook van toepassing als de schade veroorzaakt is door een goudjakhals.
In een begrensd subsidiegebied of wolvenleefgebied kan door de provincie nadere voorwaarden worden gesteld. Dat kan betekenen dat in de eerste 3 jaar na het vaststellen van een gebied alle schadegevallen in aanmerking komen voor een volledige tegemoetkoming in de schade. Daarna heeft de provincie de mogelijkheid om voorwaarden te stellen. Bijvoorbeeld door het invoeren van een eigen bijdrage.
Interventie richtlijnen
In de interventie richtlijnen wordt voor verschillende situaties duiding gegeven aan de juridische en beleidsmatige kaders uit het wolvenplan. De richtlijnen zijn bedoeld als hulpmiddel voor bestuurders, beheerders en uitvoerders om snel en adequaat te kunnen handelen. Hiervoor is de vernieuwde escalatielader onderscheid gemaakt tussen geen probleem, een probleemsituatie en een probleemwolf.
Nieuw wolvenplan
De provincies, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en IPO/BIJ12 werken tegelijkertijd verder aan een nieuw wolvenplan. Naar verwachting wordt een nieuw plan in 2024 vastgesteld.
Addendum wolvenplan 2023
Addendum wolvenplan 2023 interventierichtlijnen
6. Zijn er subsidieregelingen voor preventieve maatregelen beschikbaar in de provincie?
Primair is de dierhouder zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van wolvenaanvallen op zijn of haar dieren. In diverse provincies zijn commissies opgericht om met direct belanghebbenden te onderzoeken welke maatregelen nodig zijn en hoe de provincie hierbij kan ondersteunen. Ook zijn verschillende provincies een subsidieregeling gestart voor de aanschaf van wolfwerende rasters. Het is de bevoegdheid van de provincies om subsidie te verlenen, de hoogte van het subsidiebedrag vast te stellen en de voorwaarden die zijn verbonden aan de subsidie te bepalen.
Ook is er in 2020 een landelijke overleg wolf in het leven geroepen.
7. Wat is er in het addendum van het interprovinciaal wolvenplan (2023) veranderd aan de subsidiegebieden voor preventieve maatregelen?
Op basis van het beleid uit 2019 kan elke provincie zogenaamde ‘wolvengebieden’ begrenzen. Deze begrenzing heeft tot doel om binnen die begrensde gebieden de subsidieregeling voor preventieve maatregelen te kunnen openstellen. In het wolvenplan 2019 geldt het criterium om een wolvengebied te begrenzen nadat wolven zich er gevestigd hebben. Dat betekent dat wolven minimaal 6 maanden onafgebroken aanwezig dienen te zijn. In aanvulling hierop is het nu ook mogelijk andere gebieden te begrenzen waar wolven veelvuldig en/of regelmatig voorkomen.
8. Welke bevoegdheid heeft de provincie als het gaat om deze subsidiegebieden?
- de keuze en de begrenzing van de gebieden te bepalen.
- de omvang van het budget vast te stellen dat hiervoor beschikbaar wordt gesteld.
- de toepassing, duur en de termijnen waarbinnen subsidieregels gelden te bepalen
Provincies die dergelijke gebieden begrenzen hanteren binnen die gebieden dezelfde technische normering en dezelfde subsidiebedragen per eenheid voor preventieve maatregelen.
9. Welke wolvenleefgebieden zijn er beschreven in het addendum van het interprovinciaal wolvenplan (2023)?
- Noord-Veluwe, Midden-Veluwe, Zuidwest-Veluwe en Zuidoost-Veluwe (Gelderland)
- Regio Zuidwest-Drenthe en Zuidoost-Fryslân
- Noord-Brabant/Limburg (territorium De Groote Heide)
10. Welke dierhouders kunnen gebruik maken van een subsidieregeling voor preventieve maatregelen?
Provinciale subsidieregelingen en de daarbij gehanteerde normen waren in eerste instantie gericht op maatregelen om schapen en geiten tegen wolven te beschermen. Inmiddels komt het ook voor dat andere dieren, zoals paarden, pony’s en runderen slachtoffer worden van wolven. Elke provincie kan bepalen voor welke diersoorten de subsidieregeling voor preventieve maatregelen wordt opengesteld. Bijvoorbeeld alleen voor schapen en geiten, of ook voor andere hoefdieren, bijvoorbeeld runderen en paarden. Alleen geregistreerde dieren komen voor een subsidie in aanmerking.
11. Wat wordt er in het addendum van het interprovinciaal wolvenplan (2023) bedoelt met landelijke harmonisering in normering van financiële bijdrage aan preventieve maatregelen?
De provincies streven naar een interprovinciaal vastgestelde normering voor de subsidieregeling voor preventieve maatregelen. In de normering worden standaard eenheidsprijzen opgenomen. Ook worden in de normering criteria opgenomen waar de maatregelen aan dienen te voldoen om voor subsidiëring in aanmerking te komen, denk aan minimale hoogte van wolfwerende rasters en voltages voor stroomdraden.
De eenheidsprijzen zullen indien nodig worden geïndexeerd. Daarover zal tussen provincies afstemming plaatsvinden.
12. Hoe wordt een wolfwerendraster getoetst?
De taxateur heeft de opdracht van BIJ12 om de afrastering te beoordelen, in het geval van vermeend wolfwerend raster dient dit in zijn geheel te worden gecontroleerd. De resultaten hiervan worden in het taxatierapport beschreven.
13. Wat is een calamiteitenregeling?
In acute situaties kunnen provincies met onmiddellijke ingang een tijdelijke calamiteitenregeling of urgentieregeling in werking stellen. Veehouders kunnen dan direct gesubsidieerde wolfwerende maatregelen treffen, ook al is dit niet in een vastgesteld wolvenleefgebied. Dit zal vooral aan de orde zijn in gebieden waar een wolf doorheen trekt op zoek naar een nieuw territorium en schade aanricht.
14. Wanneer treedt een calamiteitenregeling in werking?
De calamiteitenregeling treedt in werking wanneer binnen een week, in dezelfde of aangrenzende gemeenten, twee of meer aanvallen hebben plaatsgevonden. Veehouders binnen die gemeente(n) kunnen tijdelijk (2 tot 4 weken) voor een subsidie in aanmerking komen om preventieve maatregelen te treffen.
15. Wie bepaalt wanneer er een calamiteitenregeling in werking wordt gesteld?
Het instellen van een calamiteitenregeling gebeurt door de provincie. Een calamiteitenregeling is bedoeld om dierhouders te ondersteunen bij aanvallen door wolven die niet of moeilijk te voorspellen zijn. De provincies hanteren binnen deze gebieden dezelfde technische normering en eenheidsprijzen.
Bevoegdheid provincie:
- De keuze en de begrenzing van de gebieden te bepalen.
- De omvang van het budget vast te stellen dat hiervoor beschikbaar wordt gesteld.
- De duur en de termijnen waarbinnen subsidieregels gelden vast te stellen.
16. Wat is er in het addendum van het interprovinciaal wolvenplan (2023) aangepast met betrekking tot het uitkeren van schade?
Schade aan bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren én aan hobbymatig gehouden hoefdieren (zoals schaap, geit, paard/pony, rund, varken, damhert, alpaca’s) komt in aanmerking voor taxatie en een tegemoetkoming. Dit geldt ook voor bedrijfsmatig gehouden kuddebeschermings- en hoedhonden die verwond of gedood worden. De eigenaar krijgt een tegemoetkoming in de schade wanneer bovengenoemde dieren met zekerheid of zeer waarschijnlijk zijn gedood of verwond door een wolf.
In de praktijk werd deze schade al uitgekeerd, maar formeel was de schaderegeling voorheen alleen van toepassing op bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren én hobbymatig gehouden schapen en geiten.
17. Wat gebeurt er met kapitaalintensieve dieren?
Bij tegemoetkomingsaanvragen voor kapitaalintensieve dieren, bijvoorbeeld waardevolle renpaarden, wordt van de eigenaar een grotere inspanning verwacht om het dier tegen wolvenaanvallen te beschermen. In die specifieke gevallen kan geoordeeld worden dat een eigen risico en/of een maximum vergoedingsbedrag gehanteerd wordt.
18. Welke dierhouders kunnen wolvenschade vergoed krijgen?
Houders van bedrijfsmatig of hobbymatig gehouden landbouwhuisdieren én hoefdieren (schaap, geit, paard/pony, rund, varken, damhert) en eigenaren van bedrijfsmatig gehouden kuddebeschermings- en hoedhonden.
19. Wordt schade aan huisdieren ook vergoed?
Schade aan huisdieren zoals katten en honden komt niet voor een tegemoetkoming in aanmerking. Wel kan BIJ12 opdracht geven tot DNA-afname met als doel om (vermoedelijke) wolvenschade te onderzoeken. In overleg met de dierhouder en BIJ12 kan een provincie besluiten om autopsie en/of sectie uit te laten voeren op grote volwassen hoefdieren. Het doel hiervan is om meer kennis en inzicht te krijgen in (vermoedelijke) wolvenschade, het duidelijk maken van de gezondheidstoestand van de getroffen dieren en hiermee meer ervaring op te doen.
20. Hoe zit het met schade door een goudjakhals?
Naast de wolf wordt ook de goudjakhals in Nederland gesignaleerd, een dier nauw verwant aan de wolf. De taxatie en tegemoetkoming in schade aan gehouden dieren door een goudjakhals is hetzelfde als bij een wolf.
21. Wat zijn interventierichtlijnen?
Interventierichtlijnen bieden handvatten voor onvoorziene situaties. Op dat moment moet een bevoegd gezag op basis van eigen afwegingen besluiten nemen. De richtlijnen bieden daar ruimte voor. In sommige gevallen zal het nodig zijn hiervoor een expert (bijvoorbeeld het hiervoor genoemde deskundigenteam) te raadplegen. Ook daarvoor bieden de richtlijnen handreikingen.
De richtlijnen zijn opgesteld op basis van wettelijke en beleidsmatige kaders en op basis van huidige ervaringen in binnen- en buitenland. Een aantal van de beschreven situaties hebben zich in Nederland echter nog niet voorgedaan. Daar is nog geen ervaring mee en hierover bestaat nog geen jurisprudentie. Het is denkbaar dat de richtlijnen op basis van toekomstige ontwikkelingen moeten worden bijgesteld. Om dit te kunnen doen is het belangrijk probleemsituaties ook als leermoment te kunnen gebruiken. Om die reden wordt documentatie en analyse van de situatie expliciet als actie benoemd in een aantal situaties. De richtlijnen zullen periodiek tegen het licht worden gehouden en zo nodig aangepast.
Het in deze interventierichtlijnen verwoorde beleid dient te worden verankerd in provinciale regelgeving (beleidsregels, verordeningen e.d.) waaronder bijvoorbeeld de provinciale valwildregeling.
Tot slot de suggestie dat indien men snel wil handelen het goed is voorafgaand bepaalde ontheffingen en vergunningen in algemene zin voorbereid te hebben (‘klaarliggen’). Dan behoeft slechts de situatieafhankelijke invulling nog plaats te vinden.
22. Wanneer spreken we van een probleemwolf?
Wolven mijden in principe het contact met mensen. Onder normale omstandigheden vormen wolven voor mensen dan ook geen bedreiging. Een ontmoeting met een wolf is altijd een uitzonderlijke gebeurtenis. Het komt echter voor dat wolven op onverwachte plekken worden gezien, zoals in bebouwd gebied of langs wegen. Ook dan is niet altijd sprake van onnatuurlijk gedrag en is in de meeste gevallen niet sprake van een gevaarlijk situatie. Een situatie kan wel gevaarlijk worden wanneer wolven hun schuwheid verliezen, bijvoorbeeld wanneer ze door mensen gevoed worden. In dat geval zal eerst worden geprobeerd de wolf weer “bang” voor mensen te maken. Als dat niet lukt, kan uiteindelijk worden besloten de wolf te doden.
23. Wanneer mag er ingegrepen worden?
Veiligheid van mensen staat bovenaan. Wanneer die veiligheid acuut in het geding is, kan op last van de burgemeester altijd worden ingegrepen. In dergelijke situatie is de burgemeester het bevoegd gezag. Een burgemeester kan direct ingrijpen op basis van de Gemeentewet (art 175 en 176). Dat hoeft dus niet te gebeuren op basis van de Wet Natuurbescherming. Ook provincies kunnen op basis van de Wet Natuurbescherming ingrijpen wanneer openbare orde en veiligheid in het geding is. De daarvoor te hanteren procedures zullen eerder gericht zijn op het voorkomen van onveilige situaties dan op het acuut inspelen daarop.
24. Wat is het Landelijk Overleg Wolf (LOW)?
Onder leiding van Pieter van Geel is op 25 november 2020 het Landelijk Overleg Wolf (LOW) van start gegaan. Medio 2020 heeft een aantal organisaties de provincies om dit overleg gevraagd, met de wens om gezamenlijk vraagstukken op het gebied van wolvenschade aan te pakken. Provincies trekken graag op met de betrokken organisaties om hun kennis en ervaring te benutten, draagvlak te creëren en gezamenlijk te adviseren over beleidskeuzes.
De onderwerpen die in het LOW aan bod komen gaan over zowel nationale als internationale kwesties (zoals leefgebieden van de wolf en corridors) en kunnen variëren van aanbevelingen doen voor beleidsvorming en kennisuitwisseling tot het samen optrekken bij praktische uitvoering en handelingsprotocollen bij acute problemen.
25. Welke organisaties nemen deel aan het Landelijk Overleg Wolf (LOW)?
De deelnemende organisaties zijn LTO Nederland, Stichting Beheer Platform Kleinschalige Schapen- en Geitenhouders, Vereniging Gescheperde Schaapskudden, Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De 12 Landschappen, Federatie Particulier Grondbezit, Dierenbescherming, Wolf Fencing, Zoogdiervereniging, Wageningen Environmental Research, Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg. BIJ12 voert het secretariaat uit.