Schade voorkomen
U bent als grondgebruiker zelf verantwoordelijk voor het voorkomen of beperken van faunaschade. Om voor een tegemoetkoming in faunaschade in aanmerking te komen, is het nemen van niet-dodelijke preventieve maatregelen daarom in de meeste gevallen vereist. In de Faunaschade PreventieKit lees u hier meer over. Soms is het toegestaan of wordt het zelfs vereist om dieren te doden. Hierover leest u meer onder ‘Schade bestrijden’.
Faunaschade PreventieKit
Voor de belangrijkste schadeveroorzakende diersoorten hebben wij een Faunaschade PreventieKit (FPK) opgesteld. Hierin staat welke niet-dodelijke maatregelen u kunt nemen om effectief faunaschade te voorkomen. Let op: Ga altijd na of het gebruik van deze middelen in uw situatie is toegestaan. Meer informatie hierover kunt u opvragen bij de faunabeheereenheid (FBE) in uw provincie.
Er zijn Faunaschade PreventieKits voor de volgende diersoorten:
- Bevers en beverratten
- Dassen
- Duiven
- Eenden
- Ganzen
- Haasachtigen
- Hertachtigen
- Hoenderachtigen (fazant en patrijs)
- Kleine zangvogels
- Koeten (meerkoet en waterhoen)
- Kraaiachtigen
- Meeuwen
- Roofvogels
- Wilde zwijnen
- Woelmuizen, ratten en mollen
- Wolven
- Vossen en marterachtigen
- Zwanen
Tip: u kunt de FPK als één document (dus niet als webpagina) afdrukken. Klik daarvoor op het linkje ‘Print deze pagina’.
Heeft u vragen?
Heeft u vragen over het nemen van preventieve maatregelen? Neem dan contact met BIJ12 via 085-486 22 22 of info@mijnfaunazakenbij12.nl.