Tegemoetkoming faunaschade mogelijk voor meer diersoorten in Groningen
05 december 2024In de provincie Groningen kan sinds 1 december 2024 een tegemoetkoming worden aangevraagd voor...
Lees meer
Welke invloed heeft ganzenvraat op grasgroei en in hoeverre kan grasschade herstellen? En wat is de invloed van wisselende temperaturen en neerslag op grasgroei in combinatie met ganzenschade? Het meerjarig onderzoek dat BIJ12 hiernaar liet doen, is onlangs afgerond. Het wordt een belangrijke bouwsteen voor de nieuwe taxatierichtlijn gras die in 2024 wordt opgesteld.
GanzenDeze link opent in een nieuw tabblad kunnen veel schade veroorzaken in de landbouw. Vooral in het voorjaar wanneer ze het verse gras eten dat net begint te groeien. Veehouders moeten dan vervangend voer voor hun vee bijkopen, zoals mais of ander voer. Voor de geleden schade ontvangen ze een tegemoetkoming van de provincie. Deze tegemoetkoming is gebaseerd op de kosten die gemaakt worden voor het kopen van vervangend voer.
Het bepalen van de exacte omvang van grasschade gebeurt aan de hand van taxatierichtlijnen die door BIJ12, in opdracht van de provincies, zijn vastgesteld. Voor het opstellen van deze richtlijnen is actuele kennis nodig, bijvoorbeeld over grasgroei. Daarom liet BIJ12 de afgelopen jaren hier nieuw, aanvullend onderzoek naar doen door SOVON Vogelonderzoek Nederland en onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga. Dit onderzoek richtte zich op de relatie tussen de groei van gras en de mate waarin dit door ganzen begraasd wordt. Met andere woorden: groeit gras na begrazing weer door of niet en zo ja, in welke mate? In het onderzoek werd ook gekeken naar factoren als wisselingen in temperatuur en neerslag en de invloed daarvan op grasgroei, in combinatie met ganzenvraat.
Joris Latour: ‘Dit onderzoek legt het complexe samenspel bloot van grasgroei, ganzenvraat, temperatuur, vochtigheid en aanwezigheid van ganzen.’
Het onderzoek vond plaats in de periode 2019-2022 op graslandpercelen in drie deelgebieden: twee in de provincies Fryslân en één in de provincie Noord-Holland. Naast de onderzoekers waren dat agrarische natuurvereniging Rûnom De Deelen, LTO Noord-Nederland, ganzencollectief Fryslân, taxatiebureau Van Ameyde en de deelnemende boeren in Fryslân en Noord-Holland. De intensieve en goede samenwerking tussen de partijen was cruciaal voor het resultaat.
Het grootschalige onderzoek heeft geleid tot een grote database met veel data over verschillende gebieden en jaren. Onderzoekers hebben hieruit onderstaande algemene bevindingen afgeleid.
‘Deze bevindingen zijn logisch en ondersteunen de ideeën die bij betrokkenen leven’, zegt Joris Latour, een van de onderzoekers. ‘Een belangrijk verschil is echter dat ze nu onderbouwd zijn door data en statische analyse. Ondanks dat deze bevindingen op het oog algemeen van aard zijn leggen ze wel het complexe samenspel bloot van grasgroei, ganzenvraat, temperatuur, vochtigheid en aanwezigheid van ganzen.’